Bijvoegsel lot de LeydscAe Courant van Woensdag 28 Maart J849.
ITALIË.
HOME, 15 Maart.
Vele staatsbeambten hebben geweigerd om de hun voorgelegde oorkonde lot
erkenning der republiek te onderteekenenook de Professoren der Hoogeschool
hebben het geweigerd.
De Constituerende Vergadering heeft gisteren eene wet aangenomen,
waarbij alle kerken en geestelijke ligchamen onbekwaam worden verklaard,
om goederen te verkrijgen.
De beroemde taalkenner, de Kardinaal Mezzofanti, is hier overleden.
Op bevel van het Corps Diplomatique te Gaëta, moeten de wapenbor
den van alle gezantschappen alhier weggenomen wordendit is reeds met
eenigen geschied.
De Voorloopige Regering te Toscane, heelt een trapsgewijs van 14 tot
50 pCt. opklimmende belasting uitgeschreven op alle inkomstendie 1,000
scudi te boven gaat.
1VAPELS.
14 Maart.
Bij besluit van eergisteren heeft de Koning, op voordragt der Ministers, de
Kamer van Afgevaardigden ontbonden. Dat besluit wordt door een verslag
van de Ministers voorafgegaan, waarin zij, na een geschiedkundig overzigt
van al het te Napels gebeurde, sedert hel verleenen der staatsregeling door
den Koning op 10 Februarij 1848, om de ontbinding vragen, omdat de
handelingen der Kamer, alle constitutionnele beginselen niet alleen, rnaar
zelfs de wetten van eer en regt zouden hebben geschonden. In welken toe
stand daar alle betrekkingen tusschen de kamer en het kabinet onmogelijk
■waren geworden, en bij de weigering des Konmgs, om het ontslag zijner
Ministers aan te nemen, aan dezen geen ander middel over bleef dan de onti
binding der kamer te vragen.
Ten gevolge van dezen maatregel, zouden verscheidene afgevaardigden in
hechtenis genomen en anderen gevlugt zijn.
Het Dagblad Epoca van den 13deD, meldt, dat de Sicilianen het ulti
matum verworpen hebben.
BEIJEREK.
MUNCHEN, 21 Maart.
Er hcerscht hier wederom eene groote gisting, omdat twee ultrainontaan-
schc Hoogleeraars, Lcssaulx en Philips, die met den val van het ministerie
Abel hunne posten verloren hebben, daarin weder hersteld zijn. Men vreest
voor onlusten.
OOSTENRIJK.
WEENEN, 18 Maart.
De op den 9deD Augustus des vorigen jaars met Sardinië gesloten wapen
stilstand is den 12deD dezer maand van de zijde dier mogendheid opgezegd.
In de Wiener Zeitung wordt van regeringswege daaromtrent hoofdzakelijk
aangemerkt: Dat Koning Karei Albert toen hij in Aug. 1848 geslagen was,
om dien wapenstilstand als voorbereiding tot eene definitive herstelling des
vredes verzocht. Dat Oostenrijk, van waarachtige liefde tot den vrede bezield,
het onwederlegbaarste hew ijs van zijne groote gematigdheid heeft gegeven
door zijn zegevierend leger aan de grenzen van zijn rijk te doen stilstaanen
eenen gevohnagtigde te benoemen, om vredesonderhandelingen aan te knoopen.
lntusschen hadden Frankrijk en Engeland hunne bemiddeling aangeboden
waaraan het Keizerlijk kabinet gehoor gaf. De door deze voorop gestelde vre
desvoorwaarde, dat l.oinbardijë van Oostenrijk zou gescheiden worden, werd
echter, thans door de Keizerlijke regering verworpen, en later gaf het Kei
zerlijke kabinet zijne overtuiging te kennen, dat de vrede op geene andere
grondslagen zou kunnen gesloten worden, dan op dien der handhaving van
het door de Europesche tractaten geheiligde teiritoriaal eigendom.
Na lot op het laatste beslissende oogenblik betuigingen van vriendschappe
lijke bedoelingen gedaan te hebben en zonder oorlogsverklaring, had Sardinië
den 23stcn Maart 1848 den Tcssino overschreden, zonder voor zijn aanval an
deren grond te kunnen vinden, dan de stamverwantschap met de Lombarden,
welke kort te voren tegen hunne wettige Regering waren opgestaanop het
zelfde oogenblikdat ook voor hen door de verzekering van uitgestrekte
staatkundige vrijheden, een nieuw tijdvak zou aanbreken. Na een balfjarigen
strijd hadden de Oostenrijksche troepen den vijand over de grenzen terugge
worpen en de overwinnaar eischte alleen billijke schadevergoeding voor de oor
logskosten eenvoudig het behoud en van datgéne, wat hem van regtswege
toebehoort.
Tegenover deze gematigdheid en vredelievendheid, staat de vijandige hou
ding van Sardinië sedert het sluiten van den wapenstilstand.
De Sardinische vloot, die volgens het vierde artikel van het verdrag van
wapenstilstand terstond Venetië had moeten verlaten, om naar de Sardinische
Staten terug te koerenweek eerst laat en nog slechts voor een tijd van Ve
netië terug, en heelt de Adrialische zee, waar zij tot op dit oogenblik ver
wijlt, in hel geheel niet verlaten.
Alleen hierdoor werd het Venetië mogelijk, in haren tegenstand tegen de
Keizerlijke wapenen Ie volharden. Sardinië ging nog verdermidden in den
wapenstilstand stond het aan Venetië aanzienlijke sommen als krijgsonderstand
toe. In de hoofdstad van Piemont vormde zich, vooral uit de leden der ver
jaagde Regering van Milaan, eene zoogenaamde Lombardische consulta, welke
'5
door het hof van Turyn als wettige overheid erkend en in slaat gesteld werd^S
onder de oogen van dat hof en onder zijne bescherming het vuur van tw'ce-
dragt en haat in de naburige ltaliaansche provinciën van Oostenrijk te voe- -
den, en aan de pogingen der Keizerlijke regering, om aldaar de rust etr te
vredenheid te herstellen, alle slechts denkbare hinderpalen in den weg te
leggen. Niet minder welwillende opname en ondersteuning vonden aan het
hof van Turyn Magyaarsche zendelingen en Poolsche vlugtelinger», welke af-
daar verwijlden met het onverholen doelom tusschen de ltaliaansche om-
wentelingspartij en die misdadige factie, welke in eenige doelen van ons va-
derland den fakkel van den burgerkrijg ontstoken heeft, eene naauwe verbroed» -
dering en daardoor de ontbinding der Oostenrijksche monarchie te bewerken.
En toen in Februarij de wetgevende vergadering te Turyn geopend werd,
sprak de Koning in eene plegtige troonrede van een Koningrijk van Opper-
Italië, en zette de volgens zijne uitspraak daartoe behoarende ltaliaansche pro
vinciën van Oostenrijk met onverbloemde woorden tot hernieuwden opstand aan.
Bij zulk eene taal in hetzelfde oogenblik gevoerd, dat de gevolmagtigde
van Oostenrijk zich gereed maakte om naar Brussel af te reizenten einde
aldaar de vredesonderhandelingen aan te vangen voelde het Keizerlijke ka
binet zich dringend aangespoord, de bemiddelende mogendheden in bedenking
te geven, of volgens hare eigene meening tusschen de onbegrensde aanmati
gingen van Sardinië en het goed regt van Oostenrijk, de klove niet te wijd
was, dan dat men nog zou kunnen hopen dat eenige bemiddeling haar zou
kunnen aanvullen. In allen gevalle echter meende het Keizerlijke kabinet
aan het gevaar, dat de vredesonderhandelingen reeds bij den eersten stap op
de buitensporige vorderingen van Sardinië zouden kunnen schipbreuk lijden
daardoor te gemoet te moeten komen, dat het, alvorens zij werden geopend,
er op aandrong om eene voorloopige overeenkomst met de bemiddelende mo
gendheden omtrent baren grondslag te treffen, die geen ander kon zijn, dan
de handhaving van het territoriaal bezit, dat door dezelfde verdragen, waar
aan Sardinië zijn tegenwoordig bestaan te danken heeft, is vastgesteld.
Staande de onderhandelingen heeft Sardinië alle denkbeeld van vrede open
lijk vaarwel gezegd.
Welke nu ook de uitslag van den oorlog zijn moge, Oostenrijk kan getui
gen dat het tot den krijg waartoe het door den Italiaanschen overmoed an
dermaal gedwongen wordt, geenerlei aanleiding heeft gegeven, het wilde
slechts het zijne bewaren de door plegtige verdragen erkende, door de Kei
zerlijke proclamatie en de staatsregeling van den 4den dezer maand op nieuw
bekrachtigde integriteit der monarchie, welke de eerste hoofdvoorwaarde voor
de vrijheid, de magt en den bloei van hare volken uitmaakt, tegen onregt-
vaardige aanranding beschermen. In dezen strijd kan Oostenrijks Keizer op
de sympathie van allen, in wier borst het gevoel van regt nog niet uitge
doofd is, op de onwankelbare trouw en den heldenmoed van zijn met roem
gekroond leger, op de liefde en standvastigheid zijner volkeren, eindelijk op
de bescherming en den bijstand van den Heer der heirscharen rekenen die
de regtvaardige zaak niet zal laten ten onder gaan,
DEKEMARHElf.
KOPENHAGEN, 21 Maart.
De krijgstoerustingen worden met kracht voortgezet. De meeste oorlogsche
pen waren naar de hun aangewezene standplaatsen vertrokken, en aanzie
zijde van Denemarken zou men den 25stcn een aanvang te maken met het
leggen eener brug van Alsen naar den vasten wal.
De Rijks-troepen voornamelijk bestaande uit PruissenHanoveranen
Beijerschen en Hessen, ten getale van 30,000 min, zetten den rnarsch der
waarts voort.
rEREENIGDE STATEN.
Te New-York, Philadelphia en Baltimore is eene verëëhiging opgerigt,
welke zich die der Bevrijding noemt, en die eene premie van 30,000 voor
het hoofd van den Keizer van Oostenrijk, eene van ƒ25,000 voor dat van
den Koning van Pruissen, eene van ƒ15,000 voor het hoofd van cenig ander
Koning, Kenrvorst, Hertog enz. en eene van ƒ10,000 voor dat van Windisch-
Gralz heeft uitgeloofd. De proclamatie, waarin deze uitloving en de reden er
van worden medegedeeld, zijnde zoo als opgegeven wordt, cm alle tyrannen
uit te roeijenis onderteekend door C. A. Wollenweber, Secretaris der Ver-
eeniging.
STADS BERIGT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS dek Stad LEYDEN, brengen bij
deze ter kennisse van de miliciens der ligting van den jare 1844, voor deze
Stad in dienst gesteld, dat derzelver Paspoorten, dagelijks, uitgezonderd de
Zondagen, des voormiddags tusschen 10 en 1 ure, verkrijgbaar zullen zijn
ter Secretarie dezer Stadmits zich daartoe in persoon aanmeldende.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Legden22 Maart 1849. DU RIEU.
Ter ordonnantie van dezelve,
v. PUTTKAMMER.
AKADEMIE-NIEITWS.
PROMOTIE AAN DE LEYDSCHE HOOGESCHOOL.
Den 26sten Maart de Heer E. van Heioma, van Wolvega, (prov. Friesland),
in de Regtenmet Theses.