LEYDSGHE
COURANT,
\U
N°.
1S49.
MAAJNDAG, 26 MAART.
'J
nl.ï
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven
Die van Maandag komt
uit Zaturdag avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
■te berigten in «ie üioimners onzer Courant van 19,
31, 33 en 36 dezer, aangaande liet I.even en den
Dood van U'll,l,li.n II, en de Troonsbeklimming
van WIMiEl III, zijn in een afzonderlijk blaadje
bijeengevoegd, a 5 Centen ter Courantdrukkerij ver»
krijgbaar.
Bij deze Courant worden nog in een Bijvoegsel uitgegeven de
Stadsberigtenbehelzende eene Keure op de Vleeschhal en twee
Kennisgevingen omtrent de Nationale Militie.
RUNJNEJNLAINDSCliE BERIGTEiN.
LEYDEN, 24 Maart.
De proclamatie van Z. M. Koning Willem III betreffende liet aanvaarden
der Regering, is gisteren hier van de puye van liet Raadhuis afgekondigd.
Verleden Dingsdag 's namiddags is er eene Vergadering van liet Studen
tencorps gehouden, in welke is voorgesteld om voor den tijd van 3 maanden
den rouw aan te nemen over den dood van Z. M. Koning Willem II; waartoe
is besloten.
Verder is in diezelfde vergadering voorgesteld een adres te zenden aan HH.
Curatoren, in hetwelk het corps hnn Ed. Gr. Achtb, kennis zou geven dat de
Hooglceraar Thorhecke, door zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer verhin
derd reeds eenen geruimen tijd geene col legiën gegeven had, en dat dus HH.
Curatoren verzocht werden pogingen in het werk te stellen, om in dit geinis,
hetwelk natuurlijk voor de studie zeer nadcelig wasop de eene of andere
wijze te doen voorzien. Hevig was de tegenkanting, welke dit voirstel on
dervond niet omdat de Studenten het goedkeurden dat Prof. Thorhecke
geene lessen gaf, maar omdat het velen hunner toescheen, dat, eer men
zich in zulk eene vijandige houding tegenover hem plaatste, men eerst bij
hem zeiven moest beproeven gedaan te krijgen, dat hij op de eene of andere
wijze er voor zorgde dat zijne lessen gegeven werden. Hel antwoord der voor
stellers was, dat Prof. Thorhecke liet dan in zijne magt had de zaak op de
lange baan te schuiven. Een ander hezwaar tegen liet voorstel was, dat,
volgens veler meening, deze zaak, die de juristen inzonderheid betrof, niet
in eene vergadering van alle Studenten, maar in eene der juristen alleen
moest behandeld worden dit werd verworpen.
Er waren nog andere bezwaren, doch van minder belang; het voorstel is
echter, hoewel zeer tegen den zin van vele juristen, aangenomen.
Deze hebben toen gemeend bet hierbij niet te moeten laten berusten maar
hebben Donderdag avond eene afzonderlijke convocatie gehouden, in welke
zij besloten hebben een contra-a Ires aan HH. Curatoren te zenden, en hebben
zij vijf juristen van deze Academie benoemd om uit aller naam den Hoog
leeraar Thorhecke te gaan verzoeken, om zoo spoedig hij kan zijne lessen te
hervatten.
Deze is, zoo verre onzen berigtgevcr bekend is, de toedragt der zaak.
Met genoegen verneemt men dat de Raad van Administratie van hel
Invaliden Huis hier ter stede, aan het verzoek van den II. Ed. Gestr. Heer
J. C. F. KocliMajoor en Commandant-Directeur van hetzelve, orn de Inva
liden den rouw te doen aannemen, ter gedachtenis van het overlijden van
Zijne Majesteit onzen zeer geëerbiedigden Koning Willem II, bereidwillig hare
toestemming heeft verleend, ten einde te voldoen aan den algeincencn wcnscli
dier oude krijgsliedenom daardoor hunne erkentelijkheid te betoonen aan
hunnen Weldoener en Beschermheer, welke door het vergieten van Hooest.
deszelfs dierbaar bloed op het slagveld bij Waterloo, als eerste Invalide, den
grond heeft gelegd tot de oprigting des gestichts, waarin volgens de instel-
lingen geene militairen mogen worden toegelaten, dan diegene, welke even
als de Doorluchtige ontslapene hun bloed op het altaar des Vaderlands
hebben geplengd terwijl het hunne innigste wenscli blijft uitmakendat
de Heer der heirscharcn den voor liet Nederlandseh hart zoo dierbaren over
ledene, die Hemelsche belooning moge hebben toegekend, waarop de Ko
ninklijke Krijgsheld en deugdzame Christen mag hopen en vertrouwen,
alsmede dat dit treffend verlies, door Hoogstdcszelfs opvolger Z. M. Koning
Willem III moge worden gelenigd, in wiens Doorluchtige bescherming zij
als oude verminkte verdedigers des Vaderlands, zich nederig blijven aanbe
velen. Ingezonden
De afsluiting van de passage van rijtuigen over de dubbele Valbrug
over de Gouwe Sluis onder Alphen, zal blijven voortduren tot en met Za
turdag den 31stel> Maart.
Ds. KlijnPredikant bij de afgescheidene Christelijke gemeente te
Middelburgheeft zijne beroeping bij eene Nederdiiitsche gemeente in het
district Michigan, in Noord-Amerikaaangenomen.
Te Amsterdam zijn valsche bankbillclten van ƒ60 aangebodenwaar
van het watermerk niet doorschijnend is.
De Raad der stad Amsterdam heeft tot leden van de Staten van Noord-
Holland benoemd: de HH. Mr. A. A. React, Mr. C. A. den Tex, A. van der
Hoop, F. van der Oudermeulen A. YV. Baron van Bricncn van da Groote
Lindl en H. Croockewit; van welke de beide eerstgenoemden waren verkozen
tot buitengewone leden van de Tweede Kamer, en de volgende optreden in
plaats van de I1H. Iusingcr, van Hasselt, Backer en van Hall, welke sedert
tot leden van de Staten-Generaal zijn verkozen.
De Raad der stad Haarlem beeft den Heer C. J. de Bruyn Kops, welke,
benoemd tot buitengewoon lid van de Tweede Kamer der Slaten-Generaal
als lid der Staten van Noord-Holland was afgetreden, op nieuw als zoodanig
verkozen.
•s GRAVENHAGE23 Maart.
De Staats-Courant bevat het volgende:
Wij WILLEM III, enz.
Hebben goedgevonden en verstaan
Onzen Minister voor de Zaken der Hervormde en andere Eercdienslen
mitsgaders onzen Minister voor de Zaken der Roomscli-Kalholijke Eeredienst
aan te schrijven, gelijk zij worden aangeschreven bij deze, om, elk voor zoo
veel zijn departement aangaat, de godsdienstige gezindheden uit te noodigen
zich op den eersten Zondag na het ontvangen der uitnoodiging, in hare gebe
den tot den Allerhoogste met Ons te vereenigen, en Hein, bij het door Ons
aanvaarden der Regering, vurig te smeekendat zijne Goddelijke goedheid
de pogingen ondersteune, welke Wij ernstig voorhebben tot bevordering van
bet welzijn van het Nederlandsche Volk aan te wenden en Onze regering
door zijnen Zegen hegunslige en voorspoedig make.
's Gravenhage, den 23slcn Maart 1819.
WILLEM.
Bij ongesteldheid van den Minister voor de Zaken
der Hervormde en andere Eerediensten,
De Minister van Binnenlandsche Zaken
J. M. de Kempenier.
De Minister voor de Zaken der Roomsch Katholijke Eeredienst
J. A. Motsiers.
In de zitting der Eerste Kamer van lieden heeft het nieuw benoemde lid
der Kamer, de Heer C. C. van Lidth de Jeudc, zijne geloofsbrieven ingezon
den en is deze Heer nog in die zitting toegelaten.
Al de Ministers, met uitzondering van die voor de Hervormde Eeredienst,
treden de vergadering binnen. Z. Exc. de Minister van Marine, als tijdelijk
Voorzitter, doet de volgende mededceling
Mijne Heeren.'
Toen op den IT110" Maart II. de treurige tijding werd aangehragt, dat het
den Alinagtige had behaagd, onzen beminden Koning Willem II tot zich te
roepen, en diepe rouw aller harten vervulde, vermeenden 's Konings Ministers
de allereerste kennisgeving van dit smartvol verlies aan de Volksvertegen
woordiging verschuldigd te zijn. Op welke wijze wij ons van die treurige
taak bij de Tweede Kamer hebben gekweten, is U, Mijne Heerenbekend
door de Staats-Courantzoo mede door de woorden die wij gemeend hebben
te moeten rigten aan het Nederlandsche Volk.
Gelijktijdig met de mededceling aan de Tweede Kamer, hebben wij eene
uitnoodiging gcrigt aan den Voorzitter van deze Kamer om haar te zamen te
roepen, ten einde gelijke mededceling te ontvangen.
Sedert heeft Z. M. Koning Willem III, op het oogenblik dat de treurmare
aan Iloogstdenzelven werd overgebragt, zich gehaast herwaarts te komen,
en, hoezeer in diepen rouw gedompeld, zijne eerste oogenblikken gewijd aan
de belangen van zijn getrouw Volk.