liIJNJNEJNLAJNDSCUE 15EKJCTEJN. taatsten tijd in afnemende gezondheiddie de dreigende voorbode cn wel dra de wisse kcntcekenen droeg van ecne kwaal aan het hart, die met bij komende ziekte van ontstekenden aard, hem op ruim SGjarigen leeftijd, onder hartelijkcn rouw van zijn volkvan een leven deed schei lendat voor hem in nadruk rijk was aan zeldzame lotwisseling en menigerlei onrust, aan treffende slagen cn staatkundige moeijelijkhedcn, een leven dat zich als in twee bedrijven laat verdeden, het eerste hoofdzakelijk op het veld des oorlogs, het andere op het toonecl van den Staaten gelijk hij zich op het eerste menig gcdenktceken stichtte van onverschrokken rnoed cn schrander beleid, zoo prijkt in het tweede, inzonderheid in zijn laatste levensjaar, het gedenk- teeken der Grondwetsherziening als de uitdrukking van zijn grootmoedig karak ter en bezorgdheid voor het heil zijns volksmet onvergankelijke cere. En nu treedt WILLEM III op. Zijne komst is niet voorafgegaan door Veldheersroem die te naauw in verband staat met al de rampen des oorlogs, dan dat we niet wenschen zouden dat zijn Koninklijke Vader, de laatste Vorst moge geweest zijn, die in de gelegenheid was om ze te behalen. De nieuwe Vorst getuigt het gewigt der taak die op Hem rust, diep te gevoelende regering te aanvaarden met het oog op God en vol vertrouwen op een Volk dat zoo innig aan zijn Huis is verhonden. Hij acht het zijne roeping om aan de nienwe Grondwet volledige werking te geven. En zou het Volk waarop Hij vertrouwen wil, Hem niet aanvankelijk met vertrouwen te gemoct komen, opilat die wederkeerige toenadering liefde wekke, en de liefde des volks, door zijne handelwijze uitgelokt, ook voor Hem in aller har ten worteleen voor het Vaderland cn zijn Huis de beloofde vrucht drage van 's Ileeren zegen LEYDEN, 22 Maart. De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot aanmoediging van den Tuinbouw zal hare derde Tentoonstelling alhier houden in de Akademische Rijschool op de Cellebroersgracht, op Zondag den 22sten tot en met Woensdag den 25stcn Julij aanstaande. Bij die gelegenheid worden door de Maatschappij uitgeloofd 3 gouden medailles, waarvan eene gegeven door de Regering dezer Stad en eene door Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden voorts 36 zil veren cn 7 bronzen medailles. Uit de mededcclingen en herigten van hel hoofdbestuur en de Afdee- lingcn der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, 1849, n°. 1 blijkt dat de uitvoer van vee uit Rotterdam naar zee in 1848 geweest is: korijen en ossen 18,102, hokkclingen 436, kalveren 9,795, schapen 61,601, lamme ren 4,123, varkens 442, paarden 614, en veulens 7 stuks, en die van wild gevogelte voor eene som van ƒ38,767. Heden heeft het Provinciaal Gercgtshof van Zuid-Holland het vonnis van de Regthank te Rotterdam bevestigd, waarbij het Algemeen Arm-en Weesbestuur der R. C. gemeenten aldaar, als opgetreden voor, of zamenge- steld uit de drie gemeenten van den Steiger, de Leeuwenstraat cn den Hout tuin niet ontvankelijk verklaard zijn in haar beweerd regt op de nala tenschap van wijlen den Heer tl. C. Willemse, en heeft het Hof even als de Arrondissements-Reglbankdaartoe geregtigd verklaard, de hij het testament bedoelde gemeenten, in de Landdekenscliappen van KennemerlandRijnland, Delfland, Schieland cn Zeeland. Onder de groole werken welke in Zeeland zullen ondernomen worden, wordt ook opgegeven de vcrceniging van het eiland Zuid-Reveland met Noord- Brahand, en het daarmede in verband staande zeekanaal van Hansweert naar Weineldinge. 'sGRAVENHAGE, 21 Maart. Hfl. MM. de Koning en Koningin zijn heden middag ten kwart voor twee ure in deze residentie aangekomen. Nadat ten 7f ure door den Heer Behr te Scheveningenaan de autoriteiten alhier het eerst het berigt gegeven was, dat er in den vroegen morgen ccne stoomboot gezien was, die naar de monden van de Maas stoomde, kwam ten tien ure per telegraaf het berigt aan dat Z. M. de Koning, ten 8 ure met de stoomboot Cycloop voor Hellcvoetsluis was aangekomen. Spoedig verspreidde zich dit berigt door de stad. Ecne aanzienlijke menigte stroomde naar den straatweg op Rotterdam en naar het station van den Spoorweg. Burgerlijke en militaire overheden vcrcenigden zich aan het station. De bezetting der stad rukte uit. Een en ander om den Koning en de Koninginbij hunne komst, te gemoet te gaan cn te verwelkomen. UIL MM. zijn ten 11 ure 51 minuten te Rotterdam aangekomen. Van daar werd per telegraaf het berigt gegeven, dat het 's Konings uitdrukkelijk verlangen was, dat zijne intrede zonder cenige plegligheid hoe ook genaamd zou plaats hebben en dat alle militaire of andere eerhewijzingendie men op het oog mogt hebben, dienden te worden afgezegd. Onmiddelijk zijn daar op de troepen ingerukt en naar hunne kazernen teruggekeerd en hebben de Overheden het station verlaten. Ten 12J ure werd alhier het berigt ontvangen, dat Hfl. MM. de Koning en Koningin zich langs den Rolterdamschen straatweg naar de residentie hadden begeven. Een talrijke menigte begaf zich daarop naar dien weg om hunne komst af te wachten. Ten lj ure keerde de Minister van Marine, die den Koning te Hellevoetsluis had ontvangen, terug, waarop even vóór twee ure Hfl. MM. in de residentie, blijkbaar ontroerd, in een reisrijtuig met vier paarden binnenreden. Van de overheden was alleen de militaire Gouverneur der residentie, de Gencraal-Majoor Spengler, met zijne Adjudanten bij de komst tegenwoordig. Eene talrijke menigte bevond zich aan de barrière. Hfl. MM. begaven zich naar het paleis op het Plein, waar ook eene grootc menigte bijeen was. Algemeen merkte men opdat Hfl. MM. diep bewogen warenbij de zoo verschillende gewaarwordingen die zij in deze oogenhlikken moesten onder vinden. Toen HH. MM. afstapten, deed zich de kreet hooren: Leve de Koning Leve de Koningin! I1H. MM. begroetten aangedaan de menigte. Dadelijk toen zij waren aangekomen, verscheen de cerewacht der lansiers, die tot hiertoe voor 't paleis van den overleden Vorst geplaatst was. HH. KK. HH. Prins cn Prinses Frederik en Prinses Albert van Pruissen hebben onmiddelijk een bezoek bij HH. MM. afgelegd. De Minister van Buitenl. zaken en de Schout-bij-l\aclit Arriëns, buiten gewoon Adjudant van wijlen Koning Willem IIhebben HH. MM. terstond gevolgd en zijn bereids weder in deze residentie teruggekeerd. In de zitting van de Tweede Kamer van heden heeft de Voorzitter mede gedeeld dat de Commissie tot het opstellen van een ontwerp van adres van rouwbeklag aan Z. M. Koning Willem III, dat ontwerp in nadere overwe ging genomen en daarin eenige veranderingen gebragt heeft. Hij stelt alzoo voor, de beraadslagingen over dat ontwerp te bepalen op morgen middag ten 3 ure. De Heer de Monchy eerbiedigt dit gevoelen, hetwelk ook overeenkomstig is met het Reglement van orde, doch het komt hem voor, dat de omstan digheden w aarin wij verkeerenhet wenschelijk makendeze zaak spoediger te behandelen. Hij stelt mitsdien voor, de beraadslagingen onmiddelijk te doen plaats hebben. Dat voorstel wordt van alle zijden ondersteund en dienovereenkomstig wordt besloten. Geen der leden vraagt het woordnoch over de algemeene strekking noch over de paragraphen van het adres. In omvrage gebragt wordt het ontwerp van adres met algemeene stemmen aangenomen. Ilct zal den Koning worden aangeboden door ecne Commissie, bestaande uit de leden der Commissie tot het opslellen van dat adres met den fleer van Goltstein, Voorzitter der vergadering, aan het hoofd. Daarna is de zitting opgeheven. Het door de Tweede Kamer aangenomen adres luidt woordelijk aldus: Sire Door den Raad van Ministers is aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal de treurmare overgebragt van het onverwacht overlijden van Uwer Majesteits Koninklijken Vader, van Willem II, onzen hooggeschatten cn geliefden Ko ning, wiens nagedachtenis in de dankbare herinnering des Volks zal blij ven leven. Bij de innige droefheid die ons heeft getroffen beseffen wij levendig de grievende smart, waarmede de ziel vervuld is van Uwe Majesteit, die niet alleen' met ons de algemeene ramp des Vaderlands, maar tevens cencn be minden Vader betreurt. Als Vertegenwoordigers cener Natie, die met onwankelbare trouw is ver bonden aan liet Doorluchtige Stamhnis van Oranje, gevoelen wij de behoefte Uwer Majesteit de betuiging aan te bieden, dat wij, met het geheele Neder- landsche Volk, in de droef beid doelen van Uwe Majesteit; van Uwe zoo te regt door allen geëerbiedigde en geliefde Moeder cn van geheel het Konink lijk Geslacht. Weldra zullen de Staten-Generaal Uwe Majesteit plcgtig als Nederlands Koning huldigen maar reeds nu geven wij aan Uwe Majesteit de verzeke ringdat de Tweede Kamer bereid is, om, in gemeen overleg met Uwe Ma jesteit, mede te werken lot het welzijn van het trouwe Volk, waarover Gij, Sire! volgens de voorschriften der Grondwet, geroepen zijt te regeren. Moge bij de algemeene deelneming der Natie, de troost der Godsdienst de smart van Uwe Majesteit lenigen; en de Goddelijke Voorzienigheid aan Uwe Majesteit moed en kracht schenken om de gewigtige pligten, die op den Koning rusten te vervullen. De Ministers hebben heden middag ecne langdurige Vergadering gehou den. Zij hebben zich ten 4 ure naar den Koning begevenalwaar een Kabi netsraad heeft plaats gehaddie tot 6 ure geduurd heeft. Heden avond ten 8 ure zijn de Ministers wederom vergaderd geweest. Z. M. heeft heden middag odk eene langdurige conferentie gehouden met Z. K. II. Prins Frederik der Nederlanden. Z. M. heeft voorts heden middag bij herhaling ten gchoore ontvangen den Staatsraad-Directeur van het Kabinet des Konings, den Heer van Rappard. Men verneemt dat het testament van wijlen Z. AI. Willem II, even als dat van Z. AI. AA'illcm I, berust ten kantore van den Notaris Schiefbaan alhier. HH. MAI. de Koning en Koningin, zijn heden avond ten tien ure uit deze residentie naar Tilburg vertrokken. Wij kunnen niet onopgemerkt laten voorbijgaan, de goede orde die aan het spoorweg-slation cn liet telegraaph-bureau alhier op den gewigtigen dag van heden, bij gelegenheid van de aankomst van H11. AlAI. heerschtc, onder de even ijverige als ordelijke leiding van den Chef, den Heer L. Aiossou. liet was toch daar, dat telkens, per telegraaph uit Rotterdam, de zich opvolgende kennisgevingen van 's Konings aankomst te Hellevoetsluis en verdere voortreize aankwamen, waarop dan dadelijk weder onderscheidene beschikkingen aan de zijde der autoriteiten voortvloeiden alles ging met de stiptste orde gepaard terwijl Ie gelijkertijd de dienst van den spoorweg ge regeld doorliep. De Ingenieur-Directeur Conrad cn de Hoofd-Opzigter Ouds-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 2