De Paus heeft, naar men verzekert, weder twee protesten uitgevaardigd liet eene is tegen het inlijven van geestelijke goederen in den Staat gerigt het ander is van geheel verschillenden aard. Z. tl. protesteert daarbij name lijk, als wereldlijk en geestelijk souvereintegen het bezetten van Ferrara door de Oostenrijkers. De Groothertog" van Toscane is met zijn gezin van Gaëla alhier aange komen; het kasteel Quisisana, nabij Castellamareis ter zijner beschikking gesteld. OOSTENRIJK. 1VEENEN, 7 Maart. Heden is een Keizerlijk patent bekend geworden, waarbij Keizer Frans Jozef aan zijne volken eene staatsregeling verleent, en de rijksdag te Kremsir, als niet aan de verwachting beantwoordende, wordt ontbonden verklaardmet beveldat de leden van deze vergadering, onmiddelijk na het bekend worden van dit patent zich huiswaarts zullen begeven. In den aanhef van dit patent zegt de Keizer, dat de toestand, waarin zich het Vaderland bevindtzijn hart met diepe droefenis vervult. Inwen dige vrede is geweken; verarming bedreigt het eenmaal zoo gezegende land; in Weenen en elders stoken kwaadwilligen partijzucht en haat aan. De Keizer had gehoopt, dat de Rijksdag te Kremsir het werk der staatsregeling spoedig tot een goed einde zou brengen. Hij is daarin echter bedrogen ge worden. Na onderscheidene maanden, is die taak nog niet ten einde gebragt en hoort men bij genoemde vergadering niets verkondigen dan schoonklin kende theoriën verderfelijk voor liet, welzijn des volks. Om die reden ont bindt de Keizer de vergadering, met last, om onmiddelijk uiteen te gaan en verleent Hij uit eigene beweging eene staatsregeling. Krachtens deze staatsregeling worden aan de inwoners der monarchie de volgende regten verleend 1. Volkomen vrijheid van geloofsbelijdenis en het regt van de uiloefening der geloofsbelijdenis binnenshuis. Het genot der burgerlijke en staatkundige regten is onafhankelijk van de geloofsbelijdenis, hoewel door deze de staats burgerlijke pligten niet mogen verkort worden. 2. Iedere wettig erkende kerk en elk godsdienstig genootschap heelt het regt der gemeenschappelijke openbare godsdienstoefening, bestuurt zijne aan gelegenheden zelfstandig, blijft in het bezit en genot van alle aan hetzelve behoorende inrigtingen van openbare eeredienstonderwijs en weldadigheid, gestichten en fondsen, doch is, even als elke maatschappij aan de algemeene staatswetten onderworpen. 3. De wetenschap en het onderwijs zijn vrij. Elk staatsburger, die zijne geschiktheid daartoe volgens de wet bewezen heeft, mag instellingen van on derwijs en opvoeding oprigten en bij dezelve onderwijs geven. Het huiselijk onderwijs is aan deze beperking niet onderhevig. 4. Voor de algemeene volksbeschaving zal door openbare inrigtingen, en wel in die gedeelten des lands, waarin eene gemengde bevolking woont, in dier voege gezorgd worden, dat ook die stammen, welke de minderheid uitmaken, de noodige middelen tot het beoefenen hunner taal en beschaving in dezelve bekomen. Voor het godsdienstig onderwijs in de volksscholen wordt j door de kerken of godsdienstige genootschappen gezorgd. De staat heeft het oppertoezigt over het onderwijs en de opvoeding. 5. Ieder heeft het regt door woord, schrift, druk ol teokenstift, zijne ineening vrijelijk te uiten. De drnkpers mag niet onder censuur gesteld worden. Eene wet op de drukpers zal legen misbruik waken. 6. Ieder heeft het regt van petitie. Petitiën onder een algemeenen naam kunnen alleen van autoriteiten en wettig erkende ligchamen uitgaan. 7. De Oostenrijksche staatsburgers hebben het regt van vergadering en ver- eeniging, in zoo verre het doel, de middelen of de wijze der vergadering of vereeniging niet onwettig of gevaarlijk voor den staat zijn. De uitoefening van dat regt, alsmede de voorwaarden, onder welke de regten van vereeni ging verworven, uitgeoefend of verloren worden, worden bij de wet geregeld. 8. De persoonlijke vrijheid is gewaarborgd. Behalve in geval van betrap ping op heeterdaadmag niemand in hechtenis genomen wordendan op grond van een gemotiveerd bevel van den regter of eenige andere autoriteit, de regterlijke functiën op eene wettige wijze uitoefenende. 9. Ieder, die in hechtenis genomen wordt, moet binnen 48 uren in vrij heid gesteld of aan den bevoegden regter overgeleverd worden. 10. Het domicilie is onschendbaar. Eene visitatie der woning en papieren of eene inbeslagneming van laatstgenoemde, geschiedt alleen in gevallen en vormenbij de wet bepaald. 11. Het briefgeheim mag niet geschonden en brieven alleen in geval van oorlog, of op grond van een regterlijk bevel in beslag genomen worden. 12. In geval van oorlog of bij binncnlandsche onlusten, kunnen de bepa lingen der 5 tot 11 inch, voor zekeren tijd of plaats buiten werking ge steld worden. Op de Noordbaan zon een kostbaar paard van den Aartshertog Wilhelm I van hier naar Olmntz vervoerd worden de Stalmeester bleef bij het paard in den transportwagen, doch onder weg viel een vonk van den locomotief in het met hooi digt gemaakt luik en veroorzaakte brand, waardoor zoowel de Stalmeester als het paard verteerd werden. FRANKFORT. 9 Maart. De Commissie voor de herziening der staatsregeling heeft haren arbeid voltooid, en zich met 17 tegen 7 stemmen verklaard tegen het door Oosten rijk geopperde denkbeeld om het rijksgezag aan een Directorium op te dragen. Zij heeft zich met 13 tegen 11 stemmen voor de erfelijkheid van de waa> dighcid van Rijksbestuurder verklaard. BENEMARKEN. KOPENHAGEN, 8 Maart. De Minister van Buitenlandsche Zaken heeft den Vertegenwoordigers der vreemde Hoven alhier bekend gemaakt, dat met den 27sten al de havens en riviermonden van Sleeswijk en Ilolstein zullen geblokkeerd wordendie niet door de Koninklijke troepen zijn bezet. BERIGT WEGENS DE KOLONIËN, VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID OVER IIET JAAR 1848. De geheele bevolking bedroeg op den 1st™ Januarij 1849, 11,859 zielen. Van de huisgezinnen was de sterfte gering, - van de weezen middelma tigs doch van de bedelaars kolonisten, ofschoon aanmerkelijk minder dan in 1847toch nog grootdat een sprekend bewijs oplevert voor den ellendi- gen ligchamelijken toestandwaarin deze lieden verkeerenwanneer zij den bedelstaf hebben opgenomen. De aardappelen hebben opgeleverd: van 528 bunders 61,948 mud, of 117 mud van het bunder; waaronder dan nog rnim 10 ten honderd zieke, die maar ten deele aan het vee hebben kunnen worden vervoerd; terwijl de aardappel bouw in 1843 en 1844, de beide laatste jaren vóór het ontstaan der ziekte, telkens meer dan 115,000 mud heeft opgeleverd, waarom het verbruik ook weer aanzienlijk moest worden beperkt. De opbrengst der tuinvruchten en zaden heeft in 1848 bedragen: in de ge wone Koloniën voor ƒ6,487, te Ommerschans, Veenhuizen en Wateren voor ƒ9,314, te zamen 15,901zijnde ruim ƒ1800 meer dan in 1847, dat te danken is aan bet zelfwinnen van 9364 bremzaad van 20 centen het waarmede 500 hnnders rogge heeft kunnen worden ingezaaidhebbende de tuinhouw overigens niets meer opgebragt dan in 1847, toen die mede wel gelukt was. De tuinvruchten zijn in de gewone Koloniën tot ieders eigen ge bruik, waarom de opbrengst hier slechts wordt geraamd op 15 van eiken tuin. Bij de Gestichten zijn gezamenlijk 370 oxhoofden met verschillende soorten van kool en selderij ingemaakt. Van de wortelen zijn 700 tot 1000 mud van hot bunder gerooid. De proefneming met den cichorei-wortelte Ommerschans, is zeer goed uitge vallen, daar er 4400 van 10 roeden gerooid is, waarvan 1000 {D gebrande cichorei zal komen. Van hetgeen het zuivel heeft opgebragt en van de inkomsten der aanfok- kerij en vetmesterij, met de geschoren wol, zijn alle opgaven nog niet ge heel verzameld, waarvan de mededeeling dus nog tot de volgende keer moet worden verschoven. De kenmerken van steeds toenemende vruchtbaarheid der koloniale gronden door het zorgvuldig gebruik van alle plantaardige meststoffen zijn duidelijk. De te veld staande winter-rogge beslaat in de gewone Koloniën 313, te Ommerschans 201Veenhuizen en Wateren 322 te zamen 836 bunders ruim 20 bunders meer dan verleden jaar. De fabriekarbeidvoor eigen gebruik en van katoenen en koffijzakken voor de buitenlandsche Koloniën is sterk voortgezet, zoodat de magazijnen van eigen kleeding en dekking en van huisraad en gereedschappen ruim voor zien zijn. Het fabriekwezen voorziet jaarlijks in de kleeding van 11,000 personen be nevens in het huisraad en de gereedschappen voor de huisgezinnen en tot ge meenschappelijk gebruik, alsmede in de eerste verstrekking of uitrusting van 2 tot 3000 nieuwelingen. Nagenoeg twee derden der «aarde van die voor werpen wordt door de kolonisten zelve verdiend, zijnde het overige genoeg zaam om de eerste grondstoffen en onkosten te bestrijden; blijvende men steeds voortgaan, zooveel immer mogelijk, zelf te vervaardigen wat anders gemaakt aangekocht zou moeten worden en waartoe, vooral onder de bedelaars-kolonis ten, alle, soms bekwame, handwerkslieden gevonden worden. De katoen-weverij, op ruim 400 getouwen, in de gewone Koloniën, heeft verleden jaar 32,000 stukken verschillende soorten lijnwaad, van gemiddeld 20 elwaaronder ook zwaar en breed doek van en vervaardigd waar van een vierde deel tot eigen gebruik. De koffijzakweverij bestaat aan de Bedelaars-Gestichten met 150 getouwen, waarop nog geen 400,000 stuks zijn gemaakt, uithoofde er niet meer besteld waren. In den oogsttijd en telkenswanneer het met den veldarbeid bij zonder druk is, worden dan ook de fabriek-arbeidersdie daarvoor maar eenigzins geschikt zijn bij den landarbeid te werk gesteld. De katoen-stoomspinnerij, aan liet 3de Gesticht te Veenhuizen heeft verle den jaar bijna 100,000 garen gesponnen, en over de 8000 ffi katoen ge kaard welkevoor het spinnen uit de handaan het gewone fabriekwezen is afgeleverd. De stoommachine wordt uitsluitend met turf gestookt, waartoe 68,750 ton, ruim 300 dag werk is gebezigd die in de Koloniën wordt gegraven. De zorg voor het onderwijs der kinderen wier aantal vele duizenden be draagt, wordt wel in acht genomen, terwijl do openbare godsdiensten het godsdienstig onderwijs, bij alle gezindheden, regelmatig gehouden en gegeven worden. Het gedrag der kolonisten en de orde in de Koloniën leiden tot de gevolgtrekking, dat de arbeid, ook aan hunne zedelijke verbetering te koste gelegd, voor velen blijvende vruchten zal opleveren, al hetgeen ons aanspoort onze krachten te blijven leenen aan het schragen en bevestigen cener inric- tingdie ongetwijfeld onder de weldadigste instellingen van ons Vaderland mag gerangschikt worden, en als zoodanig steeds in ruime mate de belang stelling onzer Landgcnooten verdient tot zich te trekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 3