BU1TEJNLAJNBSCHE BERjGTElN.
ontdekking der misdadigers te bevorderen, de ingezetenen behoedzaam en de
politie voortdarcnd waakzaam te maken.
Ik herbaal dat, waar het pas heeft, de ingezetenen moeten worden nitge-
noodigd om, omtrent misdaden, bij welker beteugeling een ieder belang heeft,
inlichtingen te geven en dat die inlichtingen met welwillendheid moeten
worden ontvangen.
Ik heb reeds te veel blijken van bet groote nut der toepassing dezer denk
beelden, dan dat ik de naleving daarvan niet met nadruk zoude eischen.
Ik vestig er daarom op nieuw uwe aandacht op en verzoek U Wei-Edel
Gestrenge aanvankelijk mij, na, des noodig, de Officieren van Justitie te
hebben gehoord te willen meldenwat in uw gewest tot bevordering der
openbaarmaking, bepaaldelijk van gepleegde diefstallen is gedaan, of zonder
groote kosten zou kunnen gedaan worden, ten einde ik in staat worde gesteld
om meer en meer tot bevordering der veiligheid werkzaam te kunnen zijn.
De Minister van Justitie
D. Donker Curtiüs.
AMSTERDAM, 7 Maart.
Den 3,lFD dezer heeft do vergadering der Hollandsche IJzeren Spoorweg-
Maatschappij plaats gehad. 323 aandeelhonders, te zamen vertegenwoordigende
1604 actiën, waren opgekomen. De Heer Mr. B. Donker Curtius deelt het
verslag der Commissie mede en zegt dat voor den geheelen aanleg van den
spoorweg oorspronkelijk was vastgesteld de som van 10,500,000, ecne som
waarin voorzien was door twee geldlceningende eerste van 6}, de tweede
van 4 millioen. Thans echter nu die weg voltooid was, bleek het, dat de
kosten 10,900,000 hadden beloopen, dus 400,000 meer. De Commissie
meende dat eene nieuwe leening, die de regtcn der deelnemers in de vroe
gere gehlleeningcn niet in het minste verkortte, bet geschikt was om hierin
te voorzien. Daartoe moest die tegen hoogstens 4J pCt. uitgeschreven en niet
aflosbaar zijn dan nadat de schnld der vorige leening van 4 millioen geheel
zoude zijn uitgedelgd. De voordeelen, welke uit dit besluit, zoo de Vergade
ring het goedkeurde, zouden voortspruiten, waren van het grootste belang:
daardoor toch zoude alle verdere misbruik zijn voorgekomen, en de aandeel
houders verzekerd zijn, dat in het vervolg elk batig saldo als dividend zoude
worden uitgekeerd. De Commissie had verder gemeend de vraag van het regt
op eene vorige vergadering om over de batige saldo's, anders dan hij de statu
ten bepaald is, te beschikken, niet te mogen aanroeren, als niet belioorcnde
tot de taak haar op Woensdag 11. opgedragen. Nogtans zoude het voltrekken
der voorgestelde leening natuurlijk ten gevolge hebben, dat niet alleen voor
het laatst verloopen jaar een dividend van 3£ pCt. zoude worden uitbetaald,
maar ook dat de dividend-bewijzen der twee vorige jaren, sub N°. 12 en 13,
zoude kunnen worden ingetrokken, het eerste tegen 20, het laatste tegen
ƒ15. De Commissie bad ook het onverhoopte geval voorzien, dat de leening
niet wierd voltcekend; dan, meende zij, zoude nogtans eene uitbetaling van
dividend kunnen verkregen wordendoor de uitgifte van schuldbekentenissen
tegen matige rente en aflosbaar na de 4 millioenen der vorige geldleening.
In de laatste plaats had de Commissie nog ter vermeerdering van inkom
sten een oogenblik gedacht over eene verhooging van het tarief, maar overwe
gende, dat die, zoo al niet op het aantal reizigers, zeker op de keuzen der
klassen van rijtuigen, nadeelig zoude werken, had zij daarvan afgezien. De
Commissie wilde dus de balans goedkeuren, onder voorwaarde nogtaus:
1°. Dat na de volteekening van eene later omschrevene geldleening, zoude
worden uitbetaald, een dividend van 35 voor dit jaar en van ƒ20 en 15
voor de twee voorgaande jaren
2°. Dat er eene nieuwe geldleening zoude worden uitgeschreven van
ƒ400,000, rentende 4} pCt., onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat die
lecning niet zal kunnen worden afgelost, dan na de delging der schuld, voort
spruitende uit eene vroegere leening van 4 millioen guldens;
3". Dat, in het onverhoopt geval van niet volteekening, het bestuur zoude
gemagtigd worden maatregelen te nemenals hel best met de belangen der
maatschappij en der actiehouders tevens, zouden overeenkomen, en te dien
einde des noods schuldbekentenissen van gelijk bedrag en tegen gelijke rente
als de geldleening uit te geven.
De Secretaris der Administratie, de Heer F. Melvill, verklaarde daarop
namens den Raad van bestuur, dat deze het stelsel bleef voorstaan van de
batige saldo's tot uitdelging van schuld aan te wenden. Het bestuur meende
dit eenvoudiger dan eene nieuwe geldlecening, en verzocht deze verklaring
duidelijk in het procesverbaal op te nemenopdatbij goedkeuring van het
voorstel der Commissie, de mogelijke verderfelijke gevolgen niet later als door
zijne schuld veroorzaaktmogten worden aangemerkt.
Bij hoofdelijke omvrage verklaren zich 237 aandeelhouders voor het voorstel
der Commissie en 76 voor dat van het Bestuur, zoodat het eerste is aange
nomen.
Donderdag 11. heeft alhier de tweede vergadering plaats gehad van Af
gevaardigden van de oprigting der Nederl. Maatschappij tot Bevordering dei-
Geneeskunstten einde in die zitting het, door de Commissie in Let licht
gegeven ontwerp van wet te behandelen. De geneeskundige vereenigingen
werden vertegenwoordigd voor Amsterdam, door Dr. Voorhelm Schneevoogt
voor Rotterdam, door Dr. Molewater; voor 'sGravenhagcdoor Dr. Evers;
voor Lcydendoor Dr. Mess, enz. Het door de Commissie geredigeerde ont
werp van wet isna langdurige beraadslagingen en eenige wijzigingen
aangenomen, zoodat de maatschappij als gevestigd kan beschouwd worden.
Hare jaarlijksche vergadering is bepaald op den laalsten Woensdag in de
maand Junijzullende die voor dit jaar te Arnhem plaats hebben.
Gisteren avond is in het Huis met de Hoofden alhier- de verkooping
afgeloopen van het Munt- en Penningkabinet van wijlen den Heer Verkade.
De opbrengst moet ongeveer 16,000 bedragen. Een gouden rijder van 1582
heeft opgebragt ƒ83; een zilveren rijksdaalder van 1584 ƒ63; een daalder
van 1579 ƒ40.50; een tweeguldenstuk van Holland van 1680 360; een
driegulden, een tweegulden, een gulden, een balve gulden en een halve drie
gulden van Holland alle van 1694, te zamen eene waarde van 8, ƒ465;
een rijksdaalder, Ommelander, van 1590 77; een rijksdaalder, Koningrijk
Holland, van 1807 ƒ88; een gulden van 1807 71; een rijksdaalder van
1809 ƒ95.50, enz.
Naar men verneemtzou het voornemen zijnom de verplaatsing der
krankzinnigen, uit het Buitengasthuis alhier, naar het nieuw gebouwd pro
vinciaal geslicht Meerwijkonder Velsentegen de maand Mei aanstaande te
doen plaats hebben.
ENGELAND.
LONDEN, 5 Maart.
Gisteren, zegt de Timesis de briefwisseling openbaar gemaakt van het
Ministerie met de huitenlandsche Mogendheden, over de opheffing der scheep
vaartwetten, met het doel om tractaten van wederkeerige behandeling aan te
gaan. Het eerste antwoord was van Oostenrijk, en gaf alleen de verzekering,
dat Graaf von Colloredo beloofd haddit onderwerp te bestuderenen bij
zijne komst in Engeland daarover te beraadslagen. Belgie antwoordde dat
het nog niet voorbereid was. Frankrijk zou het in ernstige overweging nemen,
om de belangen van den Franschen handel en scheepvaart in overeenstemming
te brengen met de beginselen eencr volkomene wederkeerigheid. Sir Edmund
Lyons, Engelsch Gezant bij het Grieksche hof, schreef in Januarij dezes jaars
dat geene wet in Griekenland bestond, welke eenigerlci bepaling legt op Brit-
sche schepen. Hamburg keurde het besluit van het Britsche Parlement om
de bestaande scheepvaartwetten op te heffenals behoorende niet meer tot
dezen tijdzeer goed maar was vooreerst niet in staat om over het sluiten
van een tractaat te handelen, noch zelfs om hiertoe binnen eenige jaren over
te gaan. De Syndicus van den Senaat verzekerde evenwel aan het Eugelscho
Gouvernement dat in zooverre het van hem afhing, niets zoude gespaard
worden om den weg te banen ten einde geheel Duitschland die vrijzinnige
handelsstaatkunde zou aannemen, welke de Regering van Hamburg irnmet
getracht heeft te verdedigen en te behouden, zoowel in haar eigen belang als
ten voordeele dier vreemde mogendheden, waarmede zij in belangrijke han
delsbetrekkingen staat. Bremen ineldde, dat men volkomen gereed was om do
officieële mededcclingen van de zijde van Groot-Brittannic, ter bereiking van
het bewuste doel, te ontvangen, en verklaarde dat de verandering in de
scheepvaartwetten »door de Hanzesteden zon begroet worden als ecne zegepraal
van de hoofdbeginselen voor den bloei harcr scheepvaart.
Het antwoord van Nederland was hoogst voldoende, en leverde het treffend
bewijs op van de verlichte en vrijzinnige staatkunde, die thans zoo krachtda
dig door den Koning wordt in acht genomen. De Minister van Buitenlandschc
Zaken, de Heer Lighten velt, verklaarde dat het kabinet te 's Gravenhage met
levendige belangstelling de mededceling had ontvangen; dat de Regering niet
zoude aarzelen den Staten Generaal de noodige wijzigingen in het Nederlandsch
Wetboek van Koophandel voor te stellenten einde aan Britsche schepen de
zelfde voordeelen als aan inlandscbe te verzekeren, en zijn antwoord eindigt
als volgtDoor een opregt verlangen bezield om de banden van vriendschap
naauwer toe te halen, welke de beide Gouvernementen vereenigen, en ver
langende om bij te dragen tot vermeerdering der talrijke handelsbetrekkingen,
bestaande tusschen de inwoners der beide landen, wcnscht de Nedcrlandsche
Regering opregtelijk het welslagen van een ontwerp, dat een onwedersprekelijk
bewijs oplevert van het vaste besluit des Engelschen Gouvernements, om voort
te gaan op den vrijzinnigen weg, Groot-Brittannië zoo waardig, welken het
in de laatste jaren in zaken van handelsstaatkunde heeft bewandeld."
Van Portugal was nog geen bepaald antwoord ontvangen. Pruissen scheen
geneigd te zijn om vrijzinnig en snel de inzigtcn der Britsche Regering ta
begunstigen. Rusland beroept zich op de bestaande tractaten als een bewijs
van de gunst welke in Rusland aan schepen van Groot-Brittannië wordt bewe
zen en zegt altijd geneigd te wezen om te onderhandelen over de uitbreiding
van het beginsel cener volkomen gelijkheid. Sardinië wenscht alle onder
scheidingen ten gunste' der nationale Sardinische vlag, binnen korten tijd af
te schaffen. In Zweden en Noorwegen schijnen geene belemmerende regten te
bestaan. Van de Vereenigde Staten heeft men nog geen antwoord.
De Times zegt met genoegen te zien dat de staalkundige en staatshuis
houdkundige inzigten der verschillende Regeringen van Europa, niet alleen
buitengewoon vrijzinnig zijn, maar dat in hunne antwoorden de beste en
meest vriendschappelijke gevoelens jegens Engeland doorstralen.
De berigten uit California zijn van treurigen aard. Een brief uit San
Francisco, van 25 December, zegt dat de toestand des lands hoe langer hoe
erger werd. Er was noch burgerlijk noch militair bestuur, en overal wemelde
het van boosdoeners, die ongestraft de grootste gruwelen bedreven, zoodat
men bijna ieder uur van moord en roof hoorde gewagen. Men was zeer onte
vreden dat de Noord-Amerikaansche wetten op de inkomsten in California
ingevoerd warenzonder dat het Bestuur der Staten voor een goed beheer
dier landstreek zorg droeg. Overigens bleven de mijnen veel goud opleveren;
bereids zou voor de waarde van vier millioen dollars gedolven zijn.