De laatste procedure, omtrent onteigening was in 1848 afgeloopen.
De Heer F. Mei vilCommissaris-Secretaris der Administratie legt den finan-
tiëelen toestand der maatschappij opendie over het algemeene als zeer gnns-
tig werd opgegeven, ofschoon het minder vervoer gedurende 1848 en degroote
kosten, welke voornamelijk de vierde sectie vereischte, nadeelig op de in
komsten gewerkt hadden. Het batig saldo bedroeg ƒ116,463.98 jwelke de
administratie voorstelde, op gelijke wijze aan te wenden als in het vorige jaar
door de vergadering besloten was.
De Heer Mr. B. Donker Cnrtius, ofschoon de halans op zich zelve goed
keurende, maakt aanmerking omtrent de wijze, waarop men het batig saldo
wil aanwendenovereenkomstig het ten vorige jare genomen besluitom
dat niet als dividend onder de aandeelhouders uit te deelenmaar te gebrui
ken tot uitdelging der primitive schulden der onderneming. Spreker meent,
dat het twijfelachtig is of zoodanig besluit, lijnregt in strijd met de statuten,
die eene uitdceling vaststellen, wettig is en of de minderheid geen regt heeft
daartegen op te komen, althans nu dit besluit ook tot een volgend jaar wordt
uitgestrekt en beschouwd als het votum eener geheel nieuwe vergadering, die
welligt grootendeels uit andere aandeelhouders bestaat.
Hij stelt daarom voor, dat er eene commissie benoemd worde van 3 leden,
welke in gemeenschap met den raad van administratie onderzoeke, of er mid
delen bestaan om uit die moeijelijkheden te gerakendat de vergadering ver
daagd en het goedkeuren van de balans tot zoo lang worde opgeschort, tot
deze commissie verslag zal hebben uitgebragt en eindelijk, dat er een nadere
dag tot bet houden dier vergadering worde vastgesteld.
De Heer Melvil beantwoordt namens den raad van administratie den vori-
gen spreker en zegt, dat, ofschoon zij meende door haar finantieel verslag
genoegzaam te hebben bewezen dat die middelen niet bestaanzij voor zoo
verre in het voorstel berusten zal, als het de benoeming dier commissie geldt,
maar verlangt dat de vergadering dan ook die commissie magtige om, zoo
ETSCtEIaAlVö.
LONDEN, 24 Februarij.
Vele ambtenaren bij de artillerie en marine hebben hun ontslag of pensioen
ontvangen.
Alhier zijn sedert eenigen tijd volks-athenaea gevestigd, waar de werk
lieden des avonds van de vermocijeuis van hunnen arbeid uitrustendagbla
den lezen, lessen aanhooren en thee kunnen drinken. Reeds in 1846 telden
deze athenaea, mechanics Institutions genaamd, meer dan 80,000 inteeke-
nareriallen tot de arbeidende klasse behoorende, welke daar hunne opvoe
ding gaan vollooijenen zoo doende hunnen tijd niet in de jenever-paleizen
doorbrengen.
De eerste beginselen der staathuishoudkunde, aardkunde, ontleed- en werk
tuigkunde, worden daar onderwezen; nu en dan houdt men er zedekundige
lessen of leest er reisbeschrijvingen voor; somwijlen maakt men er ook muziek
en bij enkele gelegenheden wordt er zelfs een bal gegeven. Mannen en
vrouwen kunnen daar, tegen betaling van eene kleinigheid, toegang verkrij
gen en allen bewaren er eene uiterst voegzame houding. Beroemde kun
stenaars, letterkundigen, leden van het Lagerhuis, achten het niet beneden
zich de medewerking hunner bekwaamheden aan deze instellingen te schen
ken, waar het volk de vruchten der beschaving leert kennen. Zoo hield
dezer dagen de bekende romanschrijver Charles Dickens, eene redevoering, in
eene dergelijke mechanic institution te Birmingham.
FRHV&HIJK.
PARIJS, 27 Februarij.
De Ministers hebben besloten noch de Gezanten der Romeinsebenoch die
der Toscaansche Republiek bij zich te ontvangen.
In de zitting van den 25sten heeft de Nat. Vergadering het traclement
voor de Afgevaardigden bij wijze van schadeloosstelling op 9,000 fr. hepaald, en
daarenboven reiskosten voor de Afgevaardigden uit de koloniën, 't Voornaamste
van de kieswet dat nu nog te behandelen is, is de verdeeling der Afgevaar
digden over de verschillende departementen.
Bij gelegenheid van de herdenking van den 24sten Februarij zijn in
eenige plaatsen onlusten voorgevallen, die echter spoedig bedwongen zijn,
IT1LIE,
ROME, 15 Februarij.
De weifelende houding van den Paus te Gaëla heeft de regeringloosheid
bevorderd. Tusschen de lieden die thans aan het hoofd der zaken staan,
heerscht de grootste oneenigheid. De geestelijken houden zich schuil of ver-
toonen zich slechts in burgerkleeding, om niet aan verregaande mishande
lingen blootgesteld te zijn. Aan het kapittel van St. Pieterdat geweigerd
heeft bij de proclamatie der republiek het Te Deum te zingenis eene boete
van 10,000 kroonen opgelegd met bedreiging om de Dekenen in de gevan
genis te werpen indien die som niet onmiddelijk betaald werd. Een aantal
Engelsche en Russische kunstkoopers zijn hier aangekomen, met het aanbod
om schilderijen en standbeelden te koopenen onze bewindslieden, die vol
slagen gebrek aan geld hebbenschijnen maar al te zeer geneigd om aan
hunne voorstellen gehoor te geven.
Den 18den dezer hebben de Oostenrijkers, met 10,000 man, onder
den Generaal Haynaut, de stad Ferrara, de noordelijkste van den Kerkdij
ken Staathezet. Door het bestuur om opheldering gevraagdheeft hij
geantwoord, dat dit was 1°. om de verstoring van den vrijen toegang tot
het kasteel waartegen versperringen waren opgeworpen, en 'twelk sedert
1847 nog altijd door Oostenrijksch garnizoen was bezet; 2°. om den moord op
den 7deD Februarij aan drie Oostenrijksche soldaten gepleegd; 3°. van wege de
zaak van den Oostenrijkschen Consulen 4°. om de uitroeping der republiek.
De Generaal heeft daarop gevorderd: 1°. overgifte van de stadspoorten
2°. overlevering der bewuste moordenaars binnen 24 uren3°. opruiming der
versperringen, 4°. voorziening in het onderhond der bovengenoemde 10,000
man 5°. oorlogsbelasting van 200,000 kroonen binnen 24 uren te betalen
en 6000 kroonen voor den Oostenrijkschen Consul, 5°. herstelliug der Pause
lijke wapens en nog twee punten van minder belang.
De Bisschop heeft zich aangeboden om uitstel te verzoeken. Volgens de
laatste tijdingen ging hij met een tweede bezending heen.
Te Bologne is de oude Generaal Latour aan 't hoofd der Zwitsers
bereid zich met de bevolking tegen Oostenrijk te verdedigen.
De zaken in Sardinië zijn nog steeds duister; men wil dat de afgetre
den eerste Minister Giobcrti weer zou hersteld worden. Het blad de Risorgi-
mentodat zijne partij is toegedaan, meldt van den 21sten, dat het volk
reeds een verzoekschrift tot zijn herstel leekent. Een ander hem vijandig
blad wil hem teregt doen stellen.
TOSCANE.
Generaal Laugier heeft zich aan het hoofd van de troepen gesteld, die den
Groothertog getrouw zijn gebleven. Hierop hebben de te Florence zaamgeko-
men Afgevaardigden der provinciënmet die der hoofdstadop het plein
della Signoria, 1°. Laugier tot verrader en vogelvrij verklaard; 2°. Leopold
van Oostenrijk vervallen verklaard van de regering; 3°. den republikeinschen
regeringsvorm en de vereeniging des lands met de Romeinsebe republiek ge
proclameerd onder voorbehoud dat zulks door het besluit der tegen den
15den Maart bijeengeroepen Vergadering bekrachtigd worde, en eindelijk 4°.
het vaderland in gevaar verklaard, en elk weerbaar manspersoon te wapen
geroepen, om zich naar Lucca en Pietra Santa te begeven, ten einde Laugier
te keer te gaan.
PKUISSEJ8.
BERLIJN, 27 Februarij.
De zitting der Pruissische Kamers is gisteren door den Koning geopend.
Z. M. heeft in eene uitvoerige troonrede hoofdzakelijk de volgende punten
behandeld
Het verleenen der staatsregeling, waardoor de spanning, voor meer kalme
stemming plaats had gemaakt, het geschokte vertrouwen allengs terug keert
en handel en nijverheid zich herstellen.
De herziening der staatsregeling, waaromtrent de vergadering zich met de
regering moet verstaan.
Mededeelingen omtrent den staat van beleg der hoofdstad te doen.
Verordeningen ter regeling van de belangen der handwerkslieden en der
zelfstandigheid van de verschillende godsdienstige gezindten voor te dragen.
Aanstaande rekenschap der gesloten vrijwillige leening van 15 mill, daalders.
Gunstig aanzien der staatsbegrooting over 1849om zonder verhooging
van lasten de buitengewone uitgaven te kunnen dekken.
Indiening der bcgrooting voor 1850.
de onmogelijkheid is gebleken, de balans goed te keuren.
Het bestuur vereenigt zich met het voorstel van den Heer Donker Curtius.
Met 183 tegen 38 stemmen wordt de benoeming eener commissie goedgekeurd.
De Heer Donker Curtius stelt nu voor de Heeren Tamnau en Salinger,
Bankiers tc Berlijndie meer bijzonder hadden voorgegevenmiddelen te
weten zoo als die bedoeld werden te benoemen en hun de keuze van het
derde lid te laten doenwaarop de Heer Donker Curtius als derde lid aan
de Commissie is toegevoegd.
UTRECHT, 27 Februarij.
Op de Paardenmarkt van gisteren, welke, in weerwil van het onstuimige
weder, levendig was, waren 251 paarden aangebragt. Onderscheidene zijn
door Fransche en Belgische kooplieden gekocht.
Zaturdag 1. 1. legde in de Israëlitische kerk alhier het 13-jarig zoontje
van den Wel-Eerw. Heer de Jong zijne geloofsbelijdenis af, en hield bij die
plegtigheid eene redevoering in de Hebreeuwsche taal over Ex. XXV vs. 2,
vergeleken met Spr. III. vs. 19 en 20 en Ex. XXXI. vs. 3.
Na eerst eene dankzegging aan het Opperwezen te hebben toegebragt voor
herstelling uit ziekte (de knaap was meest altijd ongesteld) hield hij eene
toespraak aan de gemeente, die talrijk was opgekomen handelde vervolgens
over do bovengenoemde bijbelwoorden en besloot met een treffend gebed.
Ieder was verwonderd over de vrijmoedigheid en de gepaste taal van dezen
jeugdigen jongeling.
GRONINGEN, 27 Februarij.
In onze stad en provincie zijn eenige zeer kunstig nagemaakte biljetten der
Nederlandsche Bank, de meesten van ƒ100, in omloop gebragt. Hoe volko
men juist ook de naamteekeningenhet randwerk en het overige is nage
bootst, zijn de vervalschers echter niet in de watermerken geslaagd; vooral is
het watermerk der waarde, onder aan de biljetten, mislukt; het echte toch
is doorschijnend en helder, het valsche, wanneer het biljet tegen het licht
wordt gehouden, bijna niet zigtbaar, en schijnt met eene donkerkleurige,
vetachtige zelfstandigheid op het papier te zijn getrokken.
BUITENLANDSCHE BER1GTE1N.