KENNISGEVING.
Den 29stl'li dozer, beeft 's Lands stoomschip Bataviaonder hevel van
den luitenant Ier zee lsle klasse Ancmaet, de reede Batavia verlaten, zich
begevende, over Muntok en Riouw naar Singapore, tot het overbrengen en
al balen der landrnaalpakketten. Ditmaal zijn van hier verzonden: naar Euro
pa 2,341, en naar Bankal'alembang, Riouw, Singapore, Britsch-lndie
China, enz. 876, alzoo tezamen 3,217 brieven.
PROGRAMMA voor de Tentoonstelling van voortbrengselen van
Tnlandsclie Nijverheid voor de provinciën Zuid- en Noord- Bol
land te houden in de stad Delft.
Art. 1. In de maand Julij 1849 zal, ingevolge magtiging van Z. SI.,
kenbaar gemaakt hij missive van den Slinister van Binnenlandsche Zaken,
ad interimvan den IB"16" Slaart 1846, N°. 184; (6Je afdeeling) aan alle
fabriekanten, kunst»erkers, handwerkslieden enz., alsmede aan de bestuur-
vors of regenten van liefdadige gestichten, waar voorwerpen van nijverheid
vervaardigd worden, gelegenheid worden gegeven de voortbrengselen hunner
fabrieken, werkplaatsen, gestichten ene. ten loon te stellen.
Art. 2. Vermits er jaarlijks in de steden Amsterdam en 's Gravenhage
Tentoonstellingen van schilderen en beeldhouwwerken plaats hebben, zullen
deze op de voormelde Tentoonstelling van voortbrengselen van nijverheid niet
worden aangenomen.
Art. 3. houdt in de opgaaf der leden voor de Commissie, van welke tol
Voorzitter benoemd is, Jhr. A. L. van lleteren Gevers, te Oegstgeest en tot
S cretaris Dr. \V. I.. Overduyn, te Delft. Uit Leyden heeft in de Commissie
zitting de Heer S. J. Ie Poole.
Art. 4. Door bovengemelde Commissie zullen de voorwerpen, voor de Ten
toonstelling bestemd in ontvang genomen ten toon gesteld en teruggezon
den worden mitsgaders door ieder der leden aan de Plaatselijke besturen of
de belanghebbenden op derzelver aanvrage alle verlangde inlichtingen wor
den gegeven.
Art. 5. De Tentoonstelling zal plaats hebben in de gebouwen van de Ko
ninklijke Academie ter opleiding van burgerlijke ingenieurs te Delftop
Zaturdag den 7,lcn Julij 1849 geopend, en op den 31sleD Julij daaraanvol
gende gesloten worden, ten ware bijzondere omstandigheden tot de verlenging
van dien termijn deden besluiten.
Art. 6. Op deze Tentoonstelling zullen, behalve de in de provinciën
Zuid- en Noord-Holland vervaardigde, ook de uit andere gewesten van het
Koningrijk der Nederlanden en uil de Overzeesche bezittingen van den Staat
afkomstige voorwerpen worden aangcnoincuzullende van iedere soort van
voorwerpen door denzelfden inzender niet meer mogen gezonden worden dan
noodig is om de hoedanigheid te beoordeelen.
Art. 7. Do Tentoonstelling is niet alleen bestemd voor voortbrengselen van
nijverheid en kunstvlijt, welke in hunne soort door sierlijkheid van bewerking
of uitstekende hoedanigheid uitmunten maar evenzeer voor die voortbrengse
len van alle lakken van nijverheid, welke om hunne nuttigheid, bruikbaar
heid, eenvoudigheid, of minkostbaarheid aanbeveling verdienen; zijnde het r
hoofddoel dezer Tentoonstelling om de ontwikkeling en uitbreiding der nijver
heid in alle takken van dezelve ter kennis van het algemeen te brengen.
Art. 8. De voornoemde Commissie, hoewel daatbij de meest, mogelijke in
schikkelijkheid zullende in acht nemen, behoudt zich voor, die voorwerpen,
welke volgens baar oordeeluit hooide van ongeschiktheidof om andere re
denen, minder gepast zijn, niet aan te neinen en worden bepaaldelijk-van
deze Tentoonstelling uitgesloten de dranken, eetwaren en andere voorwerpen,
aan bederf onderhevig, alsmede ontvlambare ol aan ontploffing onderhevige
chemische voortbrengselen en dergelijke, ten ware zoodanig besloten, dal de
Commissie meent die zonder gevaar te kunnen toelaten.
Ait. 9. De geweven stollen worden slechts bij bet stuk aangenomen. De
bewerkte natuurvoortbrengselen, zoo als metaal-, steen- en boutsoorten, even
al de chemische producten worden bij stalen toegelaten.
Werktuigkundige toestellen, instrumenten en dergelijke, moeten vergezeld
gaan van cone verklaring van derzelver gebruik; zullende enkele teekeningen
van dezelve niet worden ten toon gesteld.
Art. 1(1. Alle in tc zenden voorweipen moeten voorzien zijn van eerie ver
klaring van den belanghebbende, dut de ingezonden voorwerpen in zijne fa
briek, werkplaats enz., of door hem zelvcn, of onder zijn opzigt in dit Rijk
vervaardigd zijn, mitsgaders van cene verklaring van het hoofd van het
plaatselijk bestuur, dat de inzender in tlie stad of gemeente bekend, en zijne
fabriek, werkplaats enz., aldaar gevestigd is.
Art. 11. Degenen, welke voor deze Tentoonstelling voorwerpen willen in
zenden, zijn gehouden daarvan vóór den 13den Mei 1849 aan de Commissie
vrachtvrij berigt te geven, met vermelding van den aard en de soort der
voorwerpen, alsmede van de ruimte, welke deze ten naaste bij zullen innemen.
Aft. 12. De voor de Tentoonstelling bestemde en van de bij art. 10 be
doelde verklaring voorziene voorwerpen moeten, behoorlijk ingepakt en vracht
vrij tusschcn den lsteD en 15Jl'n Junij 1849 (na welken tijd geene goederen
meer worden aangenomen), aan de Commissie der Tentoonstelling aan het lo
caal der Koninklijke Academie worden ingezonden, met eenen brief, houdende
den naam en de woonplaats van den vervaardiger, en opgave van het inge-
zondene; zullende de wijze, waarop het kosteloos overbrengen door onderne
mingen van vervoer zal plaats hebben nader worden bekend gemaakt.
Art. 13. De aangenomen voorwerpen blijven, tot aan de definitive slui
ting der Tentoonstelling, onder het opzigt en de zorg der Commissie, welke
nok voor de terugzending derzelve, binnen 14 dagen na de sluiting, aan de
inzenders zorg zal dragen.
Hoe zeer de verzending van brieven over land toeneemt, blijkt daaruit dat
er in 1846 zijn verzonden 13,610, in 1847 19,677, en in 1848 24,116.
Aan de inzenders wordt vrijgelaten de middelen van vervoerwaarmede
zij de ingezondene voorwerpen terug willen ontvangen, op te geven, met ver
klaring, of zij zeiven voor de inpakking willen zorg dragen, dan wel zulks
aan de Commissie overlaten.
Art. 14. Van de ten toon gestelde voorwerpen zal een zooveel mogelijk
naauwkcurige en uitvoerige catalogus vervaardigd en uitgegeven worden.
De inzenders worden dien ten gevolge uitgenoodigdeene beknopte en zake
lijke beschrijving van de door hen ingezondene voorwerpen bij dezen te voegen.
De voorwerpen van denzelfden inzender worden, voor zoover zij tot de
zelfde rubriek behoorenonder één nomrncr op den catalogus geplaatst, met
onderscheiding van dezelve door letters.
Art. 15. Aan de ten loon gestelde voorwerpen zullen kartonnen briefjes
worden gehecht, aanduidende het nommer, waaronder zij op den catalogus
voorkomen.
Art. 16. De inzender of vervaardiger, welke eenig ingezonden voorwerp ter
verkoop wenscht. aan tc bieden of slechts den prijs er van ter kennis van
het algemeen wil brengen, worlt verzocht bij den in art. 12 bedoelden brief
aan de Commissie daarvan kennis te geven, met naauwkeurige opgave van den
prijs van elk ingezonden voorwerp, en uitdrukkelijke vermelding of hij dien
prijs verlangt openhaar gemaakt te hebben zullende van de verkochte voor
werpen ter goedmaking der onkosten 2 pCt. van den verknop worden gekort.
Art. 17. De voorwerpen mogen gedurende de Tentoonstelling niet terug
gen omennocli de vprkoehto zonder toestemming van de Commissie, welke
die in bijzondere gevallen zal kunnen verleenen, vóór het einde der Tentoon
stelling worden afgeleverd.
Art. 18. De Commissie stelt zich voor, eenigc der ten toon gestelde voor
werpen aan tc kooprn, ten einde deze, na daartoe bekomenc autorisatie en
op nader hekend te maken voorwaardenIe doen verloten. De inzenders
welke niet verlangen mogten de door hen ingezondene voorwerpen voor dc
loterij aangekocht te zien, zullen dit bij de inzending behooren op te geven;
over den koopprijs der verkochte voorwerpen zal binnen vier weken ria de
sluiting der Tentoonstelling kunnen beschikt worden.
Art. 19. De Tentoonstelling zal voor hel algemeen dagelijks geopend zijn
van des morgens 10 tot des avonds 7 ure, en op de Zondagen van des mid
dags 12 tol des avonds 8 ure.
Van ieder persoon zal eene entree van 30 Centen gevorderd worden.
De Commissie noodigt alle fabrikanten, kunstwerkers, handwerkslieden,
bestuurders van liefdadige gestichten enz. uit, hunne fabricaten op den be
paalden tijd in te zenden, en door ruime bijdragen, ook van voorwerpen
welke nog zoo gering schijnen, bet doel dezer Tentoonstelling te bevorderen,
daardoor aan dc verbruikers de gelegenheid te verschaffen om bekend te wor
den met de voorwerpen, voor welke zij zich niet tot. het buitenland behoeven
tc wenden, de Nederlandsche nijverheid aan tc moedigen en het debiet van
bare voortbrengselen te vermeerderen.
'sGravenhage, den 30ston Januarij 1849.
De Commissie voor de Tentoonstelling van voortbrengselen rati
nijverheid voor de provinciën Zuid- en Noord- Holland
A. L. van Heteren Gevers, Voorzitter.
XV. I» OvERDtTVNSecretaris.
ëSTAÜSS BEl&IGT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der STAD LEYDEN brengen bij
deze ter kennis der belanghebbenden, dat, ingevolge Koninklijk besluit van
den 16,1<,n April 1847 N°. 7, dc Staat van Begrooting der Stedelijke ontvang
sten en uitgaven voor bet dienstjaar 1849, zoo als deze is goedgikeurd bij
dispositie van Uil Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland, van den
30stcn Januarij jl. N°. 9. van beden af gedurende de eerstkomende veertien
dagen, van 's morgens 11 tot 's namiddags ten 1 ure, ter Rekenkamer dezer
Stad zal ter visie liggen.
DU R1EU.
Leyden15 Felruarij 1849, Ter ordonnantie van dezelve,
v. PUTTKAMMER,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, brengen bij
deze, ingevolge resolutie van H. H. Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-
Holland, van den 6deD dezer maand ProvBlad N°. 18) ter kennis der
belanghebbenden, dat volgens art. 2 en 6 van bet Koninklijk besluit van
den 31stcD December 1834 Staatsblad N'°. 45) al bet aanwezige oude vaat
werk slechts tot 1° Januarij 1850 vermag gebezigd te worden tot afleverin
gen zonder ccnigen ijk of hei ijk te ondergaan, na welk tijdstip dat vaat
werkom als maat te kunnen worden gebruikt, in overeenstemming met de
voorschreven inhoudsverandering gebragt en behoorlijk zal moeten zijn geijkt.
Wordende mitsdien alle Handelaren en neringdoende Ingezetenen hierop
indachtig gemaakt, ter voorkoming van nadeelen, welke zij zich zouden
berokkenen door het ondc vaatwerk na 1° Januarij 1850 nog ongeijkt in den
handel te bezigen.
DU UI EU.
Leyden, 15 Februarij 1849. Ter ordonnantie van dezelve,
v PUTTKAMMER.