HAN OVER.
1 February.
Heden beeft de Minister, Graaf von lienningsenin naam des Konings, de
Stenden-vergadering met eene aanspraak geopend waarin hij onder anderen
bet genoegen en den billijken trots van Z. M. uitdrukte, dat hij te midden van
al de woelingen in Europa, aan het hoofd van een dier weinige Staten is,
wiens volk door wettigheid en trouw allerwege achting verworven en daardoor
zijn welstand op nieuw en op steviger grondslagen gevestigd heeft.
Op deze houding van zijn volk vertrouwende (aldus vervolgde hij), be
schouwt Z. M. met mindere bezorgdheid den toestand van het gezamentlijke
Duitsche vaderland, welks staatsregeling ongelukkiglijk nog steeds onvoltooid
is, en op den nog niet geëindigden oorlogstoestand, welke bet Koningrijk
met een ander gevaar bedreigt.
Z. M. beschouwt het een' heiligen pligtvoor de zekerheid en de welvaart
van Duitschland geen offer te zwaar te achten, als slechts de staatsregeling
zóó tot stand komtdat het land zijne lasten dragen kan en aan de vrije
inwendige ontwikkeling geene verderfelijke hinderpalen worden in den weg
gelegd. In dit streven hoopt Z. M., op den bijstand der tegenwoordige ver
gadering te kunnen rekenen.
Te meer strekt het Z. M. tot geruststelling, dat juist thans door eene der
eerste regeringen van Duitschland stappen gedaan zijn, om het dreigende ge
vaar van tweespalt af te wenden en die eensgezindheid lusschen Vorst en Volk
tot stand te brengen, zonder welke voortdurende eendragt en zekerheid in
Duitschland onmogelijk zijn. Z. M. heeft met vreugde zijne toetreding tot
deze stappen gedaan, en zal de bereiking van het doel tot ware eensgezindheid
met alle kracht en opoffering, welke zijn pligt voorschrijft, bevorderlijk zijn.
Door ons vast aan de wet te houden (aldus eindigt de aanspraak), hetgeen
den waren, edelen grond van liet volkskarakter doet uitkomen, bezitten wij
die rust en veiligheid, waarover het land boven andere zich in het afgeloopen
jaar te verheugen heeft. Door ons aan de wet te houden is het land in
kortoren tijd verder op den weg van vooruitgang gevorderd dan zulks moge
lijk geweest is voor hen, die van de wet en staatsregeling afweken. Door ons
aan de wet te houdenhebhen wij de staatsregeling bekomen, krachtens
welke gij hier verzameld zijt, Mijne Hoeren. De geest van wettige vrijheid
en de liefde voor het Vaderland zullen ook uwe beraadslagingen leiden en
daardoor zal het u gelukkenwetten te makenwelke in latere jaren het
land tot zegen zullen verstrekken."
BEIJERE1V,
MUNCHEN, 1 February.
Volgens de thans bekend gemaakte begrooting voor bet volgend jaar, zal
er een te kort zijn van 5millioen florenen. Als ontvangst is weggevallen
1 millioendat de voormalige loterij opbragt. De geheele begrooting van
inkomsten bedraagt bijna 33 millioen.
OOSTENRIJK.
WEENEN 31 Januarij.
In de Wiener Zeitung vindt men eene ministeriële verordeningdie aan
alle landsbesturen is gerigthoudende do voorloopige bepalingen omtrent de
betrekkingen der niet-Kalholijkcn tegenover de Katholijken, in afwachting
dat de kerkelijke betrekkingen bepaaldelijk geregeld zullen worden. De hoofd
bepalingen in deze verordening komen op het volgende nederVoortaan zul
len de niet-Katholijke gemeenten in Oostenrijk moeten aangewezen worden
onder de benaming van Evangelische der Aogsburgsche, of Evangelische der
Zwitsersche belijdenis. Ieder slaat het vrij, om met eenige in acht te neinen
bepalingen en mits 18 jaren bereikt hebbende, van de eene Christelijke belijde
nis tot de andere over te gaan. De doop-, trouw- en sterfregisters der nict-
Katholijken worden voortaan door hunne eigene geestelijken gehouden. Alle
belastingen en giften, tot dusver verpligtend voor de niet-Katholijken ten be
hoeve der Katholijken, worden opgeheven, zoo ook de ondersteunings-gelden
aan Kalholijke scholen daar w aar de niet Katholijken eigene scholen hebben.
Deze verordening treedt tegelijk met hare bekendmaking in werking.
Eergisteren is in de zitting van den Rijksdag te Kremsir, de 6de der
grondregtcn aangenomen, waarbij de doodstraf, die van openbaren arbeid
tepronkstelling, ligchamelijke tuchtiging, brandmerk, burgerlijken dood en
verbeurdverklaring van goederen worden afgeschaft.
Dc gezamentlijke Ministers bevinden zich thans hier, behalve Bach, die
te Ollmutz ziek ligt. Ook Vorst Windisch-Gratz moet ongesteld zijn en zich
op het slot te Schönbrunn bevinden. Men is ijverig bezig met tclcgraphen-
liniën door de burg te leidenwaardoor de Kamers onderling in verbinding
worden gebragt.
Op den 24slen werd in de Bisschopelijke residentie te Ollmutz, bij ge-
sloteuc deuren, eene hoogst gewigtige beraadslaging gehouden over den bc-
denkelijken toestand van Lombardyën. Het geheele Ministerie, de gezament
lijke Iloofd-officieren van het garnizoen te Ollmutz, benevens verscheidene
Generaals uit verschillende Oostenrijksche provinciëndaaronder Graaf Kbe-
verhüller, bevelvoerend Generaal in Boheinennamen daaraan, onder voor-
aitting des Keizers, deel.
Den 27stcn is naar aanleiding van een dringend verzoek van den Maar
schalk Radetzky, om hem 80,000 man versterking te doen toekomen, da
delijk onder voorzitterschap des Keizers, eene groote vergadering belegd. Men
besloot Vorst Windisch-Gratz en den Banus Jellachich tot eene bijeenkomst
uit te noodigenwelke op 3 February te Ollmutz zou gehouden worden.
-r- Uit Brody, eene stad op dc grenzen van Rusland, in Gallicië, dc
noordooslelijksle provincie der Oostenrijksche monarchiewordt onder dagtee-
kening van den 23^» der vorige maand gemelddat blijkens aldaar ontvan
gen beriglen de hoofdleider van den opstand in Hongarye, Kossuth, bij
Klemnitz door de Oostenrijkers gevangen genomen en naar Lernberg was ver
voerd geworden. Men verwachtte dat de Generaal Bern ook binnen kort in
hunne magt zou vallen.
BOHEMEH.
PRAAG, 29 Januarij.
Keizer Frans Josephvergezeld van den Hertog van Modena en den Aarts
hertog Ferdinand d'Este, is heden morgen onverwacht in deze stad aangeko
men. De troepen hielden des middags eene parade en ontvingen den jeugdigen
vorst met algemeen en hartelijk gejubel. Na de wapenschouwing werd cr
eene conferentie gehouden, in bijzijn van den Hertog van Modena; deze Raad
duurde 3 uren. De Aartshertog Ferdinand. d'Este is, zoodra de vergadering
was afgeloopen, weder vertrokken.
FRANKFORT.
3 February.
In dc zitting van heden heeft het Duitsch Parlement 7 van de staats-
regeling aangenomen, waarbij bepaald wordt, dat, ingeval van oorlog of
oproer, de bepalingen over gevangenneming, huiszoeking en regt van verga
dering door de Regeringen tijdelijk kunnen opgeheven worden, ouder goed
keuring van den Rijksdag der onderscheiden Staten.
PROGRAMMA voor de Tentoonstelling van voortbrengselen van
Inlandsche Nijverheid voor de provinciën Zuid- en Noord- Hol-
landte houden in de stad Delft.
Art. 1. In de maand Julij 1849 zal, ingevolge magtiging van Z. M.
kenbaar gemaakt hij missive van den Minister van Binnenlandsehc Zakeri,
ad interimvan den 19den Maart 184G, N°. 184; (6d<; afdeeling) aan alle
fabriekanten, kunstwerkers, handwerkslieden enz., alsmede aan de bestuur
ders of regenten van liefdadige gestichten, waar voorwerpen van nijverheid
vervaardigd worden, gelegenheid worden gegeven de voortbrengselen hunner
fabrieken, werkplaatsen, gestichten enz. ten loon te stellen.
Art. 2. Vermits cr jaarlijks in de steden Amsterdam en 's Gravcnhagc
Tentoonstellingen van schilderen en beeldhouwwerken plaats hebben, zullen
deze op de voormelde Tentoonstelling van voortbrengselen van nijverheid niet
worden aangenomen.
Art. 3. De Commissie voor de Tentoonstelling van voortbrengselen van
nijverheid voor de provinciën Zuid- en Noord-Ilolland, is zamcngesteld uit
de volgende leden
Van tvege de provincie Zuid-Holland
De IleerenJhr. A. L. van Heteren Gevers, lid van Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland, wonende te Oegstgcest, President;
D. van Koetsveld, lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, te Delft;
E. II. Baron Rengers van Warmenhuyzen, lid van Gedeputeerde Staten van
Zuid-llolland's Gravenhage
Mr. H. van Berkel, Oud-Burgemeester der stad Delft;
Mr. R. J. C. MetclerkampBurgemeester der stad Delft
Dr. G. Simons, Directeur der Koninklijke Academie ter opleiding van
burgerlijke Ingenieurs enz.te Delft
J. P. van MarseJis Ilartsinck, Wethouder der stad Delft;
C. Hoekwater, lid van den Raad der stad Delft;
Jhr. Mr. A. van der Goes van Naters, lid van den Raad der stad Delft;
K. Hoogevccn, Kolonel, Directeur van 'sRijks stapel- en constructie-maga
zijn, te Delft;
11. van Oordt, lid van de Kamer van Kooph. en Fabrieken te Rotterdam;
S. J. Ie Poole, lid van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leyden;
Mr. A. Vernèdc, secretaris van dc Kamer van Koophandel en Fabrieken te
Schiedam
Dr. C. F. Donnadieu, Iloogl. bij de voormelde Kon. Academie te Delft;
D. J. Storm Buysing, Ingenieur van den Waterstaat, gedetacheerd bij de
voormelde Koninklijke Academie te Delft;
Dr. W. L. Overduyn, leeraar bij de voormelde Koninklijke Academie in
de toegepaste Wis- en Natuurkunde te Delft, secretaris.
Jhr. M. D. I!. Gevers Deynoot, lid van het depaitemcnt Rotterdam der
Nederlan Ische maatschappij tot bevordering van Nijverheidte Rotterdam
Jhr. Mr. C. von der Goes, secretaris van het departement 's Gravenhage
der vcorschrevcne maatschappij te 's Gravenhage
C. F. van Meurs, Majoor der artillerie, lid van het departement Delft der
voormelde maatschappij te Delft
I'. J. Kipp, lid van evcngemcld departement te Delft;
J. A. Maas Geesteranus, fabriekant te Delft;
H. A. Piccardt, fabriekant te Delft.
Van wege de provincie Noord-Ilolland
De Ileeren; B. C. de Lange van Wijngaarden, lid van Gedeputeerde Sta
ten van Noord-Holland te Haarlem
Mr. II. J. CoenenWethouder der stad Amsterdam
T. Schuurman, directeur, fungerend secretaris van de Nederlandschc llan-
del-Maatschappij te Amsterdam
J. A. van Bemmclen, president-directeur van de Nederlandschc Maat
schappij tot bevordering van Nijverheid, te Haarlem.
Art. 4. Door bovengemelde Commissie zullen de voorwerpenvoor de Ten
toonstelling bestemd, in ontvang genomen, ten toon gesteld en teruggezon
den worden mitsgaders door ieder der leden aan de Plaatselijke besturen of
de belanghebbenden op derzelver aanvrage alle verlangde inlichtingen wor
den gegeven.
Art. 5. De Tentoonstdling zal plaats hebben in de gebouwen van de Ko
ninklijke Academie ter opleiding van burgerlijke ingenieurs te Delft, op
Zaturdag den 7dc11 Julij 1849 geopend, en op den 31sten Julij daaraanvol
gende gesloten worden, ten ware bijzondere omstandigheden tot dc verlenging
van dien termijn deden besluiten.
Art. 6. Op deze Tentoonstelling zullen, behalve de in de provinciën
Zuid- en Noord-Holland vervaardigde, ook de uit andere gewesten »an het
Koningrijk der Nederlanden en uit de Overzeesche bezittingen van den Staat
afkomstige voorwerpen worden aangenomen; zullende van iedere soort van