De Regering lieefl; aan de Cortes cenc wet ingediend op de dotatie van de Geestelijkheid. Bij dit ontwerp worden drie bronnen van inkomsten voor de Geestelijkheid aangewezen, waarvan de voornaamste bestaat in eene soort van tiende van alle opbrengsten van den grond en van bet vee. Hetgeen op deze wijze aan de Geestelijkheid wordt opgebragt, zou van de door de Regering geheven grondlasten worden afgetrokken, ten einde de eigenaars niet dubbel te belasten. Het bedrag der dotatie van de Geestelijkheid zou ongeveer eene som van 20 millioen gulden beloopen. De Clamor Publico behelst het volgende berigtMen verneemt dat de Regering zich ernstig bezig houdt met de regeling der schuld. Naar men wil zouden de grondslagen, waarop de Regering die regeling wil doen berusten, tegenwoordig een onderwerp van beraadslaging bij den Ministerraad uitmaken. ITALIË, ROME, 12 Januarij. Alhier was eene zamenzwëring onder dc linietroepen ontdektom de be staande Regering omver te werpen en den Paus weder in zijne magt te herstel- Jen. De Hertog D. BonelliBevelhebber der Dragonders, stond aan baar hoofd: deze is met 7 andere officieren door de Regering verbannen. Men schrijft uit Turijn dat de regering van Sardinië krachtig zou geprotesteerd hebben tegen de door het Hof van Spanje aangebodene tusschen- komst, op grond dat alleen de Italiaanschc Kalholijke Vorsten het regt zou den hebben om in het geschil van den Paus met Rome tusschen beide te komen. Dc Koning van Sardinië, zegt het Parijsche blad de Nationalbeeft, door zijne vreedzame bemiddeling en zoo noodig zijne gewapende tusschenkomst aan te bieden, aan de niet-Italiaansche Hoven alle voorwendsel van tusschen komst ontnomen. Maar hetgeen de oplossing van het geschil bijzonder moei- jelijk maakt, is dit: de Paus, verre van met liet Sardinische kabinet in te stemmen en weinig vertrouwende op het afdoende der tusschenkomst van Spanje, heelt die van Oostenrijk ingeroepen. Dit besluit van I'ius IX zou levendigen tegenstand ontmoet hebben bij den Sardinischen Gezant, en die van Frankrijk zou zich, naar men zegt, in denzelfden zin hebben uitgelaten. PRVISSEK. BERLIJN, 23 Januarij. Met gerucht wint meer en meer veld, dat het ministerie Brandenburg zal uiteen gaan, en een geheel ander, onder den Heer Camphausen zal za- mengesleld worden. Von Brandenburg zou reeds zijn ontslag hebben aan gevraagd. Voorleden jaar waren de domeinen van Prins von Metternichonder den naam van Johannesberg bekend, door de Nassausche Regering in beslag ge nomen, omdat de bezitter achterlijk zou gebleven zijn in het betalen van belastingen thans echter is die zaak bijgelegd en de Vorst hersteld in het onbeperkt genot der inkomsten van zijn eigendom. In de geheele Rijnprovincie, te Dusseldorp, Elberield en Bonn, heeft dc demokratische partij bij de keuzen der kiezers voor de nieuwe Kamers, de volkomen meerderheid behaald. WVRTEMBERG. De Jesuiten hebben nu alhier vasten grond verkregen. Op het slot Neu- Trauchburg, bij Zeil, is de eerste Jesuitenschool opgerigt. De ondernemer is de bekende Vicaris Lichtensteindie reeds verscheiden reizen in het belang zijner partij gemaakt heeft, en de plaats van hofmeester bij den Vorst van Zeil bekleedtwiens gelden tot de onderneming gebezigd worden. Het schijnt dat de Jesuiten alhier den grond tot een tweede Freiburgcr collegie gelegd hebben, daar het kanton Freiburg voor altijd voor hen gesloten is, terwijl te Frankfort het voorstelom de Jesuiten uit Duitschland te verban nen niet is doorgegaan. SAK§EA. DRESDEN, 20 Januarij. Den 17Jel> zijn de Kamers door den Koning met eene rede geopend, die goene bijzonderheden bevat. In de Zitting van de Tweede Kamer van hedendie door al de Minis ters werd bijgewoond, verklaarde de Minister van Buitenlandsche Zaken, dat de Regering niet eenige verklaring te Frankfort of te Berlijn had afgelegd omtrent het vraagstuk van een Duitsch Opperhoofd. De Regering bleef het beginsel vasthouden, dat het Parlement te Frankfort geen regt had, om al leen het werk der staatsregeling tot stand te brengen, maar dit moest ge schieden onder medewerking der Regeringen en Stenden van onderscheiden landen. Daarna besluit dc Kamer te verklaren, dat zij een erfelijk en onverant woordelijk Opperhoofd voor Duitschland slechts met onhepaalden afkeer zien zonde, met 57 tegen 7 stemmen, en met 55 tegen 9 stemmen, dat zij van gelijk gevoelen was omtrent de opdragt der Keizerlijke waardigheid aan de kroon van een enkelen Staat. Voorts beantwoordt zij de vraag: Moet een verantwoordelijk President aan het hoofd van Duitschland geplaatst worden en beschouwt de Kamer elke anderedan democratische beslissing der vraag als van onheilen zwanger?" met 54 tegen 10 stemmen, toestemmend. BREMEN. In 1847 zijn van hier naar Amerika vertrokken 235 schepen, rnet 33,682 landverhuizers; in 1848, 207 schepen met 29,947 personen. De •-vermindering van het getal der landverhuizers in het afgelooprn jaar, in vergelijking met dat van het voorgaande, wordt niet zoozeer toegeschreven aan de afnemende zucht der Duitschcrs, om hun geluk elders te gaan be proeven, als wel aan de belemmeringen, welke de vaart gedurende een groot gedeelte van den vorigen zomer heeft ondervonden. OOSTENRIJK. KREMSIR, 18 Januarij. In de zitting van den Rijksdag van gisteren zijn de volgende bepalingen van de grondregten aangenomen: Alle staatsburgers zijn voor de wet gelijk; alle voorregten van standen zijn afgeschaft; bewijzen van adel, van welken aard ook worden door den Slaat noch verleendnoch erkend dc openbare ambten en staatsbedieningen zijn voor eiken daartoe geschil:ten staatsburger evenzeer toegankelijkvreemdelingen zijn van de burgerlijke dienst en den landweer uitgesloten; uitzonderingen worden bij bijzondere wetten vastgesteld; alleen persoonlijke verdiensten geven regt op openbare onderscheidingen en belooningen geene onderscheiding is erfelijk ambtsbetrekkingen mogen niet meer als eerelitels verleend worden. Du meeste dezer bepalingen werden met algemcene stemmende andere met groote meerderheid aangenomen. Het verlof van 6 weken, dat de Heer von Schmerling aan den Rijksdag aanvroeg, omdat hij door den Keizer tot Ooslenrijksch Gevolinagtigdc bij het Duilsch Parlement te Frankfort benoemd was, is hem door den Rijksdag geweigerd. Men vreest dat de geheele onderwerping van Hongarijë nog niet zoo spoedig en gemakkelijk zal tot stand komen. Behalve nog eenige vestingen die in de magt der opstandelingen zijnis de in beschaving nog zoo zeer achterlijke bevolking ten platte lande door de zendelingen van Kossuth tot opstand verleid en hcerscht onder haar eene hevige verbittering tegen de Oostenrijkers, die hier en daar aanzienlijke scharen partijgangers vormt en dc Oostenrijkers zoo wel tot strenge maatregelen noodzaakt als tot groote be hoedzaamheid in het dieper indringen in dit uitgestrekte land, waardoor zij vooral midden in den winter en bij de ontoegankelijkheid van vele streken, zich in hunne krijgsverrigtingen zeer belemmerd zien. Onderscheiden steden en dorpen aan den Donau Nekkar en kleinere rivieren, waren door den plotseling ingevallen dooi, zwaar overstroomd, waardoor vele menschen het leven verloren hebben en eene onberekenbare" schade veroorzaakt is. HOjVCIARTE. Het hoofd van den Hongaarschcn opstand, Kossuth, is met zijn leger den ll<ten te Debrcczen aangekomen, en heeft die stad tot hoofdstad van Hon- garyë verklaard. Het collcgie-gebouw der Protestanten, die aldaar zeer tal rijk zijn, wordt voorde Vergadering van den Hongaarschcn Rijksdag gereed gemaakt. TURKTE. De Sultan heeft cenen firman uitgevaardigd, waarbij hij aan dc Christenen vergunt, de liooge waardigheid van Pacha en Vizier te bekleeden. Deze ver gunning was door de Moslemira niet zeer gunstig opgenomen, omdat zij daarin verkorting zien van hunne eigene regten. OOST-IïDIE. SINGAPORE, 18 October. Extract uit een brief van Batavia van den 27 November 1848. De artikelen over Indië, in de onderscheiden Dagbladen door de Landmail van September aangehragt, hebben hier weinig bijval gevondenmaar alge- meene afkeuring verwekt; te meer daar men vrij wel weet wie de schrijvers en wat hunne bedoelingen zijn. Men acht het zeer onregtvaardig, het mis lukken van den aanval op Djagaraga aan den Gouverneur-Generaal te wijten. Wat kon die anders of meer doen dan eene sterke en welgeruste expeditie doen zamensteilen? Hij kon toch niet zelf bet bevel daarvan op zich nemen, al ware hij zelf militair van opleiding en beroep geweest. De Gouverneur- Generaal heeft de expeditie sterker gemaakt dan dezelve voorgesteld was, misschien ware het beter geweest dat niet te doen, dan zou men zich minder onoverwinnelijk hebben geacht en denkelijk voorzigtiger zijn te werk gegaan en wel ligt de overw inning hebben behaald. Men hoopt algemeen dat de Gou verneur-Generaal niet zal worden teruggeroepen en dat bij zijne terugroeping niet zal vragen, llij gaat met énergie te werk en is onpartijdig. De handel stand is hem genegenwant hij is met de belangen van handel en scheep vaart bekend. Men kan, zich tot den Gouverneur-Generaal wendende, gehoor, afdoening en regt verkrijgen. Men moet het slecht circulerend medium of het gebrek daaraan niet aan hem wijten. Hij kan toch van koperen duiten geen zilveren guldens maken. De catastrophe der Rank maakte zijne positie te dien aanzien nog veel moeijelijker dan toen hij Europa verliet. Het rccc- pissen-stelsel, gerugsteund door afgifte van wissels, is op zich zelve en op den duur een slecht stelsel. Maar als tijdelijke maatregel heeft men nog niet beter uitgedacht of aangewezen. Het schijnt dat het voornemen bestond om uit het exccderit der Kolonie de depots voor de recepisscn in plaats van 12(1 duiten per giilden, op te voeren tot reëele waarde, en zoo doende ceri gezon den staat van zaken in te voeren. Maar dc sedert eenige maanden opgekomen omstandigheden zullen alle denkbeeld van excedent wel onmogelijk maken. Nog eens, men kan er misschien wel in slagen den Heer Rochussen te doen vervangen, doch hel is eer te vreczen dal dit een ongeluk dan een geluk zou wezen. Met eensgezindheid zal men verder komen. De staat der Kolonie is zoo kwaad niet, ik kan er ten minste geen kwaad in zien. Alles gaat gere geld en goed. Overal is rust, en onze mannen van vooruitgang zijn van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 3