ook zijne vrienden, omdat de eigenaar van de klompen zich niet kan bewe gen, zonder dat bet geraas van zijn schoeisel op den houten of stecnen vloer belet, dat men elkander in de bureaux, commités, of vergaderingen der afzonderlijke commissiën naar bcliooren verstaat. Reeds is door een aantal Afgevaardigden te dier zake ecne bepaalde aanklagt tegen hem ingediend en de questoren der vergadering hebben hem onlangs beleefdelijk uitgenoo- digd, om zich een meer parlementair schoeisel aan te schaffen; doch tot dus ver zijn alle pogingen zonder gevolg gebleven, en Verklaart de Heer Bourzat, dat, vermits niets aangaande het schoeisel der volksvertegenwoordigers is voorgeschrevenbij het regt heeft om klompen te dragen en daarvan steeds gebruik verkiest te maken. In de zitting van de Nationale Vergadering van gisteren is een crediet van 2,700,000 fr. tot dekking der schulden van de gesloten nationale werk plaatsen voor de eerstcuiaal gelezen en goedgekeurd. Zoo als men weet moeten er volgens het nieuwe reglement, over elk wetsontwerp drie stem mingen plaats hebben. In dezelfde Zitting beeft de Minister van Finantiën verklaard, dat hij het ontwerp van wet, omtrent de belastingen op de roerende goederen introk. Het lid Goudchaux heeft toen gezegd, daarmede niet te vrede te zijn en dit ontwerp tot een voorstel te zullen maken. Daarna zijn de beraadslagingen geo pend over het wetsontwerp omtrent de belasting op goederen indedoode hand. In de Zitting der Nationale Vergadering van den IT*10" Januarij is door de Regering een wetsontwerp ingediend strekkende ter verwijzing van de per sonen, die wegens de gebeurtenissen van den IS"1611 Mei 11. door het Hol van Appel te Parijs in staat van beschuldiging gesteld zijn, naar den Nationalen Hoogen Raad. De vergadering heeft op voorstel van den Minister van Justitie verklaard, dat dit ontwerp als van dringenden aard te beschouwen was, zoo dat men de behandeling daarvan spoedig te geinoet mag zien. In deze zaak zijn zes leden der vergadering betrokken te weten: de Ileeren Barbès, Albert, Gourtais, Raspail Louis Blanc en Caussidière. Men verneemt dat in de Nationale Vergadering voorgesteld zal worden om de bezoldiging van den President der Republiekdie nu 600,000 fr. be draagt, tot een millioen te verhoogen. De Zitting der Nat. Vergadering van heden, zou weder gansch onbe langrijk zijn geweest, zoo de Minister van Binnenlandsche Zaken niet de lijst bad medegedeeld der drie Candidaten, door den Voorzitter der Republiek voor het onder-Voorzit terschap aangeboden. Men vindt er geene verwachte namen van uitstekende personenals Lamartine, Molé, Odillon-Barrot Cavaignac of Dulaurc, maar die van de Heeren Afgevaardigden, Boulay uit het Depart, van de Meurthe, Baraguay-d'tlilliers, en Vivien, en wel degeen die 't meest beteekent, het laatste. Zaturdag zal de stemming plaats hebben, Uit eenen openbaar gemaakten staat omtrent de werkplaatsen voor vrouwen, welke van 1° April tot 21 Junij 11. geopend waren en waarin 25,000 vrouwen hadden gewerktblijktdat de onkosten 1,732,608 en de inkomsten door verkoop van goederen, 1,403,680 fr. bedragen hebben; zoo dat die vrouwen gedurende 87 dagen 323,628 francs aan den Staat gekost hebben. Te Selestat, departement Beneden-Rijn, is een man van 88 jaren over leden, die zeer arm scheen te zijn, zich zeiven bijna bet volstrekt noodige onthield, en onophoudelijk over de duurte van den tijd en de vele nooddruf- ten des levens klaagde. Toen de grijsaard gestorven was, vond men in zijn huis, in eene dubbel afgeslotene kast, eene som van 80,000 fr. in klinkende munt, waaronder stukken van allerlei waarde; die uit de tijden der eerste Republiek waren nog geheel nieuw, als of zij van de inuntzaal kwamen. Behalve dit geld, behooren nog tot de nalatenschap van den overledene eene waarde van 70,000 fr. in andere bezittingen. ITALIË, De Bul van den Paus tegen de oproerigen te Rome, uitgeven te Gaëta den l'Jai.uarij, is van den volgenden inhoud: Aan onze zeer beminde Onderdanen. In dit rustig verblijf waar in bet der Goddelijke Voorzienigheid behaagd heeft ons te geleiden, opdat wij in alle vrijheid onze gevoelens en onzen wil couden kunnen te kennen geven, hebben wij nog immer in de hoop geleefd, dat de wroeging bij onze verdoolde zonen zou uitbarsten van wege de heilig schennis en misdaden tegen de aan ons gehechte personen van welke som mige zijn gedood andere op de barbaarste wijze mishandeld, en van wege de heiligschennis en misdaden in onze residentie en tegen onzen persoon zelven. En nogtariÜ hebben wij tot hiertoe slechts een dorre uitnoodiging ontvangen om in onze hoofdstad terug te keeren, zonder dat men een woord ter veroor- deeling heeft gesproken tegen de aanslagen van welke wij daar gewaagden cn zonder den minsten waarborg tegen de gruwelen en de gewelddadigheden dier bende van onverlaten, wier barbaarseh despotismus Rome en den Kerke- lijken Staat nog overweldigt. Wij wachtten, hopende dat door ons uitgevaar digde protestatiën en besluiten, diegenen tot hunne pligten als onderdanen cn tot getrouwheid zouden terugroepen, die in de Hoofdstad zelve onzer Staten, die pligten verachten en met voeten treden. Maar, in plaats van dien terugkeer, heeft een nieuwe nog verschrikkelijker door hen bedreven daad van huichelende ontrouw en wezcntlijkcn opstand de mate onzer droefheid vervuld en terzelfder tijd onze regtmatige veront waardiging opgewekt, gelijk zij de gansche kerk bedroeven zal. Wij willen van die in alle opzigten verfoeijelijke daad sprekenwaardoor men voorgewend heeft een zoogenaamde algemeene Nationale Vergadering van den Romeinschen Staat bij een te roepen bij een besluit van 9 Dec. 11., met liet doel om de nieuwe staatkundige vormen te bepalen, die men in de Pauselijke Staten zoo invoeren. Alzoo ongeregtigheid op ongeregtigheid stapelende, beijveren zich de aanleggers en handlangers der volksregeringloosheid, om het tijdelijk gezag des Pausen in de domeinen der heilige kerk te vernielen, onderstellende en trach tende te doen gcloovendat zijn souvereine magt aan tegenspraak onderhevig is en van de grillen van partijen afhangt, hoe onwcdersprckelijk het ook op de oudste en hechtste reglen gegrond z ij hoe het ook bij alle volken wordt geëerbiedigd erkend en verdedigd. Wij zullen aan onze waardigheid de ver nedering besparen, om stil te staan bij al wat die afschuwelijke daad, zoo door de ongerijmdheid van haren oorsprong, als door de onwettigheid harer vor men cn de goddeloosheid van haar doel afschuwelijks bevat; maar liet komt voorzeker toe aan het Apostolisch gezag waarmede wij, hoewel onwaardig, be kleed zijn en aan de verantwoordelijkheid die ons door de geheiligste eeden bindt, om niet alleen voor den Almagtige tegen deze daad te protesteren, zoo als wij zulks op de krachtdadigste wijze doen, maar bovendien om haar ten aanzien van hel heelal te vcroordeelen als een ontzettenden cn heiligschen- nenden aanslag, tot afbreuk onzer onafhankelijkheid en oppergezag gesmeed een' aanslag die zoowel de kastijdingen der goddelijke als der inenschelijke wetten verdient. Wij zijn verzekerd dat gij bij het ontvangen van deze onheschaamde uit noodiging, door eene heilige verontwaardiging aangegrepen zult geweest zijn en dat gij ecne zoo onwaardige en zoo strafschuldige oproeping verre van u zult hebben gestoten. Niet te min, opdat niemand uwer kunne voorwenden, door slinksehe verleiding en door predikers van omverwerpende leeringen bedrogen te zijnof niet geweten te hebben waartoe de vijanden van alle orde, alle wet, alle regt, alle ware vrijheid cn van uw geluk zelf zamen- spanncn zoo willen wij heden op nieuw onze stem in dier voege verheffen en verbreiden, dat zij u volkomen zekerheid geve van het volstrekte bevel waarbij wij u, wat overigens uw rang cn staat ook zij, verbieden, om eenig deel te nemen aan de verccnigingen die men zou durven houden ter ver kiezing van personen, oin ze naar eene veroordeelde vergadering aftevaardigen. Wij herinneren u zeiven dat dit volstrekt verbod, 't welk wij u bcteekenen door de besluiten onzer voorgangers en door de kerkvergaderingen, cn bijzon der door de zeer heilige kerkvergadering van 'i'rente (Scssio XXII. cap. 11. de reform.) is bevestigd, in welke de kerk, onderscheidene keeren zijne banblik sems beeft geslingerd en hoofdzakelijk den grooten ban uit de kerkelijke ge meenschap, welke ieder, zonder dat er eenige verklaring noodig is, beloopt, die zich aan eenen aanslag, welke die ook zij, tegen de tijdelijke magt der Pausen durft schuldig maken, zoo als wij verklaren dat allen reeds beloopen hebben die tot bovengenoemde daad en de vorige handelingen tot afbreuk van hetzelfde oppergezag hebben medegewerkt; of die op eenige andere wijze cn onder valschc voorwendselen ons gezag hebben verstoordgeschonden en over weldigd. Maar zoo wij ons gewetenshalve vcrpligt gevoelen om het gewijde, aan ons toevertrouwde erfdeel van de bruid van Jezus Christus te behoeden en te ver dedigenen daartoe het zwaard eencr regtmatige gestrengheid te bezigen, dat God zelf, onze regter, ons tot dat gebruik heeft gegeven, kunnen wij echter nooit vergeten dat wij op aarde de plaats beklceden van Hein die zelfs in de uitoefening zijner geregtigheid niet nalaat barmhartig te zijn. Terwijl wij dan onze handen ten Hemel heffen, Hen em van nieuws deze zoo regt- vaardige zaak overlaten cn aanbevelen, die veel meer de Zijne dan de onze is, en ons op nieuw geheel gereed verklaren, om inet hulp Zijner magtige genade, ter verdediging en ter glorie der Kathulijke kerk, de kelk der ver- volgingcn te ledigendie Hij zelf het eerst voor het heil Zijner kerk beeft willen drinken, zullen wij niet ophouden Hem te smeeken en te bezweren dat bel Hem in zijne goedertierenheid behage, de vurige gebeden te verhoo- rendie wij dag en nacht voor de bekecring en de behoudenis der verdwaal den uitstorten. Voorzeker zal geen dag vrolijker voor ons aanbreken dan die, waarop liet ons vergund zal zijn om diegenen onzer zonen, door wie thans zoo veel kwellingen en bitterheid over ons komt, in de schaapskooi des Heeren te zien wederkeeren. De hoop van weldra zulk een gelukkigen dag te beleven, wordt in ons versterkt door de gedachte aan de algemeenheid der gebeden, die, in vcreeniging met de onze, van de geloovigen der Ka- tholijke wereld tot den troon der Goddelijke barmhartigheid oprijzen, en zonder ophouden baar dringen en geweld aandoen, opdat zij de harten der zondaars verandere, en terugleidc in de wegen der waarheid en der geref- tigheid. Het Journ. des Débats zegt dat dit stuk geen Bul van Kcrkelijkcn ban is, maar zulk een dat men voorbeen een vermanenden brief noemde. Hoewel men bier cn daar de proclamatie had afgescheurd en roodgevcrwdc kardinaals hoeden op stokken droeg, onder het geschreeuw: leven degenen die in den ban zijn gedaan!, heeft incn echter geen personele belediging tegen den Paus doen hooren. PRVI8SE9I. KEULEN 15 Januarij. Ten 8stcn is bier het derde transport ongcinnnt zilver in staven op den Spoorweg naar Weencn vervoerd. Het waren ongeveer 40 kisten, gezamentlijk 600 centenaren nettowaarvan de waarde die der vorige transporten daarbij gevoegd, 3 of 4 millioen tbalcrs moet bedragen. Het komt uit Engeland cn is bestemd voor de leening door Oostenrijk met het Iluis Rothschild aan- gegaan. In den namiddag van heden dreef het ijs van den Boven-Riji» voorbij onze stad cn was de gemeenschap met de overzijde tot gisteren morgen bijna

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 2