Overijssel. Zwolle. Mr. B. W. A. E. Baron Sloet tot Oldhuis. Kampen. Mr. A. J. Duymacr van Twist. Deventer. Jhr. C. M. Storm van >s Gravcsande. Almelo. Mr. D. Donker Curtins. Enschedé. Mr. M. J. de Man. Mr. A. J. Vos de Wael. Mr. J. A. van Royen. Mr. J. T. Roessingh Udink. Mr. J. A. van Royen. Mr. W. H. Cost Jordens. Mr. A. J. Vos de Wael. Mr. A.F.L.Graaf van RechterenLimpurg. 51r. W. H. Royer. Jhr. G. W. Boseli van Drakestein. J.D.C. Baron v. Heeckeren v. Wassenaar. Groningen. Groningen. Mr. B. Wichers. Onderdendam. G. Reinders. Appingadam. Dr. R. Westerhofl. Winschotets. J. F. Zylker. J. de Sitter. K. K. de Waard. G. Reinders. K. K. de Waard. G. Reinders. J. Q. Cleveringa. Mr. J. Freseman Viëtor. Mr. 11. J. Engelkcns. Drenthe. Assen. Mr. I., Graaf van Heiden Reinestein, Hoogeveen. Mr. L. N. Graat v. Randwijck. Mr. R. H. Baron de Vos van Steenwijk. Mr. W. J. Tonekens. 51r. W. J. Tonekens. Dr. 11, J. Nassau. Limburg. Maastricht. Mr. E. J. 11. Borret. Roermond. Mr. J. L. M. Leclerq. Venlo. P. L. de Lom de Berg. Siltard. BaronL. vanScherpenzeel lleusch. Heerlen. Baron L. van Scherpen zeel Heusch. P. Regout. L. Nypels. R. Ma;;nee. L. F. H. Beerenbroek. G. J. de Rijk. P. C. llaffmans. Graaf O. d'Anseinhourg. Jhr. L. L. G. 51. de Villers de Pi té. Graaf O. d'Anseinhourg. Jhr. L. L. G. 51. de Villers de Pile. Lit bovenstaande lijst van Candidaten voor de Eerste Kamer, zijn op voor. dragt van den 51inister van Binnenlandsche Zakendoor Z. 51. benoemd tot LEDEN der EERSTE KAMER van de STATEN-GENERAAL: Noord-Braeand Jhr. L. J. B. van Sasse van Ysselt. Jhr. 51r. 51. A. J. van der Beken Pasteel. 51 r. L. A. Lightenvelt. B. Verhey van den Bogaard. J. C. van Mierlo HEz. Gelderland. H. I. C. 1. Baron van lleeckercn van Enghuizen. Mr. C. S. W. J. Baron van Nagell van Y5 isch. Jhr. Mr. C. E. J. F. van Nispen van Pannerden. H. W. Baron van Aylva van Pallandt van Waardenhurg en Neerijnen. 51r. 11. F. van Meurs. Zuid-Holland. Jhr. 51r. D. T. Gevers van Endegeest. M. A. F. II. Hoffman. Mr. J. 51. Philipse. Jhr. P. H. Baron Taets van Ameron- gen tot Natewisch. D. Blankenheym. O. B. 't Hooft. Jhr. Mr. R. F. Baron Groeninx van Zoelen. Noord-Holland. A. F. Insinger. F. van der Oudermeulen. 51r. C. Diemont. II. van Berck Vollenhoven. J. Corver Hooft. D. Borski. Zeeland. 51r. W. C. 51. de Jonge van Elleineet. 5Ir. C. van der Lek de Clercq. Utrecht. Jhr. 5Ir. J. C. Martens van Sevenhoven. Mr. J. W. H. Bosch. Friesland. L. G. A. Graaf van Limburg Slirum. 51 r. S. van Wel leren Baron Rengers. Jhr. G. R. G. van Swindcren. Overijssel. 5Ir. A. J. Vos de Wael. 51. W. H. Cost Jordens. J. D. C. Baron van Ilecckeren van Wassenaer. Groningen. 51r. J. F. Freseman Viëtor. 51r. H. J. Engelkens. Drenthe. Mr. W. J. Tonekens. Hertogdom Limburg. L. Beerenbroek. P. Regout. G. J. de Rijk. 'sGRAVENHAGE, 12 Januarij. Z. M. heeft bij besluit van den 10(lcn dezer den Minister van Binnenl. Zaken gemagtigd om de leden der nieuwe Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal op te roepen tegen Dingsdag den 13dCD Februarij aanstaande, ten einde alsdan de opening der nieuwe Kamer kunne plaats hebben. Door den Minister van Justitie is, onder dagteekening van den 10(len dezeraan de betrokken Ambtenaren de volgende circulaire toegezonden s Gravenhageden 10den Januarij 1849. Een nieuw tijdvak opent zich voor Nederland. De gegoede burgerij heeft thans de vertegenwoordigers der natie benoemd. Weldra zal zij ook tot de onmiddelijke verkiezing der Provinciale Stalen worden geroepen, de leden der plaatselijke besturen benoemen. De band tusschen het volk en ben die voor zijne belangen zorgenis daargesleld. Het .behoort een band van liefde, van bescherming -en eenparige medewerking te zijn. Het is mijne bedoeling niet, al de gevolgen die hieruit voor het welzijn van den Staat kunnen voort vloeiden, te schetsen maar ik acht mij-verpligt den invloed aan te wijzen, welken deze nieuwe toestand onzer 5Iaalschappij op de Justitie moet uitoe fenen. De zekerheid van personen en eigendommen maakt den grondslag van geheel het Maatschappelijk verkeer der meuschen uit. De menseh vervalt tot den staat van het gedierte, zoodra bij dit miskent. Het is de pligt van allen, daar, waar het pas heeft, deze waarheden in te prenten, en den armen de overtuiging te geven, dat zij den eigendom ver nietigen. zoo zij hem aantasten, omdat alle eigendom zijne waarde verliest, zoodra de zekerheid van hel bezit ophoudt. Wie toch zal de aarde, door Gol aan den menseh gegeven, vruchtdragend maken, indien hij niet verze kerd is de vruchten ven zijnen arbeid te zulh-n plukken? En de ontginning en vruehlbaarmaking der aarde is het eerste beginsel van allen rijkdom. De minkundige bevat, in den zamengestelden toestand der Maatschappijdeze waarheid soms ni'-t genoeg, hel moet hem aanschouwelijk worden gemaakt. De armste heelt belang bij de eerbiediging van den eigendom, want zonder zekerheid van den eigendom is er geen verdienste meer voor hem, is er geen hulpbetoon meer voor hem in den nood. Het is de pligt der Justitie de handhaving dezer waarheid nadrukkelijk te verzekeren, maar tevens is het de pligt van alle goede ingezetenen haar daartoe de hand te Ieenen. Elke aanranding der veiligheid van personen en eigendommen is wanorde, en in een vrij land, waar het volk tot de Regering medewerkt, is een ieder ver- pligt het zijne tot wering van wanorde hij te dragen. Om hiertoe te geraken moeten alle dienaren der geregligheidhoe hoog of hoe laag ook geplaatst, dit aanmoedigen en door gematigdheid en zacht zinnigheid den geest der burgers lot medewerking stemmen. Is er eene misdaad gepleegd, zij moet niet verborgen blijven; zij moet zooveel inoge- lijkvooral in de plaats waar zij is gepleegd, met alle omstandigheden die tot ontdekking der schuldigen kunnen leiden, openbaar worden gemaakt; een ieder moet worden uilgenoodigd daaromtrent inlichtingen te geven. Al len moeten medewerken om den schuldige uit te vinden. Zóo wordt bijna kosteloos de veiligheid van personen en goederen verzekerd. Zóó bewaart een verstandig en vrij volk de orde, en toont het zich zijner vrijheid waardig. Deze openbaarheid heeft een drievoudig voordeel: zij is de scbik der schuldigen, zij maakt de ingezetenen behoedzaam en waakzaam, en zij wekt den ijver van de Officieren van Justitie en Politie op. De geregtigheiddie strait, moet gecne gebelgde magt zijn, die wraak vraagt. Zij straft om te beteugelen, om de bonzen te bedwingen en de goe den te beschermen. Zij heeft een afschuw van wreedheid, en spreekt geen zwaarder straffen uit, dan de veiligheid van personen en goederen volstrekt eischen. Straffende vergeet zij niet, dat hel zwakke menschen zijn, die zij treft, maar zij is ook onverschrokken in de toepassing der wet, als het belang der maatschappij die in alle hare gestrengheid vordert. Wanneer op dezen voet de geregtigheid wordt uitgeoefend en hare dienaren steeds met welwillendheid en bereidvaardigheid de klagten en inlichtingen der ingezetenen ontvangen, zullen deze thans, nu zij als staatsbmgers zijn er kend, den pligt gevoelen die op hen rust, om met al hun vermogen mede te werken, ten einde de justitie in de gelegenheid te stellen den haren te vervullen. De misdaad moet niet ongestraft blijven; maar, opdat zij dit niet blijve, moet zij niet onbekend zijnen behoort een ieder mede te werken en in lichtingen te geven. Dit is burgerdeugd en burgcrpligt. Het gezag slaat niet meer tegenover de ingezetenen het bestaat voor hen welwillend vindt het ondersteuning, en het wordt, in het belang van allen, krachtig door die ondersteuning. De ingezetenen moeten niet alleen aangemaand, maar aangemoedigd wor den, der justitie, die hen beschermt, behulpzaam te zijn. Voldoen zij daar aan, dan wordt de straffeloosheid onmogelijk, en door de zekerheid der straf kan de gestrengheid der straf verminderen, en door de verminderde ge strengheid der straf zal er weder meer bereidvaardigheid tot het aangeven van misdaden en tot het aanwijzen der misdadigers gevonden worden. Het een werkt hier het andere in de hand, en zoo kan er, wanneer elk zijnen pligt beseft, zonder groote kosten, eene tot nog toe ongekende zeker heid in de maatschappij bestaan. Ik meen deze denkbeelden en inzigten aan alle magistraten te moeten mededeelenen daaraan de meest mogelijke bekendheid te moeten geven. Ik wcnsch ze vooral aan alle besturen van gemeenten en aan allen die met de politie zijn belast, in te prenten, opdat zij in toepassing mogen worden gebragten de overtuiging bij allen levend worde gehouden, dat de beste bescherming die is van alle eerlijke lieden en goede burgers onderling. Ik zend daarom afdruk dezer aan alle regtscollegien, gemeentebesturen en po litieambtenaren. Voorleden jaar zijn door de vleesehhouwers aangegeven als geslagt ten gebruike der inwoners: 4202 runderen 3,469 kalveren en 2,079 schapen. Het vleesch dat van buiten wordt ingevoerd, is onder deze opgaaf niet be grepen. ENKIIUIZEN, 10 Januarij. De aanvoer van kaas alhier gedurende het jaar 1848 heeft bedragen 721,450 Ned. ffi. Ook de haringvisscherij is in het algeloopen jaar voor die stad gunstig geweest; hebbende de van daar varende zeven buizen 208 lasten haring aangevoerd. UTRECHT, 11 December. Gisteren overleed alhier in den hoogen onJerdom van bijna 84 jaren, de Emeritus-Hoogleeraar in de Wis- en Natuurkunde aan onze lloogeschool, de Heer J. Kops, vroeger gedurende eenige jaren Predikant bij de Doopsgezinde Gemeente te Leyden. De Vtrechtsche Courant zegt van hem onder anderen Een vurig beminnaar zijns vadeilands, was hij een ijverig beoefenaar der Nederlandsche Letterkunde, vooral der oudere dichters.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 2