LEYDSCHE
COURANT.
N". 152.
WOENSDAG, 20 DECEMBER.
BINJNEJNLAjNDSCHE BEKItiTEK.
18-18.
Dc Courant wordt Maandag[Foensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zuturdag avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar;
de afzonderlijke uommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN, 19 December.
II. K. II. Prinses Frcdcrik der Neder], heeft aan dc Vrouwen-Yerecniging
van Weldadigheid te Valkenburg 25 toegezonden.
Sedert onze laatste opgave zijn alhier bijgekomen 24 Cholcra-Iijders
overleden 7, hersteld 10. Totaal 320, overleden 152, hersteld 82, in be
handeling 80.
In het Cholera-Ilospitaal alhier zijn van den 7llcn November tot 19 De
cember 1848 ingebragt 122 zieken, waarvan 57 zijn overleden, 33 zijn her
steld en ontslagen, 22 zijn hersteld doch lievinden zich nog in het gesticht
en 10 onder behandeling.
Te Utrecht heeft gisteren de aangekondigde verkoop van tien haren
goud plaats gehad, wegende ruim 18G Ned. welke voor ƒ305,000 zijn
toegewezen aan den Muutmecster te Brussel.
Zalurdag heelt dc tlollandsche Maatschappij van Landbouw te Rotter
dam cene Vergadering gehoudenen is besloten dat door de Afdeeling zal
worden uitgeschreven1". in de maand Mei aanstaande eene tentoonstelling
van paarden binnen de gemeente Rotterdam2°. in de maand Junij een
wedstrijd van grasmaaijersingezetenen van Zuid- of Noord-Holland, onder
dc gemeente Schiedam; 3°. in dc maand Augustus een wedstrijd van ploe
gers, onder de gemeente Rhoon, en eindelijk, op het einde dierzelfde of in
den aanvang van September, een wedstrijd van korenmaaijors en schovenbin-
ders, onder de gemeente Bleiswijk.
'sGRAVENIlAGE, 19 December.
Z. M. heeft benoemd tot Ridders der Orde van den Nederlandschen Lccnw
de Hecren J. D. van Herwerdenlaatst Resident van Madioenthans met
verlof, A. W. Janssens, Lid van dc Provinciale Staten van Limburg, en L.
F. II. Bccrenbrock District-Commissaris te Roermond.
Nog heeft Z. M. benoemd tot Kantonregter te Gorinchem Mr. F. C. R.
Ancmaet, Advocaat te Briclle.
Wij kunnen stellig tegenspreken het dezer dagen in sommige bladen
op- of overgenomen berigtinhoudende dat de Minister voor de Hervormde
Ecredienst eene aanschrijving zou hebben gcrigt aan dc onderscheidene Israëli
tische lloofd-Synagogenwaarbij aan deze vrijheid zou gegeven zijn, ook
buitcnlandschc Rabbijnen voor dc vacante rabbinatcn te kiezen. Dat berigt
is van allen grond ontbloot.
In de Zitting van de Tweede Kamer van gisteren is ingekomen eene
missive van den Minister van Buiten). Zaken, ten geleide van een afschrift der
overeengekomen additionele artikelen tot het traclaat met Groot-Britanniü van
Mei 1818tot wering van den slavenhandel.
De lieer .van Bccck Vollenhoven bekomt toestemming, om, vóór dat men
overgaat tot de beraadslaging over dc heden aan de orde zijnde wetten, cenige
ophelderingen aan het Ministerie te vragen nopens onze West-Indische Bezit
tingen hij doet daarop de 5 volgende vragen
1". Heeft het koloniaal gouvernement van Suriname, hetzij regtstrecks,
hetzij zijdelings van wege liet Ministerie in last ontvangen, om dc geruchten
cencr ophanden zijnde emancipatie der slaven in die kolonie te verspreiden
2°. Zoo ja, welke zijn dan de beginselen waarop zulk eene emancipatie
zullen moeten berusten, welke waarborgen zullen aan de eigenaren gegeven
worden, dat zij, voor de hun op te leggen onteigening schadeloosstelling er
langen zullen
3°. Zoo neen, welke zijn dan dc voorschriften geweest, die het koloniaal
gouvernement ontvangen heeft, ten opzigtc der gedragslijn die zij te volgen
had, wanneer soms daar te lande, het voorgevallene op de Franschc bezittin
gen aanleiding tot onrust onder de slaven bevolking te weeg mogt brengen?
4". Welke zijn dc maatregelen die door bet Ministerie genomen zijn, om
rust en orde in de kolonie te handhavenen dc lucht onder de slaven te
bevestigen
5°. Op welken grond weigert het koloniaal gouvernement hare ondersteu
ning aan die eigenaren, welke hare hulp inroepen, bij het verzet van som
mige slaven om een hun opgedragen arbeid te volvoerenals daar zijn het in
huur gaan werkenof het verrigten van eenen tijdelijken arbeid op een an
der effect, aan denzi lfdcn eigenaar toebehoorendc
Dc Minister van Koloniën heeft daarop geantwoord, dat van wege bet be
stuur gcenc bevelen zijn gegeven, welke de slaven op bet denkbeeld zouden
hebben kunnen brengen, dat derzelvcr emancipatie ophanden is.
Bijzondere mcdedeelingen omtrent de emancipatie der slaven in de Nedcr-
landsche koloniën en bezittingen, vermeent de Regering niet te kennen of te
mogen doen, omdat zoodanige mededeclingen nadcelig zouden kunnen terug
werken op het belang en de veiligheid van die koloniën en bezittingen, op
de meerder of minder rustige houding van de zich aldaar bevindende slaven
terwijl ook de belangen der eigenaren van die slaven daardoor zouden kun
nen worden geprcjudiceerd.
De Minister van Marine zegt nogdat van hier orders gezonden zijn om
al het mogelijke te doen ten einde de eigenaars te beschermen bij het bezit
hunner slaven.
Hij herhaalt het, dat de Regering het woord emancipatie niet heeft uitge
sproken, en als het desniettemin in de koloniën geschied is, dan is dit zeer
laakbaar.
Alstiu worden de beraadslagingen geopend over dc wetsontwerpen tot hef
fing van Provinciale belastingen, en wel over het eerste derzelve met opzigt
tot de provincie Noord-Itraband.
Dc Heer Hoffman zegt liet volgende: ik wil deze, waarschijnlijk laatste
beraadslaging dezer Kamer niet noodeloos verlengen door dc mcdcdeeling van
alle de aanmerkingen welke ik naar mijn inzien in den geest der gewijzigde
Grondwet, en over het stelsel thans in het antwoord der Regering aangeno
men dat de beoordeeling der Provinciale behoeften geheel aan de Prov.
Staten onder 's Konings goedkeuring moet worden overgelatenen het
onderzoek en de beoordeeling der wetgevende magt zich moeten bepalen
tot de voorgedragen belastingen op zich zelve en in verband met de al-
gemeene belangen des Rijks; en tegen den aard der belastingen in som
mige dezer ontwerpen voorgedragen, zou vennecnen te kunnen in te midden
brengen; ik moet echter zeggen, dat naar het mij voorkomt, dit stelsel
niet overeenkomst met het in de zitting van 21 Aug. jl. door dc Regering
voorgestaan gevoelen.
Wat den aard van sommige der in deze ontwerpen voorgestelde belastingen
betreft, daarover zal ik niet uitweiden dal ongelijkheid in de opcenten op
nccijnsen van den in-, uit- en doorvoer van cn naar provinciën onderling
bcinoeijelijkt en eene wijde deur voor de sluikerij openzet zal wel niet wor
den tegengesproken, evenmin als dat dal stelsel van opcenten, ook op dc
patenten toegepast, de nijverheid drukt en de reeds zoo willekeurige patent
wet nog willekeuriger, bezwarender en onzekerder maakt. Daar ik nu
evenwel mijne stem moet uitbrengen en geheel onkundig hen omtrent hetere
middelen clan de voorgedragene voor de onderscheidene provinciën, wil ik den
geregelden gang van zaken niet stremmen en dit votum van vertrouwen niet
weigeren ik zal dus al deze ontwerpen aannemen op dat voor Zuid-IIolland
na, waarvoor mijns inziens gecne noodzakelijkheid bestaat; in deze provincie
toch is over de jaren 1845 1840 en 1847 telken jare één opcent gelieven
op de personele en de grondbelasting, voor de stichting van een krankzinni
genhuis; ik heb het besluit waarhij die belasting is goedgekeurd niet ge
vonden maar dc belastings-aanslagen bewijzen dal dezelve tot dal bepaald
doel was toegestaan; dat huis is niet gesticht, en zal dat plandaar dc
belasting over dit jaar met is ingevorderd, waarschijnlijk opgegeven zijn,
waarover ik mij zoowel voor onze reputatie naar builen als voor de beurs der
contribuabclen verheugemaar daar deze nu reeds 3 opcenten hebben geleden
voor een werk dat niet wordt daargcslelden het restitueren daarvan onder
de onwaarschijnlijkheden mag gerekend worden, zoo geloof ik in hun belang
te mogen verlangen, dat één dier betaalde opcenten strekken moge tot kwij
ting van het laatste jaar bijdrage voor de droogmaking van hel Haarlemmer
meer; daar ik mij niet verantwoord zoude achten eene belasting op te leggen
daar, waar zonder dezelve genoegzame fondsen moeten aanwezig zijn.
Nadat de Hecren van Gollstein cn Opperdoes Alewijn hunne bedenkingen in
het midden hebben gebragtkomt de Heer Thorbecke aan het woorddie
van oordcel is, dat de eerste schrede die thans gedaan wordt op den weg der
nieuwe Staatsinstellingen, niet van bedenkelijkheid ontbloot is. De nieuwe
Gwt. trekt een scherpe lijn tusschen uitgaven der provinciën noodig voor
het algemcene Rijksbestuur, en die welke uitsluitend de Provinciale huis
houding betreft. De Gwt. wil dat Provinciale belastingen niet zullen dienen
om Rijks-uitgaven aan de algemcene Staatsbegrooling te onttrekken, lu de