LEYDSCHE
COURANT.
ra
1818.
N°.
MAANDAG, 23 OCTOBER.
tW
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
vit Zuturdag avond.
I*#*
■JU
De Prijs der Courant is ƒ12 in hel jadt;/
de afzonderlijke nommers worden tegen 10 00
Centen afgegeven.
LEY DEN, 21 October.
De jaarlijksclie Algemeene Vergadering der Leden van de Leydselie Af
deel in des Nederlandsclien Bijbelgenootscliaps bad 11. Donderdag weder plaals.
Zij werd, volgens gewoonte, voorafgegaan door cenc openbare Godsdienstoefe
ning in de Walsohe kerk alliicr, bij welke het Medelid des Restaurs, de Wel-
Eerw. Heer N. Berkhout, die het woord voerde, op cene belangrijke wijze
verslag deed van den Staat en de werkzaamheden gedurende het afgeloopen
jaar, zoo des genootschaps in het algemeen als der ai'deeling in 't hijzonder;
een verslagwelks inhoud tot een verblijdend bewijs verstrektedat de
nieuwe maatregelen, door het genootsehap omtrent het voor geringe prijzen
verkoopen der Heilige Schrift ingevoerd, nu reeds gewenschte vruchten dra
gen, en verder beloven; en waarvan men met grond vertrouwen mag, dat
het gediend zal hebben tot het bevorderen eener meer algemeene belangstel
ling in, en deelneming aan het goede werk der Bijbelverspreiding, ook dooi
de ernstige opwekkingen daartoe en door het treffende gebed, waarmede het
besloten werd.
'sGRAVENHAGE, 20 October.
In de bijeenkomst der Tweede Katncr van heden heeft de Voorzitter kennis
gegeven, dat de Commissie, die belast was met het opstellen van een ont
werp van adres in antwoord op de troonrede, het door haar ingediende ont
werp heeft gewijzigd, ten gevolge van de in de afdeeiingen gemaakte aan
merkingen. De beraadslaging daarover wordt bepaald op morgen ochtend.
Tot rapporteurs over het ontwerp van wet, betrekkelijk het fonds der con
signation, zijn benoemd de Hecren van Twist, van NaamcnWichers, van
Rijckevorsel en Cost Jordens.
Men verzekert, dat de finanticle voorstellen, waarvan in de troonrede ge
waagd is, eerst na de op handen zijnde korte schorsing der zitting, over
omstreeks 14 dagen aan de Kamer aangeboden tullen worden.
21 October.
In de residentie is aangekomen, en aan het Hotel de l'Europe afgestapt,
de Baron Siitema van Groveslins, buitengewoon Gezant en Gcvolmagtigd
Minister van Z. M. den Koning, bij de Hoven van Spanje en Portugal.
In de zitting van Tweede Kamer van heden is ingekomen een wets
ontwerp tot voorziening in het te kort op de middelen lot dekking van de
staatsuitgaven over het loopendc jaar. Drukken cn verzenden aan de af
deeiingen.
Vervolgens zijn de beraadslagingen geopend over het volgend gewijzigd
onlwerp-adres van antwoord op de Troonrede:
Sire
1. Wij hebben ons innig verheugd, bij de pleglige opening van de tegen
woordige Zitting der Staten-GeneraalUwe Majesteit de overtuiging te hooren
uitspreken, dat, hoe zorgvol de tijdsomstandigheden ook zijn mogen, zich
in den algcmecnen toestand van ons Vaderland onderscheidene gunstige ken-
teekeuen openbaren, en dat met opzigt tot de gewigtigste belangen der Nalie
overalbij veel dat bekommering wektook zeer veel is dat ophcui t en
bemoedigt.
2. Met U erkennen wij de voorregten van onderscheiden aard, die Neder
land, te midden van den druk der tijden, steeds mag blijven genieten, cn
wenschen vurigdat Uwe Majesteitvoor Haar onvermoeid streven naar bet
welzijn van hen, die Gij, Sire! als Uwe beminde landgenooten hebt begroet,
in het welslagen van de daartoe aangewende pogingen, de strcelcndste be
looning moge vinden.
3. Wij verblijden ons met Uwe Majesteit, dat het veelomvattende cn uit
den aard der zaak hoogst moeijelijke werk der grondwets-herzieningnadat
daartoe van Uwe zijde de eerste stap was gedaan door het gemeen overleg
van de onderscheidene takken der wetgevende magt gelukkig ten einde is
gehragt. De kalmte en gematigdheidbij onmiskenbare belangstelling
tijdens de langdurige beraadslagingen over die gewigtige aangelegenheid door
de Natie aan den dag gelegdworden ook door ons op den hoogsten prijs
gesteld.
4. Mij weten het, Sire, dat de roeping van dc tegenwoordige Kamers der
Staten-Generaal van ccncn spoedig voorbijgaanden aard ismaar zoolang wij
het geheelc Nederlandsche Volk nog zullen vertegenwoordigenzal Uwe Ma
jesteit ons steeds bereid vinden, om naar ons beste vermogen mede te werken
tot hetgeen het heil van den Staat vorderen mogten dus ook om met
naauwgezclheid dc voordragten te onderzoeken, die ons door Uwe Majesteit
nog mogten worden gedaan.
5. Welke beproevingen bet vaderland ook mogen verbeidenwanneer de
natie, even als tot nu toe, het genot der vrijheid met eerbied voor orde en
wet weet gepaard te doen gaan wanneer zij zich voortdurend en toenemend
onderscheidt door echten burgerzin en door cene vaderlandsliefde, die voor
gcene offers terugdeinstwanneer dc hechte banden ongeschonden bewaard
blijven, die, Sire, Uw doorluchtig Stamhuis aan die nalie verbinden, kan
Nederland, onder eerbiedig opzien tot den Oppersten Besluurder der wereld
de onzekere toekomst met vertrouwen te gemoct gaan.
Eerst worden de beraadslagingen geopend over de algemeene strekking van
dit ontwerp van adres.
De Heer van Goltslein houdt cene uitvoerige rede, waaruit wij den vol
genden hoofdinhoud medcdeelen.
Het adres (zegt de Spr.) moet in gewone tijden in zich bevatten dc juiste
waardering van de staatkunde der Regering, de blootlegging van dc behoef
ten en verlangens der Nalie en de aanwijzing der middelen, tot bevrediging.
En indien de Natie te dien aanzien instemt met de Regering, ontstaat daar.
door het wederkeerig vertrouwen.
Deze opvatting van den aard der Troonrede cn barer beantwoording is
steeds dc mijne geweest en de miskenning daarvan heeft mij dikwerf geleid,
om daaraan mijne stern te weigeren.
Die vereischten kunnen thans echter niet worden gevorderd want zij pas
sen niet voor den buitengewonen toestandwaarin wij verkeeren.
Uit dien hoofde hcaam ik ten volle den toon van eenvoudigheid, die in
het antwoord op de Troonrede heerschteven als zij in dc Troonrede zelve
doorstraalt.
Hetgeen mij in het bijzonder getroffen heeft in deze Troonrede, is de
duidelijke en degelijke wijze, waarop de Grondwets-herziening gekenschetst
wordt, door te zeggen, dat ons staatsgebouw op dezelfde grondslagen is
gevestigd gebleven, maar zijne inrigting gewijzigd naar de behoeften des tijds.
Wij moeten het ons toch steeds duidelijk voor oogen stellen, dat de
constitutionele monarchie onder ons, bij het herleven van Necrlands volks
bestaan, opgerigt is cn thans tot volkomene ontwikkeling gekomen, zonder
dat de aard der Staats-inrigting eenige verandering heeft ondergaan. En
indien wij ons daarbij herinneren, dat het erfelijk Koningschap daarvan een
noodwendig bestanddeel' uitmaakt, beseffen wij diep, dat daarin gcene ver
andering kon noch mogt tot stand komeri.
Het Koningschap, in het regerend Stamhuis gevestigd, is het natuurlijk
uitvloeisel van de volksleus: Vaderland en Oranje! cn het vormt den grond
slag van het staatsgebouw, dat, bij het aanranden van dezen, aan het wan
kelen moet geraken. Het Koningschap is toch gcenc stichting, die enke! in
het belang van een bijzonder persoon of van een bijzonder geslacht tot stand
is gekomen, maar evenzeer, cn wel voornamelijk, in het belang van hel al
gemeen, omdat, zonder hetzelve, de Staat aan velerlei beroerten en wanorde
is blootgesteld, die noodwendig de algemeene welvaart sloopen en dc openbare
rust verstoren moeten. De geschiedenis van onze dagen is daar, om aan te
toonen, welke de uilkomst is, die eene Natie wacht, die zich aan de sloo
ping van een noodwendig bestanddeel van eene behoorlijke Staatsinrigting
waagt.
Wij moeten dus zeggen, dat bet staatsgebouw op dezelfde grondslagen ge
vestigd is gebleven. Wij leven in een tijdperk van openbaarheidzoo ik hoop,
ook in een tijdperk vuu openhartigheid vooral noodig in den tegenwoordigen
lijd, nn dc Natie geroepen zal worden, hare stem uit te brengen over dege
nen, welke zij geschikt oordeeltbare belangen voor te staan cn bare behoef
ten kenbaar te maken. Zij moet zooveel mogelijk voorgelicht worden over de
gemoedsstemming van lien welke zij met bare keus vereeren wil, ten einde
zij niet later bespeuredat zij zich aan eene noodlottige vergissing overgaf.
De Spreker wil bier alle beeldspraak hebben vermeden, die zoo ligt de zaak
onjuist voorstelt of verkeerdelijk wordt opgevat. Zoo sprak de Minister van
Binncnlandschc Zaken op bet slot van zijne laatste rede van een scepter, die