LEYDSCHE COURANT. u 1848. WOENSDAG, 18 OCTOBER. N°. 125 De Courant wordt MaandagWo ens dag en Vrijdag uitgegeven vit Zaturdag avond. Die van Maandag komt •Jv ZJe Prijs der Courant is f 12 het jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. - Intrekking der Oude Munten. Bij besluit van Z. M. van den S"1'" dezer, zullen met den 29ston buiten koers worden gesteld de oude voor 23 Centen "koers hebbende Schellingen en Zesthalven, alsmede de één vierde Guldenswelke tegen gangbare muntspeciën en munt biljetten zullen kunnen ingewisseld wordenvan den 23stea tot den 28sten en den 30sten dezer, bij de ontvangers der belastingen de Nederlandsche Bank en de betaalmeesters in de Arrondisse menten. B1NN EN LAN DSC HE B E R1G TEN LEYDEN17 October. Uil N°. 35 der Geneeskundige Courant voor het Koningrijk der Neder landen, nemen wij over de volgende korte aankondiging der: Memoria Gerardi SandifORTMed. Doet. et in academia Lugduno-Balava profes- sorisde fundi die XI M. Maii 1848, celehravit G. C. B. SüRINGAR. Het wekt steeds een gevoel van eerbied bij ons opwanneer wij ter nage dachtenis van eencn pas ontslapene, eene gedrukte hulde lezen. Dit gevoel wordt nog verhoogd en met dat van achting vermeerderd, wanneer het een ambtsbroeder van den overledene is, die zijne droefheid lucht geeft in het opsommen der edele hoedanigheden van den verscheiden vriend. De Hoog- leeraar Suringar heeft, in het bovenstaande werkje, eene beknopte biogra- phie gegeven van zijn overleden ambtgenoot Sandifort, en in sierlijke zinnen, die van zijne bedrevenheid in de klassieke letterkunde getuigen, de verschil lende begaafdheden geschetst, waarvan Sandifort bezitter was. AVanneer men alleen in aanmerking neemt, dat Sandifort niet alleen in de physiologie en anatomie uitmuntte, de teekenkunst met gelukkig gevolg uitoefende, alsme de de pleisterkunst, dat hij in de botanie genoeg ervarenheid had, om daarin zelfs eenigen tijd tc doceren, dat de voornaamste buitenlandsche ge leerden over zijne schriften een gunstig oordcel velden, dat bet ontleedkundig kabinet te Leyden vooial aan hem zijne orde en volmaaktheid te danken beeft, enz. dan kunnen wij den geleerden auteur gerustelijk nazeggen: Et hoe tarnen viri magni et prorsus eximii nomine Sandifortius fuil dignissi- musidque ah oinni posleritate merehilur. Wij bevelen deze hartelijke hulde onzen kunstbroeders ter lezing aan. Van een karakter, zoo edel als dat van Sandifort van eene onwankelbare en on vermoeide liefde voor de wetenschap als de zijne, en van den roem, dien hij der Leydschc academie aanbragt, mag geen enkel Nedcrlandsch arts onkun- blijvcn. Sit illi terra levis In onze vorige deelden wij na de aanspraak door den Minister van Binnen landsche (onze Correspondent had opgegeven: van Buitenlandsche) zaken bij dc sluiting der Kamers, reeds mede, dat in het Staatsblad, N°.59 70, de twaalf hoofdstukken der Grondwet waren opgenomen, en deze den 3dtn November zouden worden afgekondigd. De Koninklijke publicatie daarop betrekkelijk, is in de volgende bewoordingen vervat: Wij Willem II, enz. Aan allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! Het grootste werk van wetgeving, dat een Vorst in overleg met zijn Volk kan tot stand brengen, is de herziening, wijziging en verandering der Grond wet, waarop het Staatsgebouw rust. Dit werkop Onzen last aangevangenaan de vrije bcoordeeling van bet volk onderworpen, herzien en eindelijk aan de Staten-Gencraal, in enkelen cn dubbelen getale voorgelegd, om in gemeen overleg met Ons die bekrach tiging te erlangen, welke de Grondwet eischte, is thans door de medewerking dier Staten tot stand gebragt. Hetzelve is vervat in twaalf wetten, welke nog op heden, onder n°. 59 tot 70in het Staatsblad zullen worden opgenomen. Wij hechten aan deze wetten Onze algeheele goedkeuring cn geven daaraan Onze Koninklijke sanctie. De Grondwet eischt, dat deze wetten plegtig zullen worden afgekondigd. Wij verklaren alzoo, dat de veranderingen cn bijvoegsels daarin vervat, voor zoo ver zij niet uit haren aard van tijdelijke werking zijn moeten beschouwd worden te hebben dezelfde kracht als de overgeblevene bepalingen der Grond wet cn met dezelve uitmaken de Grondwet van het Koningrijk der Neder landen. En hebben Wij goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en ver staan bij deze, dat twintig dagen na dc dagteekening van heden, en alzoo op den derden November 1848, ten klokke twaalf ure, in eene plegtigc open bare zitting van den Hoogen Raid der Nederlanden, van dc Provinciale Ge- regtshoven en van de Arrondissements-Regtbanken de twaalf wetten onder n°. 59 tot 70 in het Staatsblad opgenomen, door de Griffiers zullen worden voorgelezen en alzoo plegtig afgekondigd, en dat deze Onze publicatie op het zelfde tijdstip van de puijen der Raadhuizen van de steden en gemeenten zal worden afgelezen, nadat een half uur te voreri door het luiden der klokken, de plegtige afkondiging in dc openbare zittingen van den Hoogen Raad, der Provinciale Geregtshoven cn Regtbanken en het aflezen der Publicatie zal zijn afg ekondigd. •sGRAVENIIAGE, 17 October. Z. M. heeft den Voorzitter van de Tweede Kamer, gedurende de voorgaande Zitting, Jhr. W. Boreel van Ilogelanden, benoemd tot Commandeur der Orde van den Nedcrlandschen Leeuw. Z. M. heeft benoemd tot Kantonregter te Delft, den Heer Mr. C. E. Overgaauw Pennis, thans Griffier bij dat Collegie en zulks in plaats van wijlen Mr. S. Roosendaal. Nog heeft Z. M. benoemd lot Rcgter in de Arr.-Regtbank te Dordrecht; Mr. J. C. P. Graaf van Ilogendorp, thans Kantonregter te Gorinchcm. De troonredewaarmede Z. M. de Koning Maandag dc Kamers heeft geopend, [door ons dien dag in eene buitengewone Courant medegedeeld,] is de volgende: »Edel Mogende Heeren! Het zal Uwe goedkeoring wegdragen dat Ik mij bij de opening dezer Zit ting onthoude van bet gebruik te volgen, om, als tot inleiding der werk zaamheden een overzigt te geven van den toestand des Lands cn van dc voornaamste wetsontwerpen, welke zullen worden aangeboden. De bestemming toch dezer Vergadering is van meer bijzonderen aarden deze beide Kamers der Stalen-Generaal zullen eerlang worden vervangen door anderezamengesteld en gekozen volgens de voorschriften die bij de herziening der Grondwet in de naauwelijks afgeloopen Zitting lot stand gebragt, in die wet zijn opgenomen en weldra plegtig zullen worden afgekondigd. Desniettemin, £d. Mog. Heeren! kan Ik mij niet weerhouden, bij deze gelegenheid de overtuiging uil te spreken, dat er zich in den algemeenen toestand des Vaderlands, in aanmerking genomen het zorgvolle der tijdsom standigheden onderscheidene gunstige kentcckenen openharen. Hetzij Ik acht sla op onze betrekkingen met andere Mogendheden, of liet oog vestige op onze Bezittingen in andere werelddeelenof op de belangen van Handel, Scheepvaart, Landbouw cn de overige bronnen van volksbestaan, overal ontmoet Ik bij veel dat bekommering wektook zeer veeldat op beurt en bemoedigt. Niet bet minst waardeer Ik, onder dit laatste, de voorbeeldige wijze, waarop bet groot cn gewigtig werk der herziening van de Grondwet is aan gevangen voortgezet en voleindigd. Terwijl vele Stalen van Europa, door geweldige beroeringen tot in hunne diepste grondvesten worden geschokt en het burgerbloed daar de Staten vcrwt, mogt dit land van de hitte der burgertwisten en de rampen van wanorde en regeringloosheid blijven bewaard; ja, werd door dit land bet voorregt genoten, dat dc Wetgevende Magt zonder stoornis, met volkomene onafhankelijkheid, en in den meest eendragtigen zin, ook daar waar ver schil van gevoelens heersebte, bare uitgebreide, voor het lot des lands zoo beslissende taakrustig volbragt. Voor dezen zoo gelukkigen afloop der altijd hagchelijke onderneming eener algemeene herziening der hoogste Staatswet, liet Ik mijne erkentelijkheid bij het slniten der jongste Zitting betuigen, aan die Kamers der Statcn-Gcne- raaldie daartoe hunne ijverige medewerking leenden; voor Mij-zelven, en voor dit plegtig oogenblik heb Ik het bewaard alle mijne beminde landge- nooten dank te zeggen voor hunne gematigdheid, voor hun vertrouwen, en voor hunne gehechtheid aan wet cn orde, zoowel als voor hunne verkleefdheid aan Mij en mijn Huis gedurende de vele maanden, voordat gewigtige werk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 1