on rcactionnaire pogingen met al de aan ons ambt verbondene magt tegengaan. Vooral zullen wij in alle takken van openbaar bestuur, in bet burgerlijke en militaire, voor de strengste opvolging dezer beginselen ernstig zorg dragen. De staatsregeling, die deze hoogc vergadering op het punt is gezamenlijk met de Kroon vast te stellen, zal, zoo wij hopen, den waarborg in zich be vatten, dat bet Pruissische volk, innig verbonden met de gehecle Duitschc natie, eendragtig en sterk, vrijheid en orde genietende en bij ongestoorde ontwikkeling van alle zijne krachten en gavenmet zekerheid eene verhevene toekomst te gemoet zal gaan en zijne door de wereldgeschiedenis aangewezen roeping vervullen zal. Deze vrije ontwikkeling van ganscher harte willende bevorderen, zullen wij niet vergelen, dat het de pligt van elke Regering is, om anarchie en wanorde tegen te gaan, een pligt, welks strenge vervulling op een ieder rust, daar de ware vrijheid slechts bestaan kan waar eene wettelijke orde van zaken heerscht, en met die vrijheid de landbouw, de handel en de nijverheid. Laat ons bedenken, dat wij den winter met zijnen veelvuldigen kommer te gemoet gaan. Hoe verder de tijd verloopt, des te dringender is de noodzakelijkheid om de staatsregeling, overeenkomstig het vurig verlangen des volks, vast testellen. Wij zullen de bespoediging van dit werk, zooveel dit in onze magt is, be vorderen, en tot dat einde nevens de beraadslaging over de wet op de bur- gcrwapening en de gemeente-instellingen, ook de indiening van het ontwerp tot regeling der kreits- en districts-instellingen zooveel mogelijk bespoedigen. Even als de regten en de vrijheid van het volk, zoo zullen wij ook de regten en de waardigheid der Kroon steeds ongeschonden bewaren, en met de zelfde kracht verdedigen. Gelijk onze pligt voorschrijft, zullen wij u, mijne Heercn, de Vertegenwoordigers van het volk, omtrent ons bestuur verslag geven en behoorlijk acht slaan op de door u met opzigt tot hetzelve geuite wcnschen. Eveneens houden wij het echter voor onzen pligt, om ook daarbij de regten der Kroon, als de eenige die met de uitvoerende magt bekleed is, getrouw te beschermen. Wij aanvaarden het zware ambtdat wij in het volle bewustzijn der daar aan verbondene verantwoordelijkheid op ons genomen hebben met de hoop en bet vertrouwen dat het zwaarwigtigc onzer gemeenschappelijke taak en eene gelijke liefde voor het vaderland ons in alle gewigtige punten eensgezind zullen maken. De benoeming van bet ministerie Pfuel verwekt groot misnoegen onder de partijdie bij petitie het opdragen van net vormen er van aan Waldeck verlangd had de zittingen der Kamer dragen niet geringe blijken van die gisting maar vooral in Keulen is de demokratische partij werkzaamom met elke gebeurtenis te Berlijn haar voordeel te kunnen doen; de gematigden, vreezendc dat deze verceniging de zaken te verre zou kunnen drijven zijn er evenwel op bedacht een tegenwigt daartegen te stellendoor bet onder de leiding van Ravaux en Borcborst oprigten van een ander meer gematigd de- mokratisch genootschap. WVRTEMBERd. STUTTGART, 22 September. Eergisteren zijn de Kamers weder geopend. De Regering erkent onvoor waardelijk de besluiten van bet Parlement te Frankfort en zal eene constitue rende vergadering bijeenroepen. De belastingen zullen, wegens de meerdere uitgaven uit hoofde van de tijdsomstandigheden, moeten vermeerderd worden doch de tienden zullen worden afgeschaft. Er heerscht eene groote gisting der gemoederen te Esslingen is in eene talrijke volksvergadering de republiek geproclameerd. BA9E91. Den 22slen dezer is een republikeinsch vrijcorps van omstreeks 3,000 man onder aanvoering van Struve, bij Lörrach over den Rhijn getrokken en des morgens vroeg reeds te Sehliengen aangekomen. Met couriers was de tij ding het eerst naar Freiburg overgehragt, waar slechts eene bezetting van 800 a 1000 man lag, die echter weldra van Rastatt en Karlsruhe versterking ontvangen had. Berigtcn uit Heidelberg bevestigen deze tijding. Uit Frank fort waren 's morgens den 23stc" Pruissische en Hessen-Darmstadtsche troepen Je Mainbrug overgetrokken om langs den Main-Neckar-spoorweg zich derwaarts te begeven. OOSTENRIJK. WEENEN 21 September. De Rijksdag heeft de deputatie van den Hongaarschen Rijksdag niet willen ontvangen, maar slechts haar adres aangenomen. Volgens berigt uit Triest van den 17(|C[>, is de Oostenrijksche vloot dien dag van Pola naar Venetië gestevend om die stad te blokkeren. Er werden geen passen naar Venetië meer afgegeven. FRANKFORT. 23 September. De stad is wederom in rust, maar er zijn wel 15,000 man troepen aanwe zig en meerdere zijn nog in aantogt om in de omliggende plaatsen gelegerd te worden. Den 20sten heeft de Rijksstcdchouder de volgende proclamatie uitgevaardigd Aan het Duitsche Volk oDuitschers! De misdadige voorvallen in Frankfort, de voorgenomen aan val op de Nationale Vergadering, het oproer in de straten, dat door kracht van wapenen heeft moeten onderdrukt wordende schandelijke sluipmoorden de gevaarlijke bedreigingen en mishandelingen aan enkele Afgevaardigden ge pleegd, dit alles heeft duidelijk de plannen en middelen eener partij doen kennen, die ons vaderland aan al de verschrikkingen der regeringloosheid en van den burgeroorlog ten prooi wil geven. Duitschers! Uwe vrijheid is mij heilig. Zij zal door het werk der staatsregeling, waarloc uwe vertegenwoordigers hier bijeengekomen zijn, duur zaam en onwrikbaar gegrondvest worden. Maar zij zou u ontnomen worden wanneer de wetteloosheid met hare gevolgen zich over Dnitscliland ver spreidde. «Duitschers! Door de wet van den 28ste" Junij 1848 is mij de uitvoe rende magt gegeven in aangelegenheden, die de algemccne veiligheid en wel vaart van Duitschland betreffen. Ik heb ons vaderland te beschermen, wan neer het door vijanden van buiten, of door misdadige handelingen van bin nen in gevaar wordt gebragt. »Ik ken mijnen pligt en zal dien vervullen: ik zal dien getrouw en naar bebooren vervullen. En gij, Duitsche mannen, die uw vaderland lief hebt gij zult mijik ben er verzekerd vankrachtdadig ter zijde staan." In de Zitting van de Nationale Vergadering van gisteren is het ont werp eener aanspraak aan bet Duitsche volk ter tafel gebragt, waarin hoofdzakelijk gezegd wordtdat er nooit aan eenige vergadering grootere of zwaardere taak was opgelegd, dan aan deze. De algemeenc regering voor het gezamenlijke Duitschland werd geregeldvoor de regten des volks een vaste grondslag gelegd de toekomstige staatsregeling van bet verecnigd vaderland met kracht voorbereid. Maar men heeft het gewaagd hare besluiten met den naam van hoogverraad te hestempelen. Het oproer heeft openlijk rondom den zetel der vergadering en in de straten der stad het hoofd opgestoken. Afge vaardigden zijn gruwzaam vermoord. De vergadering voelt zich daarom ge drongen een woord aan het Duitsche volk te rigten. Zij vertrouwt, dat het Duitschc volk zijne eigene vrijheid in de vrijheid zijner vertegenwoordigers zal eerbiedigen en aan geen anderenhetzij enkelenhetzij vereenigingentoe laten dat zij hunnen wil in de plaats stellen van datgene, wat zij, aan wie de beslissing door de gczamentlijke natie is opgedragen, besluit, en dat zij niet van de haar aangewezen plaats wijken zullen, tot dat Duitschland zich één heeft gemaakt bij eene vrije staatsregeling. In de Zitting van heden is deze proclamatie met 197 tegen 173 stemmen verworpen. ZWITSERLAND. En groot gedeelde der leiders van den Lombardijschcn opstand, met Mazzini aan het hoofd, zijn naar het kanton Tessino gevlugt, en spannen aldaar tegen de Oostenrijksche Regering te Milaan zamen. De Maarschalk Radetzky, na zich twee malen, doch te vergeefs, deswege aan de Regering van Tessino gewend te hebben, had daarop alle betrekkingen met Zwitserland van de zijde van dat kanton afgebrokende brievenpost opgehouden en in eene nota ver klaard dat hij 2,000 in Lombardijë gevestigde Tessiners naar hun land zou doen vertrekken. Die nota was aan den Landdag medegedeeld, en had in de zitting van den igden eenc vr;j hevige beraadslaging veroorzaakt. Ook de Oostenrijksche Gezantvon Kaisersfeldhad die nota aan het eed- genootschappelijk Bewind doen toekomen, en ter ernstige overweging aan bevolen. ARADEM1E-NIEPWS LEYDEN, 26 September. Op aanstaanden Zalurdag, den 30sten dezer, zal de Heer Halbertsma Med. Chir. et Art. Obst. Doctor, het Hooglecraarsambt in de Faculteit der Geneeskunde aan deze Hoogeschool aanvaarden inet het houden eener plegtigc Latijnsche Redevoering, in het groot Auditorium, des middags te 12 ure. Wij zijn door het Collegie van Diakenen der Hervormde gemeente verzocht, het volgende te plaatsen Aan den Edel Achtbaren Heer Officier van Justitie lij de Arrondissements-Regtbank te Leyden. Hebben de Eer kennis te geven de OndergeteekcndenDiakenen der Neder- duitsche Hervormde gemeente te Leyden Dat (volgens hetgeen zij van verschillende personen vernomen hekben), in den ochtend van 21 September 1848 op last van Burgemeester cn Wet houderseen knecht van den Smid Bertram!genaamd Nicolaas Teeuwen heeft opengebroken of met keizers geopend kasten in het Huiszittcnhois, Armhuis der Nederduitsche Hervormde Gemeente te Leyden, en dat die zelfde Nicolaas Teeuwen, vergezeld door Johannes Holtz, Willem Werst, Dirk Veis lleyn en Joachim Johannes Colin, in tegenwoordigheid van den Notaris Pryn, van Andreas Hoed, Kleermaker, van Dirk Willemse, Oppas ser, en van den Commissaris van Policie Moulin met twee Agenten, heeft opengebroken of met keizers geopend de afsluiting der twee Turfschuren, (eene aan de Langegracht en de andere aan de Binnenvestgracht), sedert jaren in gebruik en in bezit, ten behoeve van de Armen der Nederduitsche Her vormde Gemeente te Leyden. Dat o. a. in die kasten werden bewaard papieren cn geldenen in de schuren eene aanzienlijke hoeveelheid larf, een en ander voor de Armen der Nederduitsche Hervormde Gemeente, en dat Diakenen, als Armverzorgers dier Gemeenteonder zich hebben de sleutels der kasten en schuren. Dat nu, na de gedane braak andere sloten zijn gemaakt, waarvan andere personen de sleutels hebben. Dat dus heeft plaats gehad verbreking of vernietiging van afsluiting, met het blijkbaar doel om daardoor in het bezit te geraken van zaken, waarop

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 3