TRIEST, 21 Augustus. De Fransclie oorlogs-stoomboot Sully is lieden alhier aangekomen met eene massa Duitschers, die uit Venetië, waar groote verwarring heerschtgedre ven zouden zijn. FRASHFORT. 28 Augustus. Dc groote opgewondenheid waarmede dc Rijksvergadering hij haren aanvang werd bijgewoond, slaat alreeds tot het andere uiterste van onverschilligheid over. Wanneer in eene zitting in den beginne de leden al getrouw opkomen, zoo sluit de zitting doorgaans met een gering getal. De redenaars zijn meestal zoo omslagtig, langwijlig en flaauw, dat de toehoorders er zachtjes bij inslui meren zoodat die zoo veel gerucht gemaakt hebbende vergadering al spoedig als in het vergeetboek zal geraken. Het Parlement heeft eindelijk, na langdurige beraadslagingen, gestemd over de artikelen der Grondwet, die de vrijheid van godsdienst betreffen. Zij zijn aangenomen als volgt: Ieder Duitscher geniet volle gcloofs- en gewetensvrijheid. Niemand is vcr- pligt zijne godsdienstige overtuiging te openbaren, of zich aan eenig godsdien stig genootschap aan te sluiten. Ieder Duitscher is onbelemmerd in de gemeenschappelijke uitoefening zijner godsdienst. Misdrijven en overtredingenin de uitoefening dezer vrijheid begaanworden naar de wet gestraft. Het genot der burgerlijke en staats-burgerlijke regten wordt door de gods dienst noch verleend noch verkort. Aan de staats-burgerlijke pligten kan zij gccne afbreuk doen. Den 26sten is hier eene deputatie van Weener Studenten aangekomen, een adres aan de linkerzijde van het Duilsch Parlement overbrengendevoor zien van omstreeks 100,000 handteekeningen. Zij is door de demokratische Vereeniging, onder het toestroomen van eene groote volksmenigte, plegtstatig ontvangen en bij het licht van honderde fakkels naar haar logement geleid. Er is hier eene vergadering van geleerden bijeengekomen, om te be raadslagen over de oprigting eener algemeene vrije Duitsche Iloogeschool bin nen deze stad. In de eerste bijeenkomst waren ruim 50 geleerden uit ver schillende oorden van Duitschland aanwezig, welk getal men denkt dat nog zal toenemen. Rr§LANB. WARSCHAU, 22 Augustus. De stad neemt meer en meer een oorlogszuchtig voorkomen aan op grond van geheime woelingendie der Regering zijn medegedeeldtrekken talrijke patrouilles door de straten en de troepen bivouakkeren des nachts op de open bare pleinen. Binnen kort verwacht men 6 regimenten Donsche kozakken waaronder ook het regiment lijfkozakken hetgeen een bepaald teeken is van de aanstaande aankomst des Keizersdie de inwijding van de monumenten die ter herinnering der veldslagen van Grochow en Wola in het jaar 1831, opgerigt zijn wil bijwonen. Dezen winter zal het koningrijk door vier corp senieder van 70,000 man, bezet worden, van welke het eene aan de gren zen van Westpruissenhet andere in het Groothertogdom Pozen het derde aan de grenzen van Silesië, Krakau en Galicië en het vierde in het binnenste des rijks zal komen te staan. De staatkundige gevangenen van het jaar 184G hebben de citadel nn ver laten sommigen hunner zijn onder de soldaten gestoken anderen naar Si berië gezonden, enkelen in vrijheid gesteld. Alle Poolsche vestingen zijn voor een geruimen tijd van levensmiddelen voorzienbinnen 48 uren kan een ge heel transport van Bialystock en Litthauwsch Brzesz naar Warschau ver voerd worden. TURKÏE. CONSTANTINOPEL9 Augustus. De choleradie met het einde der vorige maand ons bijna geheel had ver laten, is op nieuw met verdubbelde kracht uitgebroken. In de wijk der Grieken sterven dagelijks 50 tot 70 menschen, en vooral woedt de ziekte onder de geestelijken. De Russen, die voor eenigen tijd over de Pruth teruggetrokken waren, zijn weder teruggekeerd, rukken de Vorstendommen met 20,000 man binnen en op Bucharest aan. OOST-IN DIE. BATAVIA, 26 Junij. Uit een paar bijzondere brieven van daar omtrent de nederlaag op Balie, heden in het Handelsblad medegedeeldlaten wij hier een uittreksel volgen. Die schrijvers wijten den rampspoedigen uilslag, 1°. aan de stijfhoofdigheid van den overigens niet onverdicnstelijken Generaal van der AVijck. De Heer King die 22 jaren op Bali en Lombok handelde, had vele zaken die veran dering vorderden en voorzorgen die men nemen moest, aangewezen. Voorts was de magt de helft te gering, uit welk oogpunt het Engelsch dagblad van Singapore reeds den ongelukkigen uitslag als zeker had voorspeld. 2°. Heeft men 4 dagen met dc landing gedraald, om te wachten naar een onbeduidende koopvaarder, en zoo den vorsten van Klonkong en Karang Assam gelegenheid gegeven, zich met die van Singa Radja te vereenigen. 3». De Generaal heeft zonder krijgsraad te beleggenof iemand zijner hoofdofficieren te raadplegen het plan gemaakt, en niettegenstaande herhaalde opmerkingen zijner o verzuimd de minste verkenning te laten doen. 4°. Er is met zoovee barigheid te werk gegaan, dat toen men des daags na geland te zijn, het nenland introk, en toen de troepen, na eenen marsch langs een smal voetpad van 6 palmenvoor de linie van versterkte bentings stootte en Jaar een (Ï1 gevecht leverde, ten 10 ure van den morgen reeds gebrek had aan' ammunitie; zijnde toen reeds 80,000 geweer-patronen verschoten en 360 scbotcti door dc. altillerie en werpgeschut gedaan. Ook was er gebrek aan waterj, zoodat velen vari dorst zijn omgekomen. Wel zegt men dat de Koelie's ,\"fSestemd tot. transport van ammunitie, drinkwater, enz., zijn»op de vlogt gegaan, doch behoorlijk geëscorteerd kunnen deze bezwaarlijk wegloopen. Voorts zegt-men, dat de hulptroepen van Madura en Sumanap, die ons in den Javaanschen oorlog, op Macassar en bij de eerste Balische expeditie zoo veel dienst hadden bewezen, ditmaal blijken van onwil hadden gegeven, zoo zelfs, dat de Pan- gerangsaanvoerders dier troepen, hunne gouden kayongs (zonneschermen), welke het distinctief zijn van den vorstelijken rang, niet hebben uitgestoken. Dit schijnt het gevolg te zijndat aan hen die bij de eerste Balische expe ditie zich goed hadden gedragen en een aantal manschappen en één officier hadden verloren, geen kruisje van de Willemsorde is geschonken, waarmede men overigens zoo kwistig is te werk gegaan. Eene fout, wel niet aan den Generaal, maar toch aan ons Gouvernement te wijten, hetwelk moest weten hoe hoogst gevoelig de inlander van rang voor zoodanige onderscheiding is. VEREEKIG»E STATEN. De reusachtige brug over den waterval der Niagara is voltooid. A'an bene den geziengelijkt deze brugdie Qp eene hoogte van 250 voet boven den schuimenden waterval hangt, eene strook papier, die tusschen schier onzigt- bare draden zweeften door den wind heen en weder bewogen wordtreeds het denkbeeld, om van dezen weg gebruik te maken, verwekt duizeling. Overigens is de brug volkomen veilig; bij bare zamenstelling had men geen enkel ongeluk te betreuren. KERKNIEUWS. 's GRAVENHAGE, 29 Augustus. Uit het vroeger medegedeelde negental Predikanten heeft de breede Kerkeraad der Nederduitsch-Hervormde gemeente op lieden geformeerd het navolgende drietal: DD. L. Proes, te Leeuwarden; L. J. P. Mevboom, te Nijmegen, en J. T. van Hoogstraten, te Utrecht. Aan de Redactie van de Leydsche Courant. Meer dan eens en van verschillende zijden werden ook hier ter stede po gingen aangewend en voorstellen gedaan, om het lot der werklieden te verbe teren, en, mogt men al hen die tot volslagen armoede vervallen waren, niet kunnen redden, dan toch te zorgen, dat de nu nog ijverige werkman het groote heir van bedeelden niet ging vermeerderen. APaarom enkele dier voorstellenalshet inhouden van een gedeelte der daglooncn des zomers om die tegen den winter in eetwaren, brandstoffen enz. uit te betalen, bij het Stedelijk bestuur, het doen van betalingen niet op Zaturdag maar op AP oensdagenz. bij vele fabriekanten of bazen nog geencn ingang hebben gevonden, is mij onbekend. AVelligt om redenen die, zoo zij algemeen bekend waren geworden, het onmogelijke of bet onraadzame van zulken maatregel zouden hebben doen inzienen den bij velen nog bestaanden twijfel zouden hebben kunnen wegnemen, of de zaak wel met "al de aandacht die zij verdient, overwogen en behandeld is geweest. Maar bestaan er ook redenen die plaats hebbende misbruiken wettigen? mis bruiken die eenen allernadeeligsten invloed op den toestand der mindere klassenop den toestand der werklieden en op velen van het opkomende ge slacht moeten te weeg brengen? Het onderwerp is de oplettendheid van het Stedelijk Bestuur overwaardig, en hel belang der zaak noopt mij mijne op merking openlijk te uiten, om ook den invloed en de medewerking van mijne Stadgenooten in te roepen, waar op zich zelve en alleen staande pogingen krachteloos zouden blijven. Gisteren werden de brandspuiten beproefd en ontvingen de spuitgasten na geëindigden arbeid, zoo als gewoonlijk geschiedt bij zulke gelegenheden, van Stadswege wederom eenig drinkgeld. Naar ik vernam bestaat bij enkele afdeclingen der spuitgasten de gewoonte om die gelden onder elkander te ver deden; anderen begeven zich onmiddelijk in eene nabijgelegen kroeg en ver schaffen zich het genot van sterken drank. AVanneer nu, en dit moet veelal het geval zijn, eenige, dikwerf vele der deelgeregtigden tot zulk een kroeg- vermaak geene neiging hebben en zich naar huis begevenspreekt het van zelf dat de overblijvenden eene des te grooterc hoeveelheid jenever beschikbaar houden en gebruiken. Komt daar dan nog bij hetgeen hun door de brand meesters, vooral van zulken die nieuw aangesteld zijn, verstrekt wordt, dan behoeft het geen betoog, dat niet alleen de neiging tot het gebruik en mis bruik van sterken drank bevorderd wordt, maar dat voor velen de gelegen heid ontstaat om zich aan het verleidend genot te buiten te gaaneene gele genheid des te gevaarlijker, wanneer aankomende knapen, de kinderschoenen naauwlijks ontwassener aan bloot gesteld worden. En dat dit laatste ge schiedt, en dat de verderfelijke en betreurenswaardige gevolgen niet achter blijvenbleek mij gisteren toen eene troep van ruim twintigmeest alle nog zeer jonge AVcezen, uit een der gestichten hier ter stede, in eenen blijk baren staat van opgewondenheid langs straat liejren enkelen onmiskenbaar op misschien reeds binnen de grenzen van dronkenschap vurkcerendc. Men moge al veel op rekening stellen van de joligheid van hunnen leeftijd en den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 3