BCJITEl\LAi\DSCHE BERlGTEjN. Zij acht de oorlogskosten onvermijdelijk. Ton opzigtc der O. 1. geldmidde len, bestaat te veel onzekerheid om het te kort minder te durven stellen. Zij meent dat de berekening van bet tekort op de belastingen niet over dreven is, daar de bezwaren vooral op het 2de halfjaar zullen drukken. Zij mogt de beloofde wijziging in de aceijnsen niet aeliterwege laten, doch als die met Oct. werd ingevoerd zou dit verlies slechts de helft bedragen voorts is het nader gebleken dat uit de regeling der fondsen van kwade posten nog ƒ462,000 voor 1848 zou te goed komen, waardoor het gansche te kort van ongeveer elf rnilloenen op tien milliocn een honderd duizend gulden gesteld kan worden. De regering stelde de belasting op de bezittingen, omdat de inkomsten van velen, dit jaar zoo verschillend kunnen zijn van de vroegere, en achtte dat zij uit de inkomsten zal kunnen gevonden worden. Zij geeft voorts toe dat de belasting eerst met een bezit van 3000 zal aanvangen. Zij meent dat 3/4 Ct. niet te veel is om elf millioen te bekomen, en acht dat bij uitbreiding der vrijstelling voor de ambtenaren tot een inkomen van ƒ800, deze belasting niet meer dan 350,000 zal opbrengen, en keurt een opklimmende schaal af. AMSTERDAM, 7 Augustus. De Handelmaatschappij heeft voor deze stad bevracht 14, voor Rotterdam 11, voor Dordrecht 2 schepen, en voor Middelburg 1. AMERSFOORT, 6 Augustus. De staatscommissie alhier, tot het afnemen van examen ter toelating voor liet Akademisch onderwijs, heeft den 4den van de 11 jongelieden twee afgewe zen en den 5den van de 11 vier. MAASTRICHT, 5 Augustus. Het Journal de Limbourg meldt, dat te Roermond dezer dagen een adres aan Z. M. verzonden is, onderteekend door vele aanzienlijke grondeigenaars, handelaren en landbouwers uit die stad en hare omstreken, waarin zij hunne bezwaren te kennen geven legen eene vereeniging met Duitscbland, als hoogst noodlottig voor den landbouw, nijverheid en handel in dat gewest. Zij raden derhalve Z. M. aan, te ineerdaar hel grootste gedeelte van Limburgs inge zetenen de scheiding niet verlangt, een onpartijdig en grondig onderzoek te doen nair den aard van het beslaande belastingstelsel, dit te herzien en te verbeteren ten voordeele der mingegoedenwaardoor de oorzaak der klagten bij vele inwoners zal wegvallen, en niet het minste verlangen om rnct Duitsch- land vereenigd te wordenzal blijven bestaan. Hetzelfde blad schrijft uit Roermond van den lstcn Angu'tus, dat al daar sedert eenige dagen verschillende groepen afschcidingsgezinden de straten doorkruisen, zingende Duitsche patriottische liederen, terwijl de militairen van bet garnizoen wederkcerig Hollandscbe liederen aanhelFcn. Dit had den vorigen dag aanleiding gegeven tot eenen hevigen twist tusschen militairen en burgers, die hoog geloopen zou zijn, indien niet door de wakkerheid en goede gezindheid van twee Kapiteins, terstond de orde ware hersteld en verdere bot sing voorkomen. ENGELAW», LONDEN, 5 Augustus. Het Lagerhuis hield zich eergisteren in commitlé weder met de suiker- wet bezig, en dien dag en gisteren met de wet wegens de misbruiken bij de verkiezingen. Ook stond het de som van 28,455 ten behoeve van het Britsch museum toe, bij welke gelegenheid de ruime gift der boekerij van wijlen den Heer Grcnville aan die inrigting vermeld werd, welke boekerij op eene waarde van 54,000 wordt geschat. In de zitting van gisteren zeide Lord Palmerston, dat het Dnitsch Parle ment de schikking, ten jare 1839 gemaakt, en waaraan Engeland had deel genomen, ten opzigle der aanhechting van een gedeelte van Limburg aan België, van de hand heeft gewezen; maar hij kon, zoo als de zaken nu stonden, niet zeggen of de Engelsche Regering het al dan niet noodig zal vinden zich hiermede in te laten. In de laatste week is van hier gezonden 1,100 oneen goud en 247,000 oneen zilver naar Rotterdam; 216 oneen goud naar Harliugen en 108 naar Amsterdam. Men verzekert dat de hoofden van het Iersche oproerSmith Obrien Meagher en Dohenny in het gebergte van Kepper op de grenzen van het graaf schap Tipperary, een oproer onder de bergbewoners zoeken te weeg te brengen. Elf honderd Constabels zijn er heen gezonden om zich van hunne personen meester te maken. De prachtige inboedel van het kasteel Stowe zal den 15deD dezer door de schuldeischcrs van den Hertog van Buckingham worden verkocht. Alleen het zilverwerk weegt 4,000 Ned. ffi. FRANKRIJK. PARIJS, 6 Augustus. De Minister van Finantiën heeft de wet op de hypothekaire schuldvorde ringen ingetrokkendaar in de Nationale Vergadering een amendement was aangenomen, hetwelk in die wet eene geheele verandering bragt. In die ver gadering van Vrijdag zijn nog eenige wetten van weinig belang aangenomen. De Heer Ricci door het Hof van Turyn, zooals gemeld is, met eene bij zondere zending bij onze Regering belast, heeft nog onderscheiden bijeenkom sten met den Generaal Cavaignac en [den Minister van Buitenl. Zaken gehouden, die ten gevolge zullen hebben dat het Alpen-leger zal versterkt worden en naar de uiterste grenzen zal rukken ten einde bij alle voortallen gereed te zijn. Generaal Lamoricière zal met het opperbevel belast worden. In den nacht van den 5den, zijn 600 personen, tot deportatie veroor deeld, naar Havre gevoerd; zij zullen door anderen gevolgd worden. Het onderhoud van de gevangenen opstandelingen kost den staat dage- gelijks 17,500 fr. De Spaansche Regering zou thans de schuldvordering der onze erkend hebbenwegens de oorlogskosten in 1823 en eene gemengde commisie heb ben benoemd om het bedrag daarvan op te maken. Er wordt nog steeds de hand gehouden aan het besluit der Nationale Vergaderingdat er 50,000 man rondom Parijs moet liggen. Het getal dat binnen de stad is, bedraagt ruim zoo veel. Het Noorderkamp wordt aanmerkelijk versterkt. Men schat dat er 8 h 10,000 man zijn verzameld, en al de bastions van Batignolles tot Pont de Flandres zijn met twee stukken geschut beplant. Er is sprake van eene inschrijving door gansch Frankrijk om Generaal Cavaignac een bewijs van erkentelijkheid aan te bieden, voor zijn beleid en geestkracht in de Junijdagcn. Men wacht binnen kort een ontwerp van wet op de gemeente-octrooijen. ITALIË, Een dagblad van Turyn van 31 Julij meldt, dat Karei Albert een corps Oostenrijkers verslagen beeftdat zich van Cremona wilde meester maken en bet 2,000 man heelt ontnomen. Na de vroegere gemelde nederlaag van zijne eigene legermagt, heeft hij in eene proclamatie aan zijne soldalen, hun veel lof toegezwaaid en bemoedigd en een aan de Italianen uitgevaardigd die aldus luidt altaliaanscbc Volken Na verschillende gevechten, waarbij ons leger, in weerwil van zijne min dere sterkte, door zijnen uitstekenden moed vrij talrijke voordeden wist te behalen, verpletterd door de overinagtuitgeput van vermoeijenis door de gedurige marschenonder eene brandende hitte en door bet gebrek aan le vensmiddelen heeft het verloren en hernomen, maar toch ten laatste de stel lingen niet kunnen behouden, die het op de oevers van de Mincio veroverd hadin de omstreken van Goïto omsingeld heeft het zich aan eene dier verschrikkelijke crisis overgelaten gezien waarin eene uiterste poging altijd een afgrijselijk bloedbad met zich sleept. In deze ernstige omstandigheden, die mijn hart als Koning en Opperhoofd van dit moedig en bemind leger met leed vervulden, hebben wij, na het gevoe len van eenen krijgsraad gehoord te hebben, besloten aan een zoo groot bloed vergieten een einde te maken, door den vijand eenen wapenstilstand voor te stellen. Maar de voorwaarden, die hij eischte, waren van dien aard, dat wij niet eens konden besluiten er over in onderhandeling te treden, daar wij meenden, dat wij ons met u eerder aan het uiterste moesten blootstellen, dan de eer en het belang van het vaderland in de waagschaal stellen. Italianenwapent u en trotseert het gevaar met de kracht van geest die het gevaar bij de erfgenamen van zoo veel roem nog doet aangroeijen verkiest de uiterste opoffering boven de vernedering en het verlies uwer onafhankelijk heid. Het leger te midden der gevaren en kwellingen, door de liefde voor het vaderland ondersteunende, is nog steeds bereid, voor het vaderland al het bloed op te oflerendat het overblijft, en ik hoop dat de Voorzienigheid ons niet zal verlaten bij de verdediging van de heilige zaak, waaraan ik mijn leven en dat mijner zonen heb toegewijd." De Koning had aan Radetzky voorslagen tot vrede laten doen, die door dezen waren afgeslagen, gelijk ook door den Koning diewelke Radetzky hem gedaan had. Van zijnen kant heeft deze laatste eene proclamatie aan de inwoners van Milaan uitgevaardigd, waarin hij hen dringt, om zich over te geven, zullende hij hen en hunne eigendommen eerbiedigen. Volgens berigten uit Goito, van 29 Julij, had de Maarschalk Radetzky zich, na de inname van dat belangrijk punt snel in beweging gesteld en was den vijand, die over Cremona terugtrok, op den voet gevolgd. Het gros van het Italiaansche leger bestaat nog slechts uit drie brigadenin den na middag van den 28steD had Koning Karei Albert nogmaals over den wapen stilstand willen onderhandelen maar thans eischte de Maarschalk betaling der oorlogskosten. De aan de brigade Simbschen ontnomene kanonnen zijn te Goïto teruggevonden. De Maarschalk heeft den aan Koning Karei Albert ontnomene buit onder de troepen laten verdoelen dezelve bestond uit 2 mil lioen lire uit de koninklijke kas en des Konings zilverwerk. De IlaliaaDSche troepen hebben over Cremona den weg naar Lodi ingeslagen. De desertie moet in het leger des Konings groot zijnmen rekende dat meer dan 15,000 Piemontezen hem hadden verlaten en hij over niet meer dan 25,000 troepen beschikken konterwijl Radetsky wel 80,000 man onder zich had. De laatste berigten melden dat de Koning zijn hoofdkwartier had te Quin- soni, tusschen Cremona en Bozzolo, het leger in goede orde was, en de soldaten van alle kanten naar hunne corpsen snelden. Volgens bijzondere berigten van het Brusselsch dagblad Vbulépendan ce, zou er te Parijs eene tijding van den 2den dezer uit Milaan zijn ontvan gen dat de Oostenrijkers het Piemontsche leger hadden omsingeld en onder brandstichting en vernieling naar Milaan optrokkenzoodat men de tijding

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 2