KENNISGEVING. einde Duitschland te helpen in het handhaven van zijne onschendbaarheid en onafhankelijkheid. Het Russisch grondgebied was sinds lang bevrijd, en toch ging Jfusland steeds voort om zijne Duitscbe bondgenooten op alle slagvelden van Europa te volgen en te ondersteunen. Nog onlangs in 1840, toen de oorlog een oogen- Ivlik op het punt scheen van aan den Rhyn uit Ie barsten, hadden wij onze zedelijke en militaire magt ter hunner beschikking gesteld. Gedurende dien langen dric-en-dertigjarigen vrede, waarvan de woelzieke geest van het te genwoordig geslacht zoo ligt geneigd is de weldaden te loochenen, hebben wij nooit opgehouden er naar te streven, om aan Duitschland eendragt en eenheid aan te bevelen en die te bevorderen; ongetwijfeld niet die materiële eenheid, zoo als tegenwoordig de democratie die droomt, en die, indien zij verwezen lijkt kou worden zoo als eerzuchtige theorien haar hebben opgevat, ongetwij feld vroeg of laat Duitschland met alle naburige Staten in oorlog zou bren gen maar de zedelijke eenheid de opregte overeenstemming van inzigten en bedoelingen omtrent alle politieke vraagstukken, die het Duitsch ver bond met het buitenland te behandelen had. Die eenheid te handhavende banden naauwer toe te halendie de Duitschc regeringen aan elkander verbinden, dat was het waarnaar onze staat kunde enkel streefde, oindat wij den Europeschen vrede wilden, en omdat in onze oogen zijn zekerste waarborg altijd gelegen is geweest in de innige vcrceniging van alle regeringen van hel Duitscbe bondgenootschap. In weerwil van alle uitdagingen en beleedigingen is onze gezindheid niet veranderd. Wij weten dat wij veel moeten toeschrijven aan oogeuhlikkclijke dronkenschap en opgewondenheid, die door zooveel onverwachte, plotselinge en buiten alle berekening liggende gebeurtenissen zijn veroorzaakt. Wij kunnen onzen twijfel en onze bezorgdheid koesteren omtrent den uit slag van de groole proef die Duitschland op hel oogenblik neemt, ten einde aan zijne nationaliteit een hoogeren graad van kracht en zamenhang te geven, maar die twijfel en bezorgdheid hebben nooit de grenzen van het gebied onzer bijzondere meeningen overschreden. Wij willen niets liever dan weldra gerustgesteld te worden; en indien Duitschland inderdaad er in slaagt om het vraagstuk zijner organisatie op te lossen, zonder nadeel voor zijne inwendige rust en zonder dat de nieuwe vorm zijner nationaliteit van dien aard zij, dat de rust der andere Staten daar door kan worden in de waagschaal gestelddan zullen wij het oprcgtelijk d larmede gelukwensohen. Indien wij alleen de aantijgingen der demagogische partij van ons hadden af te weren, dan zouden wij er geen acht op slaan. Haar bepaalde plan is haar land met ons in onmin te brengen ten einde door den oorlog ccne verwar ring te doen ontstaan, waarvan zij ten voordeele van hare anarchistische plan nen voordeel hoopt te trekken. Alzoo bij haar het vaste voornemen bestaat, om ons geen regt te laten wedervaren, en hel nutteloos is te trachten hem te overtuigen die niet over tuigd wil worden, zoo zouden wij, indien wij geen andere tegenstanders dan dezen hadden er ons toe bepalen ze met stilzwijgen te beantwoorden. Maar naast haar staan menschen die, uit onwetendheid of ligtgeloovighcid de valschc indrukken aannemen, en dus zonder het te weten de rcvolution- naire partij in de hand werken; men hoopt hen tot cenen oorlog te bewegen, en dat moet men, zoo mogelijk, voorkomen. Het is derhalve de zaak der regeringen, der staatslieden, der verlichte leden van de wetgevende vergade ringen van allen, bij wie gematigdheid in hervormingsgezinde leerstellingen naauw verbonden is met den wensch, om voor hun land de weldaden van de weldaden van de openbare orde en van het monarchaal beginsel te behou den het is hun pligt om van hunnen wettigen invloed gebruik te ma ken ten einde mede te werken om ten aanzien van Rusland de afdwalingen der volksniesning te herstellen, en om deze te verhinderen eenen weg in te slaan, die vroeg of Iaat tot onberekenbare onheilen zou leiden. Doe aan alle verstandige lieden met welke uwe betrekking of het maat schappelijk verkeer u in gemeenzame aanraking brengen, wel begrijpen, dat de bedoelingen van den Keizer, ten aanzien van Duitschlaudwaarachtig vredelievend zijn en blijvendat onze wapeningen tot heden eene zuiver verdedigende strekking hebben, die, namelijk, om ons in staat te stellen aan een of ander van die onverwachte voorvallen het hoofd te bieden, waar omtrent men niets kan vooruitzien in den staat van overgang, waarin de laatste gebeurtenissen de wereld eensklaps hebben gebragtdatwat meer bijzonder Duitschland aangaat, zoolang dit ons niet zal aanvallen, zoolang het Verbond, welken nieuwen vorm dit zichzclvcn ook wil geven, de nabu rige Staten zal eerbiedigenen niet met geweld de grenzen van zijn grond gebied of zijne wettige bevoegdheid verder wil uitbreiden dan de tractatcn veroorloven volgens welke het bestaat, de Keizer insgelijks zijne inwendige onafhankelijkheid zal eerbiedigen. STABS BERIG T E IV. BURGEMEESTER en W ETHOUDERS der STAD LEYDENgelet heb bende op het 2de en 3de hoofdstuk van het Reglement voor het Bestuur dezer Stad, gearresteerd bij Zr. i\ls. besluit van den 4',en Januarij 1824, N°. 108, brengen bij deze ter kennis van derzelver ingezetenen, dat, ten einde bet Kies-Kollegic op den 30slen September aanstaandevoor de ge wone aftreding van - het 1/3 gedeelte, en van de veroorza~akte bnitengewone vacatures, weder aan te vullen, op den 31s,cn Augustus aanstaande, aan de stemgeregtigden biljetten ter invulling zullen worden rondgezonden, bene vens eene naamlijst der personendie de vereischten bezitten om tot kiezers t£ kunnen worden benoemd; welke stembiljetten, na behoorlijk te zijn inge vuld, eigenhandig geteekend en gesloten, op den vierden dag na de rund zen- ingvan wege dit Kollegie, door de Sta Is-bodenaan de huizen zullen worden opgehaald in eene geslotene kist; terwijl degeenwelke zijn biljet niet gereed ter afgifte zal hebben, gehouden wordt ditmaal te hebben afgezien van de uitoefening van zijn sieinregt. Dat gemelde naamlijstzoowel als die der stemgeregtigdenvan beden tol den 14dcu Auguslus aanstaande, de Zondagen uitgezonderd, 's morgens van 10 tot 1 uur, ter visie van het publiek zal liggen ter Rekenkamer dezer Stadten einde aan een ieder, welke verincenen mogt ten oriregte daarvan te zijn afgelaten, gelegenheid tot doleantie te geven, en alzoo zijn naam nog op dezelve, of op eene van beide zoude kunnen worden geplaatstdoch welke lijsten op den gemelden 14den Augustus finaal zullen worden ge,loten. En opdat niemand onwetend zoude zijn, zoo van hetgeen vercischt wordt om stemgeregtigil te zijn, als om tot kiezer benoemd te kunnen worden, wordt bij deze herinnerd aan de navolgende artikelen van het meergenoemd Reglement: Art. 2. Voor stemgeregtigden worden gehouden zij die ten minste gedu rende bet laatst verluopene jaar ingezetenen der stad of van derzelver grond gebied geweest, en nog werkelijk op liet oogenblik zelve ingezetenen daarvan zijnde, den ouderdom van 23 jaren hebben vervuld jaarlijks in.de verpon ding en verdere beschrevene Rijksmiddelen, huilen het patentregt, betalen niet beneden de zeven en twintig guldenaan de wettelijke verpliglingen aangaande de nationale militie; naar aanleiding der Grondwet op hen gelegd, tot op het oogenblik toe, hebben voldaan, en niet vallen in de termen van uitsluiting, bij hel volgende ariikei bepaald. Art. 3. Van de uitoefening van bet sieinregt zijn uitgesloten zij, die in dienst zijn, of pensioen gemeten van ccmge vreemde Mogendheid, buiten autorisatie des Konings; die zich in staat van geregtelijke interdictie bevin den, alsmede die aan welke geregtelijk een raadsman is toegevoegd; die in staat van faillissement zijn; die cessie van hunne goederen gedaan hebben; die een crimineel vonnis hebben ondergaan, door geeue nadere uitspraak of beslissing krachteloos gemaakt, die ten tijde van de stemopneming nog in staat van criminele beschuldiging zijn. Art. 4. In de beoordeeling der al ol met bevoegdheid tot uiloefening van bet stemregt, naar gelang der betaald wordende jaarhjksclie som in de bo vengemelde belastingen, zal alleen in aanmerking worden genomen het mon- tant, waarop men in die belastingen is aangeslagen, onverschillig of de goederen in de Stad zelve, of elders binnen het Rijk gelegen zijn, en of de daarvoor te betalen belasting al, ol niet, in eene andere gemeente wordt voldaan; zullende echter diegenenwelke derzelver belasting-betaling in eene andere gemeente ten dize zullen willen doen gelden, verpligt zijn, om daar van vooraf aan liet Sted'dijk bestuur kennis te geven, en des gevorderd aan dal bestuur de bewijzen van die betaling te vertoonen. Art. 5. De belasting wegens pandeu, in compagnieschap bezeten, opgebragt wordende, zal aan ieder eigenaar voor zijn aandeel worden toegerekend, mits de personen, welke daaruit hunne steingeregtigheid of bevoegdheid tot het kiezerschap zouden willen ontleenen, werkelijk als mede-eigenaars van zoudani»e panden op de registers der Ontvangers van Directe Belastingen hekend staan. Art. 6, AVat aangaat liet bedrag van belastingen wegens verhuurd wor dende buizen, ot andere eigendommenwaarvoor de eigenaars zijn aangesla gen, doch door de huurders aan beu restitutie geschiedt, zal dit bedrag onder de opbrengst der eigenaren blijven, als alleen daarvoor bij de Ontvangers be kend staande. Art. 7. Zij, welke gehuwd zijn, hetzij in gemeenschap van goederen, of daar builen, met vrouwen, die de bepaalde somme in de bovengemelde be lastingen opbrengen, zullen, ofschoon ter zake van bunnen eigen aansla» niet bevoegd, niet te min ter uitoefening van liet stemregt W'orden toegelaten, wanneer zij de overige vereischten in zicli verecnigen zoo als ook de vader van een minderjarig kindhetwelk de bepaalde somme in de belastingen op brengtwanneer hij uit eigen aanslag niet reeds lot bet stemregt mogt be voegd zijntot de uitoefening van hetzelve zal toegelaten worden indien bij de overige vereischten bezit, hetgeen evenzeer liet geval zal zijn ten opzigtc van een' meerderjarigen zoonof eenen der meerderjarige zoons van eene moeder-wed uwe, welke zieb in gelijk geval bevinden mogt. Art. 8. Zoodanige moeders- wed uw enwelke verlangen'zoudendat die uit oefening geschiede, zullen verpligt zijn dengenen van derzelver zoons, door wien zij, bij voorkomende gelegenheden, de uitoefening tot weder opzeggings toe zouden begecreii verrigt te hebben aan liet Stedehjk Bestuur kenbaar te maken, om daarvan de rioodige aantcekeiiing te kunmn houden tot narigt terwijl bet voorschreven Bestuur de moeders-weduwen, voor zoo verre die aan hetzelve inoglen bekend zijn, of door hetzelve ondersteld worden in de termen te dezen te verkeerenmet de vorenstaande bepaling zal bekend maken. Art. 9. Het zal onverschillig zijn, of de opgegevene zoon gehuwd of onge huwd is, en al, of niet, bij de moeder-weduwe inwone, mits bij den ouder dom van 23 jaren vervuld bebbe, en alle verdere vereischten (dat omtrent de belastings-betaling alleen uitgezonderd) in de stemgeregtigden gevorderd wordende, bezitte, voor zoo verre luj namelijk niet reeds uit eigen lïoufde bet stemregt uitoefent, daar er door cenen persoon niet meer dan eene slem kan worden uilgebragt. Art. 6. De zes voorgaande artikelen zijn ook tot de bevoegdheid, om tot het kiezerschap te worden benoemd, toepasselijk, behoudens de verdere ver eischten der kiezers, volgens de bepalingen van art. 23 van dit Reglement. Art. 20. Indien er, ter gelegenheid der stemming voor kiezers, ter ver vanging van het gewone aftredende een derde, ook tevens voor de vervulling van buitengewone vacatures in het Kiezers-kollegie wordt gestemd, en er dus wordt gestemd voor een getal kiezers plaatsen dat der gewone aftreding te bovengaande, zullen de personen ten getale als de gewone vacatures be dragen welke de meeste stemmen zullen hebben bekomen beschouwd wor den als ter vervulling der gewone vacatures te zijn benoemd, en diegenen welke op dezelve personen in betrekkelijke meerderheid van stemmen zullen volgen, ten getale als de buitengewone vacatures bedragen, worden beschouwd ter vervulling dier buitengewone vacatures te zijn benoemd, met dien ver stande, dat, wanneer de nog overgebleven termijn van zitting van de gewe- zene kiezers door wier gemis de buitengewone vacatures zijn ontstaan verschil lend mogt zijn, alsdan diegeen der benoemden voor deze buitengewone vaca tures, welke het eerst in voege vorengemebl de betrekkelijke meerderheid zal hebben bekomen, geacht zal worden verkozen te zijn ter vervulling van de buitengewone vacature, waaraan nog de langste termijn is verknocht, en zoo vervolgens bij afdaling. Art. 22. Een derde deel der kiezers zal om de drie jaren naar toerbeurten aftredende aftredenden zijn echter weder verkiesbaar enz. Art. 23. Niemand kan binnen de Stad kiezer zijnten zij hij den onder-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 3