LEYDSCHE
P
COURANT.
1848.
N°. 91
VRIJDAG, 28 JULÏJ.
v/>
•M
Nè
BINNEN LA IN DSC HE BERIGTEN.
De Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEY DEN, 27 Julij.
Z. M. Iiecfl het volgende besluit genomen:
Overwegende, dat de behoefte eener algehecle grondige herziening der wet
ten en verordeningen betrekkelijk de geneeskundige staatsregeling en de uitoe
fening der onderscheiden takken van geneeskunst zich dagelijks dringender doet
gevoelen, zoodat het gebiedend hoofdzakelijk is, daarin onverwijld te voorzien;
Overwegende, dat daarenboven de thans op dat stuk van kracht zijnde be
palingen, niet alleen wat betreft haren inhoudmaar ook in den vorm
aan vele gebreken mank gaan waardoor hare strekking onzeker en hare toe
passing verlamd is;
Overwegende dat de uitkomsten van den arbeid eener vroeger tot dat einde
benoemde Staats-Commissie, zoowel voor zooveel dezelve door de minderheid
als voor zooveel dezelve door de meerderheid van die Commissie zijn geleverd,
verdienen in nadere overweging te worden genomen
Op het rapport van Onzen tijdelijkcn Minister van Binnenlandschc Zaken,
Hebben goedgevonden en verslaan
1°. Tot de bedoelde herziening eene speciale Commissie te benoemen, be
staande uit de navolgende HeerenMr. H. van Sonsbeeck lid van den Raad
van State, tevens Voorzitter der Commissie; C. B. Tilanus, Hooglecraar in de
Heel- en Verloskunde te Amsterdam; G. C. B. SuringarHoogleeraar in de
Geneeskundige Faculteit te Leyden; G. J. Mulder, Hoogleeraar in de Faculteit
der Wis- en Natuurkundige wetenschappen te Utrecht; J. Baart de la Faille,
Hoogleeraar in de Geneeskundige Faculteit te Groningen; J. van Geuns, Hoog
lecraar in de Geregtelijke Geneeskunde te AmsterdamJhr. Mr. J. de Bosch
Kemper, Advocaat-Generaal bij het Provinciaal Geregtshof in Noord-Holland,
cn J. C. van den Broecke, Medicinae Doctor te Middelburg.
2°. Aan deze Commissie wordt als amanuensis toegevoegd de Heer Blom
Coster, Medicinae Doctor te 's Gravenhage
3'. Gemelde Commissie zal hare bijeenkomsten houden te'sGravenhage;
zij zal van de uitkomsten harer werkzaamheden voor 1 December 1848 ver
slag doen aan orizen Minister vari Binncnlandsche Zaken
Door Z. M. zijn op hun verzoek gepensioneerd: de Colonel F. R. Mollin-
ger, Plaatselijke Commandant te Maastricht, de Kapitein G. Brederode, van
het lste reg. Int', en de lstc Luitenant D. Slinkers, van het 5de regt. Inf.
Voorloopig is het tractement van non-activiteit toegekend aan den Kapitein
E. J. Scheidius, van het 6dc reg. Inf.
Bij het wapen der Infanterie zijn benoemd lste reg., tot Kapitein van de
3de klasse, bij anciënniteit, de lste Luitenant K. W. van Thielen, van het
3d< regt. Inf. 3de regt., tot ls,e Luitenant, bij anciënniteit, de 2de Luit.
J. H. G. Kisselsvan het 8ste reg. Inf. 4de reg., tot lste Luitenantbij
anciënniteit, de 2de Luitenant J. P. van Naerssen, van het 2de reg. Inf.
6de reg., tot Kapitein van de 3de klassebij anciënniteitde ls'e Luitenant
F. M. E. van Thielen, van het lsle reg. Inf., gedetacheerd bij de Kon. Milit.
Academie.
De Utrechtsche Courant deelt cenige kenteekenen mede, waardoor
de vergulde halve guldens van gouden tienguldenstukken te herkennen zijn.
Vooreerst: Terwijl op de gouden munten van Z. M. Willem I, de beeldtenis
naar de linkerzijde gerigt is, staat op de gouden munten van Z. M. Willem
II het beeld naar de regterzijde. Op de zilveren munt daarentegen is bet
beeld naar de linkerzijde. Wanneer men dus voor een tienguldenstukeen
muntstuk ontvangt waar de beeldtenis van Z. M. Willem II naar de linker
zijde gerigt is, weet men dat het geen echt stuk kan zijn. Dit kenteeken
is het gemakkelijst. Wanneer men zich maar in het geheugen prent, dat
alhier, even als in vele Rijken plaats vindt, bij troonsopvolging de beeldtenis
des Vorsten naar de andere zijde gekeerd wordt, en bij de gouden munten,
onder dezelfde regering, de beeldtenissen naar de tegenoverstelde zijde van
die op de zilveren munten gerigt zijn.
Een ander kenteeken (dat echter alleen bij vergelijking in bet oog valt)
is, dat het beeld op het tienguldenstuk grooler dan op den halven grilden is.
Verder zijn er m 1846, 1847 en 1848 geene gouden tienguldenstukken
gemunt, en het kleine aantal tienguldenstukken met de beeldtenis van Z. M.
Willem II geslagen, voeren voor muntmeesterteeken (links van het wapen)
geen zwaard, zoo als de tegenwoordige halve guldens, maar enne lelie.
Voorts moet op den rand gelet worden. Bij de vergulde tienguldenstukken
te Utrecht uitgegeven, had men den kartelrand afgedraaid, cn het rand
schrift: »God zij met ons," daarvoor in de plaats gesteld; het verschil van
letters met de echte tienguldenstukken was vrij merkbaar.
Voorts zijn de halve guldens zigtbaar dikker, terwijl het gewigt zelfs hij
het voelen op de hand, merkbaar verschilt, zijnde het gewigt der gouden
tienguldenstukken 6 w. 729 en dat der halve guldens slechts 5 w.
Eindelijk nog kan men melden, dat het wegnemen der letters 50 C. onder
het wapen en het veranderen van in 10, bij de stukken te Utrecht uitge
geven, bij aandachtige beschouwing, gemakkelijk in het oog viel.
'sGRAVENHAGE, 27 Julij.
Z. M. beeft gisteren in een bijzonder gehoor ontvangen den Heer de Ludre,
buitengewoon Gezant en Gevolmagligd Minister van de Franscbe Republiek
bij het Nederlandse!) Hof, die Z. M. zijne geloofsbrieven heeft aangeboden.
Z. M. heeft de oprigting goedgekeurd van eene Maatschappij tot be
vordering van landbouw en landontginning in Nederlandwelke haren hoofd
zetel zal hebben te Amsterdam.
Het vertrek van H. M. de Koningin naar Gelderland isnaar men
verneemt, op aanstaanden Zaturdag bepaald.
Eergisteren heeft H. M. de Koningin, benevens HIJ. KK. IIII. de Prins
en Prinses van Oranjebezoeken afgelegd bij de Hertogelijke familie van
Saxen-Weimardie in het Hotel de l'Europe gelogeerd is; des middags
hebben zij deel genomen aan het diner bij HH. KK. HH. den Prins en
Prinses van Oranje.
Het voorgenomen vertrek van het Hertogelijke gezin uit deze Hofstad is
voorloopig uitgesteld.
De tijdelijke Minister voor de R. K. Eeredienst, de Heer Mr. L. A.
Lightenveldis naar Maastricht vertrokken, voorzien van de noodige magt,
om in verband met de burgerlijke en militaire overheden in Limburg al
zulke maatregelen te nemen, als de omstandigheden van bet oogenblik, ten
gevolge van het bekende besluit van de Nationale Vergadering voor Duitsch-
landin Frankfort vereenigdzouden mogen vorderen.
Gisteren avond ten 7 ure zijn HH. Excc. de Ministers weder vergaderd
geweest. Hunne Zitting heeft tot laat in den avond geduurd.
In de Residentie is aangekomen, Richard Hichcns, oud Chirurgijn der
artillerie, komende van Londen. Deze Heer heeft Z. M. bij de verwonding te
Waterloo de eerste hulp verleend. Toen Z. M. vernamdat hij zich alhier
bevond, werd hij dadelijk ontboden. Ook zijn aldaar aangekomen de Baron
Wahrman, Keizerlijk Russisch Hoofd-beamble van finantien, laatstelijk vau
Parijs, en de Heer A. van der Hoop en familie, komende van Amsterdam.
Het kan in de tegenwoordige oogenblikken voor de belangen van het
Vaderland nuttig zijn, dat de ingezetenen opmerkzaam worden gemaakt op
onjuiste opgaven of voorstellingen, welke in openbare geschriften omtrent
's Lands aangelegenheden worden verspreid. De menigte der dagehjksche
voortbrengselen van de drukpers maakt het evenwel ondoenlijk, steeds in de
beoordeeling en wederlegging te treden van hetgeen in dergelijke stukken in
een verkeerd daglicht kan zijn gesteld en het is dan ook slechts ten einde
de noodzakelijkheid te doen blijken om niet als onbetwistbaar aan te nemen
al hetgeen over de algemcene zaken wordt geschrevendat een tweetal voor
beelden van onjuistheden als de bedoelde, hier wordt opgegeven.
In een der stukjes welke onder den titel van Staatkundige opmerkingen
dezer dagen zijn in bet licht verschenen, wordt beweerd dat de opbrengst der
belasting op de brandstoffen, geen millioen gulden zou bedragen, en slechts
één derde van de belasting op het gemaal.
Intusschcn hebben de accijnsen op de brandstoffen in 1847 opgebragt, in
hoofdsom en opcenten: op den turf.ƒ1,337,219.81
en op de steenkolen- 935,079.55
te zamen ƒ2.272,299.36
en de accijns op het gemaalƒ4,056,363.04
Alzoo is één millioen gulden nog niet de helft van het bedrag der belasting
op de brandstoffen, nog geen vierde van dat der belasting op het gemaal.
Zoo werd in een ander dezer dagen geschreven vertoog verkondigd dat de
perceptiekosten der belastingen hier te lande 40 pCt. bedragen.
De belastingen hebben in 1847 opgebragt ƒ55,812,050.15 en voor pereep-