LEYDSCHE M tf> COURANT. 1848. WOENSDAG, 12 JULIJ. N°. 83. $0' BINNEN LAN DSC IIE BEU IG TEN l)e Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven, uit Zaturdug avond l'su ■///y De Prijs der Courant is f\'i in het jaar-, de afzonderlijke nommers worden tegen 11) Centen afgegeven. LEY DEN11 Julij. Gisteren liad de Prijsuitdeeling onder de Kweekelingen van het Paedagogiuin voor het onderwijs der Oude Talen, onder het bestuur van den Wel-Ed. Zeer Gel. Heer J. J. de Gelder, Phil. Theor. Mag. Lit. Hum. Doctor, in de Stads- Gehoorzaal plaats. Vijf Kweekelingen der hoogste klasse hielden door hen- zelven opgestelde redevoeringen, namelijk: H. P. van Kaathoven, de Scipione helium. Punicum alterum delenteCh. J. van Bell, de Sappho poëtria H. W. Fangmande Graecia carminis tragici inventriceC. F. Zeeman de Cornelia matre Gracchorum en J. J. de Langede Platonis Apologia Socratis. Daarna werden de Eereprijzen aan de onderscheidene Jongelingen in de verschillende klassen uitgedeeld, namelijk (in rangorde van de klassen- verdeeling voor de Oude Talen); eerste Klasse. Eerste Afdeeling. Aan J. J. de Lange, een prijs voor de Oude Talen, de prijs voor de Wiskunde eerste klasse, een prijs voor het Duitsch eerste klasseaan H. W. Fanginan en Ch. J. van Bell elk een prijs voor de Oude Talen; aan 11. P. van Kaathoven, een prijs voor de Oude Ta len en een prijs voor het Fransch eerste klasse; aan C. F. Zeeman, een prijs voor de Oude Talende prijs voor de Wiskunde tweede klasse en de prijs voor de Nieuwe Geschiedenis eerste klasse; aan C. C. J. Teerlink, K. du Mou lin, J. C. M. Adriaans, II. M. Adriaans en K. W. Willebrands, elk een prijs voor de Oude Talen; aari J. J. E. Bentfort, een prijs voor de Oude Talen en de prijs voor de Teekenkunde eerste klasse. Eerste Klasse. Tweede Afdeeling. Aan J. van Kaathoveneen prijs voor de Oude Talen; aan J. H. S. G. Rijnbende, een prijs voor de Oude Ta len, de prijs voor de Nieuwe Geschiedenis eerste klasse en een prijs voor liet Fransch eerste klasse; aan A. 11. Verster, een prijs voor de Oude Talen de prijs voor de Nieuwe Geschiedenis tweede klasse en een prijs voor liet Fransch tweede klasse; aan D. van Foreest, een prijs voor de Oude Talen; aan H. W. Eigeman een prijs voor de Oude Talen en voor de Oude Geschie denis eerste klasse; aan Lodder, een prijs voor de Oude Talen en een prijs voor het Fransch tweede klasse; aan V. A. ron Wattenwyleen prijs voor de Oude Talen de prijs voor de Wiskunde derde klasse en een prijs voor het Engelsch tweede klasse. Tweede Klasse. Aan J. Reynvaan een prijs voor de Oude Talen en een prijs voor het Fransch en Engelsch tweede klasse; aan A. J. Hazenberg, een prijs voor de Oude Talen, een prijs voor het Fransch tweede klasse en het getuigschrift als prijs voor het Teekenen tweede klasse; aan A. van Trotzen- burg, een prijs voor de Oude Talen en een prijs voor het Duitsch en Engelsch tweede klasse; aan I. J. Dermout, een prijs voor de Oude Talen; aan J. Lu- zac, een prijs voor de Oude Talen, de prijs voor de Wiskunde vierde klasse en een prijs voor het Engelsch tweede klasse; aan J. van Witzenburg, een prijs voor de Oude Talen en een prijs voor hel Duitsch derde klasse; aan N. H. de Kanter, een prijs voor de Oude Talen en een prijs voor het Duilsch derde klasse. Derde Klasse. Aan F. H. Reynvaaneen prijs voor de Oude Talen en een prijs voor het Fransch tweede klasseaan D. C. Eigeman een prijs voor de Oude Talen; aan M. W. Nimmo, een prijs voor de Oude Talen en voor het Fransch tweede klasse; aan 11. I. C. Stoffels, een getuigschrift voor de Oude Talenaan A. G. L. van Dishoekeen prijs voor het Fransch en En gelsch derde klasse; aan D. J. Bentfort en C. G. Meerburg, ieder een getuig schrift voor de Oude Talen. Vierde Klasse. Aan II. A. A. Collot d'Escury, W. 11. Terpstra en H. A Bluinc, elk een prijs voor de Oude Talen; aan C. L. Blume, een prijs voor de Oude Talen en een prijs voor het Engelsch tweede klasse; aan C. W. II. van Kaathoven en C. J. van der Hoek, elk een prijs voor de Oude Talen; aan K. F. M. de Grijs, een prijs voor de Oude Talen een prijs voor de Wiskunde derde klasse, tweede afdeeling en een prijs voor het Duilsch derde klasse; aan K. E. Verdam en B. A. Barkey, elk een prijs voor de Oude Talen; aan J. du Moulin een prijs voor de Oude Talen en de prijs voor de Wiskunde vijfde klasse, eerste afdeeling; aan A. J. J. Biesman Simons, een prijs voor de Oude Talen en een prijs voor het Fransch tweede klasse. Voorbereidende Klasse. Eerste Afdeeling. Aan W. F. Koppeschaar, een prijs voor de Oude Geschiedenis tweede klasseeen prijs voor het Hol landsch en een prijs voor het Fransch tweede klasse; aan W. F. Cleerens, een prijs voor de Vadcrlandsche Geschiedenis en een prijs voor het Fransch tweede klasse; aan J. J. Simons, een prijs voor het Fransch. Tweede Afdeeling. Aan P. J. M. de Gelder, een prijs voor liet Fransch aan M. J. van Hanswijk, een prijs voor het Hollandsch en een prijs voor het Fransch derde klasse; aan G. Vosmaer, een prijs voor het Hollandsch; aan B. J. B. llomaneen prijs voor het Fransch een prijs voor het Duitsch en Engelsch derde klasse, en de prijs voor de Wiskunde vijfde klasse tweede afdeeling; aan G. Zaalberg, een prijs voor het Hollandsch en een prijs voor het Fransch derde klasse. Derde Afdeeling. Aan V. du Moulin en K. G. K. Reiowardt Collot d'Escury, een prijs voor de Franschc Grammatica; aan E. Collot d'Escury, een prijs voor bet Hollandsch, en aan W. A. van Hengel, een prijs voor de Vaderlandsche Geschiedenis. Daarenboven aan W. F. Cleerens een prijs voor de Wiskunde derde klasse tweede afdeeling door het lot tegen W. F. Koppeschaar en J. J. Simons. Eindelijk werden de Kweekelingen F. van Weslrheene, A. Klinkenberg, C. A. Klinkenberg, II. J. B. Schmier, C. Th. van Wcstrheene, J. Dumarchic Sarvaas en J. P. Burkels met lof vermeld, daar zij de lessen te korten tijd hadden bijgewoond (de laatste door zeer langdurige ongesteldheid) om naar prijzen ol getuigschriften te kunnen mededingen. Na den afloop bedankte de veelbelovende Jongeling D. Lodder, mede uit naam zijner medemakkers, in cene korte, door hem zeiven opgestelde toe spraak, de toehoorders voor hunne tegenwoordigheid. De Provinciale Staten van Zeeland hebben als Lid van de Tweede Ka mer herkozen den fleer Mr. J. F. Byleveld. Die van Vriesland in plaats van den Heer Mr. A. Telling, die verzocht had niet meer in aanmerking te komen, Jhr. Mr. P. Vcgelin van Claerbergen; doch deze voor de benoeming bedankt hebbende, den Heer Mr. B. Albarda. Die van Groningen hebben ter vervanging van den lieer Mr. C. Star Bus man, verkozen den Ileer Mr. A. Oudeman. En die van Limburg, ter vervanging van den Heer Beerenbroek, den Heer H. H. Geradts, Raadsheer in bet Prov. Gercgtshof. In de Zitting van de Prov. Staten van Zuid-Holland van.den 8slen was aan de orde liet rapport over eene bijdrage uit de provinciale fondsen voor een nieuw cellulair huis van arrest te Dordrecht. Rapporteur de Heer Ge- vaeils. De dringende noodzakelijkheid voor een nieuw huis van arrest wordt erkend; het rijk kan evenwel eerst in 1850 de noodige fondsen beschikbaar stellen, waarom wordt voorgesteld Gedeputeerde Staten uit te noodigen, de boegrootheid na te gaan der som, die uit de provinciale fondsen als tegemoet koming zou behooren te worden verleend en een volgend jaar een nader voor stel daaromtrent te doen, hetgeen wordt aangenomen. De Heer Caan adviseert als rapporteur, op verzoek van de Koninklijke Maatschappij van Tuinbouw voor het brengen van 300 voor ieder jaar, op de begrootingen van 1848 en 1849, ten einde te strekken, hetzij voor eene medaille, betzij voor eene premie van wege de provincie. De Heer van der Linden verklaart zich in bet beginsel tegen alle dergelijke uitgaven. Nu eenige beraadslaging wordt het besluit van dit verslag met 30 stemmen ver worpen. De lieer van de Wall rapporteert op het verzoek der steden Levden en Woerden tot het verkrijgen van toelage voor het onderhoud van jaag- en trekpaden. Het nut dier paden en het gcwcnschte van een doelmatig onder- boud wordt erkend maar het directe provinciaal belang wordt ontkend en op het gevaarlijke van het toestaan der toelage als antecedent gewezen; der commissie was het wenschelijk voorgekomen, dat de aangelegen gemeenten werden uitgenoodigd tot hel onderhoud dier paden bij te dragen. De Heer van Dam zou ze wenschen opgenomen te zien onder die algcmecne wegen, voor welke eene som op de begrooting staat uitgetrokkenwaartegen de Heer Caan zich verklaart. De Heer van Slirum zou wenschendat Gedeputeerde Staten werden uitgenoodigd zich omtrent deze zaak te verstaan met Gedepu teerde Staten van Utrecht en Noord-Holland, daar bij de Provinciale Stalen dier provinciën dergelijke verzoeken als hier zijn ingediend en dan de zaak lot een volgend jaar aan te houdenna nog eenige beraadslaging wordt besloten dat de toelage niet zal worden verleend. De Heer van Ileteren Gevers deelt als rapporteur, op verzoek van Burge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 1