Het heeft den Koning behaagd, bij besluit van den 3,len Junij 11., N®. 54, den Staatsraad Jhr. L. R. Gevaerts, overeenkomstig zijn verzoek en onder dankbetuiging voor de gewiglige diensten door hem bewezen eervol te ont slaan uit de betrekking van Gouverneur der Provincie Zuid-Holland, met de interimaire waarneming waarvan hij sedert den 30stcn December 1847 be last was. Bij datzelfde Besluit heeft Z. M. mij benoemd tot Gouverneur van de Provincie Zuid-Holland, en ik heb de eer UEd. kennis te geven, dat ik deze betrekking heden heb aanvaard. Het blijk van vertrouwenwaarmede de Koning mij heeft gelieven te vereeren, stel ik op zeer hoogen prijs, en ik gevoel de verpligtingwelke op mij rust, om daaraan te beantwoorden. Overtuigd dat dit niet anders kan geschieden dan door eene getrouwe behartiging der belangen van deze Provincie en van hare ingezetenenis bet mijn opregte wcnsch en mijn ernstig voornemen, ona, onder afsmeeking van de hulp en den dagelijkschcn bijstand des tlecren, zonder wiens zegen ik geloof, dal alle menschelijke pogingen falen, mijnen tijd en mijne krachten te besleden aan hetgeen die belangen zal kunnen bevorderen. De tegenwoordige omstandigheden inlusschen maken de gewigtige taak, welke mij is opgelegd, nog moeijelijker dan in gewone tijden reeds het geval zou zijn. Ik gevoel, dat eene dubbele mate van krachtsinspanning en van ijver zal kunnen worden vereischt en dat ik ook in gelijke mate de kracht dadige medewerking zal behoeven van UEd. en van allen, die ecnig deel hebben aan het bestuur van zaken in dit gewest. Met vertrouwen roep ik die medewerking in daar toch in dit belangrijk tijdsgewricht de gemoedelijke behartiging en naauwgezette volvoering der opgelegde pligten, meer dan immer onzer aller doel behoort te zijn. Dat mijne geachte ambtsvoorgangers in hunne ijverige pogingen voor het welzijn van deze provincie eene krachtdadige medewerking hebben mogen on dervinden, doet mij de hoop koesteren, dat UEd. mij dezelve niet zult onthouden, en dat ook mijne pogingen eenmaal zullen ondersteund worden door blijken van vertrouwen, waarop ik steeds zeer hoogen prijs zal stellen, terwijl dezelve ontegenzeggelijk mijne taak zeer zullen verligten. 's Gravenhage7 Junij 1848. De Gouverneur van de Provincie Zuid Holland, W. G van BYLANDT." AMSTERDAM, 6 Junij. Gisteren namiddag is door een bijzonder toeval hier ter stede eene afschu welijke misdaad aan het licht gekomen. Een paar matrozen klommen op het dak van een huis in de Visschcrstraatten einde eene duif te achter halen, welke hun was ontvloden. Door hunne beweging op het dak geraakte eene pan los en Hoor de opening meenden zij een gekerm waar te neinen. Naar de oorzaak daarvan onderzoek doende, ontdekten zij, in eene vliering op gesloteneen 14- a 15-jarig meisje, bleek, vermagerd, haveloos, met wild nederhangrnd hoofdhaar en lang gegroeide nagelen, hetwelk hun om eene bete broods verzocht. De brave zeelieden, al aanstonds vermoedende, dat deze opsluiting niet na tuurlijk was, haastten zich, oin van het geziene aan de policie kennis te geven. De Heer Commissaris van Policie Duisdeikcr begaf zicli dadelijk inet een paar agenten derwaarts, liet bij afwezigheid der bewoners van het huis, de vliering openbreken, en vond het ongelukkig meisje, in den toestand, waarin wij het zoo even beschreven. De policie was nog in huis, toen de moeder, van eene wandeling op de Bloemmarkt terug kwam en door den voornoemden Commissaris in hechtenis genomen en niet dan met de grootste moeite te midden der menigte, die, in hare verontwaardiging, de ontaarde vrouw te lijf wilde, in verzekerde bewa- ring gesteld werd. Later werd ook de vader gearresteerd. Uit de nu reeds ingewonnen information is gebleken, dat het ongelukkige kind was de dochter van den man des huizes, hertrouwd met eene vrouw, die, om welke eigenlijke reden is nog onbekend, de beul van het arme meisje was en het met behulp of althans met medeweten van haren man, sedert onderscheidene jaren aldus had opgesloten en behandeld. Niemand der buren kende zelfs het bestaan van liet arme kind, te minder daar de ontaarde ouders eerst sedert 1°. Mei in die straat woonachtig waren. Rij hunne jongste verhuizing en men zegt zelfs hij vroegere, werd het arme kind in eene geslolene kast of kist vervoerd. Het arme slagtoffer is ter verpleging naar het Bestedelinghuis gezonden. Gisteren is iiier aanbesteed het houwen van eene schuur voor het hergen van haardasch voor ƒ37,700. Het werk moet binnen 6 maanden voltooid zijn. Daaruit, zoowel als uit de vele verbeteringenwelke wij hij de inza meling van meststoffen opmerken, blijkt het, dat de Heer Dr. Sarphati zich noch door de drukkende omstandigheden, noch door de flaauwc deelneming onzer Stadgenooten heeft laten afschrikken om alleen een plan met kracht en overleg voort te zetten dat onder de heilzaamste ondernemingen der laat ste jaren mag worden gerangschikt. De Provinciale Commissie van Onderwijs in Overijssel heeft in hare laatste vergadering besloten een verzoek aan de Regering te doenom eene algemeene vergadering uit de Provinciale commission in 's Hagc te beleggen en daarbij tevens honoraire Sehool-Opzieners te voegenten einde onder an deren gemeenschappelijk over de middelen te beraadslagen, om bij een ver anderd stelsel in de wetgeving op het ouderwijs, het tijdelijk bestaan van den aanwezigen onderwijzersstand in Nederland, zoo veel mogelijk voor eene on billijke schade te vrijwaren. BUITËjN LAiNDSCHE BËB iÜTEN. ESGELAS®. LONDEN, 6 Junij. Eergisteren morgen heeft op Belhnal-Grcen, hier ter stede een gevecht plaats gehad lussclien Chartistcn en de policie. Hetzelfde geschiedde op Bis schop Bonncrs velden. De policie wilde namelijk de chartistische meetings die daar gehouden werden, uiteendrijven, waartegen hel volk zich verzette. Er zijn vele arrestaticn gedaan, en eenige ongelukken voorgevallen, dewijl de agenten van policie van hunne staafjes gebruik moesten inaken. Op Londonfields en in Victoriapark zijn ook pogingen lot het houden van meetings aangewend, die daar echter door de policie belet zijn. Bijna 200 jeugdige vrouwen hebben zich hier naar Sydney, in Nieaw- Zuid-Wallisingescheept, ria door de commissarissen ecner maatschappij tot heiordering van landverhuizing, tot dat ciride4in Ierland uitgekozen te zijn. liet groot gebrek aan vrouwelijke dienstboden in die volkplanting is de oor zaak dezer inscheping. 18 EL ©I BRUSSEL, 6 Junij. De Minister van Oorlog heeft bevolen om de Miliciens van 1842 en 43, die nog onder de wapenen zijn, te ontslaan, zoo hunne schuld geene 10 fr. bedraagt. FRAN HR1J li. PARIJS, 6 Junij. Het besluit der vergadering van den 3l,en dezer, waarbij Louis Blanc huiten vervolging is gesteld heeft een' diepen indruk gemaakt. Naar men verzekert hebben de Procureur-Generaal Portalis en de Heer l.audrin, Procu reur der Republiek, alsmede de rapporteur der Commissie, de Heer Jules Favre, hun ontslag genomen. Ook zou, ten gevolge van een geschil nopens de stemming lusschcn den Voorzitter en de Secretarissen der vergadering, een dezer laatste, de Heer Lacrosse, zijn ontslag hebben genomen. Nog zou den er, om dezelfde reden, twee tweegevechten tusschcn leden plaats heb ben. Wat echter het meeste in het besluit bevreemdt, is, dat ook de Ministers tegen de in staat van beschuldigingstelling gestemd hebben. Het Journal des Débats verheft daartegen luide zijne stem. Het spreekt hier niet van den Heer Louis Rlanc of van elk ander, doch heeft hier alleen zaken op het oog. Het Openbaar Ministerie zalzegt het Journalzoodanig gewigtigen stap, als eene aanvrage tot in staat van heschuldigingslelling van een lid der vergadering, niet doen zonder medeweten en goedkeuring van het Rewind en den Minister van Justitie. Hoe kunnen nu de Ministers, en die van Justitie in de eerste plaats, zoodanig voorstel verwerpen? «Zoodanige staat van zaken is ondragelijk," aldus eindigt het Journal«zoodanige Gouverne- mcntale regeringloosheid, te lang voortdurende, zou eindelijk het gezag in minachting brengen en allen zedelijken invloed in de gemoederen doen ver dwijnen. Het is waar, men zou zich kunnen redden door Ie zeggen, dat men dit niet als een bewind kan beschouwen. Dit is wel zeer waar, doch niettemin zeer treurig." In de zeer onstuimige zitting van gisteren is de Minister van Justitie, Crernieuxdoor den Procureur-Generaal Portalis uitgedaagd om te ontkennen dat hij Minister niet eerst den eisch tot beschuldiging van Louis Blanc had goedgekeurd, waartegen de Minister inbrengt, dat hij dan óf zou gelogen hebben, óf eeneeerlooze daad gepleegd, en dat hij onder zulke beschuldiging geen Minis ter of volksvertegenwoordiger kon blijven. Men zegt stellig, dat de Minister, nadat onder geweldig rumoer de beraadslagingen waren gesloten, zijne betrek king heeft nedergelegd. Daarna is men tot de keuze van een' Voorzitter overgegaanwaartoe de Heer Senard is verkozenmet 593 van de 676 aan wezige stemmen. In de zes bureaux zijn tot onder-Voorzitters benoemd de HH. Betlunont, Marrast, CorhonC'ormenin, Portalis en Lacrosse. De Mi nister van Binnenlandsche Zaken heeft nog drie ontwerpen van wet ingediend, waaronder een met strenge bepalingen tegen zamcnscholingen. Berigten van heden meldendat de Heer Crernieux als afgevaardigde zitting heeft blijven nemen. De vergadering is heden te 1 ure aangevangen en met een aanspraak van den aftredenden Voorzitter Iluchez geopendter installatie van den nieuwen Vooriztter den Heer Senard, die met een korte aanspraak daarop antwoordt. Voorts wordt er geklaagd dat ze elkander niet kunnen verstaan welke klagte hier ziet op het hooren niet op gemeen overleg. De Abt Fayet zegt zelfs dat de leden in den Monileur moeten gaan lezen, waarover zij gestemd hebben. Verder is in de zitting hoofdzakelijk over den aankoop der spoor wegen gehandeld, waarover de Commissie die verslag zou doen, ongunstig oordeelt, hetgeen den Minister zeer bevreemdt, en waarbij de Heer Berryer zich krachtig uitlaat over de handhaving van het staalscrcdiet. De zaak der nationale werkplaatsen begint een minder somber aanzien te verkrijgen. Het blijkt thans, dat de bevolking der werkplaatsen 90,000 zielen bedraagt. Het bewind vleit zich, binnen weinige dagen 30,000 naar de departementen terug te zenden, en alleen de Parijzenaars alhier te houden. Men zou er alsdan 10,000 bezigen vour het bouwen van nieuwe hallen, en 15,000 voor andere werken van openhaar nut. Van de overige 35,000 vleit men zich, dat de bijzondere nijverheid 20 a 25,000 zullen terognemen, wan neer de moeijelijkheden tusschen patronen en werklieden zullen uit den weg geruimd zijn. edert de aftreding van den Heer Emile Thomas als Directeur der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 2