PUBLICATIE. In 1835 kwam de lieer Putte Ier dezer kuste en maakte een begin met het onderwijs, doch naauwelijks was hij twee jaren werkzaam geweest of hij sneu velde bij eene expeditie tegen den Hantaschen Koning Bonsoe. In 1838 werd de Generaal-Majoor Verveer naar deze kust gezonden, om dien vorst Ie straf fen. Bij dezen togt bevond zich de Heer Bosschaert, die destijds als Korporaal diende. Deze bij het vak van onderwijs geweest zijnde, werd aangezocht om den post van Onderwijzer te aanvaardenhetwelk door hem werd aange nomen en die was tot het laatst van 1841 in die betrekking werkzaam. De school is toen nog zeer gebrekkig door een tapocijer (kleurling) waargenomen en eindelijk geheel ontbonden. Op den 25sten November 1847 kwam ik, met het schip Elise Susanne, Kapt. N. A. Dijkama, van Rotterdam, te Elinina aan en werd mij de sleutel der kerk, die tevens tot schoollokaal gebezigd wordtoverhandigd. Mijne eerste werk was om de voorwerpendie zich al daar bevonden in oogenschouw te nemen en ik vond bijna alles in eenen slechten toestand. De bijbels, die er nog zijn, zien er gescheurd en have loos uit. Er bevinden zich naauwelijks 6 boeken, waar de Evangelische ge zangen in staan. Wat de school behoeften betreft, deze bepalen zich slechts tot eenige schoolboeken, welke zeer ondoelmatig zijn. Boekjes voor cerstbc- ginnenden, papier, lcijen en griffels zijn er in het geheel niet aanwezig. Ik heb wat ik van schoolbehoel'tcn noodig haddadelijk opgegevenen eenige leestafels gemaakt om het gebrek van schoolboekjes te vergoeden. Van tijd tot tijd leer ik de bevolking kennen. Het spreekt van zelve dat deze, van alle godsdienstig en verstandelijk onderwijs verstoken zijnde, niet anders dan verwilderd is. De verkeering met Europeanen heeft hen tot nog toe niet verbeterd, en zij hebben eer het kwade dan het goede van deze over genomen. De vrouwen zijn dc onbeschaafdsten van allen, inaar van de oor spronkelijke bevolking de vlijtigsten. Die daarentegen van een gemengd ge slacht zijn vinden haar grootste behagen in niets doen. Over het algemeen houden de mannen zoowel als de vrouwen veel van sterken drank. Dit ver stompt natuurlijk den geest en brengt vele ondeugden zoo als luiheid on tucht en woestheid voort. Zoude het dus niet van het hoogste belang zijn om in eene Nederlandsche kolonie edelere beginselen in te planten door gods dienst en eene verstandige opleiding Het is waar, dat de kust van Guinea in Europa zeer zwart wordt afge schilderd en het graf der Europeanen genoemd. Er wordt zelfs gezegd, dat alle europesche vrouwen er spoedig sterven. Men heeft dit zeer overdreven en wie zond men er voormaals heen? Menschen met een afgeleefd ligchaam, die meestal Bacchus en Venus groote offeranden hadden gewijd en dus alle veerkracht hadden verloren. Thans zijn er bekwame ambtenarendie op eene geschikte wijze leven en velen hebben er reeds jaren doorgebragt. De Engelschen zijn ijverig bezig om de bevolking hunner koloniën aan de Goudkust te beschaven. Onderscheidene zendelingen en onderwijzers zijn daar met vrucht werkzaam. Hunne vrouwen onderwijzen de meisjes in het naaijen, breijen en in die kundighedenwelke eenmaal het sieraad der vrouw uitma ken. De meeste Negers tc Kaap Coast (Engelsch Hoofdfort) zijn gekleed cn velen van hen kunnen niet alleen lezen en schrijven, maar beoefenen ook de kun sten cn wetenschappen. Te Elmina hebben zij slechts een lap om hun middel en er is geen neger die lezen kan. Onder de Tapoeyers zijn er eenigen die dit werktuigelijk kunnen, maar het verstand sluimert, want bet is niet ont wikkeld. Eene algemeene behoefte begint er echter gevoeld te worden naar verandering. De menschen zijn begeerig naar onderwijs en ik boude mij over tuigd dal indien er krachtdadige middelen in het werk gesteld werden, men eene groote verandering binnen weinige jaren zoude zien. Ik heb met een translateur een bezoek bij den koning van Elmina afgelegd. Ik zeide hem dat het jammer was dat het volk hier zoo lui was en niets kende, cn ver haalde hein dat de menschen in Europa zoo vlijtig werkten en gaf hem een klein denkbeeld van eenige dingen, die zij maakten. Hij betuigde mij zijn leedwezen dat het hier zoo slecht gesteld was en zeide, dat hij zoo gaarne zoude zien dat er menschen kwamen om zijn onderdanen te onderwijzen. Hij vroeg: wie zijt gij?" En nadat ik hem bad gezegd dat ik de schoolmeester was, drukte hij mij hartelijk de hand en verzocht mij of ik wel een zoontje van hem bij mij op de school wilde hebben. Ik stemde natuurlijk daar in toe en zeide hem, dat ik dat kind zoude liefhebben. Des anderen daags kwam de opper-pricster een bezoek bij mij afleggen. Daar ik niet in mijne kamer was, kwam bij in de kerk. Met dezen sprak ik over bet nadeelige van het drinken van sterken drank en zeide hem dat een dronkaard gelijk een dier was. Hij stemde dit toe, maar zeide: Het is wonder dat, daar de Europeanen zooveel verstandiger zijn dari de negers, zij dien hier hebben gebragt." Zoo zeide hij ook: De Christenen prediken liefde, waarom heb ben zij geweren hier heen gevoerdopdat de menschen elkander vernielen zouden?" Deze vragen, die ik zoo goed mogelijk beantwoordde, vond ik zoo dom niet. Ik sprak hem ook over een Wezen, dat alles had voortge- bragt cn vroeg of bij dat ook geloofde? Op eene plegtige wijze stond hij op, wees op eenen bijbel, die daar lag en gaf een toestemmend antwoord. Nadat hij mij beloofd had, om zijne kinderen, wanneer zij grooter waren, bij mij te sturennam bij van mij afscheid en vertrok. Zoude men dus niet kunnen verwachten, dat wanneer men banden aan den ploeg slaat men in het ver volg wel vruchten zal plukken Op den eersten kersdag 11. heb ik de eerste godsdienstoefening gehouden. Deze werd bijgewoond door de heeren ambtenaren, kooplieden, de bezetting en eenige negers. Onder de laatsten, die bijna geen Hollandsch kennen, zal dit weinig indruk maken. Daarom heb ik door de gunstige medewerking van den hooggeschatten gouverneur van der Eb deze schikking gemaakt, om des namiddags nog eene godsdienstoefening te houden. Deze zal aanvankelijk bestaan in het vertellen van de bijbelsche geschiedenis op eene eenvoudige wijze, en daaruit zal ik eenige leerlingen trekken, welke dan door den trans lateur in de Fontijnsche taal zullen overgebragt worden. Mijn plan is, zoo veel mogelijk mijne leeringen te ontwikkelen. Daarom zal mijn eerste onderwijs voornamelijk in spreekoefeningen bestaan. Ik zal zooveel mogelijk alles aanschouwelijk voorstellen en bijna zoo handelen als men in onze bewaarscholen doet. Zoo doende hoop ik hen voor tc bereiden voor een verstandig onderwijs. Ik hoop ook eenige jonge lieden geschikt tc maken om mij behulpzaam te zijn, en aldus eene uitgebreidheid aan het onderwijs te geven, zoo als nog niet bestaan heeft. OOST-INDIE. De zuivere opbrengst der op Java en Madura inkomende cn uitgaande reg- tcn heeft bedragen In Januarij 1848 ƒ252,445.90 Februarij - 280,557.79 'r Tc zamen 533.003.69 j. In de twee eerste maanden van 1846 is meer verkregen. ƒ349,754.38 en in die van 1847 G2,662.27{. De natuuronderzoeker Dr. C. M. Schwaner is van Pontianak te Batavia aangekomen, na zijnen voorgenomen togt van Banjermassing door de binnen landen van Borneo naar I'onlianak te hebben volbragt. STABS BER1GT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, waarschuwen hij dezen een' iederwien het zoude mogen aangaandat ingevolge dc be staande wetten, op de aanstaande Kermis, geene Moros koop trekkersPlu neetlezersDobbelaarsRijfelaarsDraaibordenof diergelijke schadelijke spelen zullen worden toegelaten, en dat onder voorwendsel of schijn van iets te vertoonen als anderzins, geene bedelaarsverminkte of gebrekkige per sonen alhier zullen worden gedoogd, maar dadelijk door de Agenten der l'ro- licie opgevat, ten einde omtrent dezelve naar bevind van zaken zoude kunnen worden gehandeld. Terwijl wijders aan allen, die in de termen der wet op het Patcnt-rcgt vallen bij deze nadrukkelijk wordt herinnerd, dat zij niet zullen worden toegelaten, ten zij van een behoorlijk Patent voorzien, waaruit tevens blijkt, dat het diensvolgens door hun verschnldigde regt is betaald. Dat eindelijk niemand, gedurende deze Kermis, niet iets zal mogen voor staan op de straten vertoon enof daarmede rondgaanzonder daartoe niet alleen het vcreischle consent verkregen te hebben, maar ook het deswegens verschuldigde maiktgcld aan den Marktmeester te hehhen betaald, terwijl op Donderdag den lslen en Zondagen den 4llcn en li"1"1 Junij geene uitstal lingen of vertooningen hoegenaamd dan na zeven ure des avonds zullen mogen plaats hebben. Wordende de lieer Directeur cn Commissarissen van Policie bij deze gequaliliceerd om voor de executie dezer te zorgen. Aldus gedaan en gepubliceerd, bij II. II. Burgemeester en Wet houders der Stad Leydenop den 29 Mei 1848. DU RIEU. Ter ordonnantie van dezelve, v. P UITKAM MER. L AND M I ISIIOUDKUNDE. Men leest in de Landhuishoudelijke Courant het volgende: Daar men niet zelden preiniën uitlooft tot vermindering van het aantal meikevers, is het eene gelukkige ontdekking, dat de meikevers eene groote hoeveelheid olie bevatten, en wel in die mate, dat het vangen der meikevers daardoor beloond wordt. Om deze olie te verkrijgen, gebruikt men een aarden of blikken pot, die door een zeef met zeer fijne gaten verdeeld wordt in twee declen, waar van het bovenste in kookhitte gebragt kan worden, zonder het onderste to verwarmen. De kevers wor«!en in het bovenste gedeelte geworpen, cn de olie droppelt in het benedenste, en wordt dari op deze eenvoudige wijze, zonder ander hulpmiddel, door voortdurende hitte, geheel cn al uit de kevers ver kregen. Een persoon kan gemakkelijk dagelijks 30,01)0 meikevers vangen, die ongeveer 25 Ncd. wegen. Deze hoeveelheid kevers levert, door de opgegeven bereiding, 15 Ned. smeerolie, die, gedistilleerd, ook tot het branden of andere einden gebruikt kan worden. Deze zaak is tc belangrijker, daar het vangen van kevers geschieden kan door peisonen, die voor gewoon werk niet geschikt zijn. Dezer dagen werd door bet Stedelijk Bestuur van Huissen 200 afgezonderd voor liet vangen van meikevers, en voor elk spint 10 cent uitgeloofd; binnen 3 dagen werden 135 mudden geleverd; in zulke omstandigheden zoude van bovengemelde ontdekking voordeelig gebruik kun nen worden gemaakt. In een vlugschrift over dc verbetering van den algemeenen gezondheids toestand hetwelk door den Heer Ellorman gewezen consul van Hannover te Antwerpen, aan Lord Morpeth is opgedragen, wordt bewezen, dat do waarde van het secreet- en straalvuil in Groot-Rritannië gelijk staat met liet dubbel der inkomsten van den Staat. Hij schat die waarde op 103,600,000 Er zijn deskundigen, die de raming op 181,644,531 gebragt hebben. Alleen voor Londen berekent hij 7,400,000 anderen verkrijgen als uitkomst hun ner berekeningen 12,974,607 Het grootste gedeelte dezer waarde gaat te loor of wordt in zee geworpen, en Engeland zendt schepen naar Zuid-Ame- rika, om guano te balen, terwijl het in zijn eigen boezem zoo vele, nog vruchtbaarder zelfstandigheden laat verloren gaan. 0r. Lyon Playfair houdt staande, dat een pond urine, goed aangewend, een pond graan kan voort-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 3