riiui§§Eix. HAMBURG. DENEMARKEN. STADS BK RIG TEN. PUBLICATIE. Venetiaansche vrijwilligers vercenigen om Ie verhinderen dat de Oostenrijk- sclie troepen zich langs den weg van Treviso naar Vicenza en Verona met den Maarschalk Radetzky vereenigen, voor dat deze door de Sardinische «roepen naar de Etsch teruggeslagen zou wezen. De Hertogin van Orleans is den lstc" Mei van Erns, waar zij tot hiertoe zeer afgezonderd geleefd had met hare heide zonen naar Weimar vertrokken. Het door de Commissie van 17 uitgewerkte en aan de bondsvergadering medegedeelde ontwerp van de Duitsche rijks-grondwet ontmoet hij onze partij van vooruitgang den meest beslissenden tegenstand. Het voorstel om eenen erfelijken Duilschen Keizers troon te stichten, en alzoo bij de vele dy- nastienwelke Dnitschland reeds bezit, nog eene nieuwe te voegenstrijdt zoo zeer tegen de gevoelens en meeningen des Duitschen volks, dat aan de verwerping van dit voorstel niet getwijfeld mag worden. Te Trier zijn den 2den bij gelegenheid van de verkiezingen voor de Duitsche nationale vergadering onlusten uitgebroken, bij welke onderscheiden burgers het leven hebben verloren. Men was beducht dat dezelve zich den 3deD zonden hernieuwen. OOSTENRIJK. WEENEN, 30 April. Men vreest met eiken dag hier de tijding te ontvangen van eene omwen teling in de Donau-vorstendom men. Het gerucht der verjaging der Hospo- daren te Jassy en Bucharest, heeft zich, wel is waar tot dus verre niet be vestigd, maar de gisting is groot en niet eiken dag groeit de storm aan op het platte land, waar de hoeren, even als in Gallioië, liet juk der edellieden afschudden, of hen om hals willen brengen. Langs den geheelen Donau, van Belgrado tot aan de monding der Sulina, spookt de revolutionaire geest, die zich van het Turksche juk en Russische beschermheerschap wil ont slaan. Men verneemt dat Keizer Ferdinand, ter viering van de verleening der Constitutie, eene som van 100,000 guldens, tot lossing van kleine panden heeft geschonken. 1 Mei. Vrijdag 11. heeft het sinds ecnige dagen opgerigte Comitéten behoeve van het bouwen van het eerste Hainhurgsche oorlogschip, eene vergadering gebon den; dit Comité beslaat voorloopig uit 2 leden, waaraan nog onderscheiden deskundigen znllen worden toegevoegd. De Heer E. Ross, vroeger gezagvoer der van een Hollandsch schip, heeft het eerst krachtig aangedrongen op den bouw van oorlogschepen. Nopens de grootte en den vorm van het te bouwen vaartuig heerscht onder de leden van het Comité nog een groot verschil van meening. Bij Cuxhaven worden de kust-batterijen aangelegd ert een gedeelte onzer troepen zal zich tot verdediging van het Hamburgsche gebied derwaarts be geven. Te Koningsbergen had men de tijding ontvangen, dat te Memel 3 Deen- sche West-Indievaarders in beslag waren genomen. De verkiezingen tot de Duitsche nationale vergadering, vallen in alle staten ten gunste van de constitutionele monarchie uit. KOPENHAGEN, 1 Mei. De Koning is eergisteren hier wedergekeerd en heeft eene proclamatie aan de bevolking afgevaardigd, waarbij hij haar dank zegt, voor de ondersteu ning welke zij hem heeft gegeven doch dat het leger voor de overniagt heeft moeten wijken. De maatregelen tegen de Pruissischc handelsmarine hadden zich tot de koopvaardijschepen van alle Duitsche natiën uitgestrekt en reeds waren ver scheiden schepen der Hanzesteden opgebragt. Pruissischc troepen zouden Jutland binnenrukken, om op Deenseh grond gebied waarborgen af te dwingen voor verzekering der Dnitsche handelsbelangen. en Koltijbuishouders, waarvoor de declaratoiren aan de buizen zullen worden rondgebragt, en na verloop van drie dagen, van vvege den Ontvanger der Directe Belastingen, tegen regu worden afgehaald, en worden gemelde Patent- pligtigen herinnerd aan de bepaling van art. 2 der wet van den 24steD April 1843 Staatsblad N°. 10), dat zij hun beroep niet mogen uitoefenen dan nadat zij de helft van bonnen aanslag over het dienstjaar 1848 en 1849 hebben voldaan, en nadat het verschuldigde over het voorgaande jaar, ten volle zal zijn aangezuiverd, waarvan zal moeten blijken, alvorens de actens van Patent aan hen zullen kunnen worden afgegeven. Dat zoodra mogelijk hunne aanslagbiljetten zullen worden bezorgd de Patenten in gereedheid ge- hragten de tijd bekend gemaakt, waarop dezelve zullen kunnen worden afgehaald. Dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de tabel N". 16 der Wet, van den 6dc" April 1823, N°. 14, houdende wijzigingen en uitbreidingen van de Ordonnantie op het regt van Patent, van den 21sten Mei 1819 Staats blad N°. 34), de tijd der uitgifte van de door de patenlpligtigen in te vullen verklaringen van aangifte, voor den jare 1848 wordt vastgesteld op den 8,teB Mei van dat jaar, en dat de wederinzatneling derzeive, tegen reqndoor den Ontvanger of deszelfs daartoe gequalificeerden geleekend, op den achtsten dag ria de uitgifte zal geschieden. Dat de Rpgisters der patenlpligtigen op of met den 31stcn Mei daaraan volgende zullen gesloten worden, en er na dien tijd volstrekt geene verkla ringen meer zullen worden aangenomen. Wordende ieder patentpligtige bij deze herinnerd aan art. 18 der Wet op het regt van Patent, van den 21s'eu Mei 1819, inhoudende: «dat zij, die hij liet aanbieden of bezorgen der verklaringen van aangifte, of ook hij het «terughalen derzelve, mogten zijn voorbijgegaan, zich niet mogen beroepen «op een of ander begaan verzuim, maar integendeel gehouden zijn om zorg «te dragen, dat de bij de Wet gevorderde aangiftenverklaringen en aan- vragenwelke ter invulling aan het kantoor van den Ontvanger der Directe «Belastingen," (op de Mare binnen deze Stad) «verkrijgbaar zijndoor iu «persoon of door hunnen gemagtigden behoorlijk ingevuld, op den daarbij «bepaalden lijd, ter zeiver plaatse moeten worden ingediend." Alsmede aan art. 37 der voorschrevene Wet, houdende: «de aan het regt «van Patent onderhevige personen, welke, na den afloop van den tijd, tot «het doen der aangifte bepaald, bevonden zullen worden zich niet, of door «valsche, onnaauwkeurige of onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne «verpligtingen ten aanzien dier aangiften te hebben gekweten, zullen telken «reize, wanneer hun verzuim of overtreding wordt ontdekt, vervallen in een' «boete van niet minder dan 25, en niet meer dan 400 guldens." Dat, niet betrekking tot de Schippers, Schuitenvoerders enz., in de tabel N°. 16 der Wet van den 6 'cn April 1823, N°. 14, voorkomende, de eige naren van schepen, Schippers, Schuitenvoerders en alle zoodanigendie de administratie hebben over cenige binnenschepen, schuilen en andere vaartui gen, gehouden zullen zijn. om zich van behoorlijk Patent te voorzien. Dat, tot de door hen daartoe te doerie schriftelijke aangiften, zal worden geva ceerd ter Secretarie alhier, van den l»t™ Mei aanstaande tot en met den 15lien dierzelfde maand, 's voormiddags van 10 tot 12 ure, de Zondagen uitgezon derd, voor zoo verre dat beroep niet in den loop des jaars wordt aangevan gen wordende dezelve tevens uitgenoodigdom de meetbrieven hunner vaartuigen mede te brengen, en alle die inlichtingen te geven, die van hen, betrekkelijk de vaartuigen, zullen worden gevorderd; terwijl er na den 15llcn Mei voormeld, geene verklaringen meer kunnen ol'zullen worden aan genomen, en de gebrekigenbij ontdekking, zullen incurreren de boete, be paald bij het 37sle artikel der Wet van den 21slen Mei 1819, hiervoren om schreven. Dat echter gemelde termijn, voor de alhier niet gedomicileerde Schip pers, verlengd wordt tot den 24sle" derzelve maand, ten einde zij volgens der Wet van den 6llen April 1823, gebruik kunnen maken, om in dcrzelver vaste woonplaats hij termijnen te betalen, en dat zij dus gedurende de gelieele maand, volstaan kunnen met de vertooning, hetzij van hun vorig Patent, hetzij van het bewijs van gedane aangifte. Dat verder alle palentpligtigenhij tabel N°. 7 der Wet van den 16den Junij 1832 bedoeld, zijnde inlandsche en vreemde kramers, welke met kra men, stallen, tafels enz., hunne waren in herbergen, huizen, kamers of op publieke markten en kermissen uitstallen, mitsgaders de debitanten in loterijbriefjes, en alle handeldrijvende en als Koojilieden te belasten personen, welke hunne waren ter verkoop, hetzij in 't klein, hetzij in 't groot, te wa ter of te lande met zich voeren alsmede de ondernemers van openbare ver makelijkhedenin tabel N". 15 genoemd, voorzoo verre alle die patenlplig tigen in de algemeene beschrijving voor 1848 zullen moeten worden begre pen, gehoudpn zullen zijn, zich gedurende de gelieele maand Mei, ter bekoming van hnn Patent, aan te melden ter Secretarie dezer Stad, 's voormiddags van 10 tot 12 ure, de Zondagen uitgezonderd; zullende er na dien tijd geene aanvragen meer worden aangenomen, behalve van de zoodanigendie hun beroep of bedrijf na dien tijd aanvangen, en alzoo in de bijzondere beschrij vingen worden begrepen, welke gehouden zijn, zich dadelijk bij dien aanvang van Patent te voorzien. Dat almede op den 8slcn Mei aanstaande, een aanvang zal worden ge maakt met de beschrijving voor de Personeelc Belasting over het dienstjaar 1848 en 1849. Dat zij, welke, bij hel bezorgen der biljetten, of ook bij het terughalen van dezelve, mogten zijn overgeslagen, zich. in geen geval, zullen mogen beroe pen op zoodanig verzuim maar integendeel gehouden zijn om de vereischte en behoorlijk ingevulüe verklaringen in te dienen ten kantore des ontvangers, alwaar de biljetten ter invulling steeds verkrijgbaar zullen zijn. Een ieder is gehouden de te doenc aangiften met zijne handteekening te bekrachtigen. Ingeval iemand betuigt niet te kunnen schrijven, zal de Ontvanger of zijn geinagtigde, des gevraagd, de invulling in deszelfs naam, en zonder daar voor eenige betaling te kunnen eischenveirigten, niet vermelding der redenen waarom en zal de aangifte dour den Ontvanger of deszelfs gemag- tigde, in tegenwoordigheid van een' derden persoon en met en benevens deze, worden geteekendna voorafgaande voorlezing. De belastingschuldigen zullen de door hen in betrekking tot de belasting op het personeel te doene aangiften in het algemeen behooren in te leveren in die gemeenten, alwaar de belasting is verschuldigd. Denzulken echter, wier helastings-voorwerpen naar de vier eerste grond slagenalle of gedeeltelijk gelegen zijn of zich bevinden in eene andere ge meenten dan die, waarin zij hun verblijf hebben, zal het vrijstaan de aan- In de maand April 1848, zijn binnen de Stad Leyden overleden 88 per sonen, als: 16 Mannen, 25 Vrouwen, 22 Zoons en 25 Dochters, daaren boven 2 levenloos aangegeven. In diezelfde maand zijn aldaar geboren 95 kinderen als 45 Zoons cn 50 Dochters, waarhij 2 paar tweelingen. Beschrijving voor het regt op de Patenten en het Personeel voor den jare 1848 en 1849. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, brengen bij deze, naar aanleiding van een ontvangen besluit van Z. Exe. den Heer Staatsraad Gouverneur van Zuid-Holland, van den 13den April jl. N°. 3495 3de Afd. houdende eenige bepalingen ten aanzien der beschrijving voor het Palen treat over 1848 en 1849 (dat is, van den lstcn Mei 1848, tot den 30stcn April 1849,) alsmede naar aanleiding van een gelijk besluit van den 13den April 1848 N°. 4120 3dc Afd., betrekkelijk de beschrijving voor de Personeele Belasting voor het jaar 1848 en 1849, ter kennisse van de Ingezetenen dezer Stad Dat op den lste" Mei een aanvang zal worden gemaakt met de beschrijving der Patenlpligtigen, tabel 14, N°. 3740, zijnde de Slijters, Tappers, Kroeg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 3