en sommigen die nevens hem zaten de poolen van tafels en stoelen af, ruk ten biermede en met de tafelmessen gewapend, naar buiten, waar zij in gevecht met het volk geraakten. Den Heer Smith O'Brien werden ver scheiden tanden uit den mond geslagenbovendien bekwam hij kwetsuren aan het oog en op de borst. De Heeren Meagher en Mitchell bleven binnen. Nu rukte de politie aan, dreef den volkshoop uiteen, beschermde de drie Heeren tegen de steeds klimmende woede, en begeleidde hen naar hun loge ment. De treurige afloop dezer theevisite heeft ten gevolge gehad dat de Heer Meagher het lersohe volk de vrijheid onwaardig verklaard heeft, weshalve hij voornemens was zich voortaan met geene politieke zaken meer te bemoeijen de Heer Smith O'Brien heeft eene soorlgelijke verklaring afgelegd en denke lijk zal de Heer Mitchell hun voorbeeld volgen. FRANKRIJK. PARIJS, 3 Mei. Drie oorzaken hebben heden nadeelig op de gerustheid en op de Beurs ge werkt: de eerste dat, na de zamcnkomst der nationale vergadering op morgen, de voorslag gedaan zal worden om haar tot den 10den te verdagen. De twee de, de woelingen der klubs, die ongetwijfeld met de wanorden der départe menten in verband staan. De derde is de vrees voor oorlog; het gerucht be vestigt zich hedendat het Fransche leger der Alpen de Italiaansche grenzen overgetrokken is. Do graaf d'Appony heeft op oflicieuse wijs ophelderingen gevraagd betrekkelijk de zamentrekking van het leger der Alpen. Het ant woord moet aan het Weener hof niet voldoende voorgekomen zijn, vermits de j gezant bevel bekomen heeft om zijne paspoorten te vragen. Tot nog toe kent men de keuzen van slechts 65 der 86 departementen welke Frankrijk bevat. Het getal der gekozenen is 599. Nu blijven er nog 21 over, die 301 vertegenwoordigers benoemen moeten, om het getal tot het vol bedrag der 900 leden te brengen. Volgens andere, waarschijnlijk latere tijdingen, zouden er bereids 640 leden ingeschreven zijn. In verband inet hetgeen nopens de onverwijlde verdaging der Nationale Vergadering gezegd wordt, is ook reeds naar men verneemt, officiël aange kondigd, dat het feest, hetwelk morgen op het veld van Mars moest plaats hebben, tot den 10de" uitgesteld blijft. Het plan tot het groote maal van honderd duizend dischgenooten dat een deel van dat feest moest uitmaken schijnt geheel en al opgegeven te zijn. Het voorloopig Bewind heeft besloten om troepen naar Limoges te zen den, om den Minister van Binnenlandsche Zaken een crediet toetestaan van 75,000 fres. voor de onkosten der vaandeluitdeeling en een van 798,000 fres. voor de onkosten aan de nationale museums; daarenboven zal eene belang- rijke som ter beschikking van den Commissaris worden gesteld om nog werk plaatsen voor werklieden te openen terwijl op aanvrage van Rouaan om daar de nijverheid te hulp te komen, Cremieux beeft geantwoord dat men door de vereeniging der Banken roet de groote Bank niet slechts twee of drie millioen kon voorschietenmaar zelfs alle mogelijke sommenom de nijver heid te verlevendigen Wat is die schatkist der Republiek toch onuitputte lijk evenwel zeker Schrijver die echter, daar hij de absolute monarchie was toegedaan, bij de Republiek wel geen gezag zal hebben, zegt ergens (Pred. V. 4.) »Het is beter dat gij niet belooft, dan dat gij belooft en niet betaalt." De Bank alhier zou zich vcrpligt hebben gezien op nieuw 15 inillioenen aan de schatkist voor te schietenten einde in de uitgaven van het leger der Alpen te voorzien. Op de hoeken dezer stad is het volgende aangeplakt: Vrijheid om van II honger te sterven; Gelijkheid in de ellende; Broederlijkheid volgens Kaïn. Ziedaar wat Ledru-Rolliri ons door zijne circulaire aanbiedt. 400 Tamboers der Burgerwacht die vergeefs om verhooging van hun soldij van één franc daags, op het stadhais hebben komen vragen, hebben gedreigd dat ze zullen terugkomen. In 1838 werd er den 7deu Februarij in de Kamer der Afgevaardigden over het costuum geraadpleegd. De Commissie van welke Lamartine verslag gaf, besloot dat er geen costuum noodig was. Lamartine nam meermalen het woord, en zeide onder anderen: »1789 en 1830 hebben het costuum vrijgelaten. Men werpt u de con ventie voor, maar toen deze die militaire en vrceselijke onderscheidingsteeke nen aannam, was zij geen wetgevend ligchaatn meer, maar had alle magt in zich vereenigd, en in die dagen waren die ambtenaren vreeselijk genoeg om hunne function door hun gewaad uit te drukken. o Neen gij hebt geen voorwendsel om een ander gewaad te dragendan dat van degenen die u gezonden hebben. Laat ons terwijl de innigste belangen des lands lijden, niet langer deze vergeten om over de keus van een jas of rok te raadplegen." Thans echter heeft het voorloopig Bestuurmet denzelfden Lamartine aan het hoofd, zoo men weet, het costuum geregeld. Een der dagbladen deelt het volgende aangaande den Heer Ledru-Rollin medeHij was tot zijn 20ste jaar onder den naam van Rollin hekendtoen werd hij door een oud Vrederegter, Ledru genaamdals zoon aangenomen. Deze liet hem 2 of 3 honderd-duizend francs na, en nu nam de erfgenaam zijnen naam aan. Dc Heer Ledru-Rollin heeft een goed voorkomen en is ruim 40 jaren. Men houdt hem voor alles behalve rijk. Een der geestigste dames zeide: »Hij is de eerlijkste man van ons Bewind, want zijne eerste zorg, sedert hij in hel Bestuur is, was om 600,000 fr. schulden te betalen." Sedert twee maanden spreekt men veel over het vrolijke leven in het Minis terie van Binnenl, Zaken, waarvan Ledru-Rollin het hoofd is. Naar men zegt, moet men daar dc fijnste wijnen drinken, welke de Heer Duchatel niet heelt kunnen incdenemen men verwijt hem ook, dat hij in schouwburgen en ac trices te veel belang stelt, en hij aan zekere schoone actrice Mlle Judith, onlangs een fraai collier ten geschenke heeft gegeven. De Aartsbisschop van Parijs heeft het bewind doen weten, dat noch hij noch iemand zijner geestelijkheid, aan dat zoogenaamde burgerfeest of repu- blikeinsche processie van zinnebeeldige vertooningen zoo als een wagen met ossen met vergulde hoornen enz., zou deelnemen; gelijk ook deze gansche ver tooning bij de bezadigde bevolking bitter weinig bijval vindt. Te Avignon en te Marseille is eene poging tot oproer mislukt. Te Castal Sarrasin is gelukkig slechts een persoon, en niet drie, gesneuveld. In het Zuiden schijnt men zich op de gekozene candidaten voor de Nationale Vergadering te willen wreken. Tc Pamiers heeft men den Heer Vigres, die er tot vertegenwoordiger benoemd was, w llen vermoorden er is op hem ge schotende kogel heeft niet hein, maar een vreedzaam inwoner der stad doodelijk getroffen. Uit Lyon zijn benden van 200 en 300 personen naar Lachassagne getrokken, om er het kasteel van den fleerde Mortenart, die tot afgevaardigde van het departement der Rhone gekozen is, te verbranden; een eskadron ruiterij is hen uil de stad achterna gezonden. Het adres door den klub Blanqui over de gebeurtenissen te Rouaan aan de voorloopige Regering gezonden, begint met de woorden: »De contra-revo lutie heeft zich in het bloed des volks gebaad. Regt, onverwijld regt tegen de moordenaars." De Generaal Gérard wordt in het stuk het creatuur en de tot al wat slecht is bereide dienaar l'ame damnée) van Lodewijk Filips ge noemd. «Zij sinaehleden naar eene bloedige wederwraakdie inoordboeven der afgeschafte dynastie," dus vervolgt het stuk, »zij hadden een Aprils bloedbad noodig, om hen over eenen tweeden Julij-dag te troosten." Het adres eindigt met de vier volgende eischen1°. ontbinding en ontwapening der burgergarde van Rouaan 2°. gevangenneming en teregtstclling der Gene raals en Officieren dier garde en der linielroependie den volksmoord bevo len en bestuurd hebben; 3°. gevangenneming en teregtstelling der zoo ge zegde leden van het appèls-hot', door Lodewijk Filips benoemde Seïdendie, in naam en ten behoeve der overwinnende royalistische factie handelende, den wettigen magistraat der stad gevangen gezet en de kerkerholen inet republi keinen gevuld bobben; 4°. onverwijlde verwijdering uit Parijs van de linie- troepen, welke de reacteurs op dit oogenblik zelf in broedermoordende feest malen op eenen St. Barlheleiny's moord der Parijsche werklieden afrigten." 4 Mei. De Nationale Vergadering is, ofschoon bij lang na nog niet voltallig, den 4dcn 's morgens te half twaalf vergaderd de oudste Afgevaardigde Audry dc Puyravaud neemt het voorzitterschap op zich. De Minister van Justitie Cremieux opent de Vergadering van wege het voor loopig Bestuur met een korte aanspraak, waarin hij zegt dat deze Vergade ring de beginselen der omwenteling van den 25steD Febr. zal ontwikkelen, en de regeling van den arbeid tot een voorwerp harer bemoeijingen zal maken. De Vergadering is verder met voorbereidende werkzaamheden bezig geweest, tot 's avonds half zeven en is toen uithoofde van onvollalligheid uiteen ge gaan. Alles is zoo verre rustig afgeloopcn. SPANJE. MADRID, 27 April. In de laatste dagen heeft de Koningin talrijke belooningcn uitgedeeld en aan velen cereteekenen geschonken; zoo zijn thans alle Ministers, voor zoo verre hun die eer nog niet was ten deel gevallen, met het groot lint der orde van Karei III begiftigd. Ten einde den slechten toestand van het finantiewezen te «remoet te komen, heeft de Koningin aan den staat afstand gedaan van de belangrijke achterstallen, aan haar Koninklijk huis verschuldigd. Deze achterstallen be- loopen de belangrijke som van 90 mill, realen (ruim 11 mill, gulden). Men spreekt van eene groote revue van het garnizoen alhier, op Zatur- dag aanstaande. De Koningin zoude in persoon de troepen in oogenschouw nemen, die daarna op een dejeuner in de Retiro zullen onthaald worden; reeds heeft men voor dit banket eene uitgestrekte tent opgerigt. De Hertog van Montpensier iaat te Madrid de edelgesteenten uitnemen van de greep van een' degendie eene waarde moeten hebben van 300,000 De degen had aan Napoleon toebehoord en is door den Hertog bij het verlaten der Tuileriën medegenomen. ITALIË. Tijdingen uit Venetië, tot den 22stcn April, maakten geen gewag van het voornemen dier stad, waarvan vroegere geruchten spraken, om te kapitu- leren, maar wel om aan de Oosten rij kscbe troepen tegenstand te bieden. De forten van Chioggia en Venetië waren in staat van beleg gesteld de Vcnc- tiaansche zeemagt, uit 2 fregatten en eenige kleinere oorlogschepen bestaande, lag in de haven. Het nieuwe ministerie te Napels heeft op verzoek van het Venetiaansch bestunr besloten, 1 linieschip, 2 groote fregatten3 ligtere oorlogsvaartuigen en 5 oorlogsstoomhooten tot hulp van Venetië toe te zenden. Het onder bevel van den Sardinischen Generaal la Marmora bijeengebragte legercorps was den 22sten naar Conegliano, op den weg naar Udine, opge trokken; bet zou door 4 bataillons vrijwilligers, onder bevel van den Ro- meinschen Colonel Ferrari gevolgd worden. Te Padua waren reeds 2 bataillonsPauselijke linietroepen, een bataillon Zwitsers en het corps uit de Romagnaonder bevel van Zambeccari aangekomen. Generaal Dnrando zou er eenige versterking bijvoegen. Al deze troepen zouden zich met de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 2