BUITEN LANDSCHE BElii V» TEN door eene rouwkoets, in welke gezeten zijn de dragers der slippen van liet rouwkleed, zijnde de Officieren van den staf van wijlen Zijne Koninklijke Hoogheid, henevens de oudste Adjudant van Zijne Majesteit den Koning; door een rouwkoets, waarin gezeten zijn Hunne Koninklijke Hooglieden de Prins van Oranje en Prins Hendrik der Nederlanden door eene rouwkoets met het gevolg van HH. KK. HH. e. Aan deze laatste rouwkoets sluit zich aan een escadron cavalerie. De trein zalbuiten de stad omden naasten weg volgen om op den straatweg naar Delft te komen. g. Aan de Nieuwe Brug te Delft aangekomen, verlaten de dragers der slip pen van het rouwkleed hunne koets, en vervoegen zich bij den rouwwagen, welke thans mede begeleid wordt door twaalf Kamerheerenbestemd om het Kijk te dragen, gaande aan beide zijden, en bijgestaan door een gelijk gelal Onder-officieren formerende deze laatsten de binnenrij tusschen den rouw wagen en de Kamerheeren h. De trein zal door de stad den volgenden weg nemen Van de Nieuwe Brug langs de Westzijde van het Oude Delft tot aan de Nieuwstraat, achter het Stadhuis langs, de Zuidzijde, voorbij de hoofdwacht, naar de Nieuwe Kerk; i. Inmiddels hebben zich in de kerk verzameld 1°. de Groot-officieren van Zijne Majesteit den Koning; 2". de Kamerheer Ceremoniemeester en Kamerheeren. 3°. de Adjudanten en Ordonnance-officieren van Zijne Majesteit den Koning en van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Frederik der Nederlanden 4°. a. De Officianten van het Huis van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Frederik der Nederlanden b. De Officianten van het Huis van HH. KK. HH. den Prins van Oranje en Prins Hendrik der Nederlanden c. De Officianten van het Huis van Hunne Majesteiten; d. De Onder-Secretaris en de Officianten van het huis van wijlen Zijne Ko ninklijke Hoogheid Prins Alexander der Nederlanden. Allen zonder degens, in diepen rouw, met lamfers aan de hoeden. Zij rangschikken zich in de kerk in twee rijen de jongsten aan de kerk deur en zoo wijders naar het koor toe, zullende liet Lijk tusschen beide rijen doorgaan. j. De Predikanten der Hervormde Gemeente van Delft bevinden zich insge lijks in de kerk tot ontvangst van den lijkstoet k. De trein tot de kerk genaderd zijnde, vervoegen zich de Groot-Officieren, de Kaïnerheer-Ceremoniemeesterde Kamerheeren, de Adjudanten en Ordon- nance-Officieren aan den ingang der kerken wordt het Lijk in de volgende orde naar den Koninklijken grafkelder gedragen 1". De Kamerheer Ceremoniemeester 2". De Kamerheeren 3°. De Minister van Marine en de Opper-Hofmaarschalk graaf vanderDuyn, benevens de overige Groot-Officieren van het Huis des Konings 4°. Het Lijk 5". HH. KK. HH. de Prinsen. De slepen der rouwmantels van HH. KK. HII. worden door pagies ge dragen. 0°. De Adjudanten en Ordonnance Officieren des Konings en der Prinsen. I. Het Lijk zal vóór den ingang van den grafkelder op eene lijkbaar wor den gesteldde kroon en de ordesleekenen worden op een wenk van den Kamerheer-Ceremoniemeester van de kist afgenomen en ter bewaring overgege ven aan den Opper-Hofmaarschalk van Zijne Majesteit den Koning. m. Vervolgens wordt de lijkkist van hel rouwkleed ontdaan en in het graf geplaatst, n. De Prinsen zullen daarna de kerk verlaten, ten welken einde de voor Hoogstdezelve bestemde koetsen aan den ingang der kerk zullen gereed staan. o. De kist zal vervolgens met het groot-zegel van het Rijk verzegeld wor den door den tijdelijken Minister van Justitie, die zich te dien einde vooraf naar de kerk zal begeven om de lijkstaatsie aldaar af te wachten. p. Na de verzegeling der kist zal de lijkbaar, met het rouwkleed daarover, boven den ingang van het graf gesteld wordenwaarna de Kamerheer-Ceremo niemeester inet luider stemme zal aankondigendat de plegtige ter-aarde- bestelling van het stoffelijk overblijfsel van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Alexander der Nederlanden volhragt is. tweede afdeeling. Algemeene verordeningen. a. Alle de klokken zullen te Rotterdam luiden van des ochtends half zeven ure, tot aan het oogenblik, dat de lijkwagen, op den straatweg gekomen, den weg naar Delft vervolgt. Te Delft en te 'sGravenhage zal geluid wor den van des morgens ten ball tien ure, tot dat het Lijk in het graf geplaatst is, en zullen in de beide eerstgenoemde steden, gedurende denzelfden tijd elke minuut een kanonschot gelost worden. Te Overschie zullen de klokken geluid worden gedurende de oogenblikkenwelke de trein besteedt om die gemeente door te trekken. b. De schutterij van Delft en het garnizoen van Delft en 'sGravenhage zullen de straten, welke de optogt doortrekt, bezetten met eene rij aan weerskanten; piketten cavalerie zullen in de steden en langs den weg tot het bewaren der goede orde medewerken. c. Aan de Kamerheerendragers van het Lijkzal een gebouw aan de Nieuwe Brug worden aangewezen om zich te verzamelen. De Groot-Officieren en Officieren zullen van de noodige mantels, lamfers en handschoenen voorzien worden. Aan de Pagies en Officianten zal worden aangewezen, waar zij zich van de rouwteckenen kunnen voorzien. d. De Commissaris van het Koninklijk graf zal zorg dragen, dat het geopend zij, en, nadat de begrafenis is geschied, wederom behoorlijk gesloten worde. e. Militaire wachten zullen aan de kerkdeur en bij het graf geplaatst wor den van het oogenblik der opening tot aan het sluiten van het graf. De zorg, dat de kerk inwendig opgeruimd zij, en dal in dezelve be hoorlijke orde heersche, is aan het stedelijk bestuur van Delft opgedragen. g. De besturen van Rotterdam Delft en Over.-chie zullen de noodige maat regelen nemen, dat de straten en plaatsen, langs welke de trein passeren moet, mitsgaders de groote weg tusschen genoemde steden, onbelemmerd blijven. h. De Kamerheer Ceremoniemeester is belast met het toezigt voor den goeden gang der plegtigheden. SGravenhage, 17 April 1848. Graaf van Limburg Stircm Noordwijk. Onder dagteekening van den 28"™ Maart II. heeft Z. Etc. de Minister van Jnstitie ad interim de volgende circulaire uitgevaardigd aan de Procu reur-Generaals bij de provinciale geregtshoven «Bij het reeds aangenomen eerste boek van het wetboek van strafregt is het beginsel erkend, om, builen de doodstraf, geene schavotstraffen te be houden. «Dat dit beginsel nog niet in toepassing is gebragt, is bet gevolg van het voornemen, om de verschillende deelen van het strafwetboek gezamenlijk in te voeren, geenszins dat men hetgene door de aanneming reeds nu als goed en gewenscht is erkendeerst in latere tijden toepasselijk zou oordeeleri. Integendeel, het zou hard kunnen gerekend worden, dat de straffen, die uit beginsel zijn verworpen, wegens omstandigheden aan dat beginsel vreemd, nog wieiden opgelegd. «Met is waar, dat men bij het vervallen verklaren der schavotstraffen het oog op een nieuw gevangenisstelsel gevestigd had en dat een en ander met elkander in een naauw verhand is gehragtmaar het is tevens waar, dat die straffen om haren aard en werking ook op zich zelve zijn bestreden, waarom het. zelfs afgezien van dat verband, wenschelijk voorkomt, het opleggen derzelve reeds thans zoo veel mogelijk te vermijden. «De wet is ten aanzien van de toepassing der schavotstraffen in vele ge vallen facultatief. Het komt mij voor, dat in de meeste gevallen, ook onder de thans bestaande strafwetgeving, de overige straffen van genoegzame kracht kunnen gerekend worden om de vcreischte waarborgen voor de maatschappij op te leveren, en ik zou het daarom, ook ter voorbereiding van het eerlang in te voeren strafstelsel, gelukkig achten, indien, waar dit mogelijk is, door de regterlijke collegiën van de bevoegdheid wierd gebruik gemaakt, om de eerstgemelde straffen, zoo veel slechts eenigzins mogelijk, buiten toepas sing te laten. «Veel zou ik mecnen, kan Uw Wel F.d. Gestr., bij het require ren van straf, er toe bijdragen, om deze beschouwingen, indien zij, gelijk ik mij durf vleijen, hij Uw Wel Ed. Gestr. ingang moglen vinden, van gewenschton invloed te doen zijn op de regterlijke uitspraken, cri ik heb alzoo de eer Uw Wel Ed. Gestr. te verzoeken, om langs dien weg wel, zoo veel in Uw ver mogen is, te willen bijdragen, dal de veroordeelingen tot schavotstraf voor taan zoo min mogelijk plaats grijpen. «Ik moet hier nog bijvoegen, dat het mij toeschijnt, en ik wensch daarop de aandacht der Heeren Officieren bij de regtbanken gevestigd te hebben, dat bij het requireren van straffen in correctionele zaken, aan de gevangenisstraf eene al te groote tijds-uitbreidirig wordt gegeven, hetwelk altijd strekt, om de bevolking der gevangenissen te vergroot en en niet zelden tevens strekt, om den gevangene zedelijk en maatschappelijk geheel te bederven. Ook hieromtrent schijnt het mij wenschelijk toe, dat met minder gestrengheid worde gehandeld." Gisteren is het door van Bevervoorde ingesteld beroep door bet Prov. Hof van Zuid-Holland verworpen, en het vonnis in allen deele bekrachtigd. Hij heeft aangekondigd, dat hij de uitgave van Le Courier Batave, en van de Burger staakt, uit moedeloosheid, omdat zijn geschrijf geen ingang vindt. Hel Journal de la Hage zal in leven blijven met eene veranderde redactie. FRANKRIJK. PARIJS, 16 April. Het vonrloopig Bewind begint oneenig te worden. De Commissarissen in de 86 departementen worden gedurig verjaagd, er zijn er reeds 240 benoemd, in de clubs gaat het niet beter. Ledru Rollin begint hoe langer hoe hooger Republikeinschen toon te voeren. In zijne laatste circulaire zegt bij, dat als de verkiezingen de maatschappelijke waarheid niet doen zegevierenzij den ondergang der republiek zullen te weeg brengen, dat dan het volk, dat de versperringen opwierp, andermaal zijn' wil zou moeten doen kennen, en de beslissingen der valsche vertegenwoordiging doen uitstellen. Het stadhuis zou volgens geruchten heimelijk in staat van verdediging wor den gebragt, en de iniriisteriën worden bewaakt; voorts heeft het voorloopig Bewind een crediet van 500,000 fr. voor buitengewone uitgaven van veiligheid toegestaan en worden de forten om Parijsdoor hen die zich zeker niet het minste tegen derzelvcr aanleg hebben verzet, ter handhaving van de vrijheid, gelijkheid en broederschap gewapend. Men zegt dat het bewind de woeste gronden die ruim 8 millioen bunders bedragen, dadelijk of bij onteigening aan den Slaat zal trekken. Het bezoek op de bloemen- en planten-tentoonstelling is zeer talrijk, hetzelve is met één dag verlengd en alzoo tot Woensdag den 19d«" April. ROTTERDAM, 18 April. Gisteren avond, omstreeks 7 ure, kondigde, na het hijschen der rouw vlag van den Grooten Kerkstoren, het lossen van minuutsohoten aan 's Rijks werf, de nadering van Zr. Ms. stoomschip Pboenix voor deze stad aan welk schip de stoffelijke overblijfselen van den beminden Koningszoon, Prins Alexander der Nederlanden van het eiland Madera herwaarts heeft overge voerd. Zijne Excellentie de Minister van Marine was ten 5 ure uit de resi dentie op 's Rijks werf aangekomen, om aldaar, met den Heer Directeur der Marine Ver Huell, en verdere autoriteiten, het arrivemenl af te wachten. Het stoomschip arriveerde, onder bet voortdurend lossen van het geschut, aan de haven der Werf, waar de ontscheping plaats moest hebben. De be. nedenzaal van het gebouw der Marine was reeds sedert eenigen tijd lot ont vangst van het Vorstelijk lijk, in eene statige rouwzaal herschapen. UTRECHT, 16 April. Op onze beroemde Palm-paardenmarktheden gehouden, waren aangebragt 2578 (waaronder een aanzienlijk getal schoone) paarden. De handel was niet buitengewoon levendig; ook de Fransche kooplieden toonden zich niet zeer genegen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 3