LEYDSCHE COURANT. N°. :j 1848. VRIJDAG, 31 MAART. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdug avond. f t sfc De Prijs der Courant is f12 in het jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. RINNENLANDSCHE BERIGTEN. LEYDKN, 30 Maart. Even als vele inwoners hebben zich ook vele studenten alhier verecnigd, om in gevalle van behoefte daartoe een corps te vormen oin ter handhaving van orde en rust mede te werken. Wij laten hier zoo veel de ruimte gedoogt, nog een kort verslag volgen der beraadslagingen over de wetsontwerpen tot verhooging van uitgaven voor het Zeewezen den Oorlog en de Gevangenissen in de Zitting van de Tweede Kamer van den 23sten dezer, wier aanneming in ons vorig nommer reeds was vermeld. De lieer Corvcr-IIooft is de eerste spreker; hij wil gaarne medewerken tot vestiging van een vast bestuur, en maakt voorts nog eenige bedenkingen van staatkundige aard, omtrent de Grondwetsherziening en het Ministerie. De Heer Anemaet zal de voordragten aannemen, hoewel hij geen onvoor waardelijk vertrouwen in het nieuwe Ministerie stelt. De Heer de Monchy zegt, dat de Kamer thans als 't ware geroepen is, om ten opzigte dezer voordragten, een votum van vertrouwen aan het Ministerie te geven. Maar het geldt hier tevens millioenen. Moesten ook bij de uit gaven, dc middelen niet zijn aangewezen? Hij geeft zijne bezwaren te kennenj, maar zal oin het ministerie te ondersteunen er voor stemmen. De Heer van Hclorna wenscht dat men het Bewind onderstcune en de voor- dragt, als blijk daarvan, aanneme. De Heer van Beeck Vollenhoven heeft ook bezwaar in de aanwending van uitgave, zonder opgave der middelen, doch zal voor de ontwerpen stemmen. Dc Heer Enschedé zal het Ministerie ondersteunen. Hetgeen verlangt wordt is niet exorbitantde schatkist is niet in zoo ongelukkigen toestand als wel elders. De Heer Kien wil, zoo lang hij Lid der Kamer is, zeggen wat hij meent. Zijn goede dunk van het Ministerie is aan het wankelen omdat hij afkeerig 9 is van alle noodelooze reacliegeestvan uitzetting uit posten om staalkundige begrippen; dat verwekt wrevel. Het nieuwe Ministerie is begonnen met zoo danige verwijdering. Dit is mocijelijk overeen te brengen met de woorden van den Voorzitter van den Raad gebezigd, dat de medewerking van allen vol strekt noodig was tot behoud van het vaderland. De redenaar heeft vermeend dit te moeten zeggenomdat hijniettegenstaande de weinige sympathie, welke hij voor het nieuwe Ministerie heeft, evenwel, omdat de omstandighe den dit dringend noodzakelijk maken en om het persoonlijk vertrouwen op de individuele Ministers, zijne goedkeuring aan de voordragt niet zal weigeren. De Heer de Man verklaart zich vóór het ontwerp en geeft daarom zijn votum van vertrouwen. De Heer van Gollstein, hoewel van oordeel dat de uilgaven te hoog opge voerd zijn, beaamt het tegenwoordig voorstel om den toestand van Europa. De fleer van Haersolte vraagt hoe de middelen voor de uitgaven zullen ge vonden worden. De beschikbare fondsenwaarvan de afgetreden Minister van Finantiën sprak, bedroegen 2, de thans gevraagde verhooging 3 millioen guldens. Hij voorziet op het einde des jaars een te kort. Hij zal echter voorstemmen. De Heer van Panhuys, geeft zijn votum van vertrouwen, met liet oog op bet nieuwe Ministerie en op dc Britsche Constitutie. De Heer Bijleveld schenkt mede zijne goedkeurende stem. De Heer van Ryckevorsel heeft veel bezwaar in de voordragten minder echter tegen de verbooging van het 8ste dan tegen die van hel 10Jc Hoofdst., doch zal voor deze wet stemmen. De Heeren Mutsaers, Smit en Corneli stemmen mede voor de wet. De Heer de Weichs de Wenne dringt aan op verandering in het belasting stelsel. De Heer Duymaer van Twist wenscht dat het Ministerie blijve en stemt voor. De Heer Hoffman stemt voor, en vindt in de zamenstelling van een Mi nisterie een waarborg voor eenheid en vastheid van bestuur. De Heer de Jonge van Beek en Donk stelt het meeste vertrouwen in 't Mi nisterie en wenscht, bij de uitbreiding van staatkundige regten, bezuiniging, verandering van belastingstelsel en handhaving van orde. De Heer van Sasse van Ysselt stelt een onbepaald vertrouwen in 't Minister.e. De Heeren van NagellBots en Nederburgh zijn bereid de wet goed te keu- een als votum van vertrouwen. De Heer Wichers zegt met den Heer van Sasse van Ysselt, dat men zaken moet behandelen en er van geene persoonlijke consideratien sprake mag zijn. Zijne Exc.de President van den Ministerraad, dankt voor de blijken van vertrouwen aan 't Ministerie. Het doet hem leed, dat het vertrouwen van den Heer Kien aan 't wankelen is gebragt, ten gevolge van een verleend eer vol ontslag (van den Heer v. Doorn), 't Was hem allerpijnlijkst dat te moe ten aanraden. Maar een homogeen en verantwoordelijk Ministerie was onmo gelijk als aan 't Hoofd van den Raad van State een man stond, geheel an dere staatkundige beginsels toegedaan. Z. Exc. heeft persoonlijk de grootste achting voor de kunde en 't karakter van den afgetreden staatsman en ver heugde zich steeds in diens vriendschap. Eer en pligt hebben 't Ministerie hierin geleid. Z. Exc. de Minister voor de Marine en Koloniën had het strengste onder zoek van 't ontwerp niet geschroomd. Dit was nu niet noodig. Z. Exc. de Minister van Justitie maakt, naar aanleiding van't gezegde des eersten redenaars, de Kamer bekend met den loop der omstandigheid en stand van zaken. Toen de Koning hem riep tot raadgeving, dacht hij ook dat het genoeg zoude zijn, eenige personen aan te wijzen voor de aanvaarding van portefeuilles, dat hij dan tot zijn werk als lid der bekende Staatscom missie en later tot den gewonen kring zijner werkzaamheden kon terugkee- ren. Maar de Koning bleef voortgaan zijn raad in te winnen. De Minister van Justitie kon niet langer aanblijven, die portefeuille niet blijven liggen. Hij rekende zich toen verpligt die aan te nemen. De omstandigheden hragt mede, dat al de leden der Staatscommissie zich tijdelijk ter beschikking stelden voor 't Ministerie, maar ook alleen met het oogmerk, buiten eenige Ministeriële betrekking te blijven, juist opdat men ons nooit zou kunnen toe roepen dat het ons te doen is geweest om hetóte-toi de li afin que je m'y uiette. Aan een definitief Ministerie zou hij zich dan ook hebben onttrokken. Binnen kort is het werk der Staatscommissie gereed, zelfs van eene toelich tende memorie vergezeld. Z. Exc. de Miuislcr van Binnenl. Zaken en Uervorrade Eeredienst verklaart, dat het voorstel om aan den tegenwoordigen President van den Ministerraad de vorming van een Ministerie op te dragen vau den Koning zelf is uit gegaan. Dc Deer Corver-IIooft dankt den Minister van Justitie voor de ontvangene inlichtingen, die zijne aanmerkingen zoo voldoende beantwoorden. Bij de stemming is 't ontwerp, tot verbooging van 't hoofdstuk Marine met algemccne stemmen aangenomen. Nu wordt behandeld de verhooging van hoofdstuk X (Oorlog). De Heer van Ryckevorsel stemt er voor, doch betreurt bet dat men er tevens een votum van vertrouwen in gelegd heeft. De Heer Storm van 's Gravesaude had aanmerkingen maar laat die thans achterwege. Hij heeft vooral bezwaar tegen de aanschaffing van zoo veel materieel. De Heer Corver-Hooft stemt legen het hooge cijfer. Z. Exc. de Minister van Oorlog heeft geene andere bedenking te wederleg gen dan die van 't Materieel. Wat de bewapening betreft: in tijden van oorlog moet men elk man op drie geweren rekenen, dus dient er een driedubbelen voorraad van wapenen te zijn. Zoo is 't ook gesteld met de artillerie. Dc aanschaffing van nieuwe trek tuigen bij dat wapen was hoog noodig. 't Ontwerp is aangenomen, met 46 stemmen voor cn 1 tegen, die van den Heer Corver-Hooft. De verhooging van 't 4 hoofdstuk der begrooting van 1847, wegens de kosten voor de gevangenissen wordt met algemccne stemmen aangenomen. Ten slotte legt de Voorzitter van den Raad van Ministers de belangrijke verklaring af, met betrekking tot dc plannen der Regering, tot verandering van het belastingstelsel en meer bepaald tot wijziging en vermindering van de accijnsen op bet gemaal cn het geslagt. De Zitting wordt opgeheven. De Afdeeling Legden der llullandsche Maatschappij van Latid/zouw heeft eergisteren hare Eerste Vergadering gehouden. In dezelve zijn tot Leden van het Bestuur gekozen: Prof. A. 11. van der Boon Mesch, Voorzitter, de lieer Mr. J. C. Bocauie, tweede Voorzitter, Prof. XV. II. de Vriese Se cretaris, de Heer P. 11. Baron Taets van Amerongen, Thesaurier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1848 | | pagina 1