Vrijheid! Orde! Hervorming! door de twee eerstgenoemden geteekend.
Deze proclamatie vermogt echter niets inecr op de meer en meer toomeloos
voorthollende menigte; het oproer breidde zich gedurig uit, nam immer
in hevigheid toe, en de Koning verklaarde te midden daarvan dat hij afstand
deed van zijne regering, ten voordeele van zijn kleinzoon den Graaf van Parijs,
onder het regentschap van den Hertog van Nemourshetgeen almede vruch
teloos was om het volk te doen bedaren, dat in het paleis der Tuilleriën was
doorgedrongenhetgeen door den Koning en zijn gezin nog in tijds was ver
laten en nu van binnen grootendeels vernield en verbrand werd.
Nadat door het vrije volk het Paleis der Tuilleriën verwoest was, heeft de
razende hoop het Palais Royalhet gebouw van het ministerie van buiten-
landsche zaken en nog vele andere hotels vernield en in de ascli gelegd.
Ook het Paleis van Luxemburg, met zijne heerlijke verzameling van schil
derijen is almede geplunderd en vernield.
De Koning is met zijn gezin in een gewoon huurrijtuig onder geleide van
eenige Nationale gardes en een regement Curassiers naar SL Cloud vertrok
ken van daar naar Neuilly en later naar het aan zee lig- gend kasteel Eu
gevlngt. Volgens eenige berigten zon hij reeds in Engeland zijn aangekomen
en de Hertogin van Orleans in veiligheid zijn op het fort Valerien, sedert
1841 cene der voornaamste sterkten van Parijs.
Men zegtdat het volk over het algemeen niet naar het leven stond
van bodewijk Philips en zijne familie. Zelfs moeten velen geroepen hebben
Wij willen nietdat dien ongelukkigen grijsaard leed geschiedelaat
hij maar gerust heengaan.
Eene zonderlinge overeenkomst bestaat er tusschen den val van Karei X
en dien van bodewijk Philips. De val van Karei X werd namelijk in 1830
voorafgegaan, door dien van den Dey van Algiers, terwijl men toenmaals
zeide: Deze twee groote overblijfselen kunnen elkander troosten!"
In 1848 valt Lodewijk Philips, maar ook hij heeft eenen voorganger gehad,
namelijk Abd-el-Kader.
Al de dagbladen verschenen heden ongezegeld.
Omtrent de zitting van de Kamei der Afgevaardigden van Donderdag
den 24ste", waar omstreeks 300 Afgevaardigden tegenwoordig warenwordt
het volgende gemeld
Men kondigt eene deputatie van de strijders en eene andere van de nationale
garde aan. Insgelijks wordt berigt gegeven dat de Koning zijnen afstand
geteekend en Parijs verlaten heeft.
Ten 1£ ure komt de Heer Lacrosse, Afgevaardigde en Secretaris van de
Kamer, te paard aan en meldt, dat de Hertogin van Orleans, gevolgd door
hare beide kinderen, naar de Kamer op weg is; op de brug der omwenteling
bespeurt men de Hertogin te voetgevolgd door een ontzaggelijk getal na
tionale gardes.
Zij treedt de Kamer binnen. (Volgens sommige berigten, is zij met moeite
in de zaal kunnen komen, en drong er tegelijk eene groote menigte volks
binnen.) Dadelijk plaatst men beneden bij de tribune, op de gewone plaats
der Deurwaarders, drie fauteuils, waarop de Hertogin met hare beide kin
deren plaats neemt; zij is omringd door eene groote menigte Generaals en
Adjudanten in groote uniform; voor de Hertogin stond de Hertog van Ne
mours in uniform van Luitenant-Generaal.
Op denzelfdcn tijd worden de beide doorgangen van de Kamer door eene
ontzaggelijke menigte nationale gardes en strijders vervuld.
De Heer Dupin beklimt de tribune en verkondigtdat de Koning Parijs
verlaten en eenen afstand geteekend heeft ter gunste van zijnen kleinzoon,
den Graaf van Parijs, met het regentschap van de Hertogin van Orleans;
verscheidene stemmen roepen toen: het is te laat!
Alsnu neemt het geraas toe in de Kamer; het halfrond der Kamer wordt
overstroomd door de burgers die tot dus ver in de gangen gestaan hadden.
Elk oogenblik wordt de menigte grooter, de jorige Prinsen worden door Af
gevaardigden in hunne armen genomen die ze boven de menigte uithouden.
De Hertog van Nemours tracht zich ruimte te verschaffen. Eindelijk doet
men de Hertogin en hare kinderen plaats nemen op de gereserveerde banken
zij gaat tusschen hare beide kinderen zitten en de Hertog van Nemours ter
linker zijde, omringd door Officieren en Adjudanten die hem vergezeld
hebben.
Na het terugkeeren van eenige stilte neemt de Heer Marie het woord en
tracht de noodzakelijkheid aan te toonendat de omstandigheden een provi
sioneel bewind vercischten.
In gelijken geest spreekt ook de Heer Cremieux.
De Heer Odilon Earrot verlangt, dat allen zich om de Vertegenwoordigers
van de Julij-revolutie scharen. Hij erkent de moeijelijkheid der omstandig
heden maar meentdat de vrijheidwelke bet vaderland begeertmet bet
behoud der orde vereenigbaar is.
Op het oogenblik dat de Heer de la Roche Jacquelein den Heer Barrot
wilde beantwoorden en met drift naar de tribune sneltdringt een stroom I
volks van alle kanten de Kamer binnen; handwerkslieden, Officieren met drie- I
kleurige vlaggen in de hand plaatsen zich op de trappen van de tribune.
Een burger maakt zich meester van het bureau des Voorzitters en snelt van I
daar naar de tribune en schreeuwt dat hij alleen aan de noodzakelijkheid I
van een provisioneel bewind gelooft.
Ook de Generaal Oudinotbeklimt de tribune en spreekt eenige woorden,
die men niet verstaat.
Achtervolgens wordt nu de tribune bemagtigd door Officieren van de natio- I
nale garde en burgers, die hunne vaandels rondzwaaijen en woorden uiten, I
die niemand kon hooren.
De Heer Ledru Rollin tracht ook te vergeefs zich te doen hooren.
Alsnu staat de Hertogin van Orleans op en schijnt te willen spreken. De
I Hertog van Nemours tracht haar weder te doen zitten. Een nationale garde
I raapt een papier op, beschreven met de woorden, die de Hertogin had wil-
I len zeggen. Zij luiden ten naasten bij als volgt
Mijne Hoerenhet is niet van de Kamer maar van het geheele land dat
I de magt van mijnen van vader beroofden zoon moet uitgaanniemand anders
I dan ik, cene ongelukkige weduwe, kom u vragen....
Na een kwartier uurs komt er eenige stille.
De Heer Ledru-Rollin zegt, dat hij protesteert tegen de soort van regering,
I welke men het volk wilde opdringen, ik doe dit uit naam van de burgers,
I zegt hij, die zich hier bevinden en sedert twee dagen strijden en ook heden
I avond zullen strijden.
Van alle kanten schreeuwt men onder het gekletter der wapenen, Ja! Ja!
I Wederom wordt de tribune bemagtigd door verschillende personen, die te
midden van het geraas spreken.
Ook een kweekeling van de polytechnische school tracht vruchteloos zich
te doen verstaan.
De Heer de LamartineMijne Heercn het is ongetwijfeld een treffend en
indrukwekkend schouwspelcene Prinses met haren zoon alhier te ziendaar
zij zich in vertrouwen onder ons begeeft. Maar men moet zijne gewaarwordin-
gen weten te bedwingen. fk heb gedeeld in de dubbele gewaarwording
waardoor gij zoo even getroffen waart.
Eenige stemmen: Wij waren niet tegenwoordig en hebben dus geene gewaar
wordingen kunnen aan den dag leggen.
Eene andere stein Leve de Republiek
Een afgevaardigde: Leve het Charter!
De Heer de Lamartine gaat voort en zegt, dat hij geen onderscheid maakt
tusschen de nationale vertegenwoordiging en die der burgers; dal hij, of
schoon getroffen door het bedoelde schouwspel, tevens eerbied gevoelt voor het
roemrijke volk, dat sedert drie dagen strijdt om de regering te herstellen op
de vaste grondslagen der wetten en der vrijheid algemeene toejuichingen
De spreker toont verder aan dat er te midden van den bestaanden storm iets
duurzaams moet opgerigt worden; dat er eene regering tot stand moet komen,
die een einde maakt aan de bloedstorting en den burgeroorlog verhindert.
Ten slotte verlangt hij dat men een provisioneel bewind oprigteen dat dit
bewind dadelijk benoemd worde.
Hierop vertoonen verscheidene personen een gedrukt plakkaat, waarop een
ontwerp van een provisioneel bewind staat, en daaronder ook de naam van
den Heer de Lamartine.
De Heer de Lamartine spreekt nog eenige woorden over de taak van dit
provisioneel bewindmaar op dit oogenblik wordt met geweerkolven tegen
de deuren gestomptde deur wordt opengebroken en eene massa strijders
bemagtigen de tribunes, met sabels en geweren of met pieken gewapend. Men
zegtdat een op den President aanlagmaar dat dadelijk het geweer door
een der burgers, die zich in de tribunes bevonden, naar boven werd gestoo-
ten. De Heer Sauzet verlaat met overhaasting zijn fauteuil; ook de Afgevaar
digden verlaten de zaal en de burgers stroomen in de doorgangen. Een ru
moer ontstaat rondom de banken, waarop de Hertogin en hare kinderen zitten.
De Hertogin wordt weggedragen en de menigte gaat onstuimig uiteen.
Men schreeuwtNaar het stadhuis! leve de Republiek!
De nationale garde, welke in het vertrek voor dat der zitting geposteerd
was, maakte eene dubbele rij uit; de Hertogin wordt bijna flaauw weggedra
gen zij wordt gevolgd door hare kinderendie door twee personen in hunne
armen worden gedragen de Hertog van Nemours volgt henmen doet hem
de gevaren opmerken die hem zijn uniform kan doen loopen men trekt hem
zijn uniform uit, en een persoon, die zich in zijne nabijheid bevond, geeft
hem zijn jas, dien hij aantrekt en men boort hem zijne bezorgdheid uiten
over het lot der Hertogin en hare kinderen. Men antwoordt hem, dat de kin
deren in veiligheid zijn en haalt hem over zoo spoedig mogelijk zich te verwij
deren. Men opent een venster voor hem en hij springt in den tuin van de
Kamer der Afgevaardigden.
Na de zitting begeven zich verscheidene Afgevaardigden: de Heeren Beth-
mont, Marie, Carnot en Oudinot naar het Ministerie van Binnenlandsche Za
ken hier spreekt men over de inrigting van bet provisionele bewind.
De Generaal Lamoricière komt aan; hij is ligtelijk aan den arm en in de
borst door twee bajonetsteken gekwetst; bij zegt, dat zijn paard in de straat
Richelieu is gedood.
Onderwijl heeft dit zich opgeworpen bestuur bestaande uit Arago, Ledru
Rollin, 'Marie, Dupont de l'Eurc, Lamartine, leden van de Kaïner der Af
gevaardigden Marrastredacteur van NationalFlocon redacteur van de
Reformeden bekenden schrijver Louis Blanc en een werkman Albert gehce-
ten, de volgende proclamatie uitgevaardigd:
Aan het Fransche volk!
Eene achteruitgaande en olichargische Regering is omvergeworpen dooi
de heldhaftige bevolking van Parijs.
Deze Regering heeft de vlugt genomen, een bloedig spoor achter zich la
tende, dat aan haar voor immer den terugkeer verbiedt.
Het bloed des volks heelt gevloeid als in Julij: maar deze maal zal dit
grootsche bloed niet vergeefs gestort zijn het heeft cene nationale en popu
laire Regering verkregen, in overeenstemming met de regtendcu vooruit
gang en den wil van dit groot en edelmoedig volk.
Eene provisionele Regering, bij acclamatie in de zitting van den 24sle"
Februarij gekozen door het volk en de Afgevaardigden der departementenis