LEYDSCHE
i
COURANT,
/ff
1848,
komt MAANDAG, 28 FEBRUARIJ.
N". 25.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
BUIT EN I i A N DSC H BERIGTEN.
De Courant wordt Maandag,
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag
uit Zaturdag avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar;
de afzonderlijke nummers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN, 26 February.
Z. M. beeft aan den Heer C. J. Temminck, Directeur van 's Rijks Museum
van Natuurlijke Historie vergunning verleend tot bet dragen van de versier
selen van dc Ridderorde van het Legioen van Eer, hem door den Koning der
Franscben geschonken.
Z. M. beeft onder anderen benoemd tot Ontvanger der Registratie te
Noordwijk den Heer J. J. Hubrecht, thans te Vlaardingen, en te Gouda,
den Heer J. J. IV. Eekhoutthans te Oldcnzaal.
Men verneemt dat in plaats van wijlen den Heer J. D. Janssentot
Secretaris-Generaal van het Departement voor de Zaken der Hervormde en
andere Eeredienstenbehalve die der Roomsch - Katholijkenbenoemd is
Ds. J. J. Rooseboom, Predikant te 'sGraveuhageLid en Secretaris der Al-
gemeene Synode, en Secretaris der Algemeene Synodale Commissie.
's GRAVENHAGE26 February.
Thans verneemt men dat de Tweede Kamer der Staten-Generaal is bijeen
geroepen tegen Dingsdagden 7den Maart aanstaandedes namiddag ten 2
ure, om alsdan bare gewigtige werkzaamheden te hervatten.
Rij den Minister van Finaritiën zijn ten behoeve van 's Rijks schatkist
ontvangen de navolgende waarden: een muntbiljet groot ƒ100, vijf muntbil
jetten a ƒ10, en een Oostcnrijksche Coupon ƒ50. Te zamen 200.
DELFT, 26 February.
Blijkens den staat van begrooting van ontvangst en uitgaaf dezer slad
voor de dienst van 1848, zijn de ontvangsten berekend, als volgt: gewoon
ƒ155,764.63, buitengewoon 13,483.50totaal 169,248.13. De uitgaven
zijn geraamd als volgt: gewoon ƒ148,881.28 buitengewoon 20,273.51
totaal ƒ179,154.79.
AMSTERDAM, 25 February.
Volgens een particulier schrijven uit Batavia heeft de Chineesche tns-
schenhandel aldaar sedert de openstelling der onderscheidene havens in China
nagenoeg opgehouden. De invoeren op Java bepalen zich meestal tot artike
len voor inlandsche markt, en de uitvoeren tot Spaansche matten, rijst,
suiker, vogelnestjes, enz. Doch volgens dezelfde brieven heeft men op Ma
kasser een groot etablissement te wachten met filiaal kantoren in de meeste
havens der Molukken tot welker bestuur, naar men wil, een 40-tal jonge
lingen uit Holland ontboden zijn. In hoeverre dit nuttig is voor directe toe
zendingen uit Europazal de tijd leeren. Makasser is echter tot nog toe
geen belangrijke uitweg voor de Javasche markt geworden. AmstCour.)
•s HERTOGENBOSCH23 February.
Bij den Stads Ontvanger is ten behoeve der stad van eenen onbekende
ƒ1000 ontvangen; dit is de tweede maal binnen cenige jaren.
In de gemeente Sprang maken zich verscheiden huisgezinnen gereed
om met de helft van de volgende maand het vaderland te verlaten en naar
Noord-Amerika te vertrekken.
OPHEMERT, 23 February.
In de voormiddag-godsdienstoefening van den 20sten dezer had alhier eene
zeldzame plegtigheid plaatsnamelijk het toedienen van den II. Doop aan
cenen Afrikaan, geboren aan de kust van Guinea, circa 12 jaren oud.
In Julij 1846 door cenen menschenvriend herwaarts gezondenwerd hij
bier als gewoon leerling in de dorpsschool opgenomenwaar hij weldra bui
tengewone blijken gaf van bijzondere vatbaarheid, in bet leeren lezen, schrij
ven, rekenen en verdere noodzakelijke kundigheden, derwijze dat hij een be
trekkelijk zeer voldoend onderzoek onderging in het godsdienstig onderwijs, op
grond waarvan hem de 11. Doop werd toegediend.
Opmerkelijk was het, dat ter bijwoning dier plegtigheid de kerkeraadsbank
bezet was door een' 12-jarigcn Afrikaan en een 17-jarigen Aziaat, terwijl en
pleegheer en ouderling de eerste met Afrika, de laatste met Azia, als tijde'
lijke bezoekers dier werelddeelen bijzonder bekend naast en bij elkander zoo
ongezocht hadden plaats genomen en zichna afloop der plegtigheid met
anderen vriendschappelijk in de pastorij vereenigden. Men zegt dat deze
knaap voornemens is in Maart c. k. weder naar zijn land terug te koeren.
OOST-I1SDIE.
BATAVIA, 30 December.
Met het onlangs van Japan teruggekeerd Nederlandsch handelsschip 's Herto-
genboschGezagvoerder Mallhijsscnzijn van daar overgevoerd 6 Amerikaan-
sche schipbreukelingen omtrent wier wedervaren dc volgende bijzonderheden
bekend zijn geworden
Op den 19Jen Julij 1845 waren zij met het ter walvischvangst uitgerust
schip Larnce, bemand met 23 koppen, van New-York vertrokken en bevonden
zich op den 27sten Mei 1846 in de wateren van Japan, toen het vaartuig
door eenen hevigen orkaan op eene rots verbrijzeld werd, weinige oogenblik-
ken nadat de equipagie het in 3 sloepen verlaten had, van welke twee ver
ongelukten. Na zes dagen, van weinig levensmiddelen voorzien, te hebben
rondgedreven bereikten zij op den 2den Junij bet eiland Edzof, zij hadden
zich reeds gedurende geruimen tijd op hetzelve opgehouden toen het toeval
hen daar een paar inwoners deed ontdekken die echter ijlings de vlugt na
men. Hierop zich verder binnen 'slands begevende, gelukte het hun andere
ingezetenen te ontmoeten, van wie zij van het meest onontbeerlijke werden
voorziendoch tevens hun te kennen gegevendat zij ten spoedigste moesten
vertrekken. Bij gebrek aan middelen daartoe, hebben zij evenwel ongeveer
twaalf maanden aldaar vertoefd en gedurende al dien tijd de meest welwil
lende behandeling ondervonden.
Reeds in December was het ongeval bij gerucht aan het Nederlandsch op
perhoofd te Decima bekend. In die maand vernam men aldaar dat zij zich
toen te Motsmai bevonden cn naar Jedo en van daar naar Nangasaki zouden
worden overgebragt. Eerst op den li11611 Junij ontving het opperhoofd eene
officiële doch tevens zeer onvolledige kennisgeving van het gebeurde, en van
het voornemen om hen naar Decima over te voeren. Kort daarna werd eene
commissie benoemd van 15 Japansche ambtenaren om al wat tot deze vreem
delingen betrekking had te onderzoeken, terwijl bovendien zeven bedienden
van de geldkamer te Nangasaki, inet de zorg voor hun onderhoud werden
belast.
Op den 20stcn Augustus kwam het Japansch vaartuig, aan welks boord
zich de Amerikaansche schipbreukelingen bevonden, van Motsmai in de baai
van Nangasaki aan, cn liet onder den l'apenbcrg het anker vallen. De ten
hunnen behoeve daargcstelde commissie begaf zich naar boord, en de zeven
Amerikaansche zeelieden werden onder hun toezigt overgescheept in een ge
heel met schanskleedcn omgeven vaartuig, uit hetwelk zij aan den wal in
even digtgeslotene draagstoelen werden overgebragt, en van daar vervoerd naar
een één kwart uur boven Nangasaki gelegen tempel, welke, ten einde hun
alle gemeenschap met de bevolking te beletten, opzettelijk met eene hooge
en stevige bamboezen heining was omgeven.
Later hebben zij meermalen verhooren moeten doorstaanter overtui
ging, dat hun aanwezen aldaar slechts aan toeval, en niet aan eenig bijzon
der oogmerk moest worden toegeschreven. Ofschoon een der schipbreukelin
gen met name Murphey Wells, wiens vader James Wells te Amsterdam was
geborende Nederlandsche taal eenigzins magtig wasen het daardoor mo
gelijk werd, om hem door middel der Japansche tolken te ondervragen, is
men echter later verpligt geweest, dc hulp van het Nederlandsche opperhoofd
in te roepenen zijn zij dien ten gevolge in September, in eene plcgtigc ver
gadering, in de \toning van den Gouverneur van Nangasaki, op nieuw onder
vraagd, na den afloop van welk verhoor aan het Opperhoofd door den eersten
Secretaris, namens den Gouverneur, zijn dank is betuigd voorde door hem
in deze zaak betoonde bereidwilligheid. Op den 27stcn October, weinige da
gen vóór het vertrek van het handels-vaartuigzijn dc schipbreukelingen
onder geleide van eenen Keizerlijken Opperhanjoosdrie Ondeibanjoozen
cenige leden van de geldkamer en de vijftien leden der Commissie, naar De
cima overgebragt cn aldaar in de recpplie-zaal op eene plegligc wijze aan het
Nederlandsche opperhoofd overgegeven, onder aanbeveling om verder voor hun
lot tc zorgen, en met verzoek, om van hunne goede aankomst in hun vader
land te worden onderligt; kort daarop is een twaalftal balen rijst van wege
de Japansche regering hun tot onderhoud op hel schip gegeven; terwijl onder
verzoek, dat de Kapitein, gedurende hun verblijf op het schip, in hunne
behoeften zoude voorzien en hun ccDe goede behandeling zou doen ondergaan,