LEYDSCHE COURANT. 1847. MAANDAG, 8 NOVEMBER. BINNENLANDSCHE BERÏGTEN. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit ZcUurdag avond. De Prijs der Courant is f IS in het jaarj?'' de afzonderlijke nemmers worden tegen lftsdk Centen afgegeven. LEYDEN, C November. Wij vernemen dat de Koninklijke Nederl. Maatschappij tot Aanmoediging van diMi Tuinltouw den lGdcn, 17llcn en ÏS^" Aprl'l 1848, eene tentoonstel ling zal houden, in het gebouw der Teeken-Akademie aan den Boschkant te 1sllage, door de Stedelijke Regering ten dien einde welwillend afgestaan, en dat er voor de fraaiste of zeldzaamste exemplaren, gouden, zilveren en bronzen ccrepefinifigen zullen worden uitgereikt. Met den 8st™ dezer zal dagelijks, uitgenomen de Zon- en Feestdagen over den ilollandsclien Spoorweg, te half een ure een Beurstrein van Botterdam naar Amsterdam vertrekken, bestaande uit rijtuigen van de eerste en tweede klasse, alleen voor reizigers bestemd, en welke gccne andere dan de hoolcl- slations zal aandoen. KATWIJK, G November, de voortdurende gunstige weersgesteldheid blijft de vangst, ofschoon [I zeer ongelijk verdeeldaanhoudengisteren zijn twee bezendingen te zamen van omstreeks 170,000 stuks, en dezen morgen eene van omstreeks 100,000 aangebragt, en nog 3 Katuijksche schuiten zijn in bet gezigt; van deze G bezendingen zijn er 2 van de Kalwijksche Maatschappij. Tot toelichting van het overdreven gunstige berigt van den Haagsclie Nieuwsbodevan de Slcurharingvisscherij te Scheveningenmeent men te moeten opmerken, dat, indien het, als in de maand October aangebragt opgegeven getal Bokking van 2,284,000 stuks, verdeeld wordt over de 54 pinken te Scheveningen dit dooreengenomen per pink ongeveer op 42,300 stuks uitkomt, terwijl tot eene uitkomst, bij welke nog naauwlijks de ree- derij in stand blijven kaneene aanbrengst in bet gchcele saisoenreeds voor tncer dan de helft verstreken, van omstreeks 100,000 stuks per vaar tuig wordt gevorderd. Nog ten jare 1845 werd nagenoeg dezelfde uitkomst in de maand October verkregen, en was de eind-uitkomst echter dooreenge- -nomen onvoldoende, om de reederij in stand te houden. 'sGRAVENHAGE, 5 November. Z. M. li erft Dr. Everard benoemd tot Commandeur der orde van den Ned. Leeuw, als een blijk van welgevallen wegens de zorgen aan Prins Alexander besteed gedurende diens laatste ongesteldheid. Z. M. beeft bij besluit van 3 Augustus II., op bet rekest van den Heer B. Tideman c. s., de naamloozc Vennootschap, onder den titel van Maat schappij tot bebouwing en verveening van het Graf termeergoedgekeurd. H. M. beeft voor de loterij van handwerken ten voordecle der armen te Tilburg een fraai bewerkt canapé-kussen geschonken. Ook beeft 11. M. een dergelijk geschenk voor de loterij te Beverwijk gezonden. De Koninklijke Bibliotheek alhier heeft dezer dagendoor tusschcn- komst van Z. Exc. den Graaf von Kocnigsmarckten geschenke ontvangen bet rijk gebonden 4de en 5de deel der prachtuitgave van de werken van Fre- derik den Groote, op kosten van Z. M. den Koning van Pruissen uitgegeven. Uit de Memorie van toelichting blijkt bij het wetsontwerp ter zake van de Zevenkindcren Wet, onder anderen, dat van de incer dan 1200 ontvangen aanvragen tot dusverre 674 gegrond zijn bevonden, terwijl ruim 530 zijn af gewezen, cn dat bet getal der te dezer zake ingestelde regtsvorderingen tegen den Staat tot 102 is geklommen. Ofschoon de Regering overwogen beeft of niet tot de opvoeding der kinderen behoorde te worden overgegaan, beeft zij daarvan moeten afzienen blijft er dus, volgens baar oordeel, niets anders over dan de uitkeering ad 250 'sjaars, gedurende vier jaren, behoudens de vermindering door afsterven; er zal dus betaald moeien worden: In 1847 voor 13G, in 1848 voor 383, in 1849 voor 460, in 1850 voor 512 kinderen, en dan jaarlijks, bij weder afklimmend getal, tot in 1861 als wanneer de laatste betaling, ten behoeve van 3 kinderen, geschieden moet. Aan bet slot wordt gezegddat de tot hiertoe verkregen en verder te ver wachte opbrengst van de middelen, over 1847, bet vermoeden oplevert dat de somvoor dat jaar uit de middelen zal kunnen worden gevonden. Heden zijn alhier, onder bet toczigt van den Heer Teixeira de Maltos, steenhouwer van Amsterdam, de laatste stukken hardsteen aangebragt, voor bet voetstuk van bet standbeeld van Willem den Eersteal de zware sire nen, er zijn er onder van omstreeks 30,000 Ned. ponden, zijn nu zonder eenig onheil aangebragt, dank zij bet overleg en bet beleid des ondernemers, zoowel als de geschiktheid en voorzigtigbeid dei' werklieden onder het opzigt van den steenhouwer Rotteveel alhier. Het nieuwe gebouw der broeders vrijmetselarenop den Fluwelen- Burgwal te dezer stede, is beden plegtig ingewijd. Een aantal broeders uit andere steden, tot de bijwoning van dit feest uitgenoodigd, hebben daaraan deel genomen. Z. K. H. Prins Frcderik der Nederlanden beeft, als Groot meester-nationaal de plegtigheid mede bijgewoond. Dit feest is des te luisterrijker, oindat bet tevens eene eerste bijeenkomst is van al de vrijmet selaren iri deze residentie, welke tot dus ver in drie afzonderlijke loges hunne bijeenkomsten bielden, maar zich thans in óérie loge hebben verecnigd. Heden avond wordt er een groot feestmaal gehouden, waaraan ruim 250 broeders deelnemen. Gisteren beeft de bier gevestigde afdecling der Nederlandsehc Maat» schappij tot afschaffing van den sterken drank bare eerste wintervergade ring geopend, onder voorzitting van Ds. J. Moll. Eene aanzienlijke menigte van alle rangen en standen woonde deze bijeenkomst bij. Do voorzitter beeft de vergadering met eene toepasselijke rede geopendcn daarin op nieuw doen uitkomen al bet gevaarlijke, dat in bet gebruik van sterken drank gelegen is, cn welken verderfelijken invloed zulks op het leven van den meiiseh kan uitoefenen. De spreker beeft onder anderen herinnerd, dat velen gedurende den laalsten winter om werk cn brood gesmeekt hebben, terwijl zij intusscben van bet gebruik van den sterken drank niet afzagen. Daarna beeft de Heer Cohen Stuart, Secretaris dezer Afdecling, een verslag gedaan van den toestand der Maatschappijzoo in liet algemeenals van de Afdecling 'sGravcnhage in het bijzonder, cn daarbij haren toenemenden bloei en voor uitgang doen opmerken. Uit dat verslag is onder anderen geblekendat H. M. de Koningin cn Z. K. 11. Prins Erederik door ruime bijdragen de pogin gen der Maatschappij krachtig ondersteund hebben. Ten slotte beeft de Heer Mr. C. C. E. d'Engelbronner de eerste lezing gehouden, en wel over het algemeen bekende spreekwoord: cet de tering naar de nering. Uit bet verslag der Begering aan de Slaten-Generaa! nopens den staat der Iloogescbolen in ons Koningrijk in 1845, ontleenen wij ten opzigte van onze Hoogescbool het volgende: In bet jaar 1845 hebben de navolgende veranderingen in bet onderwijzend personeel bij de Iloogescbolen plaals gegrepen Ten gevolge van bet door den lieer Siegenbeekwegens bereikten 70-jari- gen ouderdom reeds in 1844 verkregen emeritaat als gewoon Hooglccraar in de faculteit der wijsbegeerte en letteren bij de Hoogescbool te Leydenis, ter zijner vervanging, de Heer Sehrant, vroeger tijdelijk aan die inrigting toegevoegd, in 1845, tot gewoon Hoogleeraar in gezegde faculteit benoemd. Zoo ook zijn de Ileeren Kaiser, Verdam en Scholtcn, tot daartoe allen buitengewone Hoogleerarende twee eerste in de faculteit der wis- en na tuurkunde, de laatste in die der godgeleerdheid, bevorderd tot gewone Hoog- 1 eeraren. Voorts is de lieer Stuffken, Th. Dr.en destijds Predikant bij de Her vormde Gemeente te Haaftcn in Gelderland, benoemd tot gewoon Hoogleeraar in de faculteit der wijsbegeerte en letteren, waardoor de leerstoel voor de pliilosopbiewelke, sedert de Hoogleeraar Nieuwenhuis in 1843 bet emeri taat bad verkregen, vacerende was geblevenwederom vervuld is geworden; en is de Hooglceraar Juynboll, vroeger Hoogleeraar te Groningen, als gewoon Hoogleeraar in de faculteit der wijsbegeerte te l.cyden aangesteld, ten einde in bet vak der Oostersehe letterkunde den in 1844 overleden Hoog leeraar Wevers te vervangen. De Hoogleeraar Rcinwardt, die, niettegenstaande bet in 1843, wegens bereikten 70-jarigen ouderdom aan hem verleende emeritaat, was voortge gaan niet bet geven van onderwijs in de kruidkunde, alsnu verklaard heb bende van de hem vergunde rust gebruik le willen maken, is, ter zijner vervanging, tot gewoon Hoogleeraar in de faculteit der wis- cn natuurkunde benoemd de Hooglceraar de Vriese, vroeger Hooglceraar bij bel Athenaeuin te Amsterdam, cn is eindelijk, Ier vervulling van den leerstoel van den in 1844 overleden Hoogleeraal' Uylenbroek tot buitengewoon Hooglceraar in dc wis- cn natuurkundige faculteit benoemd de Heer Rijke, vroeger Hooglceraar bij bet Athenaeum le Maastricht. Ten gevolge van deze benoemingen zijnzoo als Hoeren Curatoren zulks

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 1