LEYDSCHE
COURANT.
N°, 131.
MAANDAG, 1 NOVEMBER.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
vit Zaturdag avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN, 30 October.
Z. M. beeft benoemd lot Kantonregter te Woerden i\Ir. C. J. N. Nieuwen-
buis, thans Plaatsvervangend Kantonregter aldaar.
In ons vorig berigt aangaande de onlangs ontdekte komeet en planeet
(zie ons Kommer van 29 October 11.) leze men in plaats van welke hare
loopkringen van de Zon tussclien die van de Maan en Jupiter hebben" het
volgende: welke bare loopkringen om de Zon tussclien die van Mars en
Jupiter hebben." Het is nu dooi' waarneming en berekening volkomen be
wezen, dat de Komeet op den 3dcD dezer door Vieo te Rome ontdekt, dezelfde
was als die welke Mevrouw Riirnker op den lldcn ontdekte. De gouden me
daille, door Z. M. den Koning van Denemarken voor de eerste ontdekking
van elke teleskopisehe komeet toegezegd zal alzoo weder voor dc Vico zijn.
Een Engelschtnandie zich onlangs te i.cipzig ophieldbeeft daar ver
haald dat Lord Rosse, door de machinerie van zijnen grooten teleskoop,
cenc belangrijke kwetsuur aan de hand heeft bekomenten gevolge waarvan
hij overleden is.
Dc lieer Raron van Westreenen van Tiellandt heeft een geleerd vlugt-
sebriflje in het licht gegeven, waarin hij, met behulp van zijne eigene rijke
verzamelingen, en van den hoogen maatschappelijken toestand, die soms toe
gangen verkrijgt en middelen van inlichting bezit, die voor anderen moeijelij-
ker te erlangen zijn" bewezen beeft wat vrij algemeen bekend was, na
melijk, dat er geen echt portret van Laurens Janz. Coster bestaat. Men is
hem dank schuldig voor zijne poging om dit negativo resultaat nog zekerder
te bevestigen. Maar de Heer van Westreenen gaat nog een' slap verder, en
hij concludeert, dat het ontworpen metalen beeld van Coster een ideaal zal
zijn; zoo veel als, dat het niet gelijken zal.
Kil vinden wij het (de Heer van Westreenen vergeve ons de openhartigheid)
niet genereusdat hij velendie de pen reeds opgevat hadden om in te
schrijven, zijne conclusie aan het domme verstand brengt. Wij hopen dat
zij van den schrik zullen bijkomenwanneer zijin hunne burgerlijke een
voudigheid zonder hulp van een «hoogen stand in de maatschappij," zich
herinneren, wat den Heer van Westreenen schijnt te ontgaan, dat de ideale
beelden ten allen tijde talrijker geweest zijn dan de welgelijkendedat dc
gelijkenis waarde heeft voor de lijdgenootcnmaar dat die waarde allengs in
de afdaling der generatiën verdwijnt, en dat de verloopen tijd dan «bet
beeld, al is het ideaal, als het ware, huldigt" (zoo als de Heer van Wes
treenen zelf zich omtrent het bestaande beeld van Coster uitdruktzeer
nabij zijnde om het ding goed te begrijpen)dat de Grieken en de Romeinen
soms jaren lang na den dood van eenen persoon, aan dezen een standbeeld
toegew ijd hebbenzonder dat zij een portret van hem hebben kunnen be
zitten't geen dikwijls zóó verre ging, dat inen niet zeker wist, of een
standbeeld regt had op den naam, die in het voetstuk gebeiteld was, en ver
moedde dal liet vroeger een anderen persoon voorgesteld bad. Men rekende
het genoeg, dat men wist, wieu het, voor het tegenwoordige oogenblik
voorstelde: het was een zinnebeeld van vereeringdus, boe edeler en
grootschcr van uitvoering, des te liever.
Men mag het den Heer van Westreenen niet ten kwade duiden, dat bij
geen zwak heelt voor een mooi beeld men kan niemand dwingenbij zijnen
ijver voor de goede zaakzoo als de Heer van Westreenen ongetwijfeld beeft,
altijd in een bui van goeden smaak te zijn. Zijn ijver blijkt uit zijn' lust,
om te Keulenwanneer men het graf van Ulrich Zei mogt vindenhierop
uit eigen middelen «een eenvoudig gedenkteekenmaar alweder zonder
zijne afbeelding" te stichten. Wie zou dien lust niet toejuichen? De Heer
van Westreenen berekene slechts bijtijds, dat het eenvoudige gedenkteeken
zeer kostbaar zal worden. Er zal voortdurend een sterke wacht bij het
gedenkteeken moeten staandie het uit naam der Ncderlandsclie Natie bc-
veilige tegen de Duitschers, die ongaarne op hunnen bodem een eerbewijs zul
len toelaten van den Nederlander aan den manwiens getuigenis omtrent
den waren uitvinder der Drukkunst hun een doorn in het vleesch is.
Wij verwachten, dat de Heer van Westreenen, wanneer hij het goede hu
meur, dat hem bij zijn goede hart eigen is, maar dat onder het schrijven
der brochure van huis was, zal herwonnen hebben, bijdragen en helpen zal,
om bet ontworpen metalen standbeeld op te rigten.
Heden aanvaardde de Heer Dr. C. A. X. G. F. Sicherer zijne betrekking
als Lector der Hoogduitsehe Taal- en Letterkunde aan onze Hoogesehool, met
het houden eener openbare voorlezing, lot welker bijwoning een talrijk ge
hoor, waaronder verscheidene Professoren en Doctoren, zich in de Juridische
Gehoorzaal verzameld bad. In korte trekken schetste de Spreker het gewigt
en den omvang der hem opgedragene taak, en hragt vervolgens, bij wijze van
inleiding op zijne volgende lessen, de toehoorders op het standpunt, van waar
hij de geschiedenis der letteren van zijn Vaderland wil aanvangen. Daartoe
doorliep hij beknoptelijk de lotgevallen der Duitsche poëzy gedurende de vroeg
ste middeleeuwen, en ontvouwde daarop den invloed, dien het Christen
dom bet ridderwezende kruistogtende vrouwen-vcreering de grootheid
en het aanzien des Duitschen rijks enz.op de ontwikkeling en veredeling
der dichtkunst hadden geoefend, waardoor reeds in de 12dc eeuw dat hloei-
jende tijdperk der Duitsche poëzy ontstond waarmede men de letterkundige
geschiedenis eerst regt kan beginnen.
Dc voortzetting dezer belangrijke historische beschouwing zal de Heer Sicherer
in eene reeks van volgende lessen geven en geenszins twijfelen wijof de
Studenten onzer Hoogesehool zullen zich met belangstelling deze gelegenheid
ten nutte maken, om met de beoefening der klassieke oudheid of van an
dere wetenschappen tevens de studie eener zoo hoogst gewigtige nieuwere li
teratuur te verbinden.
In ons nommer van 20 September gaven wij berigt dat Z. Exc. de Gou
verneur-Generaal den 29slen Junij uit Batavia was vertrokken, om eene reis
door Java te ondernemen. Dat hij den lstcn Julij te Samarang aankwam
en aldaar vertoefde tot den 6dcDwaarna Z. Exc. den 7den de vesting Wil
lem I, bij Ambarawa, in oogenschouw had genomen. Met de Overlandpost
van October is het berigt van den verderen togt van Z. Exc. overgezonden,
waaruit blijkt dat Z. Exc. den 8sten Julij van Ambarawa te Salatiga is aan
gekomen en zich van daar naar Sourakarta heeft begeven. Den ll<lcn Julij
woonde Z. Exc. de godsdienstoefening bij onder het gehoor van Ds. Brum-
mund, en 's avonds gaf Z. Exc. een luisterrijk bal. Z. Exc. leidde den vol
genden dag een tegenbezoek af bij bet inlandsche Opperhoofd of den Socsoc-
hoenan, die den vorigen dag ten gchoore was geweest. Den 12,k'n Julij werd
er wapenschouw over bet 8de bataillon gehouden en over het inlandsche
legioen uit voetvolk, ruiterij en artillerie bestaande en voorts een tijger-
gevecht gehouden, waarbij 5 tijgers werden gedood. Den 14d<m begaf zich
Z. Exc. naar Djokjokarta. Op zijne reizc derwaarts te Sainbilegie door den
Javaanschen Prins Adipali-Mangkoe Boemie en vele grooten verwelkomd en
tot Bantoelan begeleid plaatsten Z. Exc. en de Sultan zich in een staatsie
rijtuig met 8 paarden bespannen, cn kwamen te Djokjokarta aan. Ook
hier werd weder gehoor verleendbezoeken afgelegd en een prachtig feest
gegeven. Den 17dcn werd er wapenschouw over de troepen gehouden cn een
tijgergevecht, waarbij 6 tijgers werden afgemaakt. Den 20stcn Julij vertrok
Z. Exc. naar Magellanverreisde den 24stCD naar de residentie Bagelenen
trok den 27sten van Pourworedjo naar Ambalalwaar Z. Exc. voorloopige
maatregelen nam ter bespoediging eener droogmaking van 8,000 bouws mor»
rassige gronden (een bouw; in het Javaansch hahoeis gelijk aan 500 Rhynl.
roeden, ongeveer {I van een bunder. Den 30stcn Julij vertrok Z. Exc., na de
nieuwe vesting Gombong te hebben bezigtigd, naar de Residentie Banjocmaas
en van daarover de Siryoe tot aan Glimpang, in eene praauw, naar Tjilatjap,
een belangrijke haven tegenover het eiland Kambangan, waar 'sLands stoom
schip Etna lag, cn keerde den 3de" Augustus naar Banjoemaas terug, cn reisde
van daar over Bandjar-Negara te paard naar Wonosobo; vertrok den volgen
den dag naar liet gebergte Djiëng, cn bezocht den 85leB de stikvalci cn zwa
velbronnen te Bator. Den 9deu reed Z. Exc. te paard naar de Residentie
Pekalongan, en nam afscheid van de autoriteiten der Residentie Banjoe
maas, van waar Z. Exc. weder de terugreis zou aannemen.
'sGRAVENHAGE, 29 October.
Heden morgen heeft in de kapel van Z. M. den Koning eene plegtigc
godsdienstoefening plaats gehad strekkende tot dankzegging voor het geluk
kig herstel van Z. K. Prins Alexander cn tevens tot afsmeeking van de ver
dere herstelling van den Vorstbenevens voor eerie gelukkige en voorspoedige
reis van 1111. KK. 11H. Prins Alexander en Hendrik naar hunne bestemming
(Madera). Het gchecle Koninklijke Gezin en gevolg woonden die pleglige
godsdienstoefening bij. O8, van den Broek heeft bij deze gelegenheid de dienst