LEYDSCHE COURANT. BUI De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt MAANDAG, 18 OCTOBER 1847. uit Zaturdag avond. De Prijs der Courant is f 12 in liet jaar; de afzonderlijke nommers worden togen 10 Centen afgegeven. I 'sGRAVENHAGE, 18 October. STATEK'CIEIVERAAL. OPENING VAN DE GEWONE VERGADERING VAN 1847-1848. Veteenigde Zitting der beide Kamers, Nadat de Leden zich achtervolgens in de Vergaderzaal van de Tweede Kamer hebben vereenigdwordt tegen half 1 nre de Vergadering door den Heer Jhr. H. R. Trip geopend, die door den Griffier der Eerste Kamer een besluit van Z. den Koning, dezer dagen genomen, doet voorlezen, waarbij bij, Jbr. H. R. Trip, benoemd wordt tot Voorzitter der Eerste Kamer, gedu rende de aanstaande Zitting der Staten-Generaal. De Voorzitter alzooin overeenkomst met art. 105 der Grondwetmet bet beleid der Vergadering in de tegenwoordige Vercenigde Zitting belast zijnde, benoemt eene Commissie van 18 Leden der beide Kamers, om Z. M. den Koningbij Zijne aankomst aan liet paleis der Staten-Generaal te ont vangen en in- en uitgeleide te doen. Ten 1 ure vervoegen zich hunne Excel- lenticn de Ministers, alsmede de Leden van den Raad van State, in de Vergaderzaal. Na een kort tijdsverloop wordt de nadering van Z. M. den Koning aange kondigd die zich met HU. KK. HH. de Prins van Oranje, Prins Hendrik cn Prins Frederik der Nederlandenop de wijze in het programma omschre ven naar het gebouw der Staten-Generaal begeven heeft. De Koning ter Vergaderzaal binnengeleid, plaatst zich op den troon, cn houdt dc navol gende openingsrede Edel Mogende Heeren Met dankbaarheid aan het Opperwezenerken Ik het groot voorregtdat Mij geschonken wordt, van Mij, in herstelde gezondheid, te midden van UEd. Mog. te kunnen begeven, ten einde deze Zitting te openen. Gedurende den afgeloopen tijdkring, hebben zich gcene buitengewone omstandigheden in den algcinccnen toestand des Vaderlands voorgedaan. Nederland verkeert bij voortduriug in goede verstandhouding met de andere Mogendheden. De rust in dc Overzeesche bezittingen is ongestoord gebleven. In Oost-Indië hebben de maatregelen tot het invoeren van eene nieuwe Wetgeving, zoo veel doenlijk, overeenstemmende met die van het Moederland een begin genomen. De aldaar afgekondigde Wetboeken zullen aan UEd. Mog. worden medegedeeld. Ook voor de West-Indische Koloniën zijn nieuwe wettelijke verordeningen in bewerking. In Suriname wordt het bankpapier van lieverlede door zilve ren munt vervangen. De zee- en landmagt verrigten de gevorderde diensten met loffelijken ijver cn geven bij voortduring reden van tevredenheid. Ilct algemeen en herhaald betoond verlangen naar eene uitbreiding van het corps Maréchaussee, heeft Mij aanleiding gegeven om dit onderwerp in be paalde overweging te doen nemen. Ik heb den last verstrekt, om te doen nagaan, op welke wijze aan dat verlangen, betzij geheel, hetzij gedeeltelijk, of opvolgend, zal kunnen wor den voldaanen Ik zal niet nalaten de medewerking van UEd. M. hier omtrent in te roepen, zoodra dit Mij blijken zal noodig te wezen. De zedelijke belangen des Volks trekken gestadig Mijne opmerkzaamheid tot zich. liet verheugt Mijvan den staat van het Onderwijs en de beoefe ning van Wetenschappen en Kunsten bij vernieuwing, gunstig te kunnen gewagen. Jn Handel, Scheepvaart en verdere takken van Nijverheid heerscht hier eene meerdere, daar eene mindere, doch over het algemeen eene gewenschte bedrijvigheid. Dc gezegende oogst van de meeste gewassen, wekt de hoop op, dat de in gezetenen bewaard znllen worden voor die rampen, welke het gevolg zijn van de schaarschte en duurte der levensmiddelen; rampen, welke in het afgeloopen jaar aanmerkelijk gelenigd zijn door de onbekrompene liefdadig heid zoo eigen aan den Nederlander. Aan mijne roepstem tot viering van een' plegtigen Biddag en van een' Dankdag is alom in den Lande met Godsdienstigen ijver beantwoord. In weerwil van hooge waterstanden en zeevloeden, hadden wij, dank zij der Voorzienigheid, gcene onheilen en schaden te lijden. De staat van 's Rijks geldmiddelen is gunstig UEd. M. kennen dien vol ledig uit zeer onlangs gedane mededcelingen. De openingen, welke UEd. Mog. in de tegenwoordige zitting kunnen te gemoet zienzullen strekken om de overtuiging van dien goeden toestand te bevestigen. Er bestaat gegrond vooruitzigt, dat nog in den loop dezer zitting aan UEd. Mog. het voorstel tot eenige schuldvermindering zal kunnen gedaan worden. De geheele regeling van het Muntwezen zal nader aan Uw. Ed. Mog. wor den voorgedragenen hierdoor deszelfs reeds vergevorderd herstel uit een diep vervallen toestand kunnen worden voltooid. Eene voor te dragen wet omtrent het regt van waarborg van de gouden en zilveren werken zal de deswege bestaande bezwaren kunnen wegnemen. De algemeene wet omtrent de In- en Uitgaande Regten zal, naar liet zich laat aanzien, nog in deze zitting kunnen ingebragt worden. Ik stel Mij overigens voor, aan UEd. Mog. andermaal voor te leggen het bereids vroeger aangebodendoch onafgedaan gebleven Ontwerp van Wet, betreffende de ondersteuning van behoeftigen. Ernstig ben Ik bedacht op maatregelen om tot stand te brengen eenige werken van openbaar nut, in verschillende oorden des Rijks; dit zou de ge legenheid doen geboren .wordenom aan vele handen werk te verschaffen, en tevens nieuwe bronnen van bestaan te openen. Nog meer andere Wetsontwerpen znllen de aandacht van UEd. Mog. vcr- eischen; onder anderen tot wijziging van eenige bepalingen, betreffende de uitoefening van de onderscheidene vakken der Geneeskunde; voorts, om trent de Policie en het gebruik der groole cn andere kunstwegen alsmede omtrent de Policie en veiligheid der Spoorwegen, en tot wijziging, inzonder heid in 't belang van Handel cn Nijverheid van de verordeningen, nopens den opbouw onzer vestingen. De onderscheiden Wets-ontwerpen uitmakende het tweede en derde Rock van het Wetboek van Strafregt zullen in deze zitting op nieuw kunnen be handeld worden. Na den uitslag welken de beraadslagingen omtrent de wetten over het Stern en Kiesregt in de jongste zitting hebben gehad, heb lk rijpelijk overdacht, welk gevolg thans aan art. 6 der Grondwet zou te geven zijn. Het is Mij voorgekomendat het een vergeefsche arbeid zou zijn op nieuw te beproeven om de verschillende gevoelens tot eene gewenschte overeenstem ming omtrent dit punt te brengen en zoo ben lk tot de overtuiging ge leiddat er eene onbetwistbare noodzakelijkheid bestaat, om de bepalingen der Grondwet, welke tot het stem- cn kiesregt betrekking hebben, te ver duidelijken. In eene vroegere rede heb Ik gezegddat Ik niet zou aarzelenom zoodra de overtuiging der noodzakelijkheid van het wijzigen der Grondwet bij Mij was gevestigddaarvan door een voorstel aan UEd. Mog. te doen blijken. In verband met die verklaring, en bij het besef dat het welzijn van den Staat medebrengtom bij diezelfde gelegenheid ook eenige andere bepalingen der Grondwet, welker wijziging noodig kan worden geacht, te veranderen, is het Mijn voornemen hiertoe, in den loop dezer Zitting aan UEd. Mog. de vereischte voorstellen te doen. Die voorstellen zullen het bewijs met zich brengendat Ik geene verande ringen schroomwelke geacht kunnen worden tot werkelijkedoor de onder vinding aangewezen verbeteringen in het Staatsbestuur te zullen leiden. Ik zal ze aanbieden met dat vertrouwenhetwelk Mij het bewustzijn schenkt van niets te beoogendan hetgeen het waarachtig heil van Nederland kan be vorderen en Ik voed de hoop, dat UEd. M. Mijne pogingen voor het alge meene best zullen ondersteunen en door een bedaard en welberaden overleg tot een goed einde helpen brengen. Meer dan immer zullen Wij daarbij behoefte gevoelen aan den zegen des Almagtigen. Hij verlichte ons door Zijne wijsheid, cn besture de harten des Volks, dat het eendragtig blijve engelijk het dit tot biertoe deedde ware vrijheid zoeke in liefde voor orde en in ontzag voor overheid en wet. Ik verklaar hiermede de Zitting der Staten-Generaal geopend. Na het houden van deze aanspraak verliet dc Koning op de gewone wijs de zaal en keerde Z. M., even als bij het komen, onder levendig gejuich der talrijk zamcngevloeide menigtenaar het paleis terug. Het getal personen dat zich uit deze stad en van elders in deze residentie bevond om getuige te zijn van de plegligheid van den dag, was zeer aanzienlijk. Tc Leyden ter Boekdrukkerij van J. G. LA LAU.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 1