Jeruzalem voor Christenzieken zonder verschil van belijdenis; maar bij voor keur voor Duilschers; alsmede een verblijf voor armenreizigers, pelgrims cn werklieden. ISEÏiIBISEW. MUNCHEN, 14 September. Er is eene wijziging van het Ministerie ophanden. Het bestuur der Binnen- landsehe zou aan den Staatsraad von Berks en dat der Buitenlandsche Zaken aan den Prins vori Octtingen W'allenstein worden opgedragen, welke laatste reeds dat Ministerie vóór von Abel bekleedde, doch wegens zijne vrijzinnige beginselen verwijderd en tot Gezant in Frankrijk benoemd werd. De Staats raad von Vettcrlin zou Minister van Finantiën worden en de Ministers van Justitie en Oorlog hunne portefeuilles behouden. Welligt zal door dat nieuwe Ministerie voldaan worden aan den wensch van zoo velendie ten opzigte van gewigtige aangelegenheden nog meer verbeteringen verlangen dan lot nu toe tot stand zijn gebragt. Men heeft nog weder drie Hoogleeraren aan de Hoogcschool alhier afge zet, die tot de ultramontaansche partij behooren namelijk de Ileeren Reit- mahr, Standenmayer en Sepp. Da twee eersten hielden sedert lang collegie voor ledige banken, doch de laatste die de oude geschiedenis behandelde, had altijd een talrijk gehoor. 1ÏESSEM. De Afgevaardigden uit Leipzig naar de algemeene vergadering van het Gustaaf Adulfs-gcnootsehap te Darmstadt, hebben in last, om niets te ver zuimen, ten einde eerie scheuring te verhoeden, en te wijzen op het voor deel, 't welk reeds door middel van deze instelling is verkregen; waar van de inkomsten, sedert 5 jaren, van 2,700 tot ruim 73,000 thalers zijn geklommen, en waaruit ondersteuning is verleend aan 5 hulpbehoevende Protestantsche gemeenten in Belgie; 53 in Duitschland11 in Frank rijk; 4 in Noord-Amcrika; 55 in Oostenrijk; 4 in Zwitserland, en daarenboven nog aan de Waldensen. FBAMJ4EIJ li. PARIJS, 21 September. De Luitenants-Generaal Rei!Ie en Dude de la Rrnnerie zijn door den Ko ning tot Maarschalken verheven. Graaf Reille was in 1791 Grenadier hij het 94ste reff. jnf jn 4794 Adjudant van Massénana den overtogt van de brug van Lodi werd bij door Bonaparte tot Kapitein, en na den slag van Areola tot Escadrons-Clief benoemd. Zijn brevet van Lnitenant-Generaal dag- teekent van 1806, toen hij als Adjudant aan den Keizer werd verbonden. I11 1810 was hij Gouverneur van Navarre: in 1812 voerde bij het opperbevel over hel corps van den Ebro en bet leger in Portugal. De Burggraaf Dode de la Bruncrie was leerling bij de militaire school. Hij diende in 1795 als Luitenant voor Mainz onder Picliegru; als Kapitein bij liet leger van den Rijn en de Moesel onder Moreau en onder Bonaparte en Kléber, bij het leger van liet Oosten. Menou benoemde hein in 1800 te Alexandria tot balaillons-chefNapoleon verhief hem, na den slag van Aus- terlitz, tot Colonel. In Spanje voerde bij, bij bet beleg van Sarragossa, als Brigade-Generaal, hel bevel over de genie. In 1814 kreeg hij den rang van Divisie-Generaal. In 1823 stond bij aan bet lioolcl der genie bij bet leger in Spanje. Laatstelijk heeft hij voorgezeten bij de werkzaamheden voor de ver sterkingen der hoofdstadwaarvan bij Directeur-Generaal is. Door de twee gemelde benoemingen is bet getal Maarschalken op 7 ge bragt, als: Soult, Hertog van Dalmatië (van bet Keizerrijk); Graaf Molitor (van de Restauratie); Graaf GérardGraaf SébastianiRugeaud de la Picou- nerie, Hertog van lslyen de bovengenoemden. De Aartsbisschop van Parijs heeft bevolen bet Opperwezen voor den overvloedigen oogst van dit jaar te danken. De Correctionele Kegtbank van de Seine heeft den beeldgieter Soyer cn zijnen meesterknecht, wegens misbruik van vertrouwen veroordeeld tot 2 jaren gevangenisstraf en 25 fr. boete. Twee andere beschuldigden in deze zaak zijn tot 100 fr. boete veroordeeld. Tot nog toe was de platina uitsluitend in de mijnen van bet Oural- gebergte in Rusland gevondenen de waarde als ook de zeldzaamheid van dit zoo harde metaal hielden den prijs daarvan op eene aanmerkelijke hoogte. Thans heeft dc Heer E. Gueymard aan den algemeenen raad van het depar tement dé l'Isère kennis gegevendat hij het ook in de vallei van den Drac gevonden heeft, en hoopt daar beddingen te ontdekken, die met voordeel bearbeid kunnen worden. Over het algemeen is dat departement zeer rijk aan delfstoffen; het levert wit marmer, ijzer, zink enz. Een wapensmid van St. Etienne, die plotseling overvallen werd door een vlaag van waanzin, heeft alles ten zijnen huize in stukken geslagen en liet raam uitgeworpen. Daarop heeft hij een pistool geladenwaarmede hij zich voor een spiegel plaatste en dat hij toen op zijn heeld afschoot. Toen hij de losbranding hoorde, liet hij zich eensklaps omvallen, uitroepende: »Ik ben dood!" Sedert dien tijd verkeert hij in de vaste overtuiging dat hij «lood is, en laat zich door niets van dat denkbeeld terugbrengen. Volgens Spaansche berigten zou Abd-el-Kader op zijnen togt naar Fez, miet de troepen van den Keizer van Marokko slaags geworden zijn en de ne derlaag gekregen hebben. BEEGJIE, BRUSSEL, 21 September. In onze vorige gaven wij verslag van dc zittingen der staathuishoudkundige bijeenkomst te Brussel en eindigden met de vermelding dat de vergadering met ecnen maaltijd besloten was, geen kennis dragende van de op dien maaltijd uitgesprokene toasten. Sedert beeft nog de Amst. Courant de toast medegedeeld van den Heer W. II. Suringar van Amsterdam. De hem alleen eigene, oorspronkelijke en nadrukkelijke wijze waarop die welsprekende man en wat meer zegt, die zoo wehneenende, zoo vurige en be kwame ijveraar voor de zedelijke en stoffelijke belangen des volks, de waar heid weet voor te stellen, dringt ons, zijne woorden in hun geheel over te nemen, wij kunnen ons niemand voorstellen die ze niet met genoegen zal lezen, of zelfs, zoo hij ze reeds in de Amst. Cour. gezien had, niet nog eens herlezen zal. De Heer Suringar zeide: nMijne Ileeren, ik ben een Hollander en verheug er mij om. Ik bemin Holland en de Hollanders; zij handelen juist om den vrijen handel te ver- krijgen. Ik verheug mij niet minder in Belgie te zijn. Toen ik jong was heb i<t het Fransch geleerd; wij hadden eene spraakkunstwaarvan de eerste woorden groot en klein waren. Ik heb mij deze woorden steeds herinnerd die in het maatschappelijke leven eene groote rol spelen. Wat is een groote? Wat is een kleine? Het is dikwijls moeijelijk om het te zeggen. Ik heb dik wijls kleinen ontmoet, die zeer groot waren. (Toejuichingen). Ik heb in dit congres zeer sehoone verhandelingen gehoordmaar wan neer wij naar huis zijn teruggekeerd, worden er geene verhandelingen meer gevraagd men zal moeten bandelen men zal de arbeidende klassen te hulp moeten komen. I11 mijne oogen is bet beste middel de vrije handeldie liet heil zal uitmaken der arbeidende, midden- en rijke klassen. Ook wanneer zij bet niet mogten verlangen, zullen zij er toe komen; want bet is een reine en eemoudig staat, en een reine en eenvoudige staat komt van den Hemel. De tolregten en de sluikhandel komen niet van den Heinel, zij komen van beneden. Ik keer tot de grootcn en kleinen terug. Men moet wel op deze woorden lettenwant. de kleinen vreezen de grocilen en de grootcn vreezen de klei nen maar er is niets te vreezen in de wereldwanneer men God vreest. (Toejuichingen). Behalve deze vrees tussclien personen, brstaat er vrees tnsschen volken. Maar een groot land kan zeer klein zijnwanneer liet de morele kracht mist; en een klein land, dat aan edele ingevingen gehoor geeft, is eene groote natie, (toejuichingen). In alle gevallen, men beeft niets van de groote lan den te vreezen zij zullen de kleine landen nimmer vertredenzij hebben een buitengemeen belang bij het bestaan blijven der kleine landen. Men heeft van oorlog gesproken. Ik vrees dien niet. De Vorsten zullen te wijs zijn om dien uit Ie lokken; zijn zij dit niet, dan zullen dc volken wijs genoeg zijn om bet te beletten, (ja! ja!) Wij hebben andere zaken te verrigten dan om met kanonnen te spelen ons bloed te verspillen voor bet vermaak van een ander. Wij scharen ons onder den banier van bet heil der volken en den. vrijen handel, die ons, met de hulp van God, tot eeuwig durenden vrede voeren zal." STASBS BERIGJT. KENNISGEVING. tALlf/emeetie Danhdat). BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, brengen bij deze ter kennis, datingevolge Koninklijk besluit van den llden dezer maand, ri°. 48, op Zondag den 26sten September aanstaandedc Openbare Gods dienstoefeningen der verschillende Godsdienstige gezindheden zullen worden ingerigt tot dankzegging voor de zoo genadige verhooring der sineekingen tot het welgelukkcn van den oogst en voor de zoo groote redding uit den nood, daarbij vereenigende vnrige geheden om den onmisharen zegen van den Albe- stuurder; terwijl Zijne Majesteit er hijzonderen prijs op stelt, dat de uitge schreven Dankdag alomme zal worden gevierd. Burgemeester en Wethouders voornoemd wenschendat de dankzeggingen waartoe de ingezetenen worden opgeroepen uit liet beginsel van nederig besef van het onverdiende der Goddelijke gunstbewijzen mogen voortvloeijenen alzoo door de hetooning van eene ootmoedige dankbaarheid in eene godsdien stig en zedelijk gedrag blijkbaar, de voorschriften ter viering der dagen, aan de Openbare Christelijke Godsdienst toegewijd, vervat in de wet van 1 Maart 1815, Staatsblad n°. 21) met de meeste iiaauwgezethcidworden in acht genomen. Aldus gedaan hij H. H. Burgemeester en Wethouders voornoemd, op lieden den 22slen September 1847. DU RIEU, Ter ordonnantie van dezelve, v. puttkamMer. De te Valkenburg bestaande VROUWEN-VEREENIG1NG lot uitoefening van Weldadigheidop Donderdag den 30sten dezer, des morgens ten 10 ure, tot de verloting van de door haar tot voornoemd doel verzamelde voorwerpen zullende overgaan, noodigt hij deze de Deelhebbers in de bedoelde Loterij uit, de Verloting, welke in de Kerk te Valkenburg gehouden zal worden, te ko men bijwonen, en herigt, dat de verzamelde voorwerpen, ter zelfde plaatse, op Dingsdag en Woensdag den 28sten en 29sten dezer, van des morgens 10 tot des namiddags 3 ure, ten toon gesteld zullen zijn, en door een ieder, le gen betaling van een toegangsgeld van vijf cents, bezigligd zullen kunnen worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 3