baldos en Apostolides, Bibliothecarissen to Athene, in 1847. Het bandschrift van dit werk bevond zich sedert 4 jaren in de nniversiteits-bibliotheek te Athene, aan welke inrigting het bij testament van een' bloedverwant des schrijvers, die in het jaar 1833 in Oost-Indië overleden is, vermaakt was. Dit boek behelst nieuwe beschouwingen over Indische literatuur en gewoon ten, deels Indische oorspronkelijke werken, deels opmerkingen over den staat kundigen, huisselijken en zedelijken staat van die landen. SPANJE. MADRID, 13 September. Het Ministerie is nu bepaald zamengesteld. De Minister van Justitie Goyena, is tot Voorzitter van den Ministerraad, cn de Heer Cortozar, Lid van de Ka mer van Afgevaardigdentot Minister van Buitenlandsche Zaken benoemd. ZWITSEREAN®. BERN, 15 September. De Groote Raad is sedert 3 dagen vergaderd. In de Zitting van gisteren heeft de Directeur van de Oorlogszaken, de Heer Ochsenbein, een crediet aangevraagd van 155,000 Zw. fr. (ongeveer ƒ115,000) om de twee eerste militie-contingenten in staat te brengen van gewapend te kunnen uittrekken. Hij heeft deze aanvraag ondersteund door de opmerking, dat het zeer moge lijk was, dat het besluit van den Landdag, ter opheffing van het verbond der 7 Katholijke Kantons, zou uitgevoerd worden. De Groote Raad heeft zijn voorstel aangenomen en het crediet toegestaan. BADEN. MANHEIM, 15 September. De groote ijzerfabriek van den Vorst van Furstemberg te Messkirch is door een brand vernield. De schade bedraagt verscheidene millioenen. De ge bouwen alleen hadden eene waarde van ruim ƒ170,000 Nederl. Nagenoeg 900 werklieden zijn door dit onheil met hunne gezinnen zonder brood. OFFENBACH, 14 September. Gisteren heeft hier eene volksvergadering van bijna 1000 personen plaats gehad, waarin de wensch is te kennen gegeven, om eene instelling van vrij zinnige orde van zaken te ontvangenvereenigd met vrijheid van godsdienst onderwijs en drukpers; benevens waarborgen voor persoonlijke vrijheid, ge lijkmatige belasting, herstel van evenredigheid tusschen kapitaal en arbeid, en volksvertegenwoordiging in den uitgestreksten zin. Dit verlangen is in 13 artikelen uigedrukt. ENGELAND, LONDEN, 18 September. De Regering heeft plan om den verkoop van sterke dranken in de cantines te verbieden. Dit zal zeker bet bpste middel zijn zegt de Timesom de waardigheid en de welvaart van den Engelschen soldaat te verzekeren. Eene deputatie nit New-Castle is hier aangekomen, om aan de Rege ring den jammerlijken toestand van de eigenaars der steenkolenmijnen be kend te maken. Indien de Regering hun niet te hulp kwam door een voor schot van 5 millioen in banknotenvoor den tijd van 6 maanden tegen behoorlijke rente, zouden zij 60,000 werklieden naar huis moeten zenden. De beurs was zeer gedrukt en de prijzen der fondsen gingen aanmerke lijk achteruit, vooral door het aangekondigd faillissement van het aanzienlijk Bankiershuis Reid, Irving en Comp. met eene schuld van bijna l£ mill. Het huis was Agent der Regeringen van Spanje en Venezuela, en een der hoofden is Directeur van de Engelsche Bank. De zeemagt bestaat thans nit 315 oorlogschepenvoerende 14,220 stukkenen bemand met 124,854 koppendaarenboven zijn er 99 gewa pende slooinbooten van 3 tot 16 stukken met 13,321 manschappen. Het huis waarin Shakespeare gewoond heeft, is door de Commissie alhier opgerigt, als een gedenkteeken, voor 3,000 gekocht. Te Manchester gaan de werkzaamheden al meer cn meer achteruit; het getal werklieden die van de fabrieken naar huis zijn gezonden, bedraagt reeds 7,000, en 5,000 hebben slechts half werk. Te Dublin maakte de koorts schrikbarende verwoestingen. De weder- instortingen zijn talrijk. De behoefte cn de vochtigheid tasten de beterwor denden op nieuw aan, cn daardoor is er geene ruimte meer, om de zieken behoorlijk op te nemen, zoodat men thans nieuwe schuren bouwen moet, ter opneming van nog een 700-tal lijders. FR ANK RIJM. PARIJS, 19 September. De Moniteur van den 17den dezer behelst het lang te gemoet geziene Ko ninklijk bevelschriftwaarbij de Hertog van Aumale tot Gouverneur-Generaal van Algerie benoemd wordt, ter vervanging van den Maarschalk Bugeaud wiens verzoek om ontslag bij hetzelfde bevelschrift is toegestaan. Omtrent den eigenlijken aard der jongste gebeurtenissen in Marocco verkeert men nog steeds in het onzekere; intusschen melden de bijzondere berigten uit Parijs van den 18den, dat de Regering thans stellig besloten scheen te hebhen, om nieuwe en vrij aanzienlijke versterkingen naar Algerie te zenden. Generaal Changarnier is niet dood, zoo als het gerucht liep, maar be vindt zich gezond en wel alhier. Na den dood van den Maarschalk Oudinotzijn er nu nog slechts twee Maarschalken over van de 26 die Napoleon had benoemd; de Maarschalk Soult Hertog van Dalmatië, benoemd in 1804, en Marmont Hertog van Ragusa benoemd in 1809 en in 1830 wegens weigering om den eed ledoen, verval len verklaard. Sedert eene maand zijn meer dan 30,000 Italianen uit ons land en België naar hun vaderland vertrokken. Hier is eene Jufvrouw overleden, wier gierigheid algemeen bekend was. Zij was zoo zeer van alle goederen en kleedingstukken beroofd dat men zelfs geen laken in haar huis vond om haartoen zij gestorven was, in te wik kelen. Daar zij geene regtstreeksche erfgenamen had, is haar boel verzegeld en bij die gelegenheid is in de keuken onder de vloer 40,000 fr., en op nog onderscheiden plaatsen in haar vervallen huis 110,000 fr. gevonden. REE GS E. BRUSSEL, 17 September. Gisteren heeft de eerste zitting van bet staathuishoudkundig congres plaats gehad. De groote gothische zaal was daartoe bijzonder ingerigt. Zij was in tweeën verdeeld een afgezonderd gedeelte voor de leden en het ander voor het publiek. Er staan tafels die bezet zijn door snelschrijvers der Engelsche, FranscheDuitsche en Belgische bladen. Ten 11 ure nam de Voorzitter de Brouckere, het woord om de aanzienlijke personen, die aan de oproeping hebhen beantwoord, te bedanken; hij doet uit komen welke voordeelen voor de maatschappij uit de algemeene bijeenkomst kunnen voortvloeijenen van hoeveel belang voor de menschheid de weten schap der staathuishoudkunde is. De redenaar tracht te betoogen dat hier voor de eerste maal het vraagstuk van de verbroedering van alle volken be handeld wordt. Voor de eerste maal zegt hijkomt gij trachten het godde lijk voorschrift in beoefening te brengen: bemint elkander. (Toejuichingen). De Heer de Brouckere toont vervolgens welk punt van algemeene verbete ring het congres moet beoogen: de verbetering van het lot der arbeidende klasse is bovenal een vraagpunt van het hoogste belang. Men heeft het trachten op te lossen door philanthropische Utopiën, die de armoede uitbrei den door stelsels van gelijkheiddie van daag gelijk makenom morgen onvermijdelijk weder dezelfde ongelijkheid te doen ontstaan voortaan moet het verstandige, het billijke, het ware, de regel der menschheid worden. (Toejuichingen). De Heer de Brouckere wordt tot Voorzitter benoemd en stelt voor om de Heeren d'IIarcourt, Vice-President van de sociëteit voor den vrijen handel te Parijs, den Colonel Thompson, den Heer Hasser, afgevaardigde van de so ciëteit voor den vrijen handel te Berlijn en van de handels-sociëteit der vrije stad Hamburg, en den Graaf Arrivabene, Vice-President van de sociëteit voor den vrijen handel te Brusselte benoemen tot Vice-Presidenten. Deze voor stellen worden aangenomen, en de beraadslagingen geopend. De Markies Rodolfi, afgevaardigde van de akademie van Florence, doet aan de vergadering opmerkendat Toskane in weerwil van de krises der le vensmiddelenden vrijen handel in granen lieeft volgehouden, en dat daaruit niets nadeeligs is voortgevloeid. (Toejuichingen). De Heer V. Faider beschonwt de staatshuishoudkunde als de bron van zede lijken stoffelijken en verstandelijken vooruitgang van het menschdom. Uit zoo danig oogpunt beschouwd, is het nog niet op de wezentlijke hoogte, maar het kan daarop geraken. Sedert eene eeuw zijn er een aantal hoeken over de staathuishoudkunde geschreven thans is het tijd van bandelen. De redenaar hoopt dat er zoowel voor als tegen het beschermingstelsel zullen te berde ge- bragt worden. De Heer AVolowski bejammert het, dat de beginselen van vrijen handel geene tegenstanders ontmoeten; want, zegt hij, dit geeft ons aanleiding om waar heden uiteen te zetten, die voor ons zeiven duidelijk genoeg zijn. Herhaalde lijk hebben wij de voorstanders van bet beschermingstelsel in Frankrijk uit gedaagd, zoo als wij thans nog doen; inaar zij geven geeri antwoord. Hij zegt, dat het beschermende stelsel, te lang door Engeland gevolgd, de bron is van de verarming. Onder luid gejuich treedt hij af, zich voorbehoudende het woord weder op te vattenwanneer de groote vraag ter sprake zal ko men of de vrije handel niet het ware stelsel is der gelijkmatige verdeeling van de rijkdommen. De Heer Rissinghausen beantwoordt den Heer Wolowski en zegtdat men in de staathuishoudkunde twee dingen wel moet onderscheiden namelijk de grondstof en het werk. Even als ieder bijzonder persoon, bezit ieder volk be kwaamheden die niet in de magt van zijnen nabuur zijndit is evenzeer de oorsprong van de industrieele als van de persoonlijke ongelijkheid; het is dus niet genoeg de grondstof te bezitten, men moet ook voorzien zijn van den scheppenden geest om zich tot den rang eener industrieele natie te verheffen. Het geheim van Engeland, zegt hij, de bron fan zijne welvaart, is zijn stel sel van staathuishoudkunde, hetwelk berust op de uitwisseling van zijn arbeid tegen de voortbrengselen van andere volken. Hij betoogt dat de Pruis- sische nijverheid uitbreiding erlangd beefttengevolge van een wijs bescher mend tarief. De Hoer Blanqui betuigde zijn genoegendat hij den vorigen spreker had gehoorddaar dit de eerste voorstander was van het beschermend stelsel wien hij ooit zijn gevoelen had hooren uiten. Hij toont uit de geschiedenis do nadeelen aan van het beschermend stelselen somt de voordeelen van den vrijen handel op, waarvan een der voornaamste is, dat hij den prijs der voortbrengsels vermindert. Ook de Heer Bowring beantwoordt den lieer Rissinghausen en meent dal zoowel voor de volken als voor de personen de tijd gekomen is, waarin zij hun geluk vinden zullen in den voorspoed van anderen. De Heer Duchateau van Valenciennes spreekt in het belang der heschcr-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 3