LEYDSCHE COURANT. 1847. WOENSDAG, 22 SEPTEMBER. Atib BUNNENLAJNDSCItiE BER1GTEN. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt uit Zaturdag avond. TE N°. IWBzkgej,/- Vli;-. X5 De Prijs der Courant is f 12 in tiet jaar; s de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven >y-- - O ;i; LEYDEN, 21 September. De Slaats-Courant van den 20slen dezer bevat het volgende Koninklijk besluit Wij WILLEM II, enz. Op den eersten Zondag in de maand Mei dezes jaars vereenigden zich op Onze uitnoodigingde ingezetenen van Nederland met Ons, om, in den boogen nood waarin zij met bijna geheel Europa deelden, bij den andermaal mislukten oogst der noodzakelijkste voedingsmiddelen, van de genade des Almagtigen de redding af te smeeken die door geen mensclielijk vermogen kon verkregen worden. Sedert nam de algemeene druk steeds toe, en vele plaatsen werden voor volslagen hongersnood nog alleen behoed door de weldadigheid van bijzondere personenwaarvan zoo velen in ons Vaderland steeds bereid zijnom op de eerste roepstem van ongclukkigen alle mogelijke hulp te bieden. Met eene angstige bekommering zag men intusschen de toekomst te gemoet, want de overtuiging werd meer en meer gevestigd, dat, hij eene derde mis lukking van den oogstook de rijkdom der vermogenden alsdan in het hel pen en verzachten zou te kort schieten. Aller oogen waren dan ook hemel waarts gewend, want alleen de Heer der natuur kon dien gewenschtcu oogst gebieden Thans zijn onze gebeden genadig verhoord. Een milde overvloed van bijna alle granen, voedingsmiddelen en vruchten verblijdt den landman in vele gewesten, terwijl in minder begunstigde oorden men althans reden heeft van dankbaarheid over de opbrengt der meeste gewassen. Indien de nood bidden leert, verhoorde gebeden wekken tot danken! Wij zijn overtuigd dat den godsdienstigen Nederlander, wiens hart zeker reeds meermaals in afzondering dankbaar zijnen God en Vader heeft verheerlijkt, de gelegenheid welkom zal zijn, op eenen plegtigen algemeenen dankdag den Alzegenaar openlijk te loven. Zoo is het, dat Wij hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goed vinden en verstaan bij deze 1°. Te bepalen dat die plegtige dankdag zal plaats hebben op Zondag den £6stcn September aanstaande; 2°. Onzen Minister voor de Zaken der Hervormde en andere Eerediensten behalve de Roomseh-Katholijkc, en Onzen Minister voor de Zaken der Roomsch- Katholijke Eeredienst aan te schrijven, om onverwijld (ieder voor zooveel hein aangaat) de bedienaars van de godsdienst uit te noodigenom op voor melden Zondag den zes en twintigsten dezer maand Septemberop de wijze welke met de gebruiken en instellingen van ieder kerkgenootschap over eenkomtde openbare godsdienstoefening op dezen plegtigen dag doelmatig in te rigtenvereenigende met de dankzeggingen voor de zoo genadige ver hooring onzer smeekingen en zoo groote redding uit den noodvurige gebe den om den onmisbaren zegen van den Albesluurdervooral ook deze gele genheid waarnemende, om de tot erkentelijkheid gestemde harten tevens op te leiden lot nederig besef van het onverdiende der goddelijke gunstbewijzen en tot zoodanig godsdienstig en zedelijk gedrag, als de vrucht behoort te zijn van ootmoed en ware dankbaarheid. Onze voornoemde Ministers zijn, ieder voor zooveel hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Heinrichau11 September 1847. WILLEM. Zaturdag middag had alhier op het Utrechtsche Veer eene edele en kloeke daad plaats, waardig om vermeld, ja om door de Maatschappij tot, Nut van 't Algemeen met goud beloond te worden. Een ongeveer 7-jarig zoontje van den arbeidsman Carton, in de Bakkersteeg, valt in den op die hoogte zoo diepen Rhijn de aan de overzijde wonende kleermaker Abraham Baar, het gegil eener vrouw hoorende, ziet naar buiten en ontdekt iemand die te vergeefs met eenen stok naar het water reiktmaar tevens om hulp hoorende roepen, snelt hij naar de overzijde, en verneemt (want het kind was reeds gezonken) dat er een jongetje in het water lag, stort zich met eene vaart in den Rhijn, voelt naar den drenkeling, komt weder boven en ziet toen de voetjes even boven liet water steken, deze grijpt hij, worstelt naar den wal, en wordt gelukkig met hel kind door eenige omstanders be houden uit het water geholpen, hetwelk anders eene zekere prooi des doods zou geworden zijn. Het edele dezer daad rijst voorzeker nogwanneer men in aanmerking neemtdat de redder met de diepte van den Rhijn op die hoogte bekend is en niet zwemmen kan, cri zijne kloeke daad dus met eigen levensgevaar vergezeld ging. Ingezonden De Commissie van Beheer en Toozigt over de Droogmaking van het Haarlemmermeer verwittigt de Gegadigden, dat op Maandag den 4c,cn Octo ber 1847, aan het Ministerie van Binnonlandsche Zaken, zal worden aanbe steed: Het leggen van twee Rol bruggen over de Ringvaart bij Aalsmeer en Sloten. Deze besteding zal geschieden in twee percelen bij inschrijving en opbod. Nadere inlichtingen zijn onder anderen te bekomen bij den Heer J. A. Beije- rinckalhier. Sedert de twee laatste jaren hebben zich telkens klagten doen hooren dat de afgewerkte Pharmacopoea door de Regering niet in druk werd uitgegeven. Deze klagten hebben in de Tweede Kamer weerklank gevonden, bij gelegen heid van de beraadslaging over de begrooting van het Dep. van Binnenland- sclie Zaken. De Minister heeft daarop aan de Kamer geantwoordvolgens het 14de bijvoegsel tot de Slaats-Courant van 4 September N°. 209: »Ondcr de verschillende bezwaren, welke opzigtelijk de bestaande genees kundige verordeningen bij opvolging zijn kenbaar gemaakt, behoorde ook, in dc laatste jaren, de opmerking, dat de Pharmacopoea Belgica niet langer kon geacht worden te voldoen aan de behoeften van den tegenwoordigen tijd, noch zich te bevinden op de hoogte der wetenschap, en dat alzoo eene her ziening en omwerking daarvan noodzakelijk geworden was. »Ter tegemoetkoming aan dat bezwaar, benoemde Z. M., bij besluit van den 21 sten Augustus 1842, eene Commissie tot de vervaardiging der Pharmacopoea Neerlandica, welke haren arbeid in de maand December 1845 voltooid en aan het Departement van Binnonlandsche Zaken ingezonden heeftvervol gens is het handschrift van die Pharmacopoea in Januarij van het vorige jaar door den Koning goedgekeurd en bepaald dat dezelve onder den naam van Pharmacopoea Neerlandica zou gedrukt worden, en eene vertaling daar van in de Nederduitsche taal op 's Konings last vervaardigd en onder gelijke bepalingen gedrukt worden, en de invoering der Pharmacopoea nader zou vastgesteld worden. Dienvolgens was men aanvankelijk van voornemen, om, even als vroeger, ook nu dc Pharmacopoea Neerlandica ter perse te doen leggen, doch de nadere overweging datten gevolge van een arrest van den Hoogen Raad de wet gever aan den Staat geen uitsluitend regt van kopijen door den druk heeft toegekend, welk regt alleen op bijzondere personen kan teruggebragt worden, heeft ten gevolge gehad, dat mijn ambtsvoorganger aan Z. M. den Koning in overweging heeft gegeven, om het drukken der Pharmacopoea aan den hoogst inschrijvende aan te besteden; dat Z. M. zulks heeft goedgekeurd, doch dat men bij het werkelijk gevolg geven daaraan, gestuit is op de bedenking, dat, zal die Pharmacopoea van kracht zijn, dezelve bij eene wet moet worden ingevoerd ter vervanging van die, welke de Pharmacopoea Belgica invoerde; dat zij aldus in haar geheel in het Staatsblad zal behooren te worden geïn- sercerd, en mitsdien weder evenzeer vatbaar is om nagedrukt te worden, als elk ander openbaar van regeringswege uitgaand stuk. »Het drukken der Pharmacopoea is dus niet openlijk aanbesteed geworden, en de invoering derzeive zal eerst gelijktijdig kunnen geschieden, met zooda nige andere wettelijke bepalingen betreffende de geneeskundige staatsregeling, als welke de Regering zich voorstelt aan de Staten-Generaal aan te bieden in de hoop vanin gemeenschappelijk overleg met U Ed. Mog.tot een meer gunstigen uitslag te geraken, dan te beurt mogt vallen aan de vroegere pogingen door de Regering herhaaldelijk aangewend. »lk mag van dit onderwerp niet afstappen, zonder openbare hulde te doen aan den on vermoeiden ijver van de kundige zamenstellers der Pharmacopoea, die een werk hebben geleverd, hetwelk volgens het oordeel van deskundigen, den roem van die zamenstellers volkomen waardig is." 'sGRAVENHAGE21 September. Door Z. M. is benoemd tot Plaatsvervangend Kantonregter te Woubrugge de Heer A. W. E. Gunning, Notaris te Oude Wetering. Z. M. de Koning wordt in den loop van den dag van heden van zijne reis naar Weimar en Silezië, alhier terug verwacht. Heden morgen ten 6 ure is II. K. 11. de Prinses van Oranje met eenen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 1