LEYDSCHE
COURANT.:.!
1847.
VRIJDAG, 13 AUGUSTUS.
■4>-küi
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
De Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag avond.
iet
Vr'i A
De Prijs der Courant is f 13 in het jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
Bij deze Courant behoort een BIJVOEGSEL, hetwelk Gratis wordt uitgegeven.
LEYDEN, 12 Augustus.
In den naclit van den 10den op den 11de" dezer, werd er in 'sRijks Mu
seum van Natuurlijke Historie alhier, eer.e stoutmoedige diefstal beproefd,
waarbij men op het oog had zich van de aldaar aanwezige edele gesteenten en
kostbare mineraliën meester te maken. De Policie dat voornemen vermoedende,
wist hetzelve te verijdelen en het gelukte den Heer Commissaris van Policie
Visscher Moulin, een' der daders, die zich ten gevolge van buitenbraak en
inklimming reeds in de zaal der mineraliën bevond, aan te houden, terwijl
zijn rncdepligtige kort daarna in handen geraakte. Beide met name Johannes
de Keizer en /Egidius van Akelijen, van Rotterdam herkomstig, werden aan
de Justitie overgeleverd en in hechtenis gesteld. De ten deze op nieuw be
toonde waakzaamheid heeft mitsdien het Rijk voor beduidende schade gevrij
waard.
Omtrent het verblijf of het te kort in de kas van den verdwenen Lands
Ontvanger van Uanswijck, is voor het tegenwoordige nog niets stelligs bekend.
In het Gymnasium te Katwijk aan den Rhijn beeft gisteren de gewone
jaarlijksche plegtigheid der examens en prijsuitdeeling plaats gehad. Eene
groote menigte ouders en betrekkingen waren bij die gelegenheid tegenwoordig,
en mogtea zich in het veelzijdig onderwijs, dat door bekwame mannen aldaar
wordt gegeven, en in den bloei dier belangrijke instelling verheugen.
Curatoren van het Gymnasium te Delft hebben alle ranghebbende
onderwijzers, voorzien van volledige toelating voor het Fransch, Hoogduitsch
en Engelsch genegen zijnde om zich aan voormelde inrigting hoofdzakelijk
met het onderwijs in die talen te belasten, uitgenoodigd om zich vóór den
15dp" September bij den Voorzitter van hun Collegie, Dr. v. Stipriaan Luïscius,
aldaar aan te melden.
Naar wij vernemen zou de Uoomsch-Katholijke Pastoor cener gemeente
in het arrondissement Brielle, tegen wien wij hebben berigt dat eene vervol
ging zou zijn ingesteld, zich door de vlugt aan deze vervolging hebben ont
trokken. sGravenhNieuwsb.)
'sGRAVENHAGE, 11 Augustus.
Bij Koninklijk besluit van den 21stel1 Junij jl. is goedgekeurd het door
de Provinciale Staten van Zuid-Holland op den 15den Julij 1846 vastgestelde
nieuw reglementhoudende maatregelenom de verspreiding van hoofdzeer
en andere huidziekten tegen te gaanen zulks met intrekking van het in
deze provincie te dezer zake nog bestaande, goedgekeurd bij Kon. besluit van
den 7den Oct. 1827, N®. 93. Onder mededeeling daarvan hebben Gedeputeerde
Staten aan de stedelijke en gemeente-besturen, aanbevolen, voor de hand
having van dat reglement zorg te dragen en daartoe aan die besturen, bene
vens aan de geneeskundige commissie exemplaren te doen toekomen.
Z. M. heeft benoemd tot Staatsraad in buitengewone dienst, den Voor
zitter der Tweede Kamer Mp. G. J. Bruce; tot Hoogleeraar aan de lloogeschool
te Groningenin hel vak der Bespiegelende Wijsbegeerte en LetterenDr.
J. A. C. van Hensde, Rector te Amersfoort; tot Griffier der Prov. Staten van
Limburg Jhp. Mp. F. B. II. Michiels van Kessenich, thans District-Commissaris
te Roermonde, en tot Referendaris bij bet Departement voor de zaken der
Herv. Ecredienst, den Heer D. Jonker, thans ïloofd-Cominies.
Z. M. heeft zich heden naar Tilburg begeven, en zal van daar terugge
keerd eene reis doen naar zijne landgoederen in Silezië.
Ten gevolge van een door den Minister van Binnenlandsche Zaken aan
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland toegezonden extract uit Zp. M®. besluit
van den 20sten Junij II., N°. 105, houdende, ook voorzoo veel de gemelde
provincie betreft, beschikking over bet als nog beschikbaar bedrag der 2 pCt.
op de gewone inkomsten der steden en gemeenten over 1846, ter beschik
king staande van het algemeen bestuur, hebben voornoemde Statenbij re
solutie van 13 Julij 11., aan de stedelijke en gemeente-besturen te kennen
gegevendat het Z. M. heeft behaagd bij bovengemeld besluit er in te be
willigen, dat bedoeld bedrag aan de plaatselijke besturen in Zuid-Holland zal
worden gelaten tot gedeeltelijke bestrijding der kosten van onderhoud en ver
betering van bruggen en waterleidingen, of tot aankoop en vertimmering van
gebouwenvoor pastorijen scholen en verder ten nutte voor het openbaar
onderwijs, of anders, voor zoo veel aan dat bedrag geene bepaalde bestemming
mogt kunnen worden gegevenin de plaatselijke kassen zal verblijven.
De Minister van Marine zal den 13den dezer geen gehoor verleenen.
De vergadering der beide Kamers is gisteren ten één uur geopend,
onder voorzitterschap van Jhp. H. R. Trip, Voorzitter der Eerste Kamer, welke
door den Griffier der Eerste Kamer een besluit des Konings laat voorlezen,
waarbij den Minister van Binnenlandsche Zaken wordt opgedragen, om zich
heden te begeven naar de vergadering der Staten-Generaal, en aldaar in 7,p. M3.
naam de tegenwoordige zitting der Staten-Generaal te sluiten.
De Voorzitter benoemt daarop eene commissie van leden der beide Kamers
om aan Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken in- en uitgeleide te
doen. Die Commissie bestaat uit de Heeren Baron van Hugenpoth van Aerdt,
Graaf van Limburg Stirum Noordwijk, Nederburgh, Anemaet, Baron Huyssen
van Kattendijkevan der Houven, Egler en van Beeck Vollenhoven.
Kort daarop wordt de Minister van Binnenlandsche Zakendie zich op de
gewone statelijke wijze naar de vergaderplaats der Staten-Generaal heeft bege
ven de zaal binnengeleid.
Z. Exc. plaatst zich voor den troonen houdt daar de navolgende aan
spraak
Edei Mogende Heeken:
»Door den Koning ben ik gelast mij in uw midden te begeven om te ver
klaren dat de werkzaamheden der tegenwoordige zitting der Staten-Generaal
zijn geëindigd.
Veelvuldig waren die werkzaamheden en belangrijk voor het Vaderland
zullen de vruchten zijn van de 41 wetten, welke in die zitting zijn tot stand
gebragt.
Eene wet van vreemden oorsprong is uit de rij der Nederlandsche wetten
uitgewischt. In de behoefte aan een tarief van het honorarium der Notarissen
is voorzien. Doelmatige en voor de schuldcischers van den Staat billijke be
palingen zijn vastgesteldbetreffende verliezen door het te loor gaan veil
schuldbrieven ten laste van het Rijk. De wet van 29 December 1835 tot
bevordering van de belangen van den landbouw is ingetrokken en door andere
voorzieningen vervangen.
Het lste Boek van het Wetboek van Strafregt is voltooid en daarmede is
de grondslag gelegd tot oprigting van bet gebouw eener nationale strafwetge
ving. In de buitengewone uitgaven voor het onderhoud der gevangenender
bestedelingen in de koloniën van weldadigheid en van bet krijgsvolk te water,
veroorzaakt door eene ongewone duurte der levensmiddelen is voorzien. Van
de gunstige uitkomsten der wetten op de vrijwillige leening en de verwisseling
der staatsschuld is door bet vaststellen daarvan gebleken.
Nadere stappen zijn gedaan tot regeling van eenige rijks-fondsen. Vele
andere wetten van tijdelijk of ondergeschikt belang zijn tot stand gekomen.
Eindelijk de begrootingen der staats-uitgaven voor bet aanstaande tweejarig
tijdvak en de middelen tot dekking derzclve zijn door U Edel Mogenden in
gemeenschappelijk overleg met de Regering vastgesteld.
U Edel Mogenden hebben hierdoor weder medegewerkt tot bevordering van
het heil des vaderlands.
In naam des Konings, verklaar ik deze gewone zitting der Staten-Generaal
te zijn gesloten."
Daarna gaat de vergadering uiteen.
Het onderzoek in de zaak van Verploeghbeschuldigd van opligting
wordt met den grootsten ijver onafgebroken voortgezet, en niets wordt ge
spaard om de Justitie achter de waarheid te doen komen; men weet echter
van goede zijdedat tot hiertoe geen openbaar ambtenaar of geemployeerde
van welken rang ook, in het minst in de zaak is betrokken en dat zelfs
geen schijn van eenig vermoeden op hen kleeft. {J. de la ff.)
ROTTERDAM, 10 Augustus.
Het Engelsch schip Charles Humberston met 220 landverhuizers van hier
naar New-York is in den nacht van den 6de" op den 7den dezer nabij Calais
gestrand. Allen, als ook de equipage zijn gered en te Calais aangebragt, en
door de zorg van het stedelijk bestuur en den Nederlandschen Consul in de