ENGE LAW®. LONDEN, 19 Junij. De Nederlandsche Gezant lieeft in een bijzonder gehoor aan II. M. van wcge ïsijnen Sonverein eenigc schilderijen aangeboden, onder anderen een, Z. M. te paard voorstellende. Er zijn bier nieuwe aardappelen uit Lissabon aangebragt, van zeer «goed hoedanigheid en lsh. de 5 pond geldende. Een gedeelte van den spoorweg die over de straat Great-Russeli loopt, is eergisteren eensklaps ingestort, terwijl er verscheiden personen aan werk zaam warenvier dooden en onderscheiden gekwetsten zijn van onder het puin gehaald. Te Cork liggen een menigte graanschepen sedert de laatste dagen uit Noord-Ainerikade Middelandsche zee en andere havens aangekomen. Spoe dig ziel men nog een 100-tal dergelijke schepen te geinoet. FSAKKRIJH. PARIJS, 20 Junij. Den 18tlen heeft de Kamer van Afgevaardigden het voorstel van een harer leden, tot vermindering van den accijns op het zont, met 264 tegen 14 stemmen goedgekeurd. Men beschouwt die stemming als eene nederlaag voor 1 het Ministerie, hetwelk dien accijns behouden wil. De Commissie van de Kamer der Afgevaardigden voor het onderzoek van het wetsontwerp betrekkelijk het Koninkl. Capillel van S'. Denys, heeft lieden de Ministers van Justitie en Eeredienst gehoord. Aanstaanden Woensdag zal zij haren berigtgever benoemen. Tussehen onze Regering en die van Napels is een handelstractaat geslo ten waarbij van wederzijde de schepen van het tonnegeld zijn vrijgesteld. Men weet dat onze hoofdstad, voorat in zijn buitendeelen en omstreken, overal met steengroeven ondermijnd is. Gelijk dit zuidwaarts naar den kant van Montrouge in groote uitgebreidheid het geval is, is het zulks ook noord waarts aan den kant van Monlmartre. Wegens het gevaar, waarmede hier door de gebouwen en derzelver bewoners bedreigd werdenwas onlangs eene commissie benoemd geworden om den toestand aldaar te onderzoeken. Deze heeft thans bevonden, dat, wil men niet een deel dezer sterk bevolkte ge meente levend zien begravenniet alleen alle verdere arbeid in die groeven gestaaktinaar ook reeds bestaande uitbolingeri zorgvuldig gevuld en gedempt moeten worden. i De Spoorweg-maatschappij der Noorderbaan heeft het Koninklijk rijtuig ontvangen, dat zij bij den Heer Getting besteld had. Dit rijtuig is in twee afdeelingen van verschillende grootte verdeeld. De eerste is eene zaal, in de rondte met eene divan voorzien, twee leuningstoelen zijn in de hoeken der deur geplaatstdoor welke men het tweede gedeelte binnentreedt. Het be kleedsel der divans is van eene prachtige stof, blaauw en geel van kleur. De wanden en het paveljoen zijn mot dezelfde stof behangen het paveljoen is zoodanig ingerigtdat de geschilderde bloemen van het behangsel boven in het midden uitloopen, waar zich eene breede mahonijhouten roos bevindt, aan welke eene bijzonder groote lamp hangt. Luchtgcvers zijn boven in ge plaatst. Deze openingen zijn versierd met draperiën en valgordijnen. De verdere meubelen bestaan in eene tafel van palisanderhouttwee toeslaande tabouretten en eencn grooten spiegel. De tweede aldeeling bestaat in eene kleine met paarlgrijs-zijden stof behangen zaal. Langs de geheele breedte be vindt zich een rustbed van fluweel zijden stof; aan het ondereinde van dit bed is een geheim gemak aangebragt, met een waterbak, die van buiten voorzien wordtdeze plaatsing veroorzaakt hoegenaamd geen ongemak en is zoo kunstig ingerigt, dat men er hoegenaamd niets van ontwaart. Hier boven en in de dikte der belegselen verscholen is eene kleine kast aanwe- 1 zigdie al de benoodigdheden voor het toilet bevat. Deze zaal is door twee fluweelen voorhangsels in het midden gescheiden, zoodanig dat men des noods eene geheime spreekkamer kan hebben. Eindelijk is er nog in die zaal een beweegbare leuningstoel en een spiegelin den vorm van een medaillon welke boven het rustbed geplaatst is. Het buitenste der kast van het rijtuig is met eene blaauwe zeekleur beschilderd. j In drie dagen waren te Marseille 380 schepen aangekomen, waarvan 222 met granen. Het Journal des Délals meldt dat men het geschil tussehen Grieken land en Turkije als geëindigd kan beschouwen. HAVRE, 19 Junij. De Washingtonde eerste stoomboot die de Amerikanen in zee hebben ge- bragt en heden zijnen eersten togt heeft gemaaktis te New-York vervaar- digd. Den 27sten September 1846 werd de kiel gelegd en in 31 Januarij 1847 liep zij van stapel. Zij is ruim 2000 tonnen groot, 260 voet lang en in 't geheel 40 voet hoog. Zij is voorzien van twee stoommachines ieder van duizend paardenkracht. De cylinders geheel van geslagen ijzer wegen 20,000® en hebben 6 voet middellijn, de ketels geven 20 stoom in eene seconde, wegen ieder 86,000 en zijn berekend op eene drukking van 30 het dubbel van hetgeen gewone ketels kunnen verdragen. De raderen hebben 39 voet middellijn. Van binnen is zij heerlijk betimmerd, voor 184 reizigers, 140 op den eersten en 44 op den tweeden rang. De groote zaal is 85 voet lang en 22 Breedwit met goud behangen en met kostbaar glaswerk. De meubelen zijn i ■van zwart notenboomenhout met keurig fluweel. Er zijn badkamers voor de j beide seksen. Zes man zijn genoegzaam ter besturing. „Behalve groote pompen voor brand zijn er zeven reddingsbooten aan boord, ■waarvan vijf van gegalvaniseerd ijzer. Men schatte bij verschillende proefnc- mingen in de baai van New-York hare gemiddelde snelheid bij stillè zee op 16 mijlen in het uur. BELGIE. BRUSSEL, 20 Junij. Te Antwerpen, Ostende en Tongeren hebben er weder onlusten plaats gehad, wegens den hoogen prijs der levensmiddelen, vooral van het brood. Te Gent is een verzoekschrift aan de Regering in omloop, waarbij vrije invoer van vee gevraagd wordt, welke slechts tot het eind dezer maand was toegestaan. In de gevangenis te Brugge, waar thans 545 personen opgesloten zijn en in gewone tijden slechts 150, is de rotkoorts uilgebroken, welke er velen ten grave sleept. STA® S BEBICT. KENNISGEVING. Schutterij. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden, dat de alphabethische naamlijst van al de personen, die, overeenkomstig de wet van 11 April 1827, aan de loting voor de dienst der Schutterij moeten deel nemen, ter visie van een* iegelijk zal liggen ter Secretarie dezer Stad, van 21 tot 28 Junij aanstaande, (de Zondag uitgezonderd) 's morgens van 10 tot 's namiddags ten 1 ure; en dat de loting zal plaats hebben op de Groote Pers van het Raadhuis, en wel Op Dingsdag den 29sten Junij 1847, 's morgens ten 9 ure. Wordende de zoodanigenwelke na de laatst voorgaande inschrijving zich hier ter Stede met der woon hebben gevestigd, tot eene na-loting opgeroepen, mede op Dingsdag den 29steD Junij 1847, 's namiddags ten 1 ure. Zullende ieder ingeschrevene bij een biljet worden opgeroepen, om tot de loting ter voorschrevene plaatse op te komenop den dag en het uur in deze Kennisgeving uitgedruktterwijl do zoodanigen die verhinderd mogten wor den zelve tot de loting op te komen, zich door een' gemagtigde kunnen doen vertegenwoordigen; of geen gemagtigde comparerende, zal de loting geschie- i den door een der Leden van de Commissie uit het Plaatselijk Bestuur. Wordende de belanghebbenden tevens verwittigd dat bij de genoemde loting aanteekening zal worden gehouden van de redenen tot vrijstelling, die de ingeschrevenen vermeenenkrachtens het 3de art. der wette kunnen aan- voeren, waarom het voor hen, die zoodanige redenen tot vrijstelling meenen te hebben, van belang is, door personele opkomst, of bij volstrekte beletse len, door het zenden van een' met hunne omstandigheden wel bekenden ge magtigde, de loting niet te verzuimen. En wordt eindelijk den belanghebbenden kennelijk gemaakt, dat de vrijstel lingen bij de wet toegekend, zijn de navolgende: 1°. Die met ziekte of gebreken zijn behebt, welke hen tot den Wapenhan del voor het tegenwoordig oogenblik, of wel geheel ongeschikt maken. 2°. Die kleiner zijn dan eene Nederlandsche el en 570 strepen. 3°. De Geestelijken van alle Gezindheden zoo lang zij niet van stand veranderen. 4°. De Professoren en Lectoren aan de Hoogescholcn, Athenaea en Seminariën. 5". De Studenten in de Godgeleerdheid. 6°. Die den rang van Officier in dienst van den Staat, te lande of ter zee, hebben bekleeden door eervol ontslag de dienst verlaten hebben of gepensioneerd zijn, zoo lang zij niet in eencn gelijken of hoogeren rang bij de Schutterijen kunnen worden aangesteld. 7". Die, wegens verandering van woonplaats, eervol uit de Schutterij zijn ontslagen in den rang van Officier, voor zoo verre zij in hunnen vorigen of in hoogeren rang niet weder kunnen worden aangesteld. 8". Die in militaire dienst ter zee of te lande zijnwaardoor alleen worden bedoeld, zij, die na de inschrijving in militaire dienst zijn getreden, als rustende op militairen, zoo lang zij in dienst zijn, en dus niet voor Ingezetenen cener bepaalde Gemeente kunnen gehouden worden de verpligling niet, om zich te doen inschrijven. 9°. De broeder van hem, die in persoon voor zichzelven bij de Schutterij dient; met dien verstande, dat van een gelijk getal broeders altijd de helft, en van een ongelijk getal slechts de kleinste helft tot de dienst zal worden geroepen; strekkende deze bepaling zich echter niet uit tot zoodanige broeders, die, om welke reden ook, niet tneer bij hunne ouders inwonen. Terwijl voorts in tijd van vrede van de active dienst tevens worden vrijgesteld, met de bepaling nogtans, dat zij tot de werkelijke dienst dadelijk kunnen worden opgeroepen, indien de redenen van vrijstelling waarom zij op de algemeeneen bijzondere rol tevens geplaatst, doch bij de reserve zoo lang in dienst gesteld worden. 10". Zij, die tot de dienst der nacht- of brandwachten, en tot die der brand spuiten zijn aangesteld, zoo lang zij met die werkzaamheden zijn belast. 11°. Lijf- en huisbedienden, voor welke als dienstboden de personele belas ting wordt betaald; waaronder echter niet zullen worden verstaan: werkhoden of zoodanige bediendendie ter uitoefening van iemands be roep of bedrijf zijn benoodigd; en 12°. Zij, die voortdurend uit armen kassen bedeeld, of in de armen-gestich- ten opgevoed of onderhouden worden. En zullen dien ten gevolge, degenen, welke op vrijstelling, uit hoofde eener der bovengemelde redenenaanspraak mogten vermeenen te kunnen maken, zoowel als zij, die zich in de dienst willen doen vervangen, de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 3