'sGRAVENHAGE, 18 Junij.
7„ M. heeft tot Ridders der orde van den Nederlandschen Leeuw benoemd"
de Ileeren Dr. J. A. van Bernmclen, President der provinciale Commissie van
geneeskundig onderzoek en toeverzigtzitting houdende te Haarlem, Ds.
A. J. Berkhout, Schoolopziener te Zaandijk, en den Heer P. Slaghek, Consul
der Nederlanden te Koningsbergen. j
In de Zitting der Tweede Kamer van heden heeft de Heer van Dam
bij missive, kennis gegeven, ook namens zijne mede-voorstellersdat het den
2'tcn \Iej Juor Ben gedane voorstel, omtrent de wet op den invoer van levens
middelen als ingetrokken moet beschouwd wordennaardien de redenen
die daartoe aanleiding hadden gegeven vervallen zijn.
Er zijn verscheidene verzoekschriften ingekomen tegen het ontwerp van wet
betreffende de afschaffing van den accijns op de rogge en de vervanging daar
van door andere middelen.
De Commissie van Rapporteurs heeft haar algemeen verslag omtrent de
ontwerpen van het nieuwe Wetboek van Strafregt uitgebragt. De dag der
beraadslaging daarover zal nader bepaald worden.
De Commissie, belast met. het onderzoek van het tusschen Nederland en
Rusland gesloten verdrag van handel en scheepvaartheeltbij monde van
den Heer van Beeck Vollenhoven, verslag uitgebragt. Op voorstel van den
President, wordt besloten dit verslag te doen drukken.
De Vergadering is daarna gescheiden.
Men verzekert dat de Kamer al de aanhangige onderwerpen in de afdee-
lingen wenscht te onderzoeken en te behandelen, ten einde alsdan, na eene
kortstondige schorsing der werkzaamheden, de beraadslagingen aehtervolgens
te houden over al de gewigtige voordraglen die aanhangig zijn.
Men verneemt dat al de diligence-diensten tusschen 'sGravenhage en
Rotterdam, van de onderneming Koens, zijn ingetrokken en afgeschaft, daar
de proeve die er sedert de opening van den spoorweg tusschen de beide steden
genomen is om nog eenige dienslen te behouden, bewezen heeft dat zulks
met geen goed gevolg kon worden volgehouden. Alleen zal voorloopig in
stand blijven de diligence-dienst die ten half 11 ure 'savonds uit Amsterdam
naar Rotterdam, en die welke ten 10 ure des avonds van Rotterdam naar
Amsterdam vertrekt.
UTRECHT, 17 Junij.
De Catalogus der voortbrengselen van Inlandse.be Nijverheid en Kunst, op
de Tentoonstellingbevat wel slechts 319 nummersdoch onder hetzelfde
nummer vindt men dikwijls van 10 tot 40 voorwerpen vermeld, zoodat het
getal nummers op den Catalogus beteekent: het getal der inzenders. Na het
afdrukken van den Catalogus is dat getal bijna tot 500 geklommen. Stelt
men nu, dat de inzenders, door elkander gerekend, elk tien voorwerpen
beeft ingezonden, dan zoude men 5,000 voorwerpen hebben. Het getal is in
alle gevallen groot en de ingezondene stukken zijn zeer belangrijk, zoodat elk
otibevooroordeeld zal erkennen, dat de industrie in Nederland naauwelijks iets
te wenschen overlaat, ten minste niet voor andere natiën behoeft onder te
doen. Komt en ziet! lazen wij dikwijls, en zoo is het ook hier, en gij zult j
niet weten wat gij meer bewonderen moet: de sehoone tapijten uit Deventer 1
en Utrecht van de Heeren Birnie en Spiekerman van Wezelenburgof het
damasten tafelgoed van de Heeren Gallé en J. Baak uit Kampen, of dat van
de Heeren Bavink en Zoon te Almelo; het prachtig glaswerk van den Heer
Regoutuit Maastricht, of het fraaije nagemaakte Japansche werk van de
Heeren Zeegers en Burgers uit Amsterdam, van der Steur en Franse uit
Haarlem, of de Rooy uit Utrecht; het keurig bewerkte goud- en zilverwerk j
van de Ileeren Benten te AmsterdamWecnink te Zwolof van Van Assen
te Leeuwarden; de natuurkundige werktuigen van Van Einden, Dixon en
AVcnckebaeh te Amsterdam, Becker te Arnhem, Lagernan te Haarlem of van j
Buute te Utrecht; de muzijk-instruinenten van de Ileeren Ypma te Alkmaar,
van Elaes en Brunjes en Knpers, te Amsterdam, of Paling ie Rotterdam; de
rijtuigen van de Heeren Steigerwald uit Rotterdam of van Soeders te Maarssen
de meubelen van de Heeren Horwege te Zeist, Heuser, Tobrugge en Smit te
Utrecht vergulden lijstwerk van de Heeren Nalop te Amsterdam of van Cle
mens te Utrecht; het meuhelpapier van de Heeren van den Berg van Leyden j
of van Blanken te Ou lowater het ijzerwerk van de Heeren Martin te Zeist of
van de Waal en van Diest te Utrecht; de ijzeren brandwaarhorgkasten van de
Herren Giesbers te Roermonde of van Lieflink te Deventer; schildpad- en ivoor-
weik van de Heeren llatt te Zeist of Blijdestejn te Utrecht; de landbouwkun
dige werktuigen en hloem-étagères van de Heeren Schultz Ie Zeist of Jenken
te Utrecht; passement en zijden stoffen van de Heeren v. Eyndhoven, te Einpe,
Travaglino te Haarlem of van Kuyk te Zalt-Bommelhet bindwerk van de
Ileeren Rinck uit 'silage, van Van llossum uit Amsterdam of van Herfkens
uit Utrecht.
Onder de menigte voorwerpen die uitmunten, behoort ook een Album van
den Heer F. W. Rinckwaarvan de merkwaardigheden zijn: 1° dat het boek
gebonden is, zonder draad of naden en zich geheel plat open legt, zoo dat
men zonder hindernis van don eenen naar den anderen kant kan schrijven of
teekencn2° is bet in plaats van vierkant of hoekig, van voren rond;
zoowel de bladeren als de borden zijn niet allen van een nieuwen vorm, maar
ook, hebben geen gevaar dat de hoeken omkreukelen; 3° is de snee bewerkt
gelijk bet keurigst geslagen goudpapier met nationale klearen 4° is bet boek
in echt rood segrijnleder gebonden, en met de smaakvolste, moeijelijkste
(geheel uit de hand bewerkte) verguldingen voorzien. Vooral getuigt het
woord Album, hetwelk met groote letters en daarmede verbonden ornementen
op het plat (zonder eenig gegraveerd instrument) in goud gevormd is, van
eene belangrijke nieuwe vinding, betreffende de vergaldkunst der Boekbinderij;
5° heeft de daartoe verbruikte zelfstandigheid bet voordeel de Insecten te ver
nietigen, voortgebragt door de vochtigheid en de verandering van luchtgestel,
zelfs in de heetste streken blijft bet vrij van de verwoestingenwaaraan
de gewone boeken onderworpen zijn. De verandering van luchtgestel oefent
volstrekt geen invloed op deze zelfstandigheid uit, en het is daarom voor rei-
zenden naar de Oost- en West-Indien zeer aan te bevelen, daar hel genoeg
bekend is, dat boeken met bet gewone bindwerk voorzien, in de Oost- en
West-Indiën wegens het heete luchtgestel geheel onbruikbaar geworden zijn
desgelijks ook bibliotheken, geplaatst in vochtige vertrekken, blijven door dit
nieuwe bindwerk gevrijwaard voor dergelijke onaangename verwoestingen.
GRONINGEN, 17 Junij.
Als een bewijs van bet gering personeel Opper-Officieren, waarvan men in
vroeger en later tijd, zoowel bij andere Staten als hier te Lande, vruchteloos
naar een tweede voorbeeld zoekt, volgt bier eene opgave van het aantal Generaals
bij ons leger in 1836, 1840, 1841 en 1847:
1836
1840
1841
1847.
2
1
Luitenant-Generaals
18
11
11
8
Generaal-Majoors
37
31
27
13
58
44
39
21
Van de 8 Luitenant-Generaals genieten er slechts 2 het tracteincnt als zoo
danig, 2 worden te dien opzigte voor memorie gevoerd, 3 er van zijn op non-
activiteit of met verlof, terwijl de Minister alleen het inkomen geniet, aan
deze betrekking verbonden. Van de 13 Generaal-Majoors zijn er 2 op non
activiteit en thans geplaatst aan bet hoofd van de geneeskundige dienst en
militaire administratie.
li IJ i TEjN L A iNDSC HE BEDS C TEN
MEXICO.
11 Mei.
Volgens berigtcn over New-York aangebragthcerschte in de hoofdstad
Mexico de grootste verwarringen werden er weinig of geen voorbereidselen
ter verdediging gemaakt, hoewel de tijdelijke President Ariaya de stad in
staat van beleg verklaard had. De meer gegoede inwoners begaven zich in
grooten getale naar elders, en ook de Regering maakte toebereidselen om zich
naar Morella te verplaatsen. Santa Anna bevond zich steeds te Orizaba en
bad van daar eene proclamatie uitgevaardigd waarbij de gebeele mannelijke
bevolking, van 12 tot 50 jaren oud, gelast werd de wapenen op te vatten
en zich in guerilla-benden te vormen, ten einde den vijand zoo veel mogelijk
afbreuk te doen. Eene dergelijke proclamatie was door den Generaal Canales
verspreidwaarbij onder anderen bevolen werd eiken Amerikaan diehetzij
gewapend hetzij ongewapendop Mexicaanscli gebied gevonden werdom het
leven te brengen; terwijl, naar men beweerde, de Generaal Alvariez uit bet
noorden van Mexico in aantogt was met een corps van omstreeks 20.000 man
geregelde troepen, die insgelijks als guerillas tusschen Jalapa en Puebla en
naar den kant van Vcra-Cruz verstrooid zouden wordenora de Amerikanen
te verontrusten en hunne gemeenschap te bemoeijelijken. Ofschoon men
alzoo alles scheen voor te bereiden om den oorlog ook na den vermoedelijken
val der hoofdstad voort te zetten, zou het Mexicaansche bewind zich toch,
volgens een der Ncw-Yorksehe bladentot den Britschen Minister te Mexico
den Heer Bankhead, gewend hebben, ten einde de reeds vroeger aangeboden
bemiddeling van Engeland, ter vereffening van bet geschil met de Vereenigde
Stalen te erlangen.
In eenen bijzonderen brief uit Mexico, van den 30stc(1 April, leest men
onder anderen nog bet volgende
Verschillende plannen ter verdediging dezer stad zijn voorsgesteld gewor
den maar alle zijn ze onuitvoerbaar, en het is klaarblijkelijk, dat er geen
tegenstand zal geboden worden. Generaal Seott heeft meer van zijn eigen
volk dan van de Mexicanen te vreezen. In al de noordelijke distrieten is het
gedrag der Amerikuansche vrijwilligers ortverdrageiijk geworden voor de inwo
ners. In Cohaliuila en Nieuw-Leon wordt over het leger van Generaal Wool
hitter geklaagd, en Generaal Taylor heeft in beide deze Staten en in Tamau-
lipas zware schattingen geheven, zoo bet heette als maatregel van wedergel-
ding, wegens de vernieling zijner convooijen door Generaal Urrea. Hoe onder
worpen het Mexicaansche landvolk nu ook schijnen mogeen hoe weinig
geschikt het zich ook voor eenen oorlog in het open veld moge betoond heb
ben, het zal echter door deze daden van geweld en onderdrukking tot eene
wraakneming worden aangezet, voor welke de aanvallers bet onbekwaam
achten.
GRIEKENLISTD.
ATHENE, 31 Mei.
Het aanbod van den Heer Eynard in Frankrijk om aan de Regering 500,000
fr. voor te schieten, om, zoo bet noodig was, de door Engeland gevorderde
halfjarige rente der Grieksche leening te betalen, had onder de bevolking veel
vreugde verwekt en de oppositie zeer ontmoedigt. Aan de handelwijze van
Eynard werd in de dagbladen de hoogste lof toegezwaaid; onder anderen leest
men in den Griekschen Moniteur
Een man, wiens naam van de herinnering onzer nationale worsteling onaf
scheidelijk is, wiens onuitputtelijke zelfopoffering verscheiden inalen het land
beeft gered, de Ridder Eynard, beeft aan de Regering geschreven, dat, in-