IJ LTITEINL A JNDSCIIE IJ E li IE TE _V
bragt, Zij acht hot aanwijzen tan regimenten ruiterij voor de dienst der
marechaussee onuitvoerlijk.
Op de bedenkingen op het XII,C Hoofdst. betreffende de begrooting voor het
departement van Koloniën is geantwoord, dat het instellen van een Kolonialen
Raad niet wordt vereischt, daar er genoeg middelen zijn om belangrijke vraag
stukken behoorlijk toe te lichten.
De Regering verklaart, dat de ondervinding aanvankelijk ten voordeele van
het circulerend medium in Oost-Indie getuigt; dat, ten aanzien van het
Surinaamsche Bankpapier, nog niets hekend kan zijn; dat deze maatre
gelen geheel liggen binnen den kring van het grondwettig gezag des Ko-
nings.
Hel onderwerp eener Enropesche Kolonisatie in de Overzecsche Bezittingen
houdt de aandacht van het, bestuur ernstig bezig. Ten aanzien van Oost-Indie
is een plaatselijk onderzoek aan den Gouverneur-Generaal opgedragen. In da
West is men hel eens dat een Europeaan zieli aldaar met veldarbeid een ge
noegzaam onderhoud kan verschaffen. Thans overweegt men of de koloni
satie aan de oevers van de Saramacca verder kan worden uitgebreid door mid
del eener bijzondere onderneming, als de cenige, die daartoe geschikt wordt,
geacht.
Het voor Suriname ontworpen Slaven-Reglcment is nog niet ingevoerd. Men
vvcnscht te beproeven, of eene hervorming in liet industriële stelsel kan leiden
lot eene verbetering van het lot der slaven, en tot verdere ontwikkeling.
Betreffende de onvoorziene behoeften, oordeelt de Regering, dat, nu deze
als in een bijzonder hoofdstuk in de begrooting zijn opgenomen, en bij de
loopende begrooting alle vereischte inlichtingen zijn gegeven, de vroegere be
zwaren daartegen zijn opgelost.
Voor bet XIIde Hoofdstuk, onvoorziene behoeftenzijn in 1845 uitgegeven
493,000waaronder 135,000 voor geheime uitgaven; in 1840 340,667.
Bij de memorie van beantwoording der aanmerkingen, betreffende de
wet op de middelen, en bijzonder op de heffing der accijnsen, oordeelt de
Regering, dal de belasting op het verbruik, bij de behoefte der schatkist,
niet te vermijden is; dat dergelijke belasting steeds hier te lande is gehe
ven, en dat, zoo men die zoude willen vervangen door andere, minder
slrookende met de gebruiken der menigtedaartegen welligt nog meer be
zwaren zouden worden ingebragt, dan legen de accijnsen. De Regering er
kent, dat bet vraagstuk ernstige overweging verdient, maar acht bet nemen
van proeven gevaarlijk. Zij meent inlussclieiidoor de voordrag van het af
schaffen van den accijns van het gemaal der rogge, te hebben doen blijken,
dat eene gewensclite verbetering gereedebjk haren bijval beeft erlangd.
De opbrengst van bet gedistilleerd is over 1846 met ƒ400,000 vermin
derd de raming voor 1848 is daarnaar gewijzigd. De Regering meent deze
vermindering aan de hoogere prijzen der levensmiddelen te moeten toeschrij
ven. De opbrengst van den accijns van bet geslagt is, ten gevolge der
nieuwe wet, verbeterd.
De vermindering van de opbrengst der verjaarde renten is op de ondervin
ding gegrond. Het is steeds een onderwerp van overweging, in hoe ver de
ren te-betaling der openbare schulddoor tusschenkomst van administratie
kantoren nieuwe maatregelen vereischt.
Het bedrag wegens besparing van renten beeft wel verminderd moeten wor
den, daar dit afhangt van het huiten omloop houden van sehatkist-billetten
van 1834, en de maatregelen voor hel muntwezen, in het volgende jaarwel
denkelijk het gebruik van een groot deel derzelve zullen vorderen.
Ten aanzien van de zoogenaamde O. I. schulden zijn overwegingen aan
hangig. De raming van de koloniale bijdrage is gegrond op een vermoede
lijk netto-rendement van producten van ƒ28,550,000, en, na aftrek van
uitgaven ten behoeve der koloniën, hier te lande, ten beloope van 14,100,000,
op een bedrag van ƒ14,450,000.
'sGRAVENHAGK, 12 Junij.
Z. M. heeft tot Raadsheer in den Iloogen Raad benoemd Mr. H. J. H. Mod
derman lid van de Tweede Kamer en Kanton-Regter te Winschoten. Ook
beeft Z. M. tot leden der Prov. Geneeskundige Commissie in Zuid-Holland,
in plaats van wijlen de Heeren Rovers en Pesant, benoemd: de lleeren M. G.
Thinners Verboeven. Med. Doet. te Dordrecht, en C. A. Rornbach, Med. et
Art. Obst. Doet. te Hellevoetsluis.
AMSTERDAM, 11 Junij.
Z. M. beeft benoemd tot Ridders der Orde van den Ncdcrl. Leeuw, de
lleeren: Mr. J. Conimelin, Notaris; Jb. Spengler, President van de Karner
van KoophandelProf. C. 15. Tilanus, J. C. de Vriese, Directeur van het
Entrcpöt-Dokden Ridder .1. C. de Brunei, Staatsraad en Consul-Generaal
van Rusland, en L. J. DepelitLuit.-Colonel, Chef van den staf der 2de div.
infanterie.
Tot Commandeurs der Orde van de Eikenkroon de lleeren J. J. YVagener
Colonel, Plaatselijke Commandant alhier ter stede, en L. Lippmann, Dircct.-
Thesauricr van de Nederl. Rijn-Spoorweg-Maatschappij.
Heden voormiddag heeft Z. M., vergezeld van Prins Hendrik een be
zoek afgelegd in het etablissement van de IItl. Paul van Vlissirigen en Dudok
van Heelter hezigtiging van het onlangs daar gegotene bronzen standbeeld
van Prins Willem I.
iNaar men verneemt zal Z. M. morgen voormiddag, met den trein van
11 ure, naar de residentie terugkeeren.
Eergisteren avond hebben Z. M. en Prins Hendrik de derde voorstel
ling van Mlle Rachel in den Schouwburg bijgewoond. Een zeer talrijk en
aanzienlijk publiek was daar vergaderd. De geëerbiedigde Vorst werd niet
die levendige bewijzen van hulde en genegenheid begroet, welke Z. M. van
de ingezetenen der hoofdstad gewoon is.
Gisteren heeft Z. M. de Leeraren en Coinmissiën der onderscheidene ker
kelijke genootschappen in deze stad ten gehoore ontvangen. Daarna heeft
Z. M. aan eenige particulieren gehoor verleend. Z. K. tl. Prins Hendrik
is heden morgen wederom uitgereden. Des avonds is concert ten hove ge
weest, waarop eenige meesters uit deze stad zich hebben doen hooren.
UTRECHT, 11 Junij.
Ter gelegenheid van de Tentoonstelling van voorwerpen van Nijverheid en
Kunst, welke den 15<lctl dezer zal geopend worden, en vele vreemdelingen
naar Utrechts schoone dreven zal lokken zal ook de Verzameling van Oud
heden Schilderijen en Teekeningen ten Sladhuize alhier aanwezig, ten deele
betrekking hebbende tot de stad en de provincie, dagelijks te bezigtigen zijn,
uitgezonderd de Zondagen, van des nademiddags 2 tot 4 ure, tegen beta
ling van 25 Cents per persoon waarvoor een catalogus zal worden algege
ven. Deze verzameling is sedert kort met ruim 150 nieuwe voorwerpen vei-
meerdzoo door de stad aangekocht, als ten geschenke ontvangen. Onder
de teekeningen munten uit 19 afbeeldingen der bouwvallen van de Doins- en
Janskerken, in 1674 door Saftleven geteekenden vele anderen.
Terwijl op de Utreehtsche vergadering van het onderwijzers genootschap
van den 26steD Mei het plan is opgeworpen, orii ter blijvende gedachtenis aan
wijlen den Heer A. van den Ende, aan wien Nederland voor de zaak van het
onderwijs zoo veel te danken heeft, een eenvoudig, maar zijner waardig ge-
denkteeken op te rigtenheeft de Ainsterdamsche afdceling van dat ge
nootschap het plan gevormd, om een gedenkpenning ter zijner eer te doen
vervaardigen.
Gisteren morgen tussehen elf en twaalf ure, viel hier hij eene N. N. W.
wind een bui, met hagplsteenen en sneeuw. Deze hagel heeft echter hier geen
nadeel aan het veldgewas veroorzaakt dat in onze omstreken buitengewoon
goed staat.
KAAP DE COEKE HOOP.
4 Maart.
De Zuid-Afrikaan deelt mede dat de Gouverneur Sir Henry Pottinger den
19iien Eebruarij te Port Elisabeth is aangekomen, waar hem een adres van
129 ingezetenen is aangeboden, waarin zij, hunne blijde verwachting hij zijne
aanstelling uitende, de belangen hunner provincie vooral ten opzigle van den
Kafferkrijg openleggen en aanbevelen op welk stuk de Gouverneur zoo wel
willend en belangstellend heelt geanlwooid, dat men er zeer mede te vrede
was. Den 25sten is de Gouverneur te Sidhury aangekomen en den 27slen zou
hij naar Grahams-'stad vertrekken.
Berigten uit het Kaflerland melden, dat zoodra de Britsche troepen van
de Kei teruggekeerd waren, het geheele land tussehen die rivier en de Bashee
bedekt was met vee, en onder hetzelve talrijke troepen behoorende aan het
volk van het Opperhoofd Pato.
Er is ook eenig zonderling narigt ontvangen omtrent den ongelnkkigen
Kapt. Bambrick, 7de reg. Dragondersdie in den aanvang des oorlogs in handen
der wilden viel. Men zegt dat zijn lijk met de grootste verachting behandeld
is dat hij letterlijk gevild werd zijnde het hoold en de leden naderhand
van den romp gesneden. De schedel is sedert door eenen vermaarden toover-
doctor gebruikt geworden om tooverij te plegen. Deze beruchte Kaffer-waar-
zegger is gewoon eene decoctie te prepareren met zekere kruiden, welke gezegd
worden groole tooverkracht te bezitten, en welke hij met zekere pligtplrgingen
in den schedel van dezen ongelukkigen en betreurden Officier stort. Hij roert
vervolgens dezen afschuwelijken drank om met eene soort van karnstok, welke
hij naderhand uithaalt en met uitgestrekte handen naar de onderscheidene
windstreken steekt, vervloeking uitsprekende over de Engelschen, en hunne
nederlaag en schande voorspellende. Men weet dal dc Kaffers in deze waar
zeggerijen onbepaald vertrouwen stellen en incn zegt dat Sandilla in zijne
jongste daden is geregeerd geworden door de kunsten van dezen aarts-bedrieger.
- Narigt is op heden ontvangen van verscheidene strooperijen door de
Kaffers gepleegd nabij Committees Drift. Dingsdag II. werden 170 schapen,
behoorende aan eenen boer genaamd Koester, weggevoerd. Den volgenden dag
werden acht paarden uit dezelfde huurt gestolen. Onze berigtgever zegt, dat
het diglste woud langs dat gedeelte der grenzen thans wemelt van Kaffers,
die hijkans dagelijks van de post op de hoogten gezien worden. Wanneer zij
nagezet worden gaan zij naar de afgelegene en moeijelijke schuilhoeken van
het bosch en putten alzoo de kracht en het geduld der vervolgers uit.
Onder het rubriek grensaangelegenhedenvindt men het volgende: Wij
zijn thans, zegt de Frontier Timesin de tiende maand van den Kaffer oorlog.
Onze grensboereu zijn meer dan twaalf maanden zonder huizen of woonsteden
geweest. Noch hebben zij thans eenig vooruitzigt in staat te zijn naar hnnne
woningen terug te keeren of liever naar de plaatsen waar dezelve eertijds
stonden. De kolonie is overdekt met stroophenden van den vijand. In het
zoogenaamde Britsche Kafferland zijn de brandstoffen des strijds nog niet
uitgebluselit. Dat land is rijp voor opstand. De inlandsche ligtingen die nog
bij elkander blijven zijn misnoegd. Men kan niet lang op hunne diensten
rekenen. Indien de Kaffers slagen mogten eene sterke zamenspanning tegen
de kolonie te smeden en eensklaps eenen vereenigden aanval deden, welke magt
zou men dan hebben om ben tegenstand te bieden? Is liet Gouvernement
toebereid voor deze, in geenen deele onwaarschijnlijke gebeurtenis? Het zal on-