len, dat op elke Latijnsclie school gelegenheid zij, ter verkrijging der bij de Staatsexamina gevorderde kundigheden. Wat het armwezen aangaathad het bijzondere bevreemding gebaard dat na bet vroeger verklaarde, den 30stcn November jl. van het hoofd van dit departement eene circulaire aan plaatselijke besturen is uitgegaan, waarbij deze ■worden gemagtigdom tot ondersteuning van behoeftigen eenen lioofdelijken omslag te bewerkstelligen. Vele leden verlangen steeds de geheele opheffing der Opperhoutvesterij. Wat Oorlog aanbelangt, wint de meening veld, dat op den duur geen 12 millioen aan dit onderwerp zouden kunnen worden te koste gelegd; dat men tie vrees koesterde, dat overspanning op dit punt in tijd van vrede de verde diging in oorlogstijden schaden zou. Vele leden oordeelden het dus noodig de uitgaven voor Oorlog zooverre in te krimpen, dat èn in de onmiskenbare behoefte tot uitbreiding onzer zeemagt kunne worden voorzien, èn een zooda nig overschot op de inkomsten overgelaten worde, dat men met eenige vrucht aan de uitdelging van Staatsschulden denken kunne. Bij het uitdrukken van dit gevoelen miskende men echter de bezuinigingen nietdie bij dit departement zijn ingevoerd noch verloor het gewigt uit het oog van gepaste verdedigings-middelen tot handhaving onzer onafhankelijkheid. Maar terwijl zij eenerzijds bet gevoelen voorstaan dat de verlangde bezuinigingen wel eens op zoodanige onderdeden der begrooting zijn toegepast, waar die minder wenscbelijk toeschenen mogen zij anderzijds hunne meening niet verbergen dat hoe belangrijk ook de instandhouding onzer verdedigingsmiddelen te lande moge wezen, echter, bij de noodzakelijkheid eener te doene keuze, aan de uitbreiding onzer zeemagt en aan de opbeuring van onzen geldelijken toestand een overwegend gewigt moet worden toegekend. Men droeg bedenkingen voor over het gevolgde verdedigingstelselsommigen achten het getal vestingen te aanzienlijk, zoowel voor het geval van oorlog, als in tijd van vrede; als medewerkende oorzaak tot de kostbaarheid van dit Departement. Nopens Koloniën worden onderscheidene inlichtingen gevraagd het vraag punt van den verkoop van gronden en het instellen van cenen kolonialen raad wordt ter overweging aanbevolen. In de teregzitting van den Hoogen Raad van Vrijdag II. zijn de plei- dooijen aangevangen in 58 zaken van vaders van zeven kinderen. Voor de cischers traden op zeven advocaten. Nadat de termijn van eisch was voorge dragen, is de verdere behandeling uitgesteld tot Zaturdag den 15 Mei. Als dan zal voor den Staat worden geantwoord door den Advocaat Faber van liiemsdyken daarna de termijn van repliek worden voorgedragen door den Advocaat de Pinto. 11 Mei. Zr. Ms. gezondheid is gelukkig thans als geheel hersteld te beschouwen. HD. is reeds gisteren te voet uitgegaan en heeft op eene wandeling in het Voorbout, langs de kermis, verscheidene voorwerpen aangekocht. In de Zitting van de Tweede Kamer van heden is ontvangen eene missive van den Hoogen Raad der Nederlanden, ten geleide eener nadere lijst van zes Candidaten voor het door haar op te maken drietal. 1°. Jhr. Mr. J. de Bosch Kemper, Advocaat-Generaal bij het Provinciaal Hof in Noord-Holland. 2°. Mr. II. J. H. Modderman, lid van de Tweede Kamer en Kantonregter te Winschoten. 3°. M1'. J. Verstelt, Raadsheer bij bet Provinciaal Hof in Noord-Braband. 4°. Mr. A. YpeyOfficier bij de Arrondissements-Reglbank te Leeuwarden. 5°. Mr. D. J. Byleveld President der Arrond.-Regtbank te 's Gravenhage. 6°. Mr. D. T. SiegenbeekOfficier bij de Arrond.-Regtbank te Leyden. Wordt vastgestelddat de Kamertot de zamenstelling der lijst van Can didaten zal overgaan op aanstaanden Vrijdag. De Commissie van rapporteurs brengt verslag uit over bet ontwerp van wet, tot verevening van uitgaven voorlvloeijende uit de wetten van 6 Maart en 25 Junij 1844 (leening en conversie-wetten). De beraadslagingen daarover wor den bepaald op aanstaanden Vrijdag. Daarna is beraadslaagd over het ontwerp van wet, tot herstel van verliezen, geleden door het te loor gaan van schuldbrieven. Nadat onderscheidene leden over deze voordragt bet woord hadden gevoerd heeft Z. Exc. de Minister van Finantiën dezelve verdedigd. Het ontwerp is daarop aangenomen met 44 tegen 10 stemmen. Tegen hebben gestemd de Heerenvan Sasse van Ysselt, de Kempenaar, Gouverneur, van Heemstra, Verwey Mejan, Luzac, Scbeers van Harencarspel, Uytwerf Sterling, Kien en Hoffman. Daarna wordt de Zitting opgeheven. AMSTERDAM, 10 Mei. Den 6den dezer werd alhier gehouden de 21s,e algemeene Vergadering van bet Nederlandsch GenootschapTot zedelijke verbetering der gevangenen. Het bijwonen van de opening dezer Vergadering was ditmaal voor de leden des Genootschaps opengesteld. De tweede Voorzitter, de Heer AV. II. Suringar, hield bij die gelegenheid eene redevoering over de Fransche kolonie de Mettray en eenen van hare stichters, den Heer de Metz, nader toegelicht en opgehelderd door de tentoonstelling van een aantal platen tot deze weldadige Instelling voor verwaarloosde kinderen betrekkelijk. Vervolgens werd bet verslag des Genootschapsdoor den eersten Secretarisden Heer AV. H. AVarnsinck Bz. over den jare 1846 en de rekening en verantwoording nopens den staat der geldmiddelen over genoemd tijdvak, door den algemeencn Thesaurier, den Heer Jhr. Mr. J. M. Deutz van Assendelftvoorgedragenen daarmede de openbare zitting gesloten. UTRECHT, 9 Mei. Men verneemt dat eenige ingezetenen dezer Stad ondersteund door de wel willende medewerking der Commissie tot spijsuitdeeling, bij het aanhouden,' der buitengewone duurte van levensmiddelen, goede en voedzame spijze zulle® verkrijgbaar stellentegen betaling van 5 cents. 's HERTOGENBOSC119 Mei. Het voor den landbouw ingevallen gunstig weder heeft in acht dagen tijds in de Langstraat een meer dan verwachten wasdom opgeleverd. De buiten- polders zijn met runderen en paarden bezet. De winter-rogge heeft men zel den voordeeliger zien staan. Tuinen en bogaarden zijn in vollen bloei en leveren een gunstig verschiet op. Van alle zijden dezer omstrekenzelfs van de zandgronden, luiden de berigten nopens de te veld staande vruchten, dat deze niets te wenschen overlaten. BUI TEW LAWDSCHE BE BIG TEW VEREEMGDE STATEM. NEAV-YORK, 16 April. De Mexicaansche stad Vera-Cruz heeft zich, na vier dagen lang bij tusschen- poozen gebombardeerd te zijn, onvoorwaardelijk overgegeven. Twee dagen later almede na eerst nog een bombardement te hebben verduurd, het kasteel van Juan d'Ulloa. Beide zijn door den Generaal Scott, aan het hoofd van 4,000 man bezet. Alle openbare eigendommen, van welken aard ook, zijn aan de Vereenigde Staten overgegaan. Den ingezetenen wordt zoowel hunne bijzon dere bezittingen als vrije godsdienstoefening en genot hunner instellingen ge waarborgd. Do stad op welke zoo van de vloot als door de landbatterij 5700 schoten uit het zwaar geschut zijn gedaan, is half vernield. Het verlies der Mexicanen wordt op 1,000 zielen berekend, onder welke ook hun Generaal Valdez. De Americanen zouden slechts 15 dooden hebben en 50 gekwetsten. Chihuahua, de hoofdstad van den Staat van dien naam is door den Generaal Doning aan het hoofd eener afdeeling van het leger der Vereenigde Staten in genomen. Men denkt dat deze verliezen den Mexicanen veel vredelievendheid zullen inboezemen. De inneming van Vera-Cruz bad het sluiten der leening te AA'ashington zeer bevorderd; de 18,000,000 dollars waren ten volle ingeschreven, zelfs had den de aanvragen 58,000,000 beloopcn. De Hudson-Rivier was eindelijk opengegaan en men hoopte dat spoedig eene groote menigte graan naar Engeland zou kunnen vervoerd worden. EGÏPH. KAIRO9 April. Met groote plegtigheid is heden de eerste steen voor de brug over den Nijl gelegd. De Onderkoning ging, onder het gejnbel van 40,000 toeschou wers en vergezeld van een talrijk gevolg, scheep en begaf zich naar den linkeroever, waar de eerste steen gelegd moest worden. Hij trad eene tent binnen, zette zijn zegel op een perkament, waarop in gouden Ietteren bet proces-verbaal dezer plegtigheid gedrukt was, en noodigde de aanwezigen uit om er ook hunne handteekening op te stellen; vervolgens legde hij het stuk in een looden koffertje, benevens verscheidene gouden en zilveren gedenkpenningenvoor deze gelegenheid geslagenalsmede een exemplaar van alle munten die onder zijne Regering geslagen waren. Dit koffertje werd in een ander geplaatst, en het geheel in eene holte van den granietsteen gezet, die tot hoeksteen moest verstrekken. De Onderkoning sloeg daar op eenige malen met een zilveren hamer, wierp met een gouden truffel eenige kalk op den steen, onder het gejuich van duizenden en de herhaalde salvo's van geschut. Vervolgens begaf de stoet zich weder naar den regter-oever waar een prachtig feestmaal de plegtigheid besloot. Eene ontzagehelijke menigte volks had zich op den regter-oever verzameld. Mehemed-Ali, de grootdignitarissen des rijks, de Priesters, de Consul-Gene raals van Engeland, Spanje, Frankrijk, Zweden, België, de Vice-Consuls enz. waren tegenwoordig. Den avond te voren waren de rivier-oevers prachtig verlicht. Honderden vaartuigjes zweefden keurig met bloemkransen en dra- periën versierd, over de oppervlakte van den stroom; schitterende vuurwerken en herhaalde salvo's uit het geschut gaven aan dit nachtfeest een tooverachtig aanzien. RU ILAHD. PETERSBURG, 27 April. Het Ladoga-meer was nog slechts aan den eenen oever van ijs bevrijdook was de Newa nog niet bevaarbaar. De oogst is voorleden jaar in Siberië mislukt, waardoor het te kort 300,000 tzw. bedraagt, waarin de Regering door het nemen van gepaste maatregelen zal voorzien. ZWEDEN. STOKHOLM, 27 April. Er heerscht hier nog zulk eene koude, als men zich bij menschen geheu gen niet op dezen tijd herinnert. De talrijke meren alsook de haven en de reede, waren nog tot op eenen afstand van twee mijlen bevrozenen het ijs was zoo sterkdat de zwaarste vrachtwagens er over reden. Op de markt waren nog eergisteren boeren, welke 7 mijlen ver met hunne wagens over het ijs kwamen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 2