COURANT. LEYDSCHE N". 38. MAANDAG, 29 MAART. BINNENLANDSCUE BERÏGTEN. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag avond. LEYDEN, 27 Maart. Aan liet Journal des Dëbats wordt van den IS"16" dezer nit Amsterdam geschreven De afzending van graan naar Frankrijk blijft voortduren. Men berekent dat van hier naar de Fransche havens sedert 3 weken is uitgevoerd: naar Rouen 28,000, naar Havre 3,000, naar Bordeaux 13,000, naar Duinkerke 3,200, te zaïnen 35,500 mud. Van een' anderen kant weet men, dat twee Amsterdamsche huizen alleen langs den Rliijn naar Metz of Straatsburg, sedert de opening der scheepvaart. 25,000 mud tarwe of rogge hebben verzonden; en men berekent de hoeveelheid door andere huizen derzelfder stad verzonden op 30,000 mud; zoodat Amsterdam aan uwe oostelijke departementen 55,000 mud graan heeft geleverd. Sedert de laatste week zijn de prijzen der granen staan gebleven en men kan nu eene daling waclilen. Hetgeen zeker is, is, dat aanbiedingen tot verkoop in de laatste dagen gedaan, voor tarwe te leveren op 15 April tegen ƒ450 het last, zijn geweigerd, hoewel de prijzen van dezelfde soort thans zijn ƒ500 a ƒ510. Men weet dat de hoeveelheid graan, die hier nog ligt, bedraagt: 111,000 mud tarwe, 233,000 mud rogge, 8,000 mud gerst en 25,000 mud boekweit. 'sGRAVENHAGE, 27 Maart. Z. K. H. Prins Alexander is Donderdag morgen per spoortrein van hier naar hel Lso vertrokken. In de zitting der Tweede Kamer van Woensdag werden de beraadsla gingen geopend over de voordragt, betreffende de rente-betaling van de geld- leening voor de droogmaking van het Haarlemmermeer, dienst 18461847. Eenige leden voerden het woord. De Heer Euzac verlangdena de onderscheidene tegen liet Haarlemmermeer ingebragte beschuldigingen alsof het een waterwolf ware die de stad Amster dam bedreigde, ook zijne denkbeelden in het midden te brengen, en den kwaden indruk, door die beschuldiging in het midden gebragt, zoo mogelijk uit te wisschen. De redenaar is van meening dat de waterwolf thans in eenen geldwolf is herschapen. Spreker heeft dit een en ander vroeger in het brei de ontwikkeld, doch hij heeft thans, nu deze zaak wederom ter sprake komt, nog een denkbeelddat hij der Kamer in bedenking geeft. Het ontwerp schijnt zeer eenvoudig, doch is, naar de meening des sprekers, hoogst ge vaarlijk. Voor de eerstemaal komt op de begrooting van 18461847 voor de betaling der renten voor het Haarlemmermeer, terwijl dit ook op de be grooting van 18481849 zal gebragt worden. Spreker vraagt of het zoo volstrekt noodzakelijk zij dat de onderneming worde doorgezet, en of het niet wenschelijk zou zijndat men die zaak nog eens ernstig onderzocht. Na 7 jaren is men het nog niet eens nopens de middelen van uitvoering, nopens de kostenden tijdde toelagen der belanghebbende districten en de preten- tiën, welke ten laste der onderneming kunnen komen. Reeds zijn er van 18461849, 13 tonnen gouds voor de rente-betaling noodig, Er zullen nog wel 4 jaren vcrloopeneer men aan eenige aflossing zal kunnen denken. Dan zullen er ongeveer 12 a 13 millioen heengegaan zijn, en dan moet er niets bijzonders voorvallen. Doelt er is nog een veel grooler punt nopens deze zaak in het duistere gebleven, namelijk de plaatsen welke met pretention zijn opgekomen. De Spreker noemt daarbij de stad Leyden. Naar men ver zekert, moeten die regten van wijden omvang zijn, zoodat het van belang is een en ander wel te regelen, alvorens den Staat verder in die zaak te wik kelen. De Spreker verlangt dat de Regering eerbiedig moge worden verzocht, de geheele zaak der droogmaking andermaal te onderzoeken, zoowel wat de middelen, den tijd, als de gevolgen betreft, oplat de Kamer alsdan zal kun nen beoordeelen, welke verpligtingen op de Natie zullen worden gelegd. Hij zal zijne toestemming niet geven. De Heer Gevers verdedigt het ontwerp, en neemt 1°. de finantiële heden- king'n op, en 2°. die uit den aard der onderneming zelve geput. Men ver geet, dat het nooit de bedoeling is geweest, de renten uit de 8 millioen te bestrijden. De Spreker betoogt, dat men het wel degelijk eens is over de wijs van uitvoering van de onderneming, en dat men met grond mag voor zien, dat binnen een paar jaren het daarmede verre zal gevorderd zijn. De Minister van Einantiën toont aan, dat de geheele onderneming is een werk van den Slaat. Voor de rente-betaling van 1846 en 1847 moet worden gezorgd. De gelden te vinden uit de opbrengst der negotiatiënis niet aannemelijk, omdat er over het gebruik dier gelden bij de wet reeds is be schikt. Evenmin is het doelmatig te achten, die gelden uit het zoogenaamde waarborg-londs te ontkenen. Er bleef dan niets anders over, dan de uitga ven op de gewone staatsbegrooting te brengen. Het zou gevaarlijk zijn de afdoening dier schuld tot den geheelen afloop der zaak te verschuiven. Het is de meest eenvoudige weg, die ingeslagen kan worden. De uitvoering van andere aangegevene denkbeelden zou slechts tot ornslagtighcid aanleiding geven. De lieer Gevers geelt nog eenige nadere inlichtingen- De Heer de Kempenaar beantwoordt den Minister. De Minister van Finantiën beantwoordt nog dien Spreker. De beraadslagingen gesloten zijnde, wordt het ontwerp in hoofdelijke ora- vrage gebragt, en met eene meerderheid van 24 tegen 21 stemmen aange nomen. De zitting is daarna opgeheven. In de Zitting van de Tweede Kamer van gisteren is ingekomen eene Kon. Boodschap, ten geleide van een ontwerp van wet, tot regeling van het Nederlandschc muntwezen. Verzending naar de Afdeelingen. De Commissie van Rapporteurs heelt haar algemeen verslag uitgebragt over het ontwerp van wet, tot de tijdelijke instandhouding van bepaalde wetten en verordeningen in het Hertogdom Limburg. De beraadslagingen daarover vastgesteld op morgen ochtend ten 11 ure. Door de Commissie tot de verzoekschriften zijn onderscheidene verslagen uit gebragt. De Heer Hoffmann vraagt bet woord en zegt, dat, nu hel Rapport der Com missie over bet Belgische Traktaat gedrukt is en rondgedeeld, hij voornemens was geweest, zijn voorstel dienaangaande aan de Kamer te onderwerpen. De Kamer is echter thans op liet punt voor eenigen tijd uit een te gaan. Reeds zijn onderscheidene Leden vertrokken. Uit dien hoofde acht bij bet doelmati ge 5 bij de hervatting der werkzaamhedenzijn voorstel van Adres aan den Koning, aan de Vergadering te onderwerpen. Hij vleit zichdat dit door zijne medeleden zal worden gebillijkt. Daarna zijn al de Afdeelingen bijeengekomen, om het ontwerp van wet, nopens de verlenging van het tijdstip tot het in omloop houden der Munt- Billclten in overweging te nemen, In dezelfde zitting zijn tot rapporteurs omtrent de graanwet benoemdde Heeren de Kempenaer, Cost Jordens, van Goltstein, van Heemstra en van Dam van Isselt. In de Zitting van de Tweede Kamer van heden is ingekomen eene Ko ninklijke Boodschap, ten geleide van een Ontwerp van Wet, strekkende tot verevening der uitgaven, voortvloeijende uit de Wetten van 6 Maart en 25 Junij 1844 (Leening- en Conversie-Wetten). Verzending naar de Afdeelingen. Tot Rapporteurs over bet Oulwerp, tot verlenging van den termijn tot in trekking der Munl-Rilletten zijn gekozen de Heeren: Hoffmann, van Rycke- vorsel, Borski, Modderman en Corver-llooft. De beraadslagingen over bet ontwerp van wet, strekkende tot overschrijving van fondsen van de Staatsbegrooting van 1846 op 1847, voor herstel van het Neder). Muntwezen worden vastgesteld op Maandag ten 11 ure. Aan de orde van den dag zijn de beraadslagingen over liet ontwerp van wet, tot bet tijdelijk in stand houden van bepaalde wetten en verordeningen in liet Hertogdom Limburg. Niemand bet woord vragendewordt de voordragt dadelijk in hoofdelijke omvraag gebragteri met eene meerderheid van 38 tegen 3 stemmen aan genomen. Tegen hebben gestemd de Heeren v. Twist, Luzac en v. Goltstein. Dt zitting is daarna opgeheven. AMSTERDAM, 26 Maart. Wij kunnen thans mei genoegzame zekerheid mededeelen dat, gelijk wij trouwens ook verwachtten, de heide openbare vergaderingen, die der lsle en 3de klasse van het Koninklijk Nederlandseli Instituut, op Dingsdag en Don derdag den 6<len en 8slel> April te houden, en waarin de Heeren G. Simons en J. Bake als sprekers zullen optreden, voor het beschaafd publiek met billijke toegevendheid zijn opengesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 1