.ienspel, maar hetwelk toch zeer goed den waren staat van zaken uitdrukt. Maar hoe zal het eindigen Dit is onmogelijk vooruit te zien. Al wat ik zeggen kan, is dat de vrijzinnige partij alhier neerslagtig is, dat zij door de ondervinding toegelicht, vreest dat de krisis, die hierdoor een reeks van even <lwaze als betreurenswaardige omstandigheden is uitgelokt, zich weder tegen haar zal keeren. Alleen zijne persoonlijke verknochtheid aan den Koning, heeft een der uitstekende mannen dier partij, wiens naam met eene bijkans trouwlooze bekwaamheid in het bewuste stuk is ingeroepen, de Heer von Manrer namelijk, bewogen om voorloopig de openstaande ministeriën op zich te nemen, maar niemand durft er nog een eenigzins waarschijnlijk voortee ken in zien van een verandering in de staatkunde, die sedert meer dan 15 jaren ons land aan de driften van de ultra-Katholijke partij heeft over geleverd." Den lslea hebben hier ongeregeldheden plaats gehad door eene menigte studenten, door een' grooten troep burgers gevolgd, bij gelegenheid dat de Hoogleeraar Lassaulx zijn ontslag bekomen had. Zij hebben eerst den ge noemde toejuichingen gebragt en daarna bij onderscheiden personen, zelfs wil men in het Koninklijk paleis, glazen ingeworpen. Den volgenden avond hebben zich die ongeregeldheden herhaald. De militaire magt heeft ze be teugeld en de polieie bekend gemaakt, dat alle openbare vereenigingeu van meer dan 10 personen verboden zijn. IS A A O F E 65. 4 Maart. De Tweede Kamer der Stenden heeft zich verklaard voor eene volkomene gelijkstelling der Joden met de Christenenten opzigte van het verwerven van grondeigendommen. BA9EÜ. Den 2den dezer had men te Karlsruhe van onder het afgebrand Schouwburg gebouw reeds 115 lijken weggehaald, en nog worden er onderscheiden zoowel burgers als vreemdelingen gemist. Met getal der omgekomen burgers wordt °pgegeven 70 te zijn. Er heerscht eene algeineene neerslagtigheid in de stad. Volgens de Dusseld. Zeit. is uit het onderzoek omtrent den brand ge bleken dat de bestuurders der gas-inrigting hadden begeerddat een hunner beambten de branders in den Schouwburg bezorgen zou, vermits het gevaar lijk was, zulk eene taak aan onkundigen te vertrouwen. Het bestuur van den Schouwburg bewilligde hierin; maar de Opperhofbelieeringsraad niet, en droeg het aansteken van het gas aan een' ouden kaarsensnuiter op. Even zoo hadden de Engelschen oplettend gemaakt op het gevaar der gordijnen, doch desniettemin bleven zij behoudenals een sieraad des hofloges. Toen de oude lampen-ontsteker den 28st<;n Februarij in de loge van den Markgraaf Wilhelm zijn werk verrigten wilde, kon hij het gas niet aan brand krijgen. Hij schroefde nu den bek af en liet dus natuurlijk het gas door de vinger- wijde opening uitstroomenwillende hij, gelijk hij tot zijne verontschuldiging zegt, den bek doorblazen. Onvoorzigliglijk ging hij eerst naar de andere pijp en stak deze aan, doch zoodra zij brandde, vatte ook het gas, dat inmiddels de loge vervuld had, plotseling vlam, de gordijnen geraakten in brand. Oogenblikkelijk draaide men nu de kraan der hoofdbuis toe, doch hierdoor werd alles donker. Niemand dacht er aande deuren te openendoor welke de ongelukkigen die boven warennog hadden kunnen ontkomen. Eene dier deuren bezweek voor hunne pogingen en door deze zijn nog verscheidene den dood ontsnapt. Aan den anderen kant brandde de trap reeds. Menschen waren er genoegdie met voorbeeldelooze stoutheid de redding der opgeslote- ncn beproefden - - alles te vergeefs. Daarentegen sloot men de deuren van den baktoen deze leeg was. Verscheiden menschen sprongen daarin naar beneden en poogden vervolgens door de balkons te ontsnappen, doch ook hier waren de deuren gesloten. Hun bleef nu geen andere weg over dan over het tooneel. Hoe velen er langs dezen weg hun leven behouden hebben, is wel bekend, maar niet hoe velen er den dood hebben gevonden. Algemeen is hier de verbittering tegen den raad van beheer: aan dezen wordt de grootste schuld van het ongeluk te last gelegd. Deze Heeren wisten dat het binnenste van 'het gebouw slechts uit oud doek, papier en kurkdroog hout bestond, dat zelfs de afrondingen aan bet plafond, die anders van hout of gips gemaakt worden, met hooi of werk opgestopt waren; zij hadden veertien dagen geleden gehoord, welk een alarm in geheel de stad het onvoorzigtig openen van twee kranen aan gewone straatlantarens veroorzaakt had, daar de vlam verscheiden voelen hoog opsloeg, en het was hun niet ingevallen, dat iets dergelijks ook in den Schouwburg gebeuren kon; terwijl reeds vóór de verlichting met gas velen niet zonder angst den Schouwburg bezochten, wanneer hij, ter gele genheid van eenig feestmeer dan gewoonlijk verlicht was. Des namiddags van den 4<len dezer zijn de slagtoffers van den brand onder begeleiding van eenen Katholijken ccnen Evangelisch en en een Israëlitischen geestelijke in een gemeenschappelijk graf ter aarde besteld. Den 2(lcls dezer is nabij Freiburg een hevige woud-brand ontstaan, waar door 80 a 100 bunders bosch verteerd zijn. EMGELAI®, LONDEN, 6 Maart. Volgens een betoog, eergisteren door Lord Ellenborough in het Iloogerhuis ;gedaanis er van onderscheiden voorname artikelen van uitvoer, in de beide laatste jaren, voor 3,329,000 minder aan waarde uitgevoerd. Een gewigtig punt houdt hier tegenwoordig de aandacht niet alleen van het pubick maar ook van het Parlement op zich gevestigd, te welen, .in hoeverre Engeland, na het gebeurde met Krakaunog verpligt is zijn aandeel in de Russisch-Nederlandsehe leening Ie blijven betalen. De Ifeer Addams beweert de ongehoudendheid van Engeland hiertoe, en in de zitting van den 4,len is hieromtrent, ten gevolge van eene motie van den Heer Hume, eene zeer belangrijke beraadslaging geopenddie Donderdag aanstaande zal worden voortgezet. Bij eene overeenkomst, namelijk in Augustus 1814, tusschen Groot-Bri- tannië en de Nederlanden, werden sommige koloniën aan vroegere eigenaren terugegeven, en bewilligde Engeland er in, om tot de vereischte beschikkin gen, ter vereeniging van de Belgische provinciën met Nederland, behulpzaam te zijn, door het betalen von een millioen aan Zweden, en het voorschieten van twee millioen voor de verdedigingswerken van Nederland. Onder deze voorwaarden werden dc Kaap de Goede Hoop en Britsch Guiana aan En geland afgestaan. Bij een nader tractaatvan den lJJien Mei 1815, nan de Koning dei1 Ne derlanden aan, om aan den Keizer van Rusland, voor de door dezen aan Nederland bewezen diensten uit te hetalc-n eene som van vijf millioen gul denzijnde een gedeelte van het kapitaal en van de achterstallige renten der in Nederland aangegane leening, en Engeland nam eene gelijke som ten zijnen laste. Deze som is sedert door Engeland voor Nederland aan Rusland uitbe taald. Die betaling werd verbonden aan de handhaving van de vereeniging der Belgische provinciën met Nederland, en ter zake van het verkijgen van sommige Nederlandsche koloniën. Bij de scheiding van België cn Nederland werd dus dc betaling onverpligt. Maar Engeland sloot een nieuw tractaat met Rusland, en vervaardigde eene parlementsacte uit, om dat tractaat ten uitvoer te lcggeu, waarbij uitdruk kelijk verklaard, dat de bedoeling der overeenkomst van 1815 was, aan Groot-Brilannië eenen waarborg te verschaffendat Piusland in alle vraag stukken, België betreffende, zijne staatkunde zou voegen naar die van Enge land, en aan den anderen kant, om aan Rusland de betaling van een ge deelte van deszelfs oude Nederlandsche schuld tc verzekeren, uit aanmerking van de algemeene beschikkingen van het Weener Congres, lot welke het des- zelfs bewilliging had gegeven; beschikkingen, die in volle kracht verblijven. De Heer Addams meende dus dat men bij de opheffing van den Vrijstaat Krakau de betalingen niet langer behoefde voort to zetten. Engeland heeft reeds aan hoofdsom en renten uitbetaald 3,374,479 en het nog te betalene zon eene som vereisehen van 3,917,180 De meeningen der Engelsche dagbladen over dit punt, loopen ver uit elkander: de een beweert dat het cenige beding, onder hetwelk Engeland de uitbetalingen aan Rusland op zich nam, oorspronkelijk hij het tractaat van 1815 geweest is, de handhaving van het vereenigd zijn van België met Ne derland, en dat de hieromtrent begane schending van het traktaat gedekt zijnde geworden door het latere van 1831, Engeland thans geen voorwendsel heeft, om zich te ontslaan; de ander meent dat het handhaven van den vrijstaat van Krakau begrepen is geweest onder de voorwaardenop welke Engeland zich met de uitbetaling belast heeft, en dat die opheffing van ver dere uitbetaling ontheft. De rotkoorts woedt hevig te Liverpool in de wijken door de arme Ieren bewoond. Verscheidene ambtenaren van de bureaux van onderstand, die in onmiddelijke aanraking met deze ongelukkigen zijn, zijn onder deze ziekte bezweken. FRANKRIJK. PARIJS, 7 Maart. Sedert eenige dagen zijn er verontrustende geruchten in omloop over den toestand waarin zich de schatkist zou bevindentengevolge der zorge loosheid van den Minister van Finantiën. Men zegtdat er zoo weinig specie in de schatkist is, dat de Heer Lacave Laplagne aan alle Ontvangers-Generaal geschreven heeft, om hem al de specie te zenden, waarover zij beschikken kunnen, en dat de schatkist dezelve tegen 4pCt. per jaar zou opnemen en .J. pCt. commissie per drie maanden zou geven. Men zegt ook dat de bankiers niet begeerig zijn om de schatkistbiljetten in ontvangst te nemen, die de Regering ten bedrage van 60 millioen fr. zoekt uil te geven, zoodat het Ministerie van Finantiën de noodzakelijkheid begint in te zien om in do dringendste behoeften te voorzien door middel eener nieuwe leening. Het is te vreezen dat deze leening slechts op zeer nadeelige voorwaarden zal gesloten worden. Het koint niet met de constitutionele gewoonten van Frank rijk overeen, om binnen 14 dagen eene leening te sluiten, even als men dit in Engeland gedaan heeft en de agiotage zal den tijd hebben haren invloed op de beurs uit te oefenen van het oogeblik af, dat de Minister zijn plan zal hebben doen kennen tot op den dag dat het zal volvoerd worden. BELGIË. BRUSSEL, 7 Maart. HH. MM. zijn gisteren weder van Parijs teruggekeerd, zoodat do voorgeno men reis naar Londen geen' voortgang schijnt te zullen hebben. De Kamer van Afgevaardigden heeft de wet op het slaan van 20 mil lioen lr. aan goudstukken aangenomen, nadat met 40 tegen 23 stemmen goedgekeurd was, dat de waarde van het Ned. ID fijn gouds op 3509 fr. en 25 eentim. zou worden bepaald, en een amendement om slechts voor 12 mill, uit te geven, was verworpen. Bij de behandeling dezer wet bragt de Heer Malou de daadzaak hij, dat de werklieden die aan de kathedraal van Straatsburg gearbeid hebben, eeri daggeld genoten van 2 Centen. De prijs van het koorn was toen van 50 tot 100 Cts. het randde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 3