PUBLICATIE. leydsghe schouwburg-, Hij was een ervaren voorstander van wetenschappenkansten en letteren. Wat was de drijfveer die deze edele ziel bewoog? Een opregt Christendom zonder kleingeestigheid of bijgeloof. In een werkje getiteld ie Guide du Bonheurheel'l bij zijne beginselen opengelegd. Het ademt eene eenvoudige en roerende deugd, bet is een getrouw afbeeldsel van zijn goed hart, zonder aanmatiging. Hij was gelukkig door zijne gevoelens, door zijne vrienden en nabestaanden, door zijne broeders die hein de oogen hebben gesloten, door de hoop die alleen de Godsdienst geeft, die zijn leven ondersteunde en zijnen dood vertroostte. Hij laat een aanzienlijk vermogen na, en gelijk bij bet meest lot weldadige einden besteedde, zoo heeft bij begeerd dat de 12,000 Ir. welke eene plcgtige begrafenis zoude kosten, aan 1,200 behoeltigen zou worden uitgereikt en zijn lijk in stilte zou worden ter aarde besteld. De Prolestant- sche kerk van Parijs verliest in hem een barer waardigste leden. De aanvoer van graan duurt steeds vourt; gedurende de G laatste maan den van 184G, tot half Fobruarij waren in het geheel 3,602,987 mudden ingevoerd: daarenboven waren op 1G Fehruarij nog 239,704 mudden in entrepot en 150 schepen met graan beladen, wachten in de haven van Mar seille hunne lossingsbeurt af. De berigten nopens de graanmarkt zijn allezins ongunstig en de prijs der levensmiddelen stijgt gedurig; in de westelijke departementen is bet graan 2 a 3 Ir. per mud opgeslagen ook in den omtrek van do hoofdstad zijn de prijzen gestegen met een verschil van 50 c., 1 en 2 Ir. li) Normaridye kun nen zelfs geene graanmarkten meer gehouden worden en met schrik beel't men daar vernomendat er geene aanvoeren hoegenaamd worden te gemoet gezien. Op onderscheiden plaatsen zijn dien ten gevolge weder onlusten uit gebarsten die door de gewapende rnagt zijn moeten beteugeld worden. SELGIË. BRUSSEL, 4 Maart. Bij gelegenheid van de beraadslaging der Kamer van Vertegenwoordigers over de wet tot uitgifte van gouden munt, welke aangenomen is, is over den taks der uitgifte langdurig beraadslaagd en zijn verscheidene amendemen ten voorgesteld. Dat van den Minister, waarbij die taks voor bet kilogr. fijn goud op fr. 3,515.88 werd gesteld, is door de Kamer verworpen, daarentegen dat van den Heer Mercier, waarbij die op fr. 3,505 gesteld wordt, aangenomen. Volgens dit amendement is het gewigt van het 10 francsstuk 3 grammen en 168 milligrammen. De uitgifte der 10- en 25-francsstukken is bepaald op 20 millinenen. De Kamer heeft ook een wetsontwerp aangenomenwaarbij een crediet van 2 mill. fr. werd toegestaan, tot bet uitvoeren van werken in de Vlaamsche provinciën. In de beide Vlaanderen is geen werk en liet vloeit er over van arbeiders die gebick lijden. In de provineie Luik, daarentegen is bet omgekeerd; daar beeft men volop werk, doch het ontbreekt er aan banden. Nu zou wel niets natuurlijker zijn, dan dat men cenige werklieden uit Vlaanderen naar Luik bragtmaar de kostbare overtogt leverde hiertegen tot nog toe eene verhin dering op. Een achtingswaardig ingezeten van Yperen heeft aan de Ministers van Finantiën en Openbare Werken verzocht, dat men 500 Vlamingen gratis langs den spoorweg zou doen overbrengen. Dit is goedgunstig toege stemdwaardoor dus eene groole verligting verschaft is. Gelukt deze proef, dan zullen meerdere volgen. Ten gevolge van de aankomst van verscheiden Hollandsctie schuiten, was de vischmaikt le Antwerpen goed voorzien. Dingsdag 11. hebben te Brugge vrij ernstige pogingen tot wanorde plaats gehad. Een troep jongens, waarbij zich ook eene menigte andere personen voegden, hebben een bakkerswinkel leeggeplunderd. De gewapende rnagt heeft tusschen beide moeten komen om de orde le herstellen. Ook te Luik hebben de hoogc prijzen der granen ontevredenheid verwekt en aanleiding ge geven tot het aanplakken van dreigende plakkaten op verscheiden plaatsen in de stad. STABS BERIGI. t'icrinrj van ilen Zondag. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad Leïden, gelet hebbende op den inbond der dispositie van den Ed. Gr. Achlb. 11. II. Gedep. Staten van Zuid-Holland, van den 9den uIij 1844. Herinneren bij deze aan allen en een iegelijk, wien zulks mogt aangaan, de Wet van den lsteD Maart 1815, betrekkelijk de Viering der dagen aan de Openbare Christelijke Godsdienst toegewijd zijnde van den volgenden inhoud Wij WILLEM, bij de Gratie Gods, Prins van Oranje- Nassaü, Sodverein Vorst der Vereenigoe Nederlan den enz., enz., enz. Aan alle degenen, die deze zullen zien of booren lezen, salut! doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben de noodzakelijkheid om, op het voetspoor onzer godsdienstige voorvaderen die daarop steeds den hoogsten prijs stelden, de pligtmatige viering van den dag des Heeren en andere dagen tien openbaren christelijken godsdienst toegewijd, door eenparige en voor de geheele uitgestrektheid der Vereenigde Nederlanden algemeen werkende maat regelen te verzekeren Zoo is bet, dat Wij, den Raad van State gehoord cn met gemeen overleg <ler Staten-Generaal dezer landen, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: 1°. Dat op Zondagen en op zoodanige Godsdienstige Feestdagen, als door de Kerkgenootschappen van den Christelijken Godsdienst dezer landen algemeen erkend en gevierd worden, niet alleen geene beroepsbezigheden zullen mogen verrigt worden, welke den Godsdienst zouden kunnen storen, ir.aar dat in bét algemeen geen openbare arbeid zal mogen plaats hebben, dan in geval van noodzakelijkheid, als wanneer de plaatselijke regering daartoe schriltclijke toestemming zal geven. 2". Dat op deze dagenmet uitzondering van geringe eetwarengeene koopwaren hoegenaamd op markten, straten of openbare plaatsenzullen mó gen worden uitgestald of verkocht, en dat kooplieden en winkeliers hunne waren niet zullen mogen uitstallen, noch met opene deuren verkoopen, 3". Dat gedurende den tijd voor de openbare godsdienst-oelening bestemd de deuren der herbergen cn andere plaatsen alwaar drank verkocht wordt, voor zoo verre dezelve binnen den besloten kring der gebouwen liggende zijn, zullen geslolen zijn, en dat ook, gedurende dienzelfden tijd, geenerhande spelen, betzij kolven, balslaan of dergelijke mogen plaats hebben. 4°. Dat geene openbare vermakelijkheden, zoo als schouwburgen, publieke danspartijen, concerten en harddraverijen, op de Zondagen en algemeene Feestdagen zullen gedoogd worden; zullende bet aan de plaatselijke besturen worden vrijgelaten, hieromtrent eene uitzondering toe le staan, mits niet dan na liet volkomen eindigen van alle Godsdienstoefeningen. 5°. Dat de Plaatselijke Polieie zorg zal dragen, ten einde alle hinderlijke bewegingen en gerucht in de nabijheid der gebouwen tot den Openbaren Eeredienst bestemdcn in liet algemeen alles wat denzelven zou kunnen hinderlijk zijn voor le komen of te doen ophouden. 6°. Dat de overtredingen tegen de bepalingen van dit besluit, naar gelang van personen en omstandigheden, zullen gestraft worden met eene boete van niet liooger dan vijf en twintig guldenof met eene gevangenis van niet langer dan drie dagetivoor de overtreders, die buiten slaat mogten zijn deze boete te betalen. 7°. Dat bij eene tweede overtreding de boete of straf zal verdubbeld wor den en wijders al de te koop gelegde of uitgestalde goederen verbeurd ver klaard en de heibergen of andere publieke plaatsen voor ééne maand gesloten. En dat, door deze algemeene verordeningen, alle daarmede niet overeen komstige Provinciale of Plaatselijke Reglementen en inrigtingen zullen worden gehouden voor vervallen. Lasten en hevelen, dat deze in liet Staatsblad zal worden geïnsereerd, en dat een genoegzaam getal emnplaren gedrukt cn aan de Staten in onder scheidene Provinciën of Landschappen, ingevolge art. 88 der Grondwet, ter uitvoering zal worden gezonden, met last, om dezelve alom le doen publi ceren en alfigeren, en van de Predikstoelen der onderscheidene Christelijke Kerkgenootschappen le doen aflezen. Lasten en bevelen voorts, dat Onze Ministeriële Departementen én andere Autoriteiten, Justicieren en Officieren, wien zulks aangaat, aan de naaUW- keurige uilvoering de hand zullen houden, zonder eenige coniiivcnlie of dis- simulatie. Gegeven in 'sGravenhage, den lsten Maart des jaars 1815, bet tweede van Onze Regering. {Get.) WILLEM. Ter ordonnantie van Zijne Koninklijke Hoogheid, {Get.) A. R. Ealck. Burgemeester en Wetlionders wenschen, dat deze herinnering niet vruchte loos zal mogen wezen, maar dat eerbied voor de Wet en gehoorzaamheid aan derzelver bepalingenliet handhaven dezer verordening gemakkelijk maken zal; wordende den Ambtenaren van Polieie gelast daarop een naauwkeurig teezigt te houden. En zal deze worden gedrukt en overal aangeplakt, waar zulks gebruikelijk is. Aldus gearresteerd bij HH. Burgemeester en Wethouders der Stad Levden, op den lslen Maart 1847. DU R 1EU. Ter ordonnantie van dezelve, v. PUTTKAMMER. ADVGRTEATIEN. Door Gods goedheid beviel beden allervoorspoedigst van eenen ZOON, de HWG. Vrouwe A. C. COLLOT D'ESCURY, hartelijk geliefde Echtgenoote van Leïden, 6 Maart 1847. CHR. KRABBE. Heden overleed ons geliefd Dochtertje, CORNELIA BENJAMINA, in den ouderdom van ruim 9 jaren. II. LA BIVIERE, Leïden, J. E. LA RIVIERE, G Maart 1847, Geh. Born. Eenige en Algemeene Kennisgeving. Voor de bewijzen van deelneming, bij de bevalling mijner Echtgenoot ontvangen, wordt langs dezen weg hartelijk dank gezegd. Leïden, 6 Maart 1847. P. J. ZUURDEEG Jzn. DE KONINKLIJKE NEDERDUITSCUE TOONEELISTEN van ZUID-HOLLAND, Onder Directie der Firma J. II. IIOEDT en A. PETERS. Op TI n apidag; 8 Haart SS-13, He Dichter en de Tooneelspeler of een SI lij spel in een Blijspel Blijspel in 3 bedrijven, door Lembert; vrij naar Dupatg gevolgduit bet Hoogduitsch door P. L. Gevolgd door SSo- quillon of tvie is de Vadert Blijspel met Zang in 2 Bedrijven, naar het Fransch, door den Heer F. II. Greb. De opvoering van dit Blijspel is geregeld naar die van liet Theatre des Variétés te Parijs.. (Het stuk speelt te Parijs.) Aanvang ten HALF ZEVEN ute. Blijkens geregistreerd Vonnis van de Arrondissements-Regtbank Ie Legden van den 2(ien Maart jl.is de Gefailleerde W. L. UI..JEE, Logement- en Stalhouder en Loodgieter te Lis segrrelinlriliterril geworden. De Curator, M>'. J. C. van ROSSE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 3