LEYDSCHE COURANT. 1847. r:t TK N°. 13(f/KGKl m* BINNEIVLANDSCHE BERIGTEJN. grbt De Courant wordt MaandagWoensdag :tg uitgegevenDie van Maandag komt uit Zaturdasr avond. Vrijdag TRFJDAG, 29 J4NIJARIJ. i S r~>* 7- V - De Prijs dor Courant is f 12 in het jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN, 28 Jannarij. Om in navolging van den Hoer Léon Talabot, aan hun werkvolk goed koop hrood te verschaftenhebben de Heeren N. van Beeftingh Comp. eigenaars der te Katwijk bestaande Touwslagerij in welke ruim vijftig werk lieden en ruim dertig jongens, zoowel in den winter als des zomers werkzaam gehouden wordendoor de hakkers op de plaats woonachtig, laten inschrijven naar den prijs waarvoor zij het hrood aan bedoeld werkvolk genegen waren te leveren, ingeval het daarvoor verschuldigde wekelijks werd ingehouden, en heeft dit het gunstige gevolg gehad, dat dit werkvolk tegenwoordig het roggebrood a 11 cents, het ongebuilde tarwe- of zoogenaamd kropbrood a 16 cents en het gehuild tarwebrood k 24 cents het Ncd. pond, en wel van zeer goede qaaliteit verkrijgt, en dat, terwijl de zettingsprijs hij eenen ge meentelijken accijns van 50 opcenten op den lands accijns, tegenwoordig aldaar bedraagt voor het roggebrood 14 cents, voor het krop uit de zak brood 24 cents, en voor het gebuild tarwebrood 31 cents het Ned. pond. Ter navol ging door andere fabrijken en werkbazenheeft men gemeend dit te moeten kenbaar maken. Ingezonden De Nederl. Stoompost meldt, dat dn raad van Administratie van de Holl. IJzeren Spoorweg-Maatschappij heeft vastgestelddat tot vervoer van koopmansgoederen over den spoorweg van Amsterdam tot 's Gravenhage, kun nen worden afgehuurd afzonderlijke transportwagens, voor zoo ver die voor handen zijn tot een maximum van lading van 4,500 Ned. ponden en dat daarvoor zal betaald worden: van Amsterdam naar Haarlem ƒ10, naar Ley- den 25, naar 's Gravenhage ƒ30, van Haarlem naar Leydcn ƒ15 naar 's Gravenhage 25; van Leydcn naar 's Gravenhage 10. Het laden en lossen is onder deze prijzen begrepenmaar de goederen moeten aan de stations afgehaald worden. Ten gevolge van den voortdurenden dooi, is de Maas aan het kruijen gegaan, en was ook op de Waal bij Bommel boven Nymcgen in beweging ge raakt en doorgedreven. De ijsgang was doorgegaan tot Tielzoodat van Bem- mel tot die plaats het ijs weg of los was. Het meer bovenwaarts bij Hul huizen nog overgebleven ijs, was den 26sten omstreeks 8 ure des morgens insgelijks in beweging. In het Pannerdensche kanaal zat het ijs gisteren morgen nog vast ▼an den boventnond des kanaals lot even beneden het veer van Pannerden. Van daar tot Candia was het opgeruimd. Te Arnhem was het ijs gisteren morgen insgelijks nog vast, doch werd zeer zwak. Hetzelfde was verder be nedenwaarts op den Rhijn alsmede op de Lek het geval. Langs den IJssel zat het ijs den 26ste" nog vast. Wij deelen hier met eenige verkorting uit de Amst. Cour. een verslag mede van den toestand der kolonie/Suriname in 1846. Wij hebben ook ruimschoots in de algemeene schaarste van levensmiddelen gedeeld. In stede ~mamelijlr"van in het begin van 1845 kleinen droogen tijd te hebben, behielden wij zware regens tot en met de maand Julij van dat jaar; daarop volgde, in plaats van 3 maanden, als naar gewoonte, ruim 8 maanden geweldige droogte, zoodat wij eerst met Pasehen dezes jaars we der regens kregen. Dien ten gevolge is al het, voor genoemden droogen tijd, geplante en gezaaide of niet opgekomen of het opgekoincne stond gedu rende die droogte stil; en behalve dat het suikerriet, 8 maanden achterlijk in groei zijndede vroeger geraamde suiker niet opbragten de koftij- bloesems verbrandden, kregen wij een totaal gebrek aan kost, en wel voor namelijk aan bananenbet Surinaamsche hoofdvoedselzoo dat over de geheele kolonie slechts een paar viuchtbare plantaadjes uitgezonderd, zoowel blanken als zwarten, zich met van naburige koloniën ingevoerde rijst, koren, meel, boonen en erwten moesten voeden. Het jaar 1846 is dus voor Su riname een jaar van totaal misgewas, moetende men thans algemeen ijverig planten en herplantenom den geleden schok weder te boven te komen. Nimmer heb ik zulk een duren en naren tijd beleefd. Het water was in de rivieren, gedurende die droogte, brem-zout, de waterputten en regenbakken waren meest overal ledig en uitgedroogdzoodat op vele plantaadjes het vee van dorst stierf en de menschen overgehaald zout water dronkenhetwelk alles behalve een aangename drank is, in zulk een heet klimaat; vele plantaadjes zonden ook 20 tot 30 uren de rivieren opwaarts, met plathooms vaartuigen, vol ledige vaten, om hooger op vcrsch drinkwater te zoeken, welke vaartuigen wel 8 dagen onder weg bleven. Onze tegenwoordige Gouverneur, de Heer Baron van Baders, is een onder nemend voorstander van den landbouw, niet alleen heeft hij reeds verschei dene kleurlingen met goed gevolg aangespoordom eigenhandig en zonder behulp van slaven een stuk gronds te beplanten maar heeft ook voor Suri name een groot werk ondernomennamelijkom met vrijheden cene regte vaart van Paramaribo naar den Post Groningen in de rivier Saramacca te delven en boe moeijelijk liet ook zij om de mindere klasse het vooroordeel te benemen, dat veld-arbeid slavcn-arbeid is, verneem ik toch dat het met volharding en aansporing wel gelukken zalom met den tijd ook van vrije zwarte menschen veld-arbeid gedaan te krijgen. Genoemde vaart wordt op de Hollandsche wijze gegraven en met sluizen voorzien, om altijd genoegzaam water te hebbenopdat er eene geregelde trekvaart besla naar de Saramacca en Post Groningen voor de kolonisten, om hunne groenten en vruchten gere geld te Paramaribo ter markt te kunnen brengen; indien wij den Heer van Baders lang als Gouv. mogen behouden, zal het mij geenszins verwonderen, of ook die Europesche kolonisatie komt tnet de gewenschte gevolgen tot stand. De Gouverneur laat ook het een en ander in naburige koloniën ten nutte van Suriname onderzoeken. In het laatst van 1845 liet Z. Exc. door zijn' zoon Jhp. J. E. D. van Radcrs en D. L. Wol (sonLuitenants ter zee 2,le klasse, eene ouderzoekingreis doen naar Demerarv, Grenada en Guadeloupe. Het verslag dier reis is zeer belangrijk. Het handelt vooral over werktuigen tot den landbouw en de verschillende manieren van suiker-bereiding. Ook wil men, wat de suiker betreft, het fabriekwezen van den landbouw afschei den dat Suriname wel voordeel doen zalindien de zaak met goeden moed volharding en door zeer bekwame menschen in werking wordt ge brag t. Be staat eens zulk eene centrale suikerfabriek, en voorziet men de kolonie van de noodigc geschikte stooinbooten, tot vervoer van het riet naar de fabrieken, dan behoeft zelfs de kleinste koftij-plantaadje niet meer over achteruitgang te klagen, want dan kan men op elke plantaadje suiker planten, in landen die niet meer voor koftij maar wel voor suikerteelt geschikt zijn. Hoe gemakke lijker men het den planter maakt, des te meer zullen die centrale fabrieken, bloeijen en des te meer suiker zal er naar hel moederland te verschepen zijn. De rivieren zijn hier meestal breed en diep. Hoe meer ik in kennis omtrent Suriname vorder, des te meer beklaag ik de kolonie, dat zij zoo bitter wei nig de belangstelling trekt; besloot de Regering om een kapitaal bijeen te brengen, om de tegenwoordige eigenaars en fondshouders alle plantaadjes af tekoopen en eene West-Indische handelmaatschappij te vormen, en de belan gen alzoo minder tegenstrijdig dan thans te doen zijn, dan zoude men zien hoe geweldig veel deze kolonie zoude kunnen opleveren. Alle vooortbrrng- selen die Java kan hebbengeel t Suriname ook in dn beste soorten. En daar men met snelzeilende schepen de reis in 40 k 50 dagen kan doen, is er min der vrees voor bederf, en reizigers kunnen met stoomschepen de reis in 18 a 20 dagen afleggen, zoodat men zelf zijne goederen in ongenschouw zou kun nen nemen, of zijnen administrateur doen overkomen, dal in den drongen tijd, van hall Augustus tot half November, waarin toch niets geplant kan worden dan alleen bananen, gemakkelijk kon geschieden. Wat het verwerken betreft van suiker-sap tot fijne suiker, ingevolge het systema van de fabrieken van de de Rosne en Cail en Comp., hen ik het niet geheel eens, om het voor de centrale fabrieken te volgen, want, naar de herigtcn uit de naburige koloniën te oordeelen, heeft nog geen dier fabrieken van de Rosne en Cail en Comp. de beloofde meerdere hoeveelheid suiker, dan door de gewone stoom-suikermolens verkregen wordt"geleverd. De nieuwe suikerfabrieken in deze kolonie deugen niet; men heeft op die plan taadjes veel tijd, geld en riet verkwist, en moet nu weder met de gewone stoom-suikermulens en liet gewone ketelwerk, suikerriet malen en suiker koken. De HoUatrdsehc eigenaars en fondsenhouders kunnen nog oneindig veel voor hunne plantaadjes doenhetgeen zij met goede renten zullen weder krijgen. 's GRAVENHAGE28 Januarij. Naar men verneemt heeft Z. M. benoemd tot Hoogstdeszelfs Kamerheer en I in buitengewone dienst, de Heeren W. J. P. Baron Taets van Amcrongrn, f Jhr. W. F. Tindal, en Mr. W. F. Baron van Brakell. Z. M. heelt op gedaan verzoekeervol ontslag verleend aan K. C, Ba-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 1