LEYDSCHE COURANT. 1847. N°. IOJ vki; VRIJDAG, 22 JANIJARIJ. m BIIMYENLAiNDSCHE BERIGTEN. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag avond V' .PW/s rfer Courant is f 13 liet jaar; de afzonderlijke nummers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN, 21 Januarij. De St.-Cour. bevat den volgenden Staat van de opbrengst der middelen in de 12 maanden van 184G, tegenover de opbrengst van de 12 maanden van 1845. Directe belastingen In- en uitgaande regtenscheepvaartsregtenvuur-, ton- en bakengeld. Aceijnsen Registratie-, zegel-, successieregtcn, enz Regt van waarborg op gouden en zilveren werken Posterijen Loterijen 1846. ƒ18,756,640.80* 4,938,695.26 j. 19,133.831.14 9,817.297.80 140,745.59 J 1,370,101.70j 419.276.00 1845. ƒ18.203,018.10 4,919.646.41 19,763,639.15 9,595,991.28 134,590.56 1,394,178.39» 435,003.50 54.576.588.31;- 54.446,067.39i Meerder in 1846 dan in 1845. 553,622.70j 19,048.85 j 221,306.52 6,155.03» 800,133.12 Minder in 1846 dan in 1345. 629,808.01 24,076.69 15,727.50 669,612.20 Hierin is begrepen eene vermindering van ƒ437,975.76 op den accijns op het binnen- en buitenlandsch gedistilleerd. Wij doelen bier de bijzondere onderdeden mede der begrooting over 1848 en 1849. Eerste Hoofdstuk. Huis des Konings. Eerste Afdeeling. Inkomen van den Koning, 1848 ƒ1,000,000, 1849 1,000,000. Tweede Afdeeling. Inkomen van den Prins van Oranje, 1848 ƒ200,000, 1849 ƒ200,000. Derde Afdeeling. Onderhoud der Koninklijke paleizen, 1848 50,000, 1849 ƒ50,000. Totaal 1848 1,250,000, 1819 ƒ1,250,000. Tweede Hoofdstuk. De Ilooge Collegien van Staat en liet Kabinet des Konings. Eerste Afdeeling. De Staten-Generaal1348 271,550, 1849 271,550. Tweede Afdeeling. De Raad van State 1848 ƒ88,900, 1849 88,900. Derde Afdeeling. De Algemcene Rekenkamer, 1848 ƒ120,700, 1849 ƒ120,700. Vierde Afdeeling. De Kanselarij der beide orden, 1848 82,200, 1849 ƒ81,200. Vijfde Afdeeling. De Hooge Raad van Adel, 1848 ƒ17,600, 1849 17,600. Zesde Afdeeling. Het Kabinet des Ko nings, 1848 ƒ31,330, 1849 ƒ31,330. Zevende Afdeeling. Pensioe nen 1848 ƒ40,659, 1849 ƒ39,659. Totaal 1848 ƒ652,939, 1849 650,939. Derde Hoofdstuk. Departement van Buitenlandsche Zaken. Eerste Af deeling. Kosten van bet Departement1848 ƒ64,512, 1849 ƒ64,512. Tweede Afdeeling. Kosten vallende op de buitenlandsche Zendingen en Con sulaten, 1848 409,760, 1849 409,760. Derde Afdeeling. Verschil lende uitgaven 1848 ƒ13,500, 1849 13,500. Vierde Afdeeling. Pen sioenen en afloopende betalingen, 1848 ƒ54,161 1849 ƒ53,161. Totaal 1848 541,933, 1849 540,933. Vierde Hoofdstuk. Departement van Justitie. Eerste Afdeeling. Kosten van bet Departement, 1848 70,850, 1849 70,850. Tweede Afdeeling. Kosten van de Regterlijke Magt1848 1,132,1001849 1,132,100. Derde Afdeeling. Kosten van het Hoog Militair Geregtshof, 1848 ƒ77,700, 1849 ƒ78,330. Vierde Afdeeling. Kosten der Gevangenissen, 1843 ƒ816,510, 1849 ƒ816,510. Vijfde Afdeeling. Geregtskosten1848 ƒ289,542, 1849 ƒ289,542. Zesde Afdeeling. Verschillende uitgaven 1848 ƒ25,660, 1849 ƒ25,660. Zevende Afdeeling. Pensioenen, 1848 78,372, 1849 ƒ78,372. Totaal 1848 2,490,734 1849 ƒ2,491,364. Vijfde Hoofdstuk. Departement van Binnenlandsehe Zaken. Eerste Af deeling. Kosten van het Departement, 1843 180,300, 1849 180,300. Tweede Afdeeling. Binnen!. Besturen, 1848 666,254, 1849 ƒ666,254. Derde Afdeeling. Waterstaat en publieke werken, 1848 2,306,625 1849 ƒ2,162,875. Vierde Afdeeling. Onderwijs, 1848 521,930, 1849 ƒ521,930. Waaronder voor de Hoogcschool alhier, personeel 89,324ma terieel 22,436 r Vijfde Afdeeling. Kunsten en Wetenschappen, 1848 ƒ112,460, 1849 ƒ115,860. Waaronder voor 's Rijks Museum van Natuurlijke Historie alhier zoo voor 1848 als 1349, personeel ƒ11,920, materieel 4,370. Voor Kabinetten van Arehaeologie en van Penningen en Munten alhier, per- neel ƒ5,000, materieel ƒ900. Voor 's Rijks Herbarium alhier, personeel ƒ4,200, materieel ƒ890. Zesde Afdeeling. Armwezen, 1848 217,000, 1849 ƒ221,000. Zevende Afdeeling. Nederlandsche Staats-Couranl1848 ƒ37,425, 1842 ƒ37,425. Achtste Afdeeling. Nationale Nijverheid, 1848 ƒ191,200, 1849 ƒ191,200. Negende Afdeeling. Opperhoutvesterij1848 ƒ67,000, 1849 ƒ61,500. Tiende Afdeeling. Pensioenen, lijfrenten, toe- lagen gratificatiën en verdere afloopende betalingen, 1848 164,2641849 ƒ160,264. Totaal 1848 4,464,458, 1849 4,318,608. Zesde Hoofdstuk. Hervormde Eeredienst, enz. Eerste Afdeeling. Kos ten van het Departement, 1848 34,250, 1849 34,250. Tw e'e Af deeling. Protestantsche Kerkgenootschappen, 1848 1,404,635.52J 1849 1,404,635.52j. Derde Afdeeling. Israëlitisch Kerkgenootschap, 1848 28,550, 1849 28,550. Vierde Afdeeling. Pensioenen en afloopende betalingen, 1848 ƒ182,461, 1849 182,461. Totaal 1848 1,649,846.52^, 1849 1,649,896.52 j. Zevende Hoofdstuk. Roomsch Katbolijke Eeredienst. Eerste Afdeeling, Rosten van het Departement, 1848 26,828.40, 1849 26,826. Tweede Afdeeling. Kosten van het kerkelijk bestuur van de Rooinsch-Kalholijke Eere dienst, 1848 28,072, 1849 28,072. Derde Afdeeling. Kosten van de dienstdoende Roomsch Katholijke Geestelijken, 1843 406,072.18J1849 406,072.181.. Vierde Afdeeling. Kosten der oud-bisschoppelijke klerezij, 1848 10,600, 1849 10,600, Vijfde Afdeeling. Verschillende uitga ven, 1843 42,800, 1849 42,800.Zesde Afdeeling. Pensioenen, 1843 ƒ48,006,1849 ƒ48,006. Totaal, 1848562,378.58»1849 562,376.18^. Achtste Hoofdstuk. Departement van Marine. Eerste Afdeeling. Kosten der administratie 1848 272,382.75, 1849 272,382.75. Tweede Afdeeling. Kosten niet behoorende tot de marine-aangelegenheden, 1848 159,977, 1849 159,977. Derde Afdeeling. Materieel der Zeemagt, 1848 2.290,909, 1849 2,108,909. Vierde Afdeeling. Personeel der Zee magt1848 5.519,419.30, 1849 2,519,419.30. Vijfde Afdeeling. Verschillende uitgaven, 1848 2000, 1849 2000. Zesde Afdeeling. Pensioenen, gagementen, non-activiteits-soldijenafloopende betalingen en wachtgelden aan ambtenaren, 1848 300.944, 1849 290,944. Totaal, 1848 5,545,632 05, 1849 5,353,632.05. Negende Hoofdstuk. A. Finantiën. (Nationale Schuld). Eerste Afdeeling. In- tressen, Lijfrenten en Tontines, 1848 35,887,350.33, 1849 35,868,850.33. Tweede Afdeeling. Renten en Aflossingen van Geldleeningen, 1848 461,690, 1849 460,365. Totaal 1848 36,349,040.331849 36,329,715.33. B. Departement Finantiën. Eerste Afdeeling. Kosten van het Depa ternent, 1848 ƒ270,346.40, 1849 ƒ270,346.40. Tweede Afdeeling. Kosten van het Grootboek der Nationale Schuld, 1848 ƒ50.200, 1849 50,200. Derde Afdeeling. Kosten van de rente-betalirig der Nationale Schuld 1848 32,240, 1849 ƒ32,240. Vierde Afdeeling. Kosten van het Agentschap van het Min. van Fin. te Amsterdam, 1848 ƒ29,730, 1849 ƒ29,730. Vijfde Afdeeling. Kosten van Administratie der der Publieke Schatkist, 1848 ƒ121,350, 1849 ƒ121,350. Zesde Afdeeling. Kosten van het Muntwe zen, 1848 ƒ37,275, 1849 37,375. Zevende Afdeeling. Kosten van het regt van waarborg op de Gouden en Zilveren Werken, 1848 58,401.37(. Achtste Afdeeling. Admin.- en Perceptie-Kosten der Directe Belastingen, In- en Uitg. Regten en Aceijnsen, mitsgaders de kosten in verband met liet Ka daster, 1348 3,292,384,47j.1849 ƒ3,292,384.471. Negende Afdeeling.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1847 | | pagina 1