Ar|. 2. De stoomboot Laurens Koster wordt ter beschikking van 's Rijks Marine gesteld. Dit de Memorie van Toelichting blijkt, dat wat art. 1 betreft: de in 1845 verkochte Oost-Indische producten, tot dat jaar behoorende, netto hebben op- gebragt eene som van ƒ32,929,505.35 De andere ontvangsten zijn geweest174,841.18 Totaal ƒ33,104,346.53. Wanneer men de aan het slot der rekening vermelde saldo's, die aan hunne bestemming niet kunnen worden onttrokken, voegt bij de werkelijk gedane uitgavenen voorts alles on der eenige algemcene hoofden bijeentrekt, dan blijkt, dat op de ontvangsten zijn aangewezen de volgende uitgaven, als: a. Renten aan de Nederlandsclie Handel-Maatschappij van een kapitaal van ƒ10,000,000, over 1845 ƒ450,000.00 b. Restitutie aan dezelve van stortingen in de koloniale kas8,238,218.21 c. Aan dezelve, saldo der doorloopende in terest-rekening 247,046.77 d. Uitzending van zilveren muntspeciën en kwijting van wissels door den Gouverneur- Generaal over Ned. lnd.- getrokken 4,000,000.00 e. Uitzending van Goederen2,472,798.00 Diverse koloniale uitgaven 2,312,425.96 g. Subsidie aan de West-Ind. koloniën 561,106.77j h. Idem aan de bezittingen ter kuste van Guinea100,632.l»7j t. Inwisseling van Surinaamsch bankpa pier, ingevolge Konink. besluit van 24 Dec. 1845, li". 43150,000.00 k. Sleepdienst op de Waal 33,807.02 J l. Renten der O.-Ind. schulden over 1845 9,800,000.00 28,366,035.414 Het beschikbaar batig slot is deihalve 4,738,311.114 welke soin in 's Rijks schatkist is overgebragt. Het netto rendement van ƒ32,922,505.35 is verkregen door den verkoop der volgende producten, als: koffij 758.946 pikols /0.23tW per N. ft 13,989.256.64 Suiker 760,302 k 0.37rW 10,242,698.59 Indigo 12.421 a 3.10} i T 3,879,842.10 Noten museaal 5.267 a 236 1,237,442.72 Foelie 1,244 a 2.45 298,944.85 Kruidnagelen. 2,737 a 0.801 219,603.14 Kaneel 1,373 a 1.38} 185,897.51 Notenzeep. 34 a 0.604 1,648.94 Peper 3,415 a 0.17' 40,190.41 Staart peper 118 a 0.324 V 3,240.62 Tliee 3.997 a 0.73} 205,062.98 Cochenille 282 a 3.33} 99,952.68 Zijde, ongeveer 3 a 14.50 1,850.69 Gom-Elastiek. 11 a 12.50 50 150.14 Tin 43,356 a 43.70 X» 1.982,652.53 Japansch Koper 5,320 a 57.13} 308,730.87 232.339.94 Zooveel de werkelijk betaalde onkosten minder hebben bedragendan die bij contract bepaalde maxima Totaal ƒ32,929,505.35 Wat het 2lle artikel betreft: de Nederl. Stoomboot-Maatschappij te Rotter dam beeft in het jaar 1836 uit de koloniale fondsen een voorschot genoten, voor het bouwen van een stoomsleper op den Rliyn. Bij de deswege gehoudene afrekening heeft het departement van Koloniën onder anderen overgenomen de stoomboot Laurens Koster, nadat dezelve geschikt was bevonden om ten dienste van 's Rijks marine op de Zuiderzee te worden gebezigd. Daar bet hier eene koloniale bate geldt, die ten dienste van het moederland wordt aangewend, zoo is het regelmatig toegeschenen, dat de bestemming van bet vaartuig bij de wet geregeld worde. 3°. Een Ontwerp van Wet tot aanvulling der middelen lot dekking van de uitgaven, begrepen in de begrooling over bet jaar 1845, bestaat uit een eenig artikel van dezen inbond Tot geheele dekking der uitgavenbegrepen in de begrooting over 1845, wordt uit de middelen, vastgesteld bij den wet van 6 Maart 1844, bestemd en aangewezen eene som van 1,072,200. Memorie van Toelichting. Bij het onderzoek in de Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal van de voordragl van 5 Nov. 1845, omtrent de aanvulling der middelen over 1844 en 1845, is er begrepen dat de aanwijzing der som tot volledige dekking van het laatstgemclde jaar kon worden uitgesteld tot dat de werkelijke uitgaven en inkomsten van die dienst meer volledig zouden be kend zijn. De Regering zich met deze beschouwingen wel hebbende kunnen vereenigen, werd in de wet omtrent dit onderwerp, van 18 Dec. 1845 deze eindvoorzie- ning niet opgenomen. Thans is de uitkomst van dat dienstjaar genoegzaam bekend om de vcr- cischte aanwijzing voor tc dragen. Blijkende uit de bij de memorie overge- 1) ïen pikol is 61 N. pond. 7 one. 5 lood. legde staten, dat de werkelijke inkomsten over het dienstjaar 1845, be- drag™ƒ73,565,136.844 terwijl het totaal der begrootingen over hetzelfde dienstjaar is geweest 74.637,250.39 waardoor dus een verschil ontslaat vanf 1,072,110.544 tot welks dekking dit ontwerp van wet eene ronde som van ƒ1,072,200 zou aanwijzen en zulks in plaats van de ƒ335,000, vermeld bij de voordragt van 5 Nov. 1845, ontstaande er dus eene verhooging van aanwijzing van ƒ737,200. Dit zou geenszins het geval zijn geweestzoo niet de omstandigheid zich had voorgedaan, dat een deel van het koloniaal batig slot, hetwelk vroeger geacht werd tot het jaar 1845 te bchooren, heeft moeten worden overgebragt op de dienst van 1846, en dal wel ter somme van 1,870,000, naar aanlei ding van het oordeel der staatscommissie benoemd tot onderzoek der Oost-Ind. remise-rekening, waardoor derhalve de volgende diensten zullen worden ge baat, inet welk oordeel Z. M. zich, hij besluit van 20 Julij 1846, heeft vereenigd. De gewone belastingen en verdere takken van inkomst hebben daartegen op eene zoo ruime wijze aan de raming van 1845 beantwoord, dat zonder de zoo even gemelde omstandigheid, een overschot zou hebben bestaan. Nu eene nadere dekking is noodig geworden ten gevolge van eene beslissing van orde betrekkelijk de bijdrage uit de geldmiddelen der Ovcrzeesche Bezit- tingen mag er echter nog altijd met voldoening gewezen worden op de algc- meene uitkomsten der geldelijke maatregelen van 1844, vermeld in de memo rie van toelichting bij het vroeger aanvullings ontwerp gevoegd die uit komsten doen zich steeds evenzeer gunstig voor, want blijkens eene nieuwe uitgave van de gedane en verder te doene aanwijzingen op de middelen, daargestehl hij de wet van 6 Maart 1844, heloopcn al die aanwijzingen te zamen eene soin van ƒ43,956,475.18, dat is 1,043,524.82 minder dan oor spronkelijk berekend was. De beschouwingen bij gezegde memorie van toelichting voorkomende behou den mitsdien derzelver volle waarde, hetgeen des te opmerkelijker is, omdat onder de op die wijze gedekte uitgaven over 1845 zich zeer aanzienlijke som men bevindenwaarop vroeger niet gerekend was. Al deze stukken zullen gedrukt, aan de leden rondgedeeld en naar de af- declingcn verzonden worden. Aan de Kamer is hulde gedaan van drie boekwerken', getiteld Algemeen verslag, gedaan binnen Groningen in de jaarlijkschc Vergadering van contribuerende leden, op 30 Julij 1846 wegens het Instituut van Doof stommen. Liberie du Commerce; l'originc, les torts et la chute prochaine du systèinc entravant, par A. Elink Sterk: en De begrooting van Oorlog, getoetst aan de verdediging des Vaderlands en den staat der geldmiddelen, door Jhr. J. Mock. Wordt besloten tot de plaatsing in de Boekerij der Kamer. lieden ten 12 ure is eene Zitting gehouden van de Tweede Kamer der Staten Generaal, waarin het ontwerp van adres, in antwoord op de Troonrede, door de daartoe benoemde Commissie ter tafel gebragt en naar de afdeelingen verzonden is geworden. De afdeelingen zijn na afloop der Zitting vergaderd geweest, om dat ontwerp in overweging tc nemen. Men verwacht dat Dingsdag of Woensdag aanstaande, dc beraadslagingen over bet Ontwerp van Adres een aanvang zullen nemen. Verder is dc Heer Mr. J. de Backer, als lid der Kamer toegelaten. Is ingekomen eene Koninklijke boodschap, ten geleide van een ontwerp van wet, strekkende tol herstel van verliezen door het te loor gaan van schuld brieven, ten laste van het Rijk, geleden. Is ontvangen eene missive van Z. Exc. den Minister van Ruitenl. Zaken, die daarbij toezendt een afschrift van liet traclaat van Handel en Scheepvaart, tusscben Nederland en België. De Voorzitter stelt bet in banden eener Com missie, zoo als ook eenige ingekomen verzoekschriften. Nog deelt de Voorzitter mede, dat de Commissiedie zich in de vorige zitting lieeft bezig gehouden met dc herziening van het Reglement van Orde, thans zich van die taak heeft gekweten en de daarin gebragte wijzigingen heeft overgelegd. Een artikel in den Burger van 14 October, N". 16, geteekend F. W. G. Linek, te Naarden, eindigende met dc woorden: Geene voldoende Grondwets herziening tot hervorming geene opbrengst van belastingwordt door het Openbaar Ministerie vervolgd. GRONINGEN, 22 October. Op de jaarmarkt, 11. Dingsdag te Zuidlaren gehouden, waren aangevoerd 1,455 stuks rundvee, 663 paarden, terwijl er 2,024 rijtuigen geteld zijn. De prijzen van de koeijenaanstaande te kalven, waren van ƒ60 tot ƒ125; die van het jong vee van 36 tot 50. Door liet fraaije herfstweder begun stigd was deze jaarmarkt ook nu weder druk bezochte en heerschte er veel levendigheid. EINDHOVEN, 21 October. lieden is door den raad dezer stad bepaald, dat de opening van liet Eindho- vensche kanaal op Woensdag den 28sten der loopende maand met veel picg- tigbeid zal plaats hebben. Er bestaat plan om de R. K. kerk alhier af te breken en eene nieuwe grootere in de plaats te stellen althans om dezelve aanmerkelijk te verande ren en te vergrooten. In bet volgende jaar zou men met die werkzaamheden reeds ccn aanvang maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 2