LEYDSCHE
COURANT.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
MAANDAG2G OCTOBER.
1840.
De Courant wordt
Vrijdag uitgegeven,
uit Zaturdug avond.
MaandagWoensdag en
Die van Maandag komt
LEYDEN, 24 October.
Sedert eenige dagen vertoonde een der schoonste exemplaren van Pauloivnia
Imperialis in onzen Akademischen kruidtuin eene eigenaardige knopontwik-
keling aan de toppen der takkenwaardoor het vermoeden ontstond dat deze
boom welligt zou gaan bloeijen. Thans zijn werkelijk de voornaamste takken
bezet met sterk opgezwollen bloemknoppenwelke zichindien de gesteldheid
van den dampkring gunstig ware, waarschijnlijk in weinige dagen zouden
kunnen openen. Dit verschijnsel verdient de aandacht, omdat dit gewas,
naar ons wetentot dus verre in ons Vaderland niet gebloeid heeft. Deze
plant is 5 jaren oud, staat in den vollen grond en heeft de hoogte van 15
Rijnlandscbe voeten bereikt.
Bij de Boekhandelaren S. J. Lucbtmans alhier is dezer dagen een aller
belangrijkst stuk uitgekomen, getiteld: de begrooting van oorloggetoetst
aan de verdediging des vaderlands en den staat der geldmiddelen door Jhr.
J. Mock oud Oflicier der Genie en van den Generalen Staf, Lid der Ridder
schap en der Provinciale Staten van Zuid-Holland. De schrijver geeft eerst
een staalkundig overzigt van Europa, en maakt dan daaruit de slotsom op:
»dat de wensclide behoefte naar vrede, naar rustige ontwikkeling der bin-
nenlandsche welvaart, algemeen is; dat de volken niet meer, zoo als vroe
ger, op eenen wenk hunner Vorsten, soms voor beuzelingen of tot het maken
van onzekere veroveringen, te wapen kunnen geroepen worden; in één woord,
dat de aanhoudende vrees voor eenen oorlog, dien men stilzwijgend veronder
stelt dat elk oogenblik uitbreken kan, hersenschimmig is, en daarentegen
het vooruitzigt op eenen duurzamen vrede, eiken dag meer vastheid verkrijgt."
Vervolgens toont hij aan dat1°. ons krijgswezen altijd enkel verdedigend
behoeft te zijn2°. dat wij daartoe in het bezit zijn van natuurlijke fortifi-
catie-liniëndie met betrekkelijk geringe kosten en middelen tegen een zeer
overmagtig' vijand te verdedigen zijnen geeft 3°. opgave van sommen die
naar aanleiding daarvan voor aanmerkelijke vermindering vatbaar zijn. De
schrijver wil zoo doende opmerkzaam maken op de bezuiniging die in het beheer
van oorlog te brengen ware, zoo noodzakelijk in eenen staat nwiens zwaar
belaste inwoners liet regt hebben te verlangendat alle onnutte of weel
derige uilgaven besnoeid en teruggebragt worden tot de uiterste grenzen
welke met inachtneming der veiligheid van het vaderland bestaanbaar
zijn."
Na de behandeling der twee eerste punten gaat de schrijver over tot de
opgave der mogelijke verminderingen. Het Departement van Oorlog kost
thans ƒ181,300; in 1830, toen ons leger tweemaal zoo groot was, ƒ172,378,
en onder Koning Lodewijk in 1808, werd met 33 werkende leden, die, met
inbegrip van het tractement des Ministers a ƒ15,000, slechts ƒ53,089 kosten,
het werk verrigt, waarvoor thans 113 officieren en ambtenaren 4 ƒ138,843
noodig zijn! De infanterie kan niet wel worden verminderd, maar voor de
cavallerie zouden 4 regimenten in plaats van nagenoeg 6voldoende wezen
voor de artillerie 3 batterijen rijdende artillerie in plaats van 5, terwijl de
schrijver verder aantoont, hoe bij het wapen der veld-artillerie en 's lands
magazijn te Delft eene overtollige weelde heerscht, die, zonder eenig nut voor
ons kleine land, aanmerkelijke sommen verslindt.
Verder acht hij de opheffing der militaire school te Breda èn voor het
leger èn voor de schatkist zeer wenschclijk en meent in 't algemeen dat de
onkosten en omslag met ons eigenlijk zeer klein leger in geene verhouding
slaanen dat als de nog bestaande activiteits-tractementen en pensioenen
grootelijks zullen zijn afgeloopende begrooting van oorlog in vredestijd de
9 of 10 millioen niet moest te boven gaan.
Den 22stcn dezer zijn te Katwijk twee bomschuiten aangekomen, de eene
met 48,000 en de ander met GO,000 bokkingen. Men had brrigt dat er op
de hoogte waar men vischte, vele haaijen waren, gelijk van zelf spreekt tot
groot nadeel der visschcrijwant ieder weet dat de groute visschcu de kleine
eten.
Als voorbeeld van eene snelle vaart wordt uit Rotterdam herigt, dat
te Ilellevoetsluis van Londen het stoomschip Sir Robert Peel is binnengeko
men welke die vaart in 22 uren bad afgelegd.
■sGRAVENHAGE, 24 October.
De zitting der Tweede Kamer van den 22stei dezer, van welke wij in onze
vorige reeds gedeeltelijk verslag gavenis ten elf ure door den laatst alge-
treden Voorzitter Mr. G. J. Bruce, geopend.
De notulen van het verhandelde in de vorige zitting worden gelezen en
goedgekeurd.
De Voorzitter geeft der Vergadering kennis, dat de Heeren Telling, van
D,un van Issell en Uytwerf Sterling berigt hebbendat zij door ongesteldheid
verhinderd worden de Vergadering bij te wonen.
De Heer Bruce aanvaardt het hem op nieuw door Z. HL opgedragen voorzit
terschap, met het houden der navolgende rede:
»Edel Mogende Heeren!
Toen ik in het algeloopen jaar door het vertrouwen des Konings en dat van
U Ed. Mog. tot den Voorzitterstoel in deze aanzienlijke vergadering werd ge
roepen ontveinsde ik het genoegen niet, hetwelk dat bewijs van vertrouwen
mij deed ondervinden.
Ik had destijds gedurende zes jaren aan gewigtige en moeijelijke beraadsla
gingen deel genomen en meende in de onderscheiding, mij te beurt gevallen,
eene goedkeuring te mogen zien van mijn staatkundig gedrag.
Het zoude mij aansporen, zeide ik, om bedaard en standvastig voort te
gaan op den weg, langs welken alleen, naar mijne innige overtuiging, het
waarachtig heil des Vaderlands kan worden bevorderd.
Thans vind ik mij andermaal tot den zetel geroepen, dien ik straks dacht
te verlaten. Ed. Mog. Heeren! behoef ik wel te zeggen, dat de ongewone eer
mij daardoor bewezen, mij, zoo mogelijk, nog versterken zal in de beginselen
dusverre door mij gevolgd
Wij hebben in het vorige jaar vele en belangrijke onderwerpen behandeld,
van welke sommige door de plaats gehad hebbende omstandigheden onafge
daan zijn gebleven.
Daaronder zijn er van gewigtigen en teederen aard.
Moge de overweging dier onderwerpen in de tegenwoordige zitting der Sta
len Generaal eene uilkomst hebben, ook voor de toekomst van Nederland
heilzaam.
Moge de zitting zich kenmerken door de vervulling van alle billijke wen-
schen die voor het welzijn des Vaderlands worden gekoesterd.
Onze arbeid begint onder de werking van een nieuw Reglement van Orde.
U Ed. Mog. zullen met mij dcelen in den wenschdat hetzelve op onze
werkzaamheden eenen gnnstigen invloed moge oefenen, cn alzoo moge beloond
worden de zorg en de tijd aan hetzelve besteed.
De moeijelijkheden uit den aard der zaak aan de invoering van zoodanig
reglement verbonden, doen mij van U Ed. Mog. eene dubbele mate van toege
vendheid en welwillendheid inroepen.
Ik verklaar het voorzitterschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
op nieuw te aanvaarden."
Zijn ingekomen drie Koninklijke boodschappen
1°. Een ontwerp van wet, tot verlenging der bij de wet van 18 Dec. 1845
vastgestelde maatregelen, ter aanmoediging van den invoer van levensmidde
len, waar de bij de wet van 18 Dec. 1845 vastgestelde termijn wordt ver
lengd voor den tijd van elf maanden, en alzoo tot 1 October 1847. Dit ont
werp is verzeld van eene Memorie van Toelichting, waarin gezegd wordt, dat
de voortdurend hooge prijzen der granen en de aanzienlijke toevoeren en ver
zendingen daarvan bewijzendat er vrij algemeen meer dan gewone behoefte
aan voedingsmiddelen bestaat, en dat daarom de Regering zich verpligt acht,
om alles te doen wat in haar vermogen staatom het nadeel te voorkomen
dat uit te hooge prijzen van eerste levensmiddelen kan ontstaan waartoe zij
meende geen beter middel te kunnen aanwendendan de verlenging van de
wel van 18 December des vorigen jaars, waardoor aan den Handel genoegzame
gelegenheid wordt geboden om in de te wachten behoefte te voorzien.
Eene verlenging voor den tijd van elf maanden komt de Regeringin den
stand der zaak, doelmatig voor.
2". Een ontwerp van wet tot regeling van het gebruik van het koloniaal
batig slot over 1845, van de volgende inhoud
Art. 1. Het batig slot van de rekening der koloniale remises, over het
jaar 1845, ten bedrage van ƒ4,733,311.111wordt bepaaldelijk bestemd lot
dekking der uitgaven, begrepen in de staatsbegrooting van dat jaar.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar
de afzonderlijke nommers worden tegen 19
Centen afgegeven.