LEYDSCHE
COURANT.
.V. 124.
TR1JDAG, 16 OCTOBER.
B1NNEJNLAJNDSCHE BERIGTEN.
BUïTEjNLAJNDSCHE BERIGTEN.
PUBLICATIE.
De Prijs dor Courant is f 12 in het jaar
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
De Courant wordt
Vrijdag uitgegeven,
vit Zaturdag avond.
MaandagWoensdag en
Die van Maandag komt
LEYDEN, 15 October.
Programma voor de opening der Staten-Generaalte 's Gravenhageop
aanst. Maandag.
Ten twaalf ure zullen de Leden der Staten-Generaal zich in eene algemeene
Vergadering vereenigen onder voorzitting van den President van de Eerste
Kamer, ten einde Z. M. af te wachten.
De Ministers, Hooiden van Ministeriële Departementen, de Kanselier der
Orden en de Leden van den Raad van State, zullen zich des middags ten één
ure mede in bovengemelde zaal vervoegen.
Z. M. de Vergadering zullende openen, zal ten één ure met den volgenden
trein van bet Paleis afrijden: a. Een commando cavallerieb. De Hofïburier en
twee rijknechts te paard: c. De Kamerheer-Ceremoniemeester, rijdende in eene
koets met twee paarden bespannen, gaande een lakkei naast ieder portier;
d. Acht Ramerheeren van Z. M., in twee hofkoetsenieder met zes paarden
bespannen, gaande naast ieder portier twee lakkeijen e. De Groot-Officieren
Van 's Ronings Huis, in twee Hofkoetsen met zes paarden, f. Een commando
cavallerie; g. Z. M. te paard, begeleid door 11. K. 11. de Prinsen; en gevolgd
door de Officieren van II. D. Militair Huis; li. Een commando cavallerie
tot sluiting van den trein.
De trein zal rijden over den Kneuterdijk, den Langen en Korten Vijverberg,
en bet Binnenhof.
Z. M. zal aan het Hotel ontvangen worden door eene Commissie door de
Vergadering te kiezen, die, voorafgegaan van den Kamerheer-Ceremoniemeester,
de Ramerheeren, en de Groot-Officieren van 's Konings Huis, Z. M. zal ge
leiden naar de zaal. Het Militair Huis des Konings volgt onmiddelijk. De
Groot-Officieren van 'sKonings Huis plaatsen zich achter Zr. Ms. zitplaats,
de Ramerheeren en het Militair Huis des Konings ter regter en linkerzijde van
den Troon; de Kamerheer-Ceremoniemeester wat voorwaarts, ter regterzijde
van den Troon.
De zitting geëindigd zijnde, gaat Z. M. met denzelfden trein, en in dezelfde
orde over het Buitenhof, de Plaats, den Kneuterdijk naar bet Paleis terug.
Salvo's van het geschut zullen het afrijden van het Paleis, en het oogen-
blik dat 11. D. de Vergadering verlaat, aankondigen.
Men verneemt dat onder de voordragten van wet, die spoedig aan de
Staten-Generaal zullen worden aangebodenbehooren 1° die nopens den in
voer van levensmiddelen en 2° die betrekkelijk de regeling van het batig slot
der Oost-Indische geldmiddelen.
Z. K. H. de Prins van Oranje is den 7den te Sluttgardt aangekomen.
Een Duitsch dagblad schrijft, dat er plan bestaat tot een huwelijk lus-
schen den Hertog van Nassau en Prinses Louisedochter van Z, K. 11. Prins
Frcderik der Nederlanden, geboren 1828.
Het Journal de La IJaye spreekt het gerucht, door eenige dagbladen
medegedeeld, als zou er in de finantiën van den Staat, wederom een aanmer
kelijk te kort zijn stellig tegen.
's GRAVENHAGE12 October.
liet Provinciaal Geregtshof heeft bij arrest van bedenwaarvan de voorle
zing 2] uur geduurd beeft, uitspraak gedaan in de zaak der 17 beschuldig
den, die in hechtenis genomen zijn, ten gevolge van ongeregeldheden, welke
in Sept. 1845 te 's Gravenhage en te Delft zijn ontstaan. J. van der Pol is
veroordeeld tot 3 maanden gevangenis, W. v. d. Meer en v. d. Vet, zijn vrij
gesproken. Van 8 personen uit Delft zijn 4 veroordeeld tot tepronkstelling en
voorts alle 8 tot gevangenis van 5 jaren tot 20 maanden, in eene geldboete
ieder van ƒ100, en in de kosten van bet geding. Het Hof heeft Meetor, de
Haas en van Gorkumals Schrijvers du Mee en Mingelenals Drukkers en
cn Uitgeversen Hesals verspreider van verschillende oproerige weekbladen
vrijgesprokenomdathoezeer die vervolgde bladen eene hoogst nadeelige
strekking hadden, en boe laakbaar en hoe verachtelijk ook deze beschuldigden
zicli mogen gedragen hebben, art. 1 der wet van 16 Mei 1829 niet op ben
van toepassing is, daar hunne opruijingen zoo onbestemd waren dal deze vol
gens dat art. niet strafbaar zijn te beschouwen. Op grond van een en ander
heeft het Hof hen vrijgesproken, en de Slaat veroordeeld in de kosten. Alle
de vrijgesprokenen zijn onmiddelijk in vrijheid gesteld met uitzondering van
de Haas, die ter zake van vroeger legen hem uitgesprokene veroordeeling in
hechtenis is gehouden.
Gisteren is alhier in welstand van Paramaribo aangekomen, de Heer
Lans, Inspecteur van Nijverheid en Landbouw.
SPANJE.
MADRID, 11 October.
De huwelijken der Koningin met den Infant Don Francisco en van de
Infante met den Hertog van Montpensier zijn gisteren avond ten half elf
ure gesloten. Dezen ochtend ten elf ure heeft de mis tot inzegening der
beide huwelijken plaats gehad. Al de balkons langs den weg dien de stoet
namwaren met schitterend uitgedoste aanzienlijken opgevuldcn eene
overgrootc volksmenigte was in de straten zamengevloeid. De Hertog van
Montpensier, in de uniform van Maarschalk van Frankrijk, trok door zijne
minzaamheidedele houding en zijn s. hoon gelaataller oogen tot zich.
De Fransche Prinsen zijn zeer tevreden over de ontvangst, welke hun,
zoowel in de provinciën als te Madrid, is te beurt gevallen.
-
Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland
Brengen bij deze ter kennis van de Ingezetenen der Provincie, dat door
Z. M. den Koning, bij II. D. besluit van 23 Aug. 1846, n". 68, is goedge
keurd bet hierna volgende, door de l'rov. Staten in derzelver jongste Algem.
Jaarl. Vergadering, nader vastgestelde nieuwe Reglement op het Vervaardi
genKeurenIjkenHerijken en Gebruiken der Botervaten in deze Prov.
hetwelk den lstcn Januarij 1847 in werking zal worden gehragtwaardoor
het hij Z. M. besluit van 9 Aug. 1844, n°. 63, goedgekeurd en den 27 dier
maand gepubliceerde, van dat tijdstip af als vervallen moet worden beschouwd.
REGLEMENT op liet vervaardigenKeurenIjken
Herijken en Gebruiken der Botervatenin de
Provincie Zuid-Holland.
Art. 1. Geen Boter zal in de Prov. Z.-Holl. in vaten ter Waag of ter Markt
gebragt of afgeleverd mogen worden, dan in zoodanige welke overeenkomstig
de voorschriften van dit Reglement zijn vervaardigd, en ten blijke daarvan
Geijkt of Herijkt op eene boete van ƒ3.00 voor ieder Botervat, te verbeuren
door dengenen die dezelve ter Waag of ter Markt gebragt of afgeleverd zal
hebben of door den eigenaar der vaten namens wien zulks blijken zal te zijn
geschied.
De afleveringen van Boter, bestemd tot Overzeesche verzendingen in het
gewoon expressciijk daartoe vervaardigde Vaatwerk zijn in de bepalingen van
dit Reglement niet begrepen.
Art. 2. Van de Boter welke binnen deze Prov. ter Waag gebragt wordt
zullen de Waagmeesters zonder eenigen stillen uitslag, niet minder of rneeidei-
voor tarra mogen aftrekken dan:
Het vat van 40 Ned. ffi (een vierde) 10 Ned. ffi; van 20 Ned. (een achtste)
5 Ned. 1È van 10 Ned. ft' (een zestiende) 2 p Ned. ft'.
En zal het vat geledigd wordende, in geen geval meerder mogen wegen dan
hetgeen aldus voor tarra wordt toegelaten, op de boete van drie gulden voor
ieder zwaarder bevonden vat, te verbeuren als boven; zullende de Waagmees
ters, welke bevonden worden eenen stillen uitslag te hebben toegelaten, ge
straft worden met eene boete van ƒ50.en bij herhaling bovendien door
bet Plaatselijk Bestuur door hetwelk zij aangesteld van derzclver betrekking
kunnen worden ontzet.
Art. 3. Het Boter-vaalwerk moet worden gemaakt van goed, zuiver, droog,
bekwaam en gekloofd eiken-, Rijn- of Oostzecschbout, zonder dal daaraan eenig
spint, kwade kwasten of wormgaten zullen mogen worden gevonden, terwijl
geen inlandsch of zoogenaamd bosch- of lippenhout zal mogen gebruikt worden.
Geene Botervaten zullen tot den Ijk worden toegelaten, welke blijken dragen
van uit duigen van reeds gebruikte Botervaten zamengesteld of zoogenaamd
verkast te zijn.
Art. 4. Bij de IJking zullen de nieuwe vaten, die altijd geheel moeten
afgewerkt zijn, niet zwaarder mogen wegen dan: Het vat van 40 Ned. ft (een
vierde) 7, van 20 Ned. ft (een achtste) 4 en van 10 (een zestiende) 2 Ned. ft.
Art, 5. De hoogte der vaten tot welke dezelve mitsdien moeten worden
gevuld gemeten van den bodem tot aan den afgestoken bovenrand en deze
daaronder niet begrepen, wordt bepaald, als volgt: Van een vierde vat 425 a
430 van een achtste 325 a 330 en van een zestiende 260 a 265 strepen.
De lengte der bodems-middellijnen zal moeten zijn binnenwerks: Van een
vierde vat 340 a 345van een achtste 265 a 270 en van een zestiende 209
4 214 strepen.