BÜTTËISLA^DSCHE BEBIGTEjN. AMSTERDAM, 21 September. Eergisteren hield de Hollandsche Maatschappij van fraaije Kunsten en Weten schappen, alhier, hare jaarlijksche Algemeene Vergadering, onder voorzitting van den Heer Mr. W. J. C. van Hasselt, die haar opende met eene toespraak; waarna de Algemeene Secretaris, de Heer Mr. J. A. Jolles, een verslag gaf van de voornaamste handelingen en voorvallenwelke sedert de laatste alge meene Vergadering, den 20sten September 1845 te Rotterdam gehouden, bij de Maatschappij hebben plaats gehadbenevens eene opgave van haren tegen- woordigen staat. Het bleek uit dit verslag, dat op de in den jare 1844 uit geschreven prijsstoffen geene antwoorden zijn ingekomen. Als nieuwe prijs vragen zijn thans uitgeschreven 1°. Eene geschiedenis van den Historischen Roman en eene bcoordeeling van zijne waarde. 2°. Eene uit echte bronnen opgemaakte geschiedenis van Leicesters regering in de Nederlanden. 3°. Eene Lofrede op A. R. Falck en 4°. Eene verhandeling over den oorsprong, de ontwikkeling en den invloed der Stedelijke Aristocratie in de Provincie Holland. De laatste bij hernieuwing om te beantwoorden vóór ot op den eersten Ja- nuarij 1848. Wijders werd aan de Vergadering herinnerd, dat op de in den jare 1845 uitgeschreven prijsstoffen 1°. Welke is de betrekking der wijsgeerige stelsels der 19dc eeuw tot het Christendom, en welke beginsels zouden moeten worden vastgesteld om wijs begeerte en Christendom in overeenstemming te brengen. 2°. Een oordeelkundig Woordenboek voor eene zuivere Nederduitsche taal van het regt; en 3®. Een drama in berijmde of rijmelooze verzen. De antwoorden worden vóór ol op den eersten Januarij 1847 ingewacht. Tot Algemeenen Voorzitter der Maatschappij voor het volgende jaar is be noemd de Heer Mr. C. J. van Assen en tot Algemeenen Secretaris de Heer Mr. H. C. lluyser, beide wonende te Leydenhebbende de aldaar gevestigde Afdeeling alsdan de beurt van Voorzitting. Met genoegen kan men berigtendat het getal der van stadswege in de beide gasthuizen verpleegde zieken gedurende de afgeloopen week niet alleen niet vermeerderd, maar zells eenigziris verminderd is; zijnde er van 12 tot 18 September ingekomen 182 en uitgegaan 184 voorts waren gedu rende dit tijdsverloop 19 overleden; den 19dcn bedroeg het gezamentlijk getal der zieken in die huizen 1153. Het getal der sterfgevallen van 14 tot 19 I September bij den Burgerlijken Stand aangegeven vertoont deze week eene even groote verminderingals daarin gedurende de vorige week eene vermeer dering had plaats gehad zijnde het weder van 190 tot 165 verminderd. Zalurdag jl. heeft onder toezigt van het Veenbestuur, in den Middel polder, gemeente Nieuwer-Amstelde eerste doorschutting van vaartuigen plaats gehad, door de sluis of het verlaat, welke gedurende den afgeloopen zomer is gebouwd aan den Amsteldijktot daarstelling eerier scheepsge- meenschap tusschen den Amstel en de aldaar nieuwling ontgonnen veenderij naar het oordeel van deskundigen verdient zoowel het ontwerp als de volvoe ring van dit werk allen lof, en doen beide de kunde en ervaring van den Heer van Campen op eene allezins gunstige wijze uitkomen. Van de Amstelzijde levert dit nieuwe waterwerkvooral van de brng te zien een regt bevalligt gezigl op. ZWOLLE, 18 September. Sedert eenigen tijd hoort men nu en dan van een ontwerp spreken dat door deszclfs schoonheid alleen reeds ieders belangstelling moet opwekken, een ontwerp, bewijzende dat niet alle veerkracht van ons geweken is, en ook bij eene kleine en vervallen natie nog groote denkbeelden kunnen ontstaan. De Zuiderzee in vruchtbare akkers te herscheppen, zal menigeen eene dwaze hersenschim toeschijnen, zonder verder door te denkenzullen vele het onmo gelijke, en andere het nadeelige van zulk een ontwerp uitroepen, alleen om dat het grooter is dan hun verstand, en minder bekrompen dan hunne in- zigten. Door eigen vlijt en tot niemands nadeel aan ons rijk 4 a 5 maal honderd duizend bunders land te schenken, is wel een oogenblik onze aandacht waar dig. Wegens wetenschappelijke bezwaren een ontwerp onuitvoerbaar te ver klaren, zal geen verstandig man zonder naauwkeurig onderzoek doen, en dan nog niet de zaak voor altijd afkeuren; want andere tijden kunnen andere middelen en latere geslachten betere denkbeelden geven. Nn reeds ziet men op vele plaatsen aan de Zuiderzee zoo als bij Ameland, bij Elburg, bij Wieringcnbij Schokland enz. plannen ontslaan, tot het in- I dijken en aanwinnen van groote vlakten, thans nog met zeewater bedekt. I Meer en meer ziet men in, dat, voor de scheepvaart te ondiepe plassen, aan I den landbouw nuttige velden kunnen opleveren. Zoude het nu eene zoo stel- I lige onmogelijkheid zijn, van al deze afzonderlijke plannen een groot algemeen I ontwerp te maken, waardoor men stelselmatig de geheele Zuiderzee in land I herschapen kreeg Voor de uitloozing der rivieren en kanalen, die zich thans in de Zuiderzee I ontlastenkan bij eene droogmaking gezorgd wordenvermoedelijk zelfs met J voordeel voor de scheepvaart. Want dat het tusschen dammen leiden der I stroomen, het vaarwater verbetert, bewijzen onder andere het Ketel- en Zwol- 1 sche diep, wier verlengde dammen bij eene droogmaking der Zuiderzee, de I rivieren de TJssel en Vecht tot in dc Noordzee zouden doortrekken. Zouden voor den handel der Zuiderzee-havens ruime kanalen niet verkieslijker zijn dan de I I thans bijna onbevaarbare plas even als nu voor den Amsterdamscben groot- I handel het Noord-Hollandsche kanaal de Zuiderzee vervangt. Hoe gerust zou het voor dff oeverlanden zijn, die thans door stormvloeden I geteisterd wordenindien de Zuiderzee in eene reeks van polders veranderd I werd, allen op een' algemeenen boezem uitmalende. Hoe veel jaren er nog moeten verloopen, eer men algemeen genoeg van het I heilzame van zulk een ontwerp overtuigd zal zijn, om aan de middelen van I uitvoering te denken veel is reeds gewonnen want deskundige en weten- I schappelijke mannen willen ernstig hunne studiën wijden aan een ontwerp, I dat later hunnen naam onsterflijk kan maken. (Prov. Overijs. Cour.) GRONINGEN, 18 September. Sedert bijna anderhalfjaar is hier veel gesproken over de spanning, welke plaats heeft in de Roomsch-Katholijke gemeente te Hoorn, een dorp, op ruim vier uren afstands ten noorden van deze stad gelegen. Nu de zaak zoo verre is gekomen, dat de algemeen geachte en beminde Pastoor J. A. Pierik, van zijne dienst is ontzet, meenen wij een kort berigt daarover te moeten mede- deelen. Tot voor eenige jaren was in den Noord westelijken hoek dezer provincie te Hoorn alleen eene Roomsch-Katholijke kerk, in welke de Roomsch-Katholij- ken, die in meer dan twintig dorpen verspreid wonen, hunne godsdienst uit oefenden. Doch voor vijf of zes jaren werd op een uur afstands van daar, te Kloosterburen, eene tweede kerk voor hen gebouwd, aan welke een ge deelte der gemeente, die tol dien tijd toe bij Hoorn had gehoord nu moest worden toegevoegd. Over een gedeelte van hetgeen voortaan al of niet bij Hoorn zoude blijven, ontstond twist. De bewoners van Grijssloot namelijk, een gehucht niet verre van Leens, zeer aan hunnen ouden Pastoor gehecht, meenen, dat zij, volgens de ligging hunner woonplaats en vroeger gemaakte afspraak, bij Hoorn moeten blijven, terwijl eene beslissing van den Aartspriester te Zwolle hen onder Kloosterburen plaatst. De Grijsslooters, aanzienlijke landbouwers, met een vrijheidslievend hart, achten zich door die beschikking verongelijkt, en willen geenszins naar den nieuwen Pastoor van Kloosterburen, die schijnt te meenen, dat hij met de Groningers kan omgaan, gelijk hij vroe ger met de Twentenaars deed. Zij willen hunnen ouden Pastoor niet verlaten. Ook deze meent, dat men hern in dat gedeelte zijner oude gemeente onregt heeft gedaan, en heeft dus, tegen het verbod des Aartspriesters in, aan het zelve dc biecht afgenomen en de communie toegedeeld. Dit geschiedde reeds om Paschen 1845. Sedert dien tijd is de spanning natuurlijk grooter gewor den, en nu is eindelijk de algemeen bij Protestanten evenzeer als bij Room- schengeachte Pastoor Pierik op zijne hooge jaren van zijn' post ontzet en uit de pastorie verdreven. Een kapelaan, die voor hem de dienst moest waar nemen, vindt de kerk ledig, het zangkoor onwillig, de gemeente zeer veront waardigd en verbitterd. Eene bezending der gemeente is nu naar 'sGravenhage, om daar bij kerkelijke en wereldlijke overheid hare belangen voor te staan. {Handelsblad). GOES, 17 September. Men verneemt dat men het delven der winteraardappelen wederom gestaakt heeft, daar men bevond dat ze gedolven zijnde zich niet goed hielden en nog geene volkomene rijpheid hadden. De meeste in den grond geblevene schijnen nog goed teregt te zullen komen. De vrees dat het kwaad, het welk zich voor eenigen tijd openbaarde, zou toenemen, heeft zich dus geluk kig niet bevestigd. TILBURG19 September. In de wijk Oosterkant is gisteren avond de woning enz. afgebrand van do Wed. H. Delien, waarbij ook 2 varkens, de geheele oogst, meubelen en bouw mansgereedschappen verteerd zijn. De woningoogst enz. was slechts voor ƒ2,600 verzekerd. MAASTRICHT, 19 September. De waterstand van de Maas is hier thans door de langdurige droogte zoo laag, dat de stoombootdienst tusschen deze stad en Rotterdam voor Venlo ge heel is moeten gestaakt worden en zells die naar Luik moeijelijk wordt. v1 1 1 - i -j VEREENIGDE STATEN. Het getal der staten van de Arnerikaansche Unie bedroeg slechts 13 in 1776 en is in den tijd van 70 jaren tot 30 aangegroeid. In dienzelfden tijd is het cijfer der bevolking van 3 tot 20 millioen gerezen; de staat van New-York alleen heeft nu eene bevolking, die bijna zoo talrijk is, als, die van al de Vereenigde Staten vóór 70 jaren. De stad New-York telt met inbegrip van die van Brooklyn, die er slechts van gescheiden is door een arm van den Hudson, een half millioen inwoners; de geheele Unie telde toeD zij zich on afhankelijk verklaarde, slechts zesmaal meer burgers. De jaarboeken der geschiedenis leveren geen voorbeeld op van eenen derge- lijken wasdom, die, om zoo te zeggen, niets te danken heelt aan overwinnin- ningenwant de aanhechting van Texas heeft slechts 200,000 inwoners bij gevoegd, en die Staat trad overigens slechts tot de Unie terug, die het vroe ger had verlaten, om een vruchtbaar grondgebied te behouwen, waar de Mexi canen ter naauwernood een' voetstap hadden gezet. IV ENT-I.Y SI 8 E. PARAMARIBO, 14 Junij. De Gouverneur der Kolonie Suriname heeft in overweging genomen, dat verschillende Ingezetenen herhaaldelijk bij verzoekschriften het verlangen heb-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 2