bekend worden van den open brief beeft bet volk eene vergadering te Neu- miinster gebondenen bepaald een Adres te rigten aan de sten len van Hol- stcin, juist te ltzehoë vergaderd. Vele andere steden en gemeenten leverden adressen in, waarin verklaard werd, dat de Hertogdommen souvereine staten zijn-, dat het mannelijke oir alleen rcgt van opvolging heeft, en dat de Her togdommen Sleeswijk en Holstein ondeelbaar zijn. Den 24slen Julij namen de Stenden een adres aanwaarbij zij legen den open brief protesteren welk adres op vier na met algemeene stemmen werd aangenomenen besloten daar de Commissaris des Konings de inzending weigerde, het ter bondsverga dering in te zenden, en uiteen te gaan. Protesten van den Hertog van Hol stein-Augustenburg, den Groothertog van Oldenburg en verdere agnaten wer den mede niet aangenomendoch ter Bondsvergadering ingezonden. Het voornaamste bestanddeel van de bevolking der Hertogdommen bewoont het land is geheel Duitsrhen weigerde onlangs bij eene reis des Konings, zelfs voor loon de noodige paarden te leveren. De brief heeft ook verder in Duitschland vrij wat opzien gebaard en is onder anderen den Uien Augustus 11. in de Zitting der Badensche Kamer te Karls ruhe op een zeer ernstigen toon ter sprake gebragt. Als inleiding werden petitiën ten behoeve van Sleeswijk-IIolstein uit de ste den en landgemeenten van het Elzdal in het Oppermarkgraafsehapaan de Zwitsersche grenzenvoorgelezen; vervolgens betrad Heckcr het spreekgestoelte en legde in een korthondig overzigt de historische regten der drie Hertogdom men op een van Denemarken onafhankelijk slaaisbestaan open. Heeds in het jaar 1845, herinnerde hij, had hij de zaak op het tapijt gebragt en van de verraderlijke staatkunde der buitenlandsche mogendheden ten opzigte van Duitschland gesproken, doch destijds had de Open Brief het licht nog niet gezien. Thans was die daad van geweld gebeurd en thans moest Duitsch land antwoorden. Het Polignacsche ontwerp tot verdeeling van het vaderland was weder opgevat en begon vruchten te dragen. Het Panslavismus begeerde de Zond en Dardanellen de Franschman den Rijn en Engeland dal reeds in 1806 de scheepsmagt der Oostzee voor Kopenhagen vernield had, beefde op het denkbeeld, dat eenmaal eene Duitsche vloot uit de havens benoorden de Elbe zou kunnen uitloopcn, om onze belangen in beide de halfronden te doen geldon. Gewigtige belangen want nu reeds was de Duitsche koopvaar dijvloot de derde in rang en sterkte op de aarde. Sedert onheugelijke tijden was Noord-Albingie een deel van Neder Saksen geweest. Keizer Lotharius bad het in 1106 tot een Graafschap verheven en daarmede eenen vorst uit het huis van Schauinburg beleend, wiens nakomeling, Adolf IV, in 1227, Ko ning Waldemar II, die het land vermeesteren wilde, op de heide van Born- höwedc, bij Segeberg, met bulp der Saksers sloeg, en daardoor de onafhanke lijkheid van zijn Hertogdom tegen alle verdere aanvallen beveiligde. Een traktaat met Waldemar III bevestigde nog daarenboven, dat Sleeswijk voor eeuwig een van Denemarken gescheiden Hertogdom moest blijven. In 1375 was het aan Holstein gekomen. Wel is waar was in 1448 Christiaan I van Denemarken ook tevens Hertog van Sleeswijk-Holstein en Storinarn geworden, doch niet als Koningmaar onder het uitdrukkelijk bedingdat de Hertog dommen van zijne andere stalen gescheiden zouden blijven met hunne eigene staten, regten en afzonderlijk geldbestuur. En aldus was het, tot op den huidigen dag, een zamen-staat gebleven, met het regt om zijn' vorstenstam te kiezen zijnde alleen het mannelijk oir tot de erfopvolging geregtigd. In 1533 was nogmaals een verhond tusschcn Denemarken en Sleeswijk-Holstein gesloten, een bewijs, dat de Hertogdommen geen onderdanen-land waren. In 1579 had men, in het traktaat van Odensce, andermaal bedongen dat nim mer een vrouwenrok in de Hertogdommen op den troon zou mogen geraken. Wel is waar waren de landen meermalen verdeeld geworden en er was een zoogenaamd hertogelijk (Gottorpsch) gelijk ook een zoo geheeten koninklijk aandeel geweestdoch ook dit laatste had de Koning evenzeer slechts als Hertog bezetenen toen hij in 1721 de andere, te welen de Hertogelijk Got- torpsc.hc linie met zich vereenigde, was hij op gelijke wijs weder slechts geza- mentlijk Hertog van geheel Sleeswijk geworden, 'sLands staten hadden, ge durende de scheidingen steeds vereenigd bestaan gelijk nog tegenwoordig in de beide Mecklenburgen het geval is. Met Lauenburg had hetzelfde plaats. Denemarken had dit Hertogdom in 1815 tegen Zweedsch-Pommeren ingeruild; in de oude op handvesten gegronde regten des volks en der staten was hier door niets veranderd geworden. Deze regten waren in de akte van unie van 1585 opgeleekend door den Hertog, alsook door Keizer en Rijk, bekrachtigd. Volgens dezelve hadden de Lauenburgers uitdrukkelijk het regt, om geweld met geweld te keer te gaan en hunne regten met de wapenen in de hand te beschermen. Sleeswijk en Holstein hadden van oudsher gemeenschappelijke stalen gehad en waren dus onafscheidelijk. Nergens ondertusschen had immer eene andere dan de Oud-Duitsche wet van den mansstam gegolden. Do Open Brief was derhalve eene openbare coup d'état. Thans was het Duitsch Verbond verpligt de grenzen des rijks te behoeden. Na hem verhieven zich de meeste redenaars beide van de linker en van de regter zijde, om hunne onbeperkte goedkeuring van het gezegde te kennen te geven. Welcker riep: de tijden zijn voorbij toen wij ons smadelijk, zonder slag of stoot den Elzas lieten ontrukken. Nationaal regten staan hooger dan Vor- sten-regt. Hierop sprak Kapp, en vertoonde boe de Vorsten allen te grond zouden gaan, de kleinere het eerst, wanneer Duitschland bezweek, want zij zouden in elk geval als schadeloosstelling aan de grootere opgeofferd worden. Bulil riep, dat thans de tijd gekomen was, waarop Duitschland weder groot en magtig worden, zich weder lot de eerste natie der wereld verheffen zoueendragt zou magt gevenen alsdan zou ook de Elzas teruggevorderd worden. In denzelfden geest, al was het dan ook geinaligtigder, spraken de anderen. Buss schilderde met gloeijende kleuren, de oude worstelingen der Neder- Saksen tegen de Denen, die der Franken tegen de Noormannen, vervolgens de vrijheidsliefde der Noord-Friezen en Ditmarschen en hun' veldslag bij Hem- mingstedt, waar zij in het jaar 1500 op éénen dag hij de 30,000 der tegen hen uitgezondene huurlingen versloegen. Daarna betuigde bij zijn vertrouwen op de Bondsvergadering, dat deze niet lang op eene tegenverklaring zou la ten wachten; hij wilde niet ééne Duitsche ziel opgegeven hebben, want geen rivieren of bergen vormden de grenzen, maar stam en taal. Bader verklaarde, hoe hij half olficiëel kennis droeg, dat Pruissen, Beije- renHanover, Saksen en Wurtemberg reeds tegen den Open Brief waren opgekomen. Eindelijk verklaarde Joly, Minister van Justitie, dat de Regering volkomen de gevoelens deelde welke flecker aan deri dag gelegd haden de Regering voornemens was er niet over te zwijgen, opdat men haar niet van gebrek aan deelneming mogt beschuldigen. Zij had vertrouwen op de Bondsvergaderi ng en verder zou zij doen wat in haar vermogen was, om Duitschlands belangen te beschermen. Men zegt dat de Koning van Denemarken zeer teleurgesteld is over de weinige gehechtheid die hij later in die Hertodominen voor zijne Regering heeft bespeurd en geklaagd dat hij ten dien opzigte verkeerd was ingelicht. HOLSTEIN. KIEL, 19 Augustus. De Holsteinsche Stendenvergadering is eergisteren door den Koning van Denemarken voor gesloten verklaard omdat de plaatsvervangers van de naar huis gegane leden, niet in genoegzaam getal waren opgekomen, en de wei nigen die er waren, in den zin van de leden gestemd waren, Men zag nu hinnen kort de bijeenroeping der Sleeswijksche Stendenvergadering te gemoet maar verwachtte, dat in deze zich nog meer verzet zou openbaren dan in de Holsteinsche. 21 Augustus. De Koning heeft den Stedehouder der HertogdommenPrins Frederik van Sleeswijk-Holstein-Augustenburg afgezet en voorloopig in zijne plaats benoemd den Generaal-Majoor van Lutzow, als Bevelhebbend Generaal, en als Stad houder, den Opper President der Sleeswijk-Holsteinsche Regering, den Graaf von Reventlow-Criminil. Voornoemde Prins was vóór 4 jaren eerst met die waardigheid bekleedhetgeen aan de geheele bevolking veel genoegen gaf, daar hij een inlandsch Vorst was. De Deensche stenden echter hadden altijd op zijne verwijdering aangedrongen. Hij scheen de plannen des Konings ten aanzien van de Hertogdommen in den weg te slaan. ITALIË. ROME, 15 Augustus. In een onzer voorgaande nommers meldden wij dat eene deputatie der Israëliten ten gehoore bij den Paus was toegelaten; hun oogmerk was niet zoo zeer om hem hulde te bewijzen, als wel om hem een verzoek te overhandigen. Zoo als men weet leven de Joden in geene stad der wereld in eene zoo vol strekte, door twee ijzeren poorten afgesloten en hoogst beperkte afzondering als in Rome. Bij dit alles had zich nog dezer dagen het gerucht verspreid, dat men de Joden voortaan nog door een uitwendig teekengelijk onder Pius VII gebruikelijk was, van de Christenen dacht te onderscheiden. De Paus ontving intusschen gezegde deputatie, die eene naauwgezette burgerlijke gehoorzaamheid belovende, rijke geschenken voor zijne voeten nederleide, zeer gunstig, stelde hen wegens hunne vrees gerust door de verzekering, dat veel meer alles geschieden zouom hen nader tot de christelijke maatschappij te brengendan wel om lien van dezelve nog meer te verwijderenen gaf eindelijk de afgezanten bij het afscheid zijnen Apostolischen zegen. En wer kelijk heeft men sedert eenige weken opgemerkt, dal reeds onderscheiden rijke Israëlitische kooplieden winkels buiten de Ghetto hebben opgerigt, dat vroeger volstrekt ongeoorloofd zou geweest zijn. LIVORNO, 17 Augustus. De nadere berigten omtrent de aardbeving van den 14(len (zie ons vorig nommer) zijn de volgende: Des namiddags 10 minuten voor 1 ure voelde men den eersten schok, voorafgegaan door een onderaardsch geloei. De schokken waren eerst perpen diculair en als voortgebragl door eene aard verheffing van het zuidwesten naar het noordoostenvijf of zesmaal hadden dezelve plaats. Toen was de helling der huizen zoo grootdat men er zich te naauwernood in kon staande hou den. Meubelen vielen om en de kerkklokken bewogen zich heftig. Aller wegen hoorde men balken kraken en muren scheuren. Het verschrikte volk snelde naar de straten, de vrouwen wierpen zich op de knieën en baden luid. Gedurende den nacht werden nog verscheidene schokken opgemerktde aarde scheen in eene voortdurende stuipachtige trekking. De lucht was wel onbewolktmaar er hing een dikke mistdie eenen somberen invloed had op de gemoedsstemming. Veel heviger en vernielender is de aardbeving nog geweest op het platte landvooral in de Maremmen eene vulkanische streek, die nog de duide lijke sporen draagt der werking van het onderaartbche vuur. Geheele dorpen zijn verwoest in de streken van Taulial orenzana, Orciano en Casciaro, het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 3