BETihj\L iNUSC11 BER1GTEJN.
van /«O tot 80 i de minder gevoede gusten omstreeks 50. De prijzen der
varkens waren laag, de ouden golden van 12 tot ƒ20 en de biggen van
2 tot ƒ4.
WASPIK24 Augustus.
Eene voor de natuurlijke geschiedenis merkwaardige gebeurtenis heeft alhier
plaats gehaddie de aandacht en opmerkzaamheid van een ieder heeft gaande
gemaakt
Gelijk bekend is, vcrtoonen zich de ooijevaars, naar gewoonte, in deze om
streken in het voorjaar en verhuizen tegen den herlst. Slechts eenmaal 'sjaars
brengen zij jongen voort. Dit jaar echter zijn wij getuigen dat deze vogel
tot tweemalen eijeren gelegd en jongen voortgehragt heeft. In het begin der
maand Maart heeft zich op de Hervormde Kerk dezer gemeente een paar genes
teld dat vijf jongen heeft gehad welke reeds zijn uitgevlogen. Bij toeval
zag men van den toren, dat in het nest andermaal vier eijeren lagen en het
wijfje aanhoudend daarop bleef zitten, waarvan het zonderling gevolg is,
dat deze gisteren zijn uitgebroeid en vier jongen hebben opgeleverd.
BAARDWIJK 24 Augustus
De eerste steen ter voltooijing des wegs van 's Hertogenbosch naar Geeitrui-
denbergis heden door het dochtertje van den Heer Mr. L. Metman Advo
caat bij den Hoogen llaaddie zich sedert eenigen tijd alhier bevindtge-
legd geworden. Deze voorbereidende plegtigheid had door het uitsteken der
vlaggen op de plaats menigeen van wijd ert zijd uitgelokt, om het mast klim
menhet loopen in zakken, enz., hij te wonen.
OOST-IN 8» IE.
BATAVIA, 26 Junij.
T. Exc. de Gouverneur-Generaal van Ned. Indie heelt bepaald, dat de Post
meester te Batavia, voortaan den titel zal voeren van Directeur der Posterijen
te Batavia echter zonder aanspraak op verhooging van tractemenl of pen
sioen.
Door den Gouverneur Generaal zijn nog benoemd Tol Gouverneur der
Moluksche eilandende Gepensioneerde Generaal-Majoor J. B. Cleercns, thans
Resident der Preanger Regentschappen; tot Residenten: van de Preanger re
gentschappen P. J. Overhand, thans resident van Banjoemaasvan Soerakarta
Mr. W. C. E. Baron de Geer, Raad in het Hoog Geregtshof van Neêllands
Indië; van Banjoemaas F. H. Doornik, thans Resident van Kadoe; van Kadoe
Jhr. M. D. C. A. van Hogcndorptitans op zieh zelf staand resident adsistent
van Buitenzorgvan Passaroeang D. A. Varkevisser, thans Resident van
Tagal van Tagal J. A. Wiesman, thans Resident van Kedirie: van Kedirie
H. M. Ie Roux, ambtenaar op wachtgeld, laatstelijk Resident van Banka
van Ternate C. M. Visser, Ambtenaar op wachtgeld, laatstelijk Inspecteur
der cultures van Banda W. L. van Geurichethans op zich zelf staand
Adsistent van Patjitan.
De ziekte in de Residentie Kadoe, welke de bevolking aldaar in het bij
zonder aan de helling van den berg Mcrbaboe had aangetast, had zich op
nieuw en in heviger graad vertoond. Tot den 29sten Mei waren 588 personen
daaraan bezweken, terwijl er nog 1160 lijdende waren.
Te Bandong, in de Preanger Regentschappen, was de kinderziekte in
eenen ligten graad uitgebroken. Ook hier zijn onverwijld maatregelen geno
men om de lijders te hulp te komen. Door de zorg van Dr. Eisinger had
men op Java goede koepokstof ontvangen en daardoor was men in staat ge
steld, om niet alleen dat eiland, maar ook de buiten bezittingen van nieuwe
oorspronkelijke vaccine te voorzien.
Op den 25stcn Januarij heeft zich te Ternate en op den 27ste" April te
Timor eene aardbeving doen gevoelen, welke echter op geen van beide plaatsen
schade beeft aangerigt. Te Ternate is dit natuurverschijnsel met eene zooge
naamde zeebeving vergezeld gegaan.
In de afdeeling Benkoelen had het water in eenige rivieren eene sedert
lang onbekende hoogte bereikt, waardoor schade veroorzaakt is en eenige in
boorlingen zijn omgekomen.
De troepen bestemd voor de expeditie tegen Bali, zouden tusschen den
20,teB en 25slen Junij te Bezoeki vereenigd zijn. De Commandant van hel
leger en die der marine bevonden zieh reeds te dier plaatse. De vorst van
Bali Badong bleef voortgaan met bet geven van blijken zijner goede gezindheid
jegens de Nederlandsche Regering.
De oogst op Java, over 1845, blijkt te hebben ojigebraglKoflij
632,601 pikols, Suiker 892,615 pikols, Indigo 1,354,606 Amsterd. ffi, en
de oogst van 1846 werd gerekend te zullen opleveren: Koflij 902,401 pikols,
Suiker 903,300 pikols, Indigo 1,702:350 Amsterd. ffi.
De producten voor rekening van particulieren zijn hieronder weder niet be
grepen.
Volgens een der nommers van de Singapore Free Pressmet den nu
aangekomen landpost ontvangenwas het Engelsch stoomschip Phlegeton den
295len Mei van Singapore teruggekeerd te Sarawak. De Heer James Brooke was
met dat vaartuig langs de kusten van Borneo Proper gevaren en verschillende
rivieren binnengeloopen. De hoofdplaats van Borneo Proper bad hij echter
niet durven naderen, dewijl hij vernomen had, dat zich aldaar eene sterke
krijgsmagt bijeen vondterwijl de verdedingswerken aan beide oevers der
rivier blijken gaven van eenen niet twijfelachtig vijandelijken geest.
Het Britsche eskader, onder bevel van den Admiraal Sir J. F. Cochrane,
en beslaande in de schepen Agincourt, Royalist, Iris, Ringdove cn de sloom-
booten Spitefull en Phlegeton, schijnt zich den 19<Ien Junij 11. naar Borneo te-
hebben begeven.
Het voornemen scheen te bestaan, om te Serawak eene kerk, eene school en
een zendelinghuis te bouwen het laatste met het doel eener verspreiding van
het Christendom onder de inlandsche bevolking. Van deze aangelegenheid
melding makendegeeft de Singapore Free Press een loffelijk berigt van de
vele op Borneo door de Nederlandsche Regering tot hetzelfde einde aangewende
pogingen en maatregelen.
OTAHEITE.
Eenige bladen hebben in den laatslen tijd weder ongunstige berigten om
trent de krijgsverrigtingen der Fransche troepen op de Socicteits-eilanden mede
gedeeld. Zij hielden in, dat niet slechts eene door den bevelhebber Bruat naar
het eiland Huaheinc atgezendenc expeditie een gevoelig verlies had geleden,
maar dat ook de inlmorlingen van Otaheite door het in brand steken van het
veldgewas als ariderzins het aan de Franschen aldaar zeer inoeijelijk begonnen
te maken. Een en ander werd in die bprigten aan geheime opstokingen der
Engelschen toegeschreven. Thans wordt van de zijde der Regering een uit
treksel medegedeeld van een berigt des Kapiteins Bruat, van den 29sten Ja
nuarij 1846, waarin de nederlaag op Huaheinc erkend wordt, of ten minste
gezegd, dat de Franschen, bij eene aldaar plaats gehad hebbende landing, in
een gevecht met de inboorlingen, die zich het moeijelijk terrein ten nutte
maakten18 doodenonder welke een Officier en 43 gekwetsten hebben
verloren,
In de Londensche Times van den 22stcn Augustus vindt men eenen brief
uit Otaheite van den 15dcn April, waaruit blijkt, dat dat eiland werkelijk
steeds het toonecl is van verbitterden strijd tusschen de gewapende inboorlin-
en de Franschenen dat de eersten zelfs reeds in de stad Papeiuti zijn door
gedrongen en aldaar huizen in brand bebbcn gesloken maar toch ook spoedig
door de Franschen zijn verjaagd. De brief veronderstelt de mogelijkheid dat
de Franschen gewapenderhand tot eene gehcele ontruiming van het eiland
zouden te dwingen zijn.
TURKTE.
SMYRNA, 31 Julij.
Een roof, die van de zijde der daders eene ongeloofelijkc stoutmoedigheid
doet kennen, is op een eiland in de nabijheid van Rhodus gepleegd. Den
19llen Junij, ten 4 ure namiddag, zijn twee rooverschepen met 32 koppen
bemand te Nicero aangekomen waar de manschappen aan land zijn gegaan.
De roovers hebben de magazijnen des cilands, die aan den oever der zee, op
eenen afstand van twee mijlen van het voornaamste dorp, gelegen zijn, aan
gevallen, en al de manufacluur-voortbrengselen, en zilveren voorwerpen die er
zich in bevonden medegevoerd.
DENEMARKEN.
De Koning van dat Rijk, Christiaan VIII, heeft in Julij 11. bij eenen
open briet bekend gemaakt, dat op zijn bevel door eene Commissie, al de,
de erf-betrekkingen betreffende akten en bescheiden van zijne kroon, welke
men heeft kunnen verzamelen zijn doorzien cn ook overigens een naauw-
kcurig onderzoek van alle daartoe hehoorende betrekkingen heeft plaats gehad.
Dat dit stuk daarop in geheimen staatsraad is voorgedragen en overwogen,
en bevestigd gevonden, dat even als de erf-opvolging in het voor de Deensche
kroon door tractaten verkregene Hertogdom Lauenhurg ontwijfelbaar is, zoo
ook dezelfde erf-opvolging der Koningswet vcor het Hertogdom Sleeswijk,
volgens het patent van 22 Augustus 1721 en de daarop gevolgde erf huldi
ging gelijk eindelijk mede ten gevolge der door Engeland en Frankrijk op
den li^en junij en 23stcn Julij 1721 verleende guaranliën en het met Rus
land gesloten tractaat van den 22stcn April 1767 en 1 Junij 1773, in volle
kracht en geldigheid is. Dat de Koning daarom gemeend heeftdoor dien
brief dit erfregt zijner opvolgers op het Hertogdom Sleeswijk algemeen bekend
te moeten maken.
Dat het daarentegen uit dat onderzoek is gebleken, dat met betrekking
tot enkele deelen van het Hertogdom Holstcin betrekkingen voorhanden zijn,
die beletten, even stellig omtrent het erfregt op dat Hertogdom te spreken.
Terwijl aan Zr. M*. onderdanen in het Hertogdom Sleeswijk de zekerheid,
wordt gegevendat met dozen openen brief geenzins bedoeld wordt om
de zelfstandigheid van dat Hertogdom te kort te doen of eenige verandering
te maken in de overige betrekkingen, welke hetzelve met het Hertogdom
Holstcin verbinden, maar beloofd wordt in de toekomst, het Hertogdom
Sleeswijk in het bezit der aan hetzelve als aan een, wel is waar met de
Deensche monarchie onafscheidbaar verbondenmaar te gelijk zelfstandig
landsdeeltoekomende regtcn te zullen beschermen.
De brief bevat alzoo drie punten
1°. De betrekkingen van Holstcin ten opzigte van Duitschland. hetwelk
gëen verlies van grondgebied kan gedoogen. 2°. De erfopvolging in dit Her
togdom deze kan als familiezaak, zonder vreemde tusschenkoinst worden
afgedaan, en 3° de verceniging met de kroon van Denemarken; een punt
welks beslissing tot dc hooge staatkunde schijnt te behooren.
In Denemarken geldt de opvolging in de vrouwelijke linie; de Duitsche
Hertogdommen echter, laten de opvolging in de vrouwelijke linie niet toe.
De Koning van Denemarken nu, in wiens stam het mannelijk oir dreigt
uit te sterven, heeft, om zijn geslacht het voortdurend bezit zijner Duitsche
Hertogdommen te verzekerende Deensche wet ook op die Hertogdommen
toepasselijk verklaard. Maar deze zijn innig gehecht aan hunne nationaliteit
cn gansch afkeerig van eene inlijving in het Deensche rijk. Terstond na het